Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Minister, de vakantie komt eraan en heel wat Vlamingen willen natuurlijk na een jaar beperkingen genieten van hun herwonnen vrijheid en op reis gaan.
Enkele weken geleden kreeg iedereen al de boodschap om zijn vakantie af te stemmen op de vaccinatie, en niet omgekeerd. Op de website laatjevaccineren.be kon je aan de hand van een tool grosso modo kijken wanneer je in aanmerking zou komen.
Maar wat blijkt? De leveringen van het Johnson & Johnsonvaccin zijn zeer onzeker, en het Johnson & Johnsonvaccin gaat nu tijdelijk ook niet toegediend worden bij mensen onder 41 jaar. Daarop haalde het agentschap de tool van de website. Nu kan men het tijdstip van zijn vaccinatie niet meer voorspellen vanwege die onzekerheden. Dat maakt natuurlijk het puzzelwerk om je vakantie te plannen echt wel heel moeilijk voor de Vlaming.
Vaccinatiecentra worden overspoeld met telefoons, met vragen. De richtlijn naar de vaccinatiecentra was om geen data te verplaatsen omwille van vakantie. Maar nu blijkt dat er toch vaccinatiecentra zijn die dat wél doen. Er is dus echt wel heel veel verwarring op het terrein. Het gevaar bestaat dat mensen hun eerste of tweede prik gaan missen, of gaan weigeren. Dat zou echt wel nefast zijn voor onze vaccinatiegraad. Er heerst ook onduidelijkheid over het interval voor een tweede prik. Hoelang kunnen we die uitstellen, en gaat die dan nog effectief zijn?
Dokter Stroobants heeft gezegd: ‘Laat ons de vaccinatie aanpassen.’ Hij zei: ‘Laat alle leeftijden komen, en zorg ervoor dat zij zichzelf kunnen inschrijven wanneer het hen past.’
Minister, er is heel wat frustratie bij de mensen. Er is echt wel nood aan meer klaarheid en een eenduidige werkwijze om ervoor te zorgen dat de mensen, ondanks hun vakantieplannen, zich toch kunnen laten vaccineren in de zomer.
Mijn vraag is dan ook heel duidelijk: gaan mensen effectief hun data, omwille van vakantie, toch kunnen verplaatsen, en wat met het interval van de tweede prik? (Applaus bij Open Vld)
Minister Beke heeft het woord.
Dank u wel, collega Saeys, voor deze vraag. Om zo veel mogelijk mensen met een gerust gevoel op vakantie te laten gaan, moeten we vaccineren, vaccineren, vaccineren. Dat doen we nu ook. We vaccineren deze maand juni aan een vaccin per seconde. U bent 2 minuten aan het spreken geweest en intussen hebben we al 120 Vlamingen gevaccineerd. We zullen de komende 2 weken 1.275.000 vaccins zetten. In die 2 weken zijn er 1.200.000 seconden, dus u kunt dat allemaal narekenen.
Wat de vaccinatiecampagne betreft, zitten we op schema. We hebben de 65-plussers gevaccineerd en 85 procent van de mensen met onderliggende aandoeningen is gevaccineerd. Daar zullen er nog een aantal bij komen. Daarmee bedraagt de vaccinatiegraad in ons land 80 procent voor mensen met onderliggende aandoeningen, zoals het Overlegcomité dat ook aan alle regio’s heeft gevraagd. Op dit ogenblik heeft 51,6 procent van de Vlamingen minstens een eerste prik gekregen. Daar komen de komende maand nog heel veel Vlamingen bij.
Uw vraag is terecht. Op dit ogenblik zijn we aan het onderzoeken om, wanneer iedereen de kans heeft gehad om in te gaan op een vaccin, voor wie geen tweede vaccin heeft gekregen om een of andere reden, vanwege vakantie, ziekte en dergelijke meer, in een inhaalmoment te voorzien en om in de tweede helft van augustus bij wijze van spreken een veegwagensysteem te organiseren. We zijn die mogelijkheid aan het bekijken. We zijn daar nu nog niet aan toe omdat we op dit ogenblik nog volop aan het puzzelen zijn om zo veel mogelijk mensen een eerste vaccin te kunnen geven.
U hebt het pijnpunt aangehaald. Dat is het Janssenvaccin. Alle regio’s en ook Europa hebben erop gerekend om daar in de tweede helft van juni gebruik van te kunnen maken. We hebben in onze campagne in een half miljoen van de 1,4 miljoen vaccins voorzien. Dat was een voorzichtige berekening om iedereen een eerste prik te kunnen geven. Er blijft onduidelijkheid bestaan over de leveringen. We hebben daarover vanmorgen ook gesproken op de interministeriële conferentie. Ik hoop dat we daarover de komende dagen meer duidelijkheid kunnen krijgen. Hetzelfde geldt ook voor de vraag over de resultaten van het eventuele onderzoek.
Nog een laatste puntje: ik heb gevraagd aan de experten, onder andere professor Van Damme, hoe we de risico’s moeten inschatten als we ruimere intervaltermijnen zouden hanteren.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Dank u wel, minister. Het is heel belangrijk om zoveel mogelijk mensen te vaccineren tegen begin september om een nieuwe golf te vermijden en om zeker die nieuwe varianten zoveel mogelijk buiten te houden. Het probleem is een beetje dat het enthousiasme van mensen afneemt. Ze weten dat ze ook met een negatieve PCR-test op reis kunnen gaan, dus ze hoeven niet noodzakelijk gevaccineerd te zijn. Het is heel belangrijk om … We weten dat Vlamingen hoe dan ook op reis gaan. Ik denk dat we onze planning klantvriendelijker moeten maken en eventueel bekijken of data niet kunnen worden verplaatst of dat er een systeem komt waarbij mensen zich kunnen inschrijven en zelf hun data kiezen, wat nu al op bepaalde plaatsen het geval is.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, de vraag van collega Saeys is terecht. Je merkt dat de mensen heel wat vragen hebben, dat er heel wat frustratie is. Eigenlijk is dat mijn voornaamste aandachtspunt. Ik zal u niet beschuldigen van problemen met leveringen en Johnson & Johnson. Dat zou ik nooit durven doen. We moeten allemaal erkennen dat we enkel akte kunnen nemen van de feiten en daarmee aan de slag kunnen.
Maar ik merk wel dat er een heel grote frustratie ontstaat bij zeer warrige communicatie: tools voor het berekenen van data die dan achteraf opnieuw offline moeten worden gehaald, grote aankondigingen om een bepaald enthousiasme te doen ontstaan – wat ik begrijp –, maar die uiteindelijk niet ingevuld kunnen worden. Mensen zijn het overzicht kwijt. Ze zijn niet alleen minder enthousiast – wat een terechte bezorgdheid is van collega Saeys –, maar ze zijn ook gewoon gefrustreerd, omdat ze eigenlijk niet weten wat er binnen hier en een maand te gebeuren staat.
Sta me toe aan te geven dat, nog los van de timing van een aantal dingen, het op maat werken en het op afspraak werken vraagstukken zijn die we al eerder hadden kunnen bedenken en waarop er al eerder een antwoord had kunnen zijn. Wat mensen niet begrijpen, is dat we, een jaar en drie maanden na maart 2020, geen praktische antwoorden hebben op problemen die zich sowieso zouden aandienen.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Minister, de vaccinatiecampagne is nu inderdaad op kruissnelheid. Ook tijdens de zomermaanden zal er nog volop worden gevaccineerd.
Op het terrein leven nog heel wat vragen, vooral bij medewerkers van het vaccinatiecentrum en lokale besturen. Er zijn heel wat vragen over: wat na de zomervakantie? Wat moeten zij verwachten in september en eventueel in het najaar wat betreft het boostervaccin?
Minister, ik heb een bijkomende vraag. Is er een mogelijkheid om een communicatie te laten gebeuren, ook naar de lokale besturen en vaccinatiecentra? Zij hebben immers vragen over of de contracten voor de zalen en ook voor materiaal al dan niet moeten worden verlengd tot in het najaar. Dat zijn heel praktische zaken, maar het zijn wel de vragen die op het terrein leven. Kan er daarover iets worden gecommuniceerd?
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, ik vind ook dat u het probleem niet mag onderschatten. De boodschap aan de bevolking in de krant van deze week was: de overheid vraagt eerst het vaccin te plannen en dan vakantie.
Ten eerste, voor erg veel mensen kan dat gewoon niet. Heel veel mensen moeten hun vakantie al in januari doorgeven. Zij moeten hun vakantie plannen en kunnen niet eerst wachten op het vaccin en dan hun vakantie inplannen.
Ten tweede, het was gewoon erg onduidelijk wanneer het zou kunnen doorgaan. Want de planningstool is van de site gehaald en mensen weten dus niet meer op welk moment zij ongeveer zullen worden gevaccineerd.
U zegt dat u zult proberen een oplossing te vinden. Maar ik herinner mij dat we hier op 28 april hetzelfde probleem bespraken, vooral over het opvolgvaccin. Het ging erover dat sommige mensen op dat moment op vakantie zouden zijn en dus geen vaccin zouden kunnen krijgen. U zei dat we dan zouden kijken naar een ander moment, na de zomer, voor een opvolgvaccin.
Ik stel vast dat we hier met een groot probleem zitten, dat serieus weegt op de mensen. De vaccinatiebereidheid kan serieus onder druk komen te staan. We moeten dat probleem collectief oplossen.
Goed. Uw vraag luidt?
En we moeten dat nu doen, zodat we volgende maand niet opnieuw hetzelfde probleem hebben. Minister, wat zult u vandaag doen om die oplossing te bieden voor mensen die met vakantie zijn op het moment dat ze hun vaccin kunnen krijgen?
De heer Parys heeft het woord.
Eerst en vooral wil ik mij excuseren bij collega Sintobin, die ik vandaag teleurstel omdat ik zelf geen vraag heb ingediend over de interministeriële conferentie (IMC).
Maar minister, de IMC heeft vandaag niets beslist. Dat is althans wat er op Belga stond. Tegelijkertijd was er een bericht op Het Nieuwsblad dat zei dat de IMC het Overlegcomité zou adviseren dat er twee prikken in plaats van één nodig zijn om een groen certificaat te krijgen om te reizen.
Minister, de vraag is natuurlijk: waarom er is er niets beslist? En klopt het bericht dat er toch twee prikken nodig zouden zijn, alhoewel de coronacommissaris en ook uzelf iets anders hadden voorgesteld?
Er is natuurlijk ook heel goed nieuws. De versoepelingen kunnen vanaf 9 juni ingaan, omdat 80 procent van de patiënten met comorbiditeit is ingeënt. Collega’s, dat komt omdat 85 procent van die categorie in Vlaanderen is ingeënt. In Wallonië is dat 72,7 procent en in Brussel 65 procent. Het is dankzij Vlaanderen dat de versoepelingen voor heel België kunnen ingaan. En dat is een heel positieve noot, minister. Ik wil u vragen om de andere regio’s te blijven aansporen om die vaccinatiedoelstellingen effectief te halen.
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, ik was helemaal van de kaart toen ik deze middag merkte dat collega Parys geen vraag had ingediend. Maar er moet voor alles een eerste keer zijn, collega.
Minister, het is misschien wel leuk om te weten hoeveel vaccins er gezet worden per minuut of zelfs per seconde of per dag, maar ik denk dat de mensen vooral willen weten wanneer ze op vakantie kunnen gaan. De mensen hebben vorig jaar al geen vakantie kunnen nemen, en eigenlijk was er nu perspectief. Er werd perspectief geboden. U hebt sinds een paar maanden gezwaaid met de datum van 11 juli, maar nu blijkt dat we die niet zullen halen.
U zult het met mij eens zijn dat vakanties niet geboekt worden net de dag voor men op reis vertrekt, maar weken of maanden, en soms zelfs een half jaar op voorhand. Ik vind dus dat dit debat veel te laat gestart is. Ik vind het eigenlijk onbegrijpelijk dat jullie daar als overheden nu nog over moeten debatteren, en dat zelfs uit uw antwoord blijkt dat u nu nog niet weet welke richting het uitgaat.
Ten tweede komt daar natuurlijk nog de verwarring bij op Europees niveau. Ook daar is er nog niets duidelijk over wat er moet en kan, of wat bepaalde landen zullen beslissen: één vaccin, twee vaccins, een vaccin en een test? Ik lees bijvoorbeeld dat minister Vandenbroucke zegt dat één vaccin en een PCR-test (polymerase chain reaction) voldoende zal zijn, maar dat ze de mensen die geweigerd hebben om zich te laten vaccineren, de test zouden laten betalen. Bij de anderen zou men het gratis maken. Ik wil graag van u weten wat uw standpunt daarover is, want dit lijkt mij toch niet echt correct.
De heer Anaf heeft het woord.
Collega’s, dit is een probleem dat ik nu al letterlijk elke week aangebracht heb, al meer dan een maand, omdat je dat ook gewoon van ver zag aankomen. Ik weet niet of u dat beseft, maar de mensen die op dit moment een uitnodiging krijgen zullen bijna allemaal hun tweede vaccin moeten krijgen midden in het bouwverlof, ook met de flexibiliteit die met de eerste spuit wordt gegeven. Ik vraag hier dus al langer om ook flexibiliteit te geven voor die tweede spuit.
Het antwoord dat u altijd geeft is ten eerste dat er heel veel vaccins worden gezet. Ik heb al vaak gezegd dat ik dat heel positief vind, en dat ik u daarin steun. Ten tweede zegt u dat de mensen maar hun vakantie moeten plannen op het moment dat ze hun vaccinatieplanning kennen. Maar de realiteit is dat dat voor veel mensen niet kan, en dat ze afhankelijk zijn van bijvoorbeeld het bouwverlof. Ik vraag nogmaals om die mensen nu eens duidelijkheid te geven. Want het tweede wat u dan altijd zegt is dat we zullen bekijken of we daar iets aan kunnen doen. Maar dat is nog altijd niet duidelijk voor die mensen.
Ik heb een heel concrete vraag: steunt u effectief het voorstel dat ik zelf vorige week in de plenaire al heb gedaan, en wat ook minister Vandenbroucke aangeeft, om deze zomer goedkope of gratis testen aan te bieden aan al wie nog niet de kans heeft gekregen zich volledig te laten vaccineren? Zo kunnen ook die mensen toch met een gerust hart op vakantie vertrekken, na een heel zwaar jaar.
– Kris Van Dijck treedt als waarnemend voorzitter op.
Minister Beke heeft het woord.
Collega Anaf, ik zal beginnen met te antwoorden op uw vraag. Ja, ik denk dat wie nog niet de kans heeft gekregen om zich te laten vaccineren, inderdaad gratis of op een zeer goedkope manier een PCR-test moet kunnen ondergaan. Daar hebben we vanmorgen op de interministeriële conferentie over gesproken en ik denk dat daar eigenlijk wel een grote consensus over is.
Ten tweede herinner ik mij ook nog dat u uw geloof in het Janssen-vaccin hebt uitgedrukt. Als ik van u was, wetende waar u woont, zou ik dat ook gedaan hebben. Maar dat hebben we eigenlijk met z’n allen gedaan, voorzitter. We hebben met z’n allen geloof gehecht – en wat mij betreft doe ik dat nog steeds – aan het Janssen-vaccin. Maar dat is wel een noodzakelijke voorwaarde. Ik begrijp natuurlijk absoluut al die mensen die na een zwaar jaar op vakantie willen gaan. Dat is ook waarom ik maanden geleden heb gezegd dat we er alles aan moeten doen wat in onze mogelijkheden ligt om iedereen een eerste prik tegen 11 juli te geven. Dat is niet alleen vanwege 11 juli, maar omdat op 12 juli het bouwverlof begint. Dat heb ik hier ook al vaak gezegd.
Terzelfdertijd heb ik gezegd dat dat afhankelijk is van de levering. De onzekerheid van het Janssen-vaccin blijft daarin dus meespelen, en dat irriteert mij mateloos. Ik krijg daar grijze haren van, omdat ik de vraag en de verzuchtingen die jullie allemaal hebben, natuurlijk bijzonder goed begrijp. Want dat zijn ook de mijne. Ik zou niet liever hebben dan dat ik daar deze week definitief uitsluitsel over heb. Men had mij gezegd dat dat vorig weekend zou gebeuren. We hadden het de week daarvoor vernomen. We hadden het twee weken geleden vernomen. Men heeft nu gezegd dat dat uitsluitsel misschien tegen het einde van de week komt. En als dat er is kunnen we opnieuw beginnen te puzzelen.
Waarom kunnen we op dit ogenblik, bijvoorbeeld over dat inhaalvaccin in de tweede helft van augustus, niets zeggen? Ik zou niets liever hebben dan dat ik dat vandaag al op tafel kan leggen. Maar als we met ons land 1,4 miljoen vaccins missen in het tweede kwartaal, wil dat zeggen dat we die vaccins moeten vullen met andere vaccins, van Pfizer bijvoorbeeld. Dat wil dan zeggen dat je die vaccins die je eigenlijk voorzien zou kunnen hebben voor een inhaalvaccin later op het jaar, sneller zult moeten doen om iedereen een eerste prik gegeven te hebben, wetende dat je het Janssenvaccin maal twee moet doen als je dat wilt vervangen door andere vaccins, want die moet je twee keer prikken. Wat ik niet ga doen, is hier nu vandaag plechtig zeggen ‘dit zal het zijn, op deze manier’, met als resultaat dat we honderdduizenden en honderdduizenden Vlamingen daardoor geen eerste vaccin kunnen geven, omdat we dat eigenlijk al geprogrammeerd hebben voor het tweede vaccin later op het jaar, of later in de zomer. Voor mij blijft de absolute eerste prioriteit zorgen dat iedereen een eerste keer gevaccineerd is. Of je nu het Janssenvaccin neemt, of AstraZeneca, of Moderna, of Pfizer, iedereen weet dat als je een eerste prik gehad hebt, je dat onmiddellijk ziet in de ziekenhuisopnames en in de mortaliteitsstatistieken. Daarom zeg ik dat dat voor mij de absolute eerste prioriteit is.
Vergeef me dan inderdaad dat die tool offline gehaald is moeten worden. Dat klopt, omdat het een verwachtingspatroon opwierp dat we niet meer konden garanderen ten gevolge van het uitblijven van het nieuws van Janssen. Want dat zou betekend hebben dat de mensen daar dan op gerekend hebben en daarvan uitgingen. Wij hebben telkens onze vaccinatiestrategie gepresenteerd en aangepast op basis van de cijfers die we op de interministeriële conferenties krijgen van het coronacommissariaat. We hebben die niet uit onze duim gezogen. Dat betekent dat je soms moet versnellen en soms moet terugschakelen om zo veel mogelijk en zo snel mogelijk te zorgen dat de vaccins, als ze geleverd zijn, in de arm van de mensen komen.
Ik krijg ook vragen van vaccinatiecentra die vragen om een klein beetje meer stabiliteit te geven, want de ene week moeten ze 600.000 vaccins zetten – zoals twee weken geleden –, vorige week was het 300.000 en nu is het weer 600.000 vaccins. Die stabiliteit leveren, dat kan ik doen. Maar dat betekent dat je dan veel meer gaat ‘frontloaden’ van vaccins en pas later gaat doorgeven. Dat kan toch ook niet de bedoeling zijn. Iedereen heeft hier gezegd dat je moet zorgen dat je de doorlooptijd tussen de levering van de vaccins en het toedienen, zo snel mogelijk houdt. Dat is wat we doen. Dat betekent dat je wendbaar moet zijn, dat je moet versnellen zoals nu en volgende week: nog eens 1,2 miljoen vaccins. Toen wij hier in januari onze plannen bekendgemaakt hebben en gezegd hebben dat we in juni een half miljoen vaccins gingen zetten, daar zitten we nu aan. ‘Juni vaccinatiemaand’, dat heb ik hier in januari gezegd. Daar zitten we aan: 600.000, 700.000 per week, dat komt op 2,5 miljoen en zelfs iets meer vaccins die we deze maand gaan zetten. We houden dus onze strategie daarrond aan, zoals ik het ook belangrijk vind om onze strategie aan te houden om te vaccineren volgens leeftijd. Ook bij de mensen zonder onderliggende aandoeningen, 65 in dalende orde, blijft leeftijd het belangrijkste criterium. Vandaar blijft ons advies om dat op die manier te blijven doen.
Wat één en twee prikken betreft, collega Parys, heb ik vandaag opnieuw op de interministeriële conferentie gezegd om, zoals de coronacommissaris het in het verleden gezegd heeft en het Europees Parlement dat in het verleden aanbevolen heeft, één prik te geven.
– Liesbeth Homans, voorzitter, treedt als voorzitter op.
Er is overleg. Misschien moet ik dat toch nog even zeggen, want dat is wel bijzonder belangrijk. Dat gaat over wie er naar ons land kan komen, dat gaat niet over: heb ik één of twee vaccins nodig als ik naar Frankrijk, naar Spanje, naar Luxemburg, naar Nederland, naar Ierland of waar dan ook op vakantie ga? Die bepalen dat immers zelf. Daarom is het belangrijk dat er Europees overleg is en dat die regels op elkaar worden afgestemd. Er is Europees overleg, en collega Vandenbroucke heeft terugkoppeling gegeven van dat overleg vanmorgen en gezegd dat in dat Europees overleg gisteren het gros van de landen uitgaat van twee prikken. Dat zal een van de discussie-elementen zijn die op het Overlegcomité aan bod zullen komen, om daar uiteindelijk over te trancheren.
Collega De Rudder, wat betreft het ongeduld van de vaccinatiecentra: ik hoop hun inderdaad zo snel mogelijk duidelijkheid te geven. We zullen in de schoot van de regering spreken over wat we na augustus nog verwachten van de vaccinatiecentra.
Over het boostervaccin hebben we in deze plenaire vergadering en in de commissie ook al gesproken. In ons land hebben we 23 miljoen vaccins aangekocht voor het najaar 2021 en het voorjaar 2022. Op dit ogenblik weten we nog niet hoe die precies ingezet zullen worden. We zijn daar verschillende scenario’s voor aan het uitrollen. Waarom weten we dat nog niet? Omdat we nog niet weten wat de karakteristieken van dat boostervaccin van Pfizer zullen zijn. Zal het aangeraden worden om dat aan iedereen te geven, aan kwetsbare groepen, aan 65-plussers, aan jongeren, aan schoolgaande mensen of aan de beroepsbevolking? Dat zijn allemaal verschillende parameters die we nu nog niet kennen, maar waar we wel verschillende mogelijke scenario’s voor aan het voorbereiden zijn.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Minister, er zijn nog heel wat onduidelijkheden. Ik begrijp uw frustratie in verband met de leveringen van Johnson & Johnson, want ze is ook de mijne. Maar er zijn toch nog een aantal zaken die op korte termijn duidelijk gesteld moeten worden. Bijvoorbeeld, gaan we nu toch Johnson & Johnson toedienen onder de leeftijd van 41 jaar? Gaat er een eenduidige strategie zijn binnen de vaccinatiecentra? Want nu hangt het echt af van de plaats waar je woont en of data worden verschoven of niet. Dus mensen moeten echt duidelijkheid krijgen of ze hun data kunnen verplaatsen, ja of nee. Ik denk dat we deze zomer echt moeten inzetten op een flexibele planning, dat we ook rekening moeten houden met de wens van mensen om op vakantie te gaan. Dat moeten we maximaal doen. Ik hoop alvast dat u die oproep meeneemt.
De actuele vraag is afgehandeld.