Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Ongena heeft het woord.
Minister, ik ga gewoon door op de vraag van collega Bothuyne. Het gaat dus goed met onze Vlaamse economie. Die veert weer helemaal op. Het aantal vacatures stijgt. We lazen vandaag dat de werkloosheid op het laagste peil in dertien jaar staat. Allemaal goed nieuws, maar dat confronteert ons natuurlijk ook weer met de realiteit die we voor corona al kenden, namelijk dat onze Vlaamse economie steeds meer een knelpunteconomie wordt, waarin werkgevers steeds meer moeite hebben om de juiste, de meest geschikte mensen te vinden. Collega’s, op het moment dat dat zich allemaal voordoet, lezen we opeens dat de socialistische vakbond in het kader van de IPA-onderhandelingen (interprofessioneel akkoord) de leeftijd voor het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT), dat we ook kennen onder de naam ‘brugpensioen’, opnieuw wil verlagen, opnieuw naar 58 jaar. Ik had gehoopt dat het SWT en het brugpensioen ondertussen diep begraven lagen op het kerkhof van de foute ideeën, maar de socialistische vakbond heeft ze dus blijkbaar opgegraven.
Collega’s, ik denk dat het nefast zou zijn indien dat zou gebeuren. Dat betekent immers dat we niet alleen die werknemers zelf loslaten, in de steek laten, maar ook dat we werkgevers in de steek laten, die dus mensen zoeken. Ik denk dat we dan onze Vlaamse ambitie om naar 80 procent te gaan, ook moeten opbergen. Minister, daarom maak ik me daar wel wat zorgen over en vroeg ik me af hoe u staat tegenover het idee om die leeftijd te verlagen.
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer Ongena, zoals u zelf hebt verklaard, sluit de ene vraag naadloos aan bij de andere.
Ik kan kort zijn. Ik ben niet zo enthousiast over die oproep van het ABVV, hoewel elke vakbond natuurlijk zijn rol moet spelen en recht op een mening hierover heeft. Het is net onze ambitie de werkzaamheidsgraad van 55-plussers in Vlaanderen te verhogen. Ik wil evenwel de kanttekening maken dat dit om veel meer dan enkel SWT gaat. Zoals ik naar aanleiding van de vorige vraag heb gesteld, is de werkbaarheid heel belangrijk. We moeten langs vier sporen aan de slag gaan.
Ten eerste moeten we werk maken van actieve loopbanen. Als mensen in een job zitten die hen op een dood spoor brengt, moeten we met hen een andere richting durven uitgaan. Het is belangrijk dit vroeger te detecteren dan nu het geval is.
Ten tweede moet het werk werkbaar zijn. Er zijn veel technologische innovaties die op dit moment zeer goed kunnen worden ingezet om jobs werkbaarder te maken, maar ze bereiken nog niet iedereen. We moeten inzetten op een bredere verspreiding hiervan.
Ten derde moeten de werkgevers oudere mensen kansen geven. Ik zie nu wel wat problemen. We hebben het vaak over discriminatie op de arbeidsmarkt, en dan kijken we vaak naar een naam die anders is of zo, maar in een aantal sectoren is de leeftijdsdiscriminatie een zeer groot probleem op de arbeidsmarkt.
Ten vierde moeten we ervoor zorgen dat we die oudere werkzoekenden bereiken. We willen dit doen door middel van jobhunting. We willen de mensen op maat van hun talenten aan de bedrijven presenteren.
De werkzaamheid van de 55-plussers is, om met een positieve noot af te sluiten, zeer sterk gestegen. In 2008 ging het om 39,6 procent, maar nu is dat 56,5 procent. Ook voor de jaren nadien is het positief. Enkel met betrekking tot de 60-plussers zitten we nog met een heel groot probleem. Er is werk aan de winkel, maar dat heeft ook met de werkbaarheid en de wil te maken.
De heer Ongena heeft het woord.
Het aantal mensen in SWT en op brugpensioen is de voorbije jaren sterk gedaald, van ongeveer 120.000 tot 42.000. Dat is het goede nieuws. Die goede stap is het resultaat van het beleid dat verschillende regeringen hebben gevoerd en dat nog onder voormalig premier Di Rupo is ingezet. Dat heeft zeker zijn vruchten afgeworpen. De mensen die nu op brugpensioen zijn of in SWT zitten, moeten beschikbaar blijven voor de arbeidsmarkt. Alleen valt de activering van die mensen, in alle eerlijkheid, nogal tegen. Volgens de laatste cijfers die ik heb gezien, kunnen we 2,4 procent van die mensen weer aan het werk helpen. Dat is haast niets. Dat is een enorm probleem.
Minister, in eerste instantie moeten we ervoor zorgen SWT te vermijden. Uw herstructureringsplan is al een heel goede aanzet. Bij een herstructurering moeten we de mensen niet in de richting van SWT begeleiden, maar moeten we proberen hen toch aan boord te houden.
Het probleem is natuurlijk dat het aantal werkloze 55-plussers nog altijd ongeveer 41.000 bedraagt. In verhouding tot de totale populatie van de werkzoekenden is dat het hoogst ooit genoteerde aandeel. Hoe kunnen we er misschien voor zorgen dat we nog meer van die werkzoekende mensen weer aan het werk kunnen krijgen?
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Voorzitter, voor het Vlaams Belang is het duidelijk. Wie 40 jaar of 66.000 uren heeft gewerkt, mag met pensioen. Dat brugpensioen lost niet veel op. We gaan het pensioenprobleem of de financiering van de vergrijzing niet oplossen door mensen langer te laten werken, maar wel door meer mensen aan het werk te krijgen.
Minister, mijn vraag is heel simpel. Welke acties zult u ondernemen om nog meer mensen aan het werk te krijgen?
De heer Annouri heeft het woord.
Voorzitter, ik pleit er vooral voor geen te straffe uitspraken te doen en of aan ideologische scherpslijperij te doen. Iedereen heeft zijn rol te spelen, ook de vakbonden. Dat is zelfs een belangrijke rol. Volgens mij is de doelstelling steeds hetzelfde, namelijk zo veel mogelijk 55-plussers op onze arbeidsmarkt aan de slag houden. Ik begrijp waarom de vakbonden zich zorgen maken. Als ze naar bepaalde ontslagrondes en andere zaken kijken, denken ze dat het niet goed komt. Deze groep heeft veel minder kansen op de arbeidsmarkt. We moeten ervoor zorgen dat ze zo kwalitatief mogelijk kunnen landen. De uitdaging houdt in dat we ervoor moeten zorgen dat we de discriminatie van 55-plussers aanpakken, dat we voor kwaliteit zorgen en dat we het werkbaar en haalbaar werk voor die groep aanpakken. We moeten ervoor zorgen dat de focus van de discussie verschuift. In plaats van ideologische scherpslijperij, moeten we hier heel hard op inzetten. Op die manier leggen we de oorspronkelijke vraag ook wat droog.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Collega’s, ik denk dat we wel duidelijk moeten zijn over SWT. SWT – brugpensioen, zoals het vroeger heette – stamt uit een heel andere tijd, een tijd met heel hoge werkloosheidsgraden, een tijd waarin het moeilijk was om werk te vinden en waarin er een overschot aan werklozen en een tekort aan vacatures was. Dat is nu helemaal omgekeerd. Ik denk dat de inspanningen die de voorbije Federale Regeringen hebben geleverd om SWT af te bouwen, niet meer teniet kunnen en mogen worden gedaan. SWT voldoet niet meer aan de noden van de arbeidsmarkt van vandaag en voldoet ook niet meer aan de wensen van de mensen van vandaag.
Wat wel belangrijk is, minister, is dat mensen die getroffen worden door herstructurering, veel sneller naar een nieuwe job begeleid worden. Uw herstructureringsplan komt daarvoor als geroepen, en vandaar ook mijn bijkomende vraag. Op welke manier kunnen we ervoor zorgen dat, zeker specifiek de 55-plussers, veel sneller een begeleiding op maat krijgen richting een nieuwe job, vanaf het moment dat er eventueel ontslagen aangekondigd worden in een bedrijf? Want op dit moment wordt er nog te veel tijd verloren bij outplacement en herstructurering.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
De doelstelling waar we het allemaal over eens zijn, is meer mensen duurzaam aan het werk houden. Daar zijn twee elementen essentieel in, minister. Ten eerste: discriminatie, ook op basis van leeftijd, maximaal tegengaan. En daar is nog wel wat werk te doen. Ten tweede: ervoor zorgen dat jobs werkbaar en haalbaar zijn. Als we kijken naar het gebrek aan handen in de zorg, dan wordt het zwaar voor een verpleegster van 67 om te werken. Als we kijken naar de fysieke vragen die er gesteld worden op een bouwwerf, dan is dat zwaar voor een bouwvakker van 58. Dus laten we er vooral voor zorgen dat er maatwerk mogelijk is, ook voor 55-plussers, en dat er ook voldoende ruimte is voor wendbaar, werkbaar en haalbaar werk met voldoende verlofstelsels, zodat de carrières duurzamer kunnen worden dan vandaag het geval is.
De heer Ronse heeft het woord.
Ik denk dat we vooral heel empathisch moeten zijn met de duizenden mensen die vandaag heel goed beseffen dat corona een impact zal hebben op het bedrijf of de organisatie waar ze werken, en met mensen die vaak boven de 50 jaar zijn en die bang zijn om hun job te verliezen en die zien dat het niet altijd evident is om op die leeftijd een job te vinden. Ik heb geen enkele tussenkomst gehoord die ervan uitgaat dat SWT die mensen zou helpen, dus SWT uitdoven lijkt voor mij en onze fractie uiteraard de enige en beste optie.
Daarnaast moeten we gehoor geven aan de bezorgdheid van de 50-plussers die bang zijn om hun job te verliezen en die hem mogelijk ook zullen verliezen. We moeten hen vooral hoop geven, hoop dat deze Vlaamse Regering in die mensen gelooft, dat deze Vlaamse Regering een arsenaal klaar heeft om die mensen mee te gaan opleiden, vorming te geven, stages te laten doen en bij werkgevers te laten komen, en ja, zoals collega Gennez en collega Annouri zeggen, ook om vooroordelen bij de werkgevers over die mensen weg te halen. Ik denk dat we daar nog een weg te gaan hebben. Laat ons die weg inslaan.
De heer De Witte heeft het woord.
Collega's, voor jullie is het natuurlijk gemakkelijk om te zeggen dat alle bruggepensioneerden weer aan het werk moeten. Ik begrijp, mijnheer Ongena, dat u hier wilt zitten tot 67 jaar, in een leren zetel, met 6000 euro per maand. Maar dat is natuurlijk niet de realiteit van de meerderheid van de werknemers in ons land. Mensen uit de bouwsector, mensen uit de zorg, mensen uit de schoonmaaksector, die kunnen die keuze niet maken.
Op de sociale media, collega's, circuleert al weken een filmpje van Freddy, begonnen op 16 jaar in de bouw. Hij is schilder in de bouw. Hij is 58 en de dokters zeggen dat hij tot op de draad versleten is. Hij wil op brugpensioen gaan. En u, minister, zegt: ‘We gaan hem activeren.’ Welnu, de vakbonden vragen om die mens recht te geven op rust en vrijheid. Dat is wat zij vragen. Wij steunen dat volledig. Minister, hoe gaat VDAB zulke mensen, 42 jaar gewerkt in een zwaar beroep, activeren? Dat is mijn vraag aan u.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, ik zal mijn antwoord niet herhalen. Het gaat over twee luiken. Zo ben ik geen fan om de leeftijd voor SWT te verlagen, maar vind ik wel dat we een viersporenbeleid moeten voeren om werken werkbaar te houden. Alle tussenkomsten die ik vandaag heb gehoord op de vraag en op mijn eerste antwoord, houden verband met een van die vier sporen.
Collega Ongena, u vraagt hoe VDAB omgaat met oudere mensen. Ik heb u net gezegd dat er aan jobhunting wordt gedaan. Voor wie ouder is, kan dat een zeer goed instrument zijn. Ik schakel daarmee onmiddellijk naar collega Annouri.
Collega Annouri, u had het daarnet over Antwerpen. In Antwerpen – u hebt die onderzoeken over discriminatie op de arbeidsmarkt gelezen – is leeftijdsdiscriminatie een prangender probleem dan afkomst. Dat is toch wel iets om bij stil te staan. Hoe ouder je wordt, hoe minder kansen je sowieso krijgt.
Ik heb eerder al gezegd dat ik vanmorgen bij Recticel was. Daar is een studie voorgesteld over de basisindustrie: de chemie, het staal enzovoort. Daaruit blijkt dat er de komende 10 à 15 jaar aan de ene kant 30.000 jobs nodig zijn. Aan de andere kant is de grootste uitdaging van de sector het omscholen van mensen. Collega De Witte, jobs die nu zware fysieke arbeid vereisen, zullen in de toekomst helemaal anders zijn. Zij zullen digitaler worden en met hulpmiddelen worden uitgeoefend. (Opmerkingen van Kim De Witte)
Mag ik alstublieft mijn antwoord geven? Ik zwijg toch ook als u spreekt. (Opmerkingen van Kim De Witte)
Een klein beetje beleefdheid en respect zou wel nuttig zijn.
Collega De Witte, minister Crevits heeft het woord.
Dank u, voorzitter.
We zien in sociale werkplaatsen nu al dat mensen die vroeger zware fysieke arbeid moesten doen, nu een cobot hebben, die hen begeleidt en alle zware arbeid voor hen doet. Dat is de toekomst. Maar dat betekent, collega’s, dat mensen zich fundamenteel moeten herscholen. En dat is een tweede probleem dat men ziet bij oudere mensen: er wordt minder in hen geïnvesteerd wanneer het over opleiding gaan. Ze volgen minder opleidingen en men vraagt zich af of dat wel nuttig is aangezien ze nog maar een paar jaar te gaan hebben. Maar in de bedrijven waar het wel gebeurt, zien we dat mensen die wel al veel ervaring hebben, vaak het meest enthousiast zijn om mee te gaan in een omschakelingsoefening in een bedrijf. Het vraagt dus ook van de bedrijven echt wel inspanningen om ook oudere mensen op te nemen in de transitietrajecten.
Collega’s, het is heel interessant om die studie over de transitie van de basisindustrie te lezen, en te bekijken hoe fundamenteel anders die toekomst er zal uitzien. Dat heeft ook te maken met de belasting op een aantal punten van de job. Collega Gennez, dat is meteen ook een antwoord op uw vraag.
Ik denk trouwens – en dat is ook een uitdaging voor de vakbonden – dat men minder aan pensioendenken moet doen maar meer aan talentdenken: wat kan iemand? Collega Gennez, u hebt zelf gezegd hoeveel handen er nodig zijn in de zorg. Maar wanneer die handen er niet zijn omdat er te weinig mensen zijn die de job kunnen doen, dan zitten we met een groot probleem.
Maar nogmaals, dat vraagt dat we op vier sporen werken. Er moet worden gewerkt aan actieve loopbanen en aan jobs die haalbaar en werkbaar zijn. Daarnaast moeten werkgevers de mensen kansen geven en moeten oudere werkzoekenden kunnen worden bereikt en geënthousiasmeerd.
Ik ben positief, omdat we in heel veel bedrijven positieve gevolgen zien, ook voor duaal leren bijvoorbeeld. Op veel werkvloeren zien we dat veel jongeren in duaal leren stappen, waarbij een wijze, zeer ervaren werknemer zich omschoolt tot coach van die jongeren. Dat is een heel goede zaak, want zo geeft men expertise door.
Collega’s, dit is een zeer boeiende uitdaging op onze arbeidsmarkt, maar er liggen ook veel recepten voor oplossingen op tafel, waar ik samen met jullie heel graag wil aan werken.
De heer Ongena heeft het woord
Collega De Witte, ik denk dat u niet weet voor welke uitdaging wij staan. De volgende tien jaar staan voor elke vijf mensen die met pensioen gaan, maar vier mensen klaar om de vacatures in te vullen. Dat is een enorme uitdaging. Als we die niet oplossen, dan kunnen we ons welvaartsmodel niet overeind houden. Dan hebben we niet genoeg mensen om onze pensioenen te betalen.
En ik weet dat uw partij dubbel pensioen belooft, pensioen op 50 jaar, dubbele leeflonen, het kan niet op. Maar in alle eerlijkheid: wie zal dat betalen? Wie zal uw plannen betalen? Dat kan alleen maar als we genoeg mensen aan het werk houden.
We moeten het brugpensioen en SWT op het kerkhof laten liggen en tegen Freddy zeggen dat we hem nog nodig hebben, hem zullen helpen en ervoor zullen zorgen dat hij aan de slag blijft, zodat we ook de pensioenen van Marcel en Maria kunnen blijven betalen. (Applaus bij de meerderheid).
De actuele vraag is afgehandeld.