Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over hbo5-verpleegkundigen
Verslag
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, het is mij een eer om vandaag – op deze Internationale Dag van de Verpleegkunde – een actuele vraag te kunnen stellen, namens onze fractie, in verband met de opleiding Verpleegkunde. Collega’s, laat het duidelijk zijn, voor N-VA is Verpleegkunde een belangrijke opleiding, een belangrijk beroep, en ik denk dat iedereen het, naar aanleiding van corona, zeker en vast met mij eens is.
Verpleegkunde kent verschillende vormen van opleiding. Eén van die vormen is de hbo5-opleiding Verpleegkunde, de vroegere vierde graad, naast de bacheloropleiding aan de hogeschool. Ik ben even teruggegaan in de tijd, collega’s, en ik heb vastgesteld dat ik al sinds 2015 namens onze fractie op de nagel klop dat we een apart eigenstandig hbo5-profiel móéten behouden. 41 procent van onze verpleegkundigen zijn mensen die de hbo5-opleiding Verpleegkunde hebben gevolgd in het secundair onderwijs. Het is een eigen instroom, een eigen leerlingenprofiel. Collega’s, ik kan het niet onder stoelen of banken steken, op 25 november 2020 was ik blij, want het was de eerste keer dat in dit parlement alle fracties het met mij eens waren. Ik stel vandaag vast – op Twitter en op andere plaatsen – dat de geesten rijpen en dat het eigenstandig hbo5-profiel ondertussen voor iedereen duidelijk is. Het blijft verpleegkunde. Het moét specifiek toeleiden, en ja, we moeten kunnen schakelen richting de bachelor. Maar, op de eisen die Europa stelt – zijnde een verlenging, maar ook extra competenties – daarop moeten we zeggen dat we het niet aankunnen om de hbo5-opleiding te schrappen, of daar iets anders van te maken dat geen verpleegkunde meer zou zijn. Ondertussen, minister, is er inderdaad de terreinverkenning van de inspectie, ook naar aanleiding van het OD XXX (Onderwijsdecreet) en het Regeerakkoord, waarin we dit ook hebben opgenomen.
Mijn vraag, minister, is heel concreet: hoever staat u met de uitwerking van de leerladder in de zorg, en met het eigenstandig profiel voor hbo5?
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, collega’s, het is inderdaad de Internationale Dag van de Verpleegkunde. Ook namens onze fractie wil ik in deze koepelzaal een welgemeende dankuwel uitspreken, voor alle verpleegkundigen en voor wat ze, zéker in het voorbije jaar, gepresteerd hebben. Het is duidelijk dat we in de zorg alle handen aan het bed nodig hebben.
Zoals de collega al aangaf, zijn er twee manieren om verpleegkundige te worden: via de bachelor, of via de hbo5-opleiding. Maar de Europese richtlijnen dwingen ons ertoe om een oplossing te zoeken voor de hbo5-ers. Gelukkig hebben we dat voorzien in het Regeerakkoord. Er is voorzien dat de leerladder in de zorg, zoals die nu bestaat, ook een volwaardig eigen profiel en een eigen takenpakket zal krijgen, uitgewerkt met de onderwijsinstellingen en de sector zelf. De oplossing is inderdaad die twee aparte complementaire beroepsprofielen, maar ook, minister, dat de opleiding dicht bij de mensen thuis en dicht bij de werkplaatsen aangeboden wordt.
Collega’s, onze federale collega Muylle heeft een voorstel ingediend om de hbo5-studenten te laten afstuderen als teamverpleegkundigen. Er beweegt dus wat. Gelukkig maar! Minister, u had dat ook voorspeld, u had aangegeven dat er iets in positieve richting aan het bewegen was en dat u hoopvol was over de samenwerking met de minister van Volksgezondheid. Er werd een roadmap opgesteld en er zou midden dit jaar geland kunnen worden.
En op de Dag van de Verpleging stel ik graag de vraag hoe het is met de initiatieven die de Vlaamse overheid heeft genomen om die leerladder in de zorg waar we allemaal achter staan, te behouden.
Minister Weyts heeft het woord.
Dit is natuurlijk een geschikte vraag op deze Dag van de Verpleging. Wij hebben het rapport van eertijds met concrete beleidsaanbevelingen op Vlaams niveau altijd ter harte genomen. Daarbij zijn een aantal uitdagingen geformuleerd. De vaakst genoemde uitdagingen waren de positie van de opleiding in het onderwijslandschap, de positie van de afgestudeerde op de arbeidsmarkt en de discussie over het al dan niet voldoen aan de Europese regelgeving waardoor, in dat geval, de studieduur zou moeten worden verlengd. Daardoor zou die studie in de praktijk minder aantrekkelijk worden en nog meer vergelijkbaar zijn met het bachelorniveau. Ik denk dat Vlaanderen in heel die discussie de kar al een tijdje geleden getrokken heeft. Er was wel wat weerstand, ook op andere bestuursniveaus, maar die weerstand wordt stilaan overwonnen, alleszins aan onze kant.
De opleidingen zijn geen vragende partij voor die studieduurverlenging. De scholen vragen een eigen plaats tussen niveau 4 en 6, en dan is 5 misschien een goed niveau. De opleidingen vinden ook het voorstel van de leerladder voor de zorgberoepen interessant en aangewezen. We willen er dus voor pleiten om op niveau 5 een opleiding in de verpleegkunde te behouden, met een afzonderlijk profiel en een afzonderlijke titel. Dat functiemodel, die zorgladder moet natuurlijk ook – en daar knelt het schoentje wel – federaal worden ingeschreven. Er is de gecoördineerde wet op de gezondheidsberoepen die moet worden aangepast. Men moet elkaar daar wel vinden, ook met de collega’s van de Franse Gemeenschap. Dat zijn heel lange gesprekken maar die evolueren in de goede richting. Ik denk dat daar heel veel goede wil aanwezig is.
Voor ons zijn een aantal uitgangspunten heel duidelijk. Ten eerste hoeft die opleiding niet conform de Europese richtlijn te zijn. Die verpleegkundigen zijn immers niet diegenen die vanuit Vlaanderen uitzwermen over Europa. Het is misschien eerder de tegenovergestelde richting.
Ten tweede willen we een aangepaste benaming voor dat beroep, maar wel met een duidelijke link naar verpleegkunde, bijvoorbeeld basisverpleegkunde. Dat lijkt me een goede notie.
Ten derde moet de organisatie van de opleiding ook blijven waar ze momenteel is, namelijk bij het secundair onderwijs.
We willen dus geen studieomvanguitbreiding en dus geen conformiteit met Europa maar we willen wel voorzien in een haalbaar brugprogramma voor wie de stap nog wil zetten zodat er na hbo5 desgewenst nog een brugprogramma is naar niveau 6, om dan ook te voldoen aan de Europese voorwaarden. Dat is ons plan en ik stel vast dat het traag maar gestaag vooruitgaat in de goede richting. Daarbij slagen we erin om een draagvlak te vinden. Zeker in deze tijden moeten we ervoor zorgen dat de toegang tot zorgberoepen zo ruim mogelijk is. Voor wie denkt dat het bachelorniveau niet haalbaar lijkt, is de hb5-opleiding of een opleiding op dat niveau een aangewezen toegangspoort naar het zorgberoep waarbij men desgevallend kan doorstromen of onmiddellijk aan de slag kan, want de vraag is zeer groot.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, u maakt mij en onze fractie gelukkig. In de politiek duurt het soms lang voor iets wordt gerealiseerd. In 2009 heb ik op het kabinet mijn eerste nota hierover geschreven. In 2015 stelde ik daarover mijn eerste vraag. Intussen is het 2021 en stel ik vast dat we er bijna zijn, in die zin dat we het erover eens zijn dat het niet de bedoeling is dat onze Vlaamse opgeleide verpleegkundigen naar de rest van Europa uitstromen. Dat kan wel uit de hogeschool maar we moeten in de eerste plaats de noden, ook met VIA 6 (Vlaams intersectoraal akkoord), hier in Vlaanderen opvangen. Hbo5 is daarvoor een specifiek profiel.
Basisverpleegkundige, teamverpleegkundige, wie daar de pluimen op zijn hoed wil steken, dat laat ik in het midden. De kern is ‘verpleegkundige’. Het zijn verpleegkundigen, en dat moeten we allemaal heel duidelijk met klem naar voren brengen.
En wat die studieomvang betreft: het heeft weinig nut om een vierjarige opleiding op niveau 5 en op niveau 6 te gaan voorzien, want dan doe je jezelf concurrentie aan. Minister, mijn vraag daarbij is of u zicht hebt op wanneer die wet op federaal niveau aangepast zal worden in de zin die u zonet beschreven hebt.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, bedankt voor het antwoord.
We weten ondertussen dat 45 procent van de mensen in de zorg een hbo5-opleiding heeft gevolgd en dat 55 procent bachelorverpleegkundigen zijn. Ik denk dat we er echt alles aan moeten doen om mensen kansen te geven. Hbo5 Verpleegkunde is een ideale manier om mensen een kans te geven, mensen die een nieuwe weg willen inslaan en een verdere carrière willen uitwerken binnen de zorg. Door twee afzonderlijke maar complementaire beroepsprofielen te bepalen kunnen we zoveel mogelijk gemotiveerde krachten aan boord houden.
In het verslag van de inspectie staan er een aantal aanbevelingen: flexibiliteit – een evaluatie van het modulaire systeem, maar ook flexibiliteit bij het toekennen van vrijstellingen –, laagdrempeligheid en nabijheid. Er was ook de aanbeveling die ging over de diversiteit van de instroom van de lerenden. Men wil er echt alles aan doen om die mensen te doen slagen en om nieuwe doelgroepen aan te spreken, maar daar is soms wat meer begeleiding voor nodig. Neemt u dit mee, minister, in het regelgevend kader dat op maat zal worden gemaakt van hbo5?
De heer Danen heeft het woord.
Minister, ik stel vast dat de heer Daniëls een gelukkig man is, omdat uw antwoorden hem bevallen; ik ben natuurlijk blij voor hem en voor de verpleegkundigen die misschien aan het wachten zijn op antwoorden. Maar ik moet zeggen dat ik weinig nieuws heb gehoord in vergelijking met de vorige vraag die hij daarover gesteld heeft.
Als we de aanbevelingen lezen, dan staat daar duidelijk in dat veel hbo5-opleidingen zich in een verwarrende positie bevinden. Ze zijn geen secundair onderwijs, geen hoger onderwijs. Het is de enige hbo5-opleiding die niet ingekanteld is. Ik begrijp wel dat er voor alles een uitleg is, maar de vraag en de aanbevelingen in het rapport zijn ook: geef hun duidelijkheid en geef hun een duidelijke positie. Die is er nu niet. Nu krijg je vaak ook hevige concurrentie tussen hbo5 en hbo6. Om dat soort dingen te vermijden is het nodig dat ze een duidelijke positie krijgen. Mijn vraag is: wanneer wilt u hun dat geven? U zegt altijd dat het op schema zit en dat het ervan gaat komen, maar we zijn er al twaalf jaar mee bezig en ik stel vast dat we nog altijd niet geland zijn.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Het is inderdaad Dag van de Verpleging vandaag en ik denk dat dit het moment is om nog eens respect te tonen voor al die verpleegkundigen die het afgelopen jaar keihard gewerkt hebben. En daar kadert deze vraag ook in, over het probleem van de hbo5-verpleegkundigen, een probleem dat Europa ons bezorgd heeft.
Ik wil toch even verduidelijken dat vier op de tien verpleegkundigen die vandaag in ons zorglandschap werken, afgestudeerd zijn als hbo5-verpleegkundige. Die functioneren vandaag even goed als hun collega’s. Ik ken iemand die twintig jaar ervaring heeft als hbo5-verpleegkundige en die functioneert even goed als dagverpleegkundigen of teamverantwoordelijken in een woonzorgcentrum; hun werkinzet en kunde zijn even goed.
Wat de hbo5-verpleegkundigen zelf vragen is om de opleidingen overal conform de richtlijnen te maken, zodat zij afstuderen conform de Europese richtlijnen. Zij vragen om de opleidingen aan te passen, zodat iedereen hetzelfde profiel kan hebben. Dat is wat Bart Valcke van de Belgische Federatie HBO Verpleegkundigen (BFHBOV) vandaag vraagt.
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, ik heb bij de twee vorige vragen telkens heel vriendelijke vragen gesteld en ik heb u ook complimenten gegeven voor een aantal zeer goede stappen die de Vlaamse Regering en uzelf gezet hebben. Maar ik krijg nooit een antwoord, dus ik zal nu wat scherper en helderder zijn.
Al twaalf jaar is er geen kwaliteitstoezicht op de opleiding. De opleiding vraagt dringend duidelijkheid. Het statuut van leerkrachten met ervaring – de zijinstroom – is bijna onmogelijk, omdat het te slecht betaald wordt in vergelijking met het statuut van verpleegkundige. Wat gaat u doen, en binnen welke termijn, om dit euvel te verhelpen?
De heer Anaf heeft het woord.
Er is inderdaad geen betere dag dan vandaag om dit thema, dat we al een tijdje meeslepen en waar we al vaak over hebben gediscussieerd, hier nog eens onder de aandacht te brengen. Collega’s, dank daarvoor, dus.
Het is inderdaad zo dat die hbo5-opleidingen Verpleegkunde een onontbeerlijke rol kunnen spelen in het zorgverhaal. We hebben terecht de mond vol van het zoeken naar voldoende gekwalificeerd zorgpersoneel in Vlaanderen. Zij kunnen zeker een heel goede aanvulling zijn op de taken die ook verpleegkundigen met een professionele bachelor uitvoeren. Ze zorgen voor de onontbeerlijke extra handen aan het bed. Vandaag zijn die zeker essentieel. Hun statuut blijft echter inderdaad heel onzeker. Minister, ik denk dat we daarover een beetje op dezelfde lijn zitten. Ik denk inderdaad dat het tijd wordt dat die zorgladder echt wordt opgehelderd, dat iedereen rond de tafel gaat zitten en dat daarin een doorbraak wordt geforceerd. Ik wil u ter zake veel succes toewensen. Zowel de mannen als de vrouwen in mijn fractie zullen dan zeer content zijn. (Applaus van Bruno Tobback)
De heer Tobback is alvast enthousiast.
Minister Weyts heeft het woord.
Wat de specifieke vraag over de diversiteit bij de leerlingen betreft, ik denk dat er op dat vlak vooral meer promotie nodig is, niet zozeer meer middelen, om ervoor te zorgen dat er ook op dat vlak meer instroom is. Wat volledig samenhangt met die promotie is duidelijkheid omtrent de positie van hbo5 in het onderwijslandschap. In het verleden hebben we wat dat betreft wel wat problemen, wat tegenkanting ondervonden op het federale niveau, maar dat is nu toch wel overwonnen, denk ik, omdat we nu met minister Vandenbroucke ter zake toch ook een goede gesprekspartner hebben, die mee wil denken. Ook aan de kant van de Franse Gemeenschap zijn de geesten gerijpt.
Mevrouw Vandecasteele, een specifieke plaats in het onderwijslandschap is dus niet conform de Europese regelgeving. In dat geval wil dat immers een verlenging van de studieduur zeggen. U schudt het hoofd, maar het is wél zo. Er is een minimale studieduur die daaraan gekoppeld is, wat wil zeggen dat je op niveau 6 zit en dat hbo5 overbodig is. Je sluit dus eigenlijk een toegangsdeur tot de zorg, een deur waarlangs ondertussen inderdaad 45 procent van de mensen binnenkomt. Die zou u via die weg gaan sluiten. Doe dat dus niet! Zorg ervoor dat er een duidelijke zorgladder is, zoals wij dat noemen, waarbij je een onderscheid maakt en heel duidelijk zegt dat er ten aanzien van iemand met zo’n opleiding tot basisverpleegkundige – ik zal het nu even gemakshalve zo noemen – andere verwachtingen, competenties en vereisten zijn dan ten opzichte van een verpleegkundige op niveau 6, op bachelorniveau. Dat is niet erg. Die duidelijkheid hebben we nodig. Die leggen we vast op Vlaams niveau. Ik hoop dat we dat volgende maand kunnen doen. Vervolgens moeten we daar ook de vertaalslag van krijgen op federaal niveau en in de gecoördineerde wet op de gezondheidsberoepen. Dat zal ten vroegste in september zijn, maar dan kunnen we heel deze járenlange discussie eindelijk met goed gevolg afronden. Die koppeling aan die Europese regelgeving, die moeten we evenwel echt loslaten. Die is ook niet nodig. Het is immers niet zo dat er grote drommen Vlaamse verpleegkundigen uitzwermen over Europa. Men vat die studie niet aan vanuit het oogpunt dat men dan eens in Genève kan gaan werken. Daar gaat het niet over. Er zullen ongetwijfeld uitzonderingen zijn. We behouden die mogelijkheid. Vanuit onze optiek, in onze zorgladder is er nog altijd de mogelijkheid: ofwel maak je na de opleiding de brug naar niveau 6, ofwel stap je onmiddellijk in in niveau 6. We voorzien dus in die twee toegangswegen.
Ik hoop dat Vlaanderen in dezen zal worden gevolgd. Je ziet dat de neuzen stilaan in dezelfde richting gaan staan. We nemen in dezen ook het voortouw, en zullen hopelijk ook snel op alle fronten worden gevolgd.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, ik val hier toch van mijn stoel. De PVDA, die zogezegd altijd pleit voor verpleegkunde en geneeskunde voor het volk, zegt eigenlijk plots dat hbo5 moet worden verlengd tot vier jaar. (Opmerkingen van Lise Vandecasteele)
Het is onwaarschijnlijk dat u dat hier zegt, maar het bewijst dat u van het dossier werkelijk niks kent. Dat bewijst dit. Pijnlijk. Ik zeg het u graag nog eens.
Collega’s, het klopt dat nu met de nieuwe federale minister van Volksgezondheid het dossier vooruitgaat. Daar wil ik absoluut dank voor zeggen. Dat was in de vorige legislatuur helaas niet het geval. Voor de N-VA-fractie is het duidelijk dat we op deze Dag van de Verpleging die zorgladder nodig hebben, met een niveau 4, een niveau 5 met een eigenstandig profiel als echte verpleegkundige en een niveau 6 aan de hogeschool, waarbij je een meer specialistische verpleegkundige hebt. We hebben ze allemaal nodig.
Minister, daar willen wij absoluut voor pleiten, in het belang van de verpleegkunde, van de verschillende leerlingenprofielen en in het belang van de kwaliteit van de zorg en de handen aan het bed. Doe zo verder, minister.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de bijkomende antwoorden. Wat u ons hebt verteld, biedt wat perspectief en in coronatijden is perspectief altijd een goede zaak. Misschien moet u het inspectieverslag nog eens nalezen. Daar staat letterlijk in vermeld dat er vragen over de instroom zijn. Daar worden duidelijk meer middelen voor gevraagd. Misschien moet u dat nog even nalezen.
Mijnheer Daniëls, mijn fractie is tevreden. In 2009 kon u al decreetgevend werk verrichten, maar ik stond toen nog voor de klas, ook voor leerlingen in het bso en het tso die later naar de hbo5-opleiding zijn doorgestroomd. Als ik die leerlingen nu terugzie, zie ik veel contente mensen die, samen met hun collega’s in de zorg, het beste van zichzelf geven.
Ik noteer vooral dat er bijna eensgezindheid is over de zorg voor de hbo5-opleidingen. Ik hoop dat er met het voorstel van mevrouw Muylle duidelijkheid over het statuut kan komen en dat iedereen dit voorstel kan steunen.
De actuele vragen zijn afgehandeld.