Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, minister, goede collega's, ik geef een beeld om mee te beginnen: kunnen we ons voorstellen dat op een zondag de autosnelwegen afgesloten en niet bruikbaar zijn? Dat is iets wat nauwelijks te behappen is, maar tot begin 2020 gold dat voor al onze waterwegen. Minister, u hebt toen de omslag gemaakt voor het Albertkanaal vanuit het idee van de modal shift.
Goed nieuws: de technologie is de uitweg voor heel veel problemen. Alleen moeten we die gedachte ook nog in de praktijk omzetten. Vanaf 2032 worden alle kunstwerken automatisch bedienbaar vanuit drie punten: Hasselt, Evergem en Willebroek. Dat zou betekenen dat al onze sluizen, beweegbare bruggen enzovoort centraal kunnen worden aangestuurd en daardoor zeven dagen op zeven voor het vrachtvervoer op het water, op onze blauwe snelwegen, beschikbaar worden.
Minister, dat is fantastisch goed nieuws vanuit het oogpunt van de verkeersleefbaarheid en van de modal shift, vrachtwagens van onze autosnelwegen af halen, maar hoe ziet u die uitrol? We gaan toch niet wachten tot 2032 om dat nobele idee te operationaliseren?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Keulen, inderdaad, we zijn vorig jaar op het Albertkanaal al begonnen met de automatisering van de sluizen zodat men, als men op het Albertkanaal toevallig aan een sluis passeert, niet van tevoren moet boeken. Dat kan allemaal automatisch gaan met een 24/7-bediening.
Gisteren hebben we in het kader van Smart Shipping ons digitaal verhaal gelanceerd waarbij we de automatisering volop willen doortrekken. We hebben op onze Vlaamse waterwegen niet minder dan 427 beweegbare bruggen, sluizen, kaaimuren enzovoort. Daarop moeten we ten volle inzetten, en we willen ervoor zorgen dat ze allemaal vanuit drie bedieningscentrales automatisch kunnen worden aangestuurd.
Dat is natuurlijk een proces van lange adem. Daarbij kunnen we niet over één nacht ijs gaan. Het is een gefaseerd en geclusterd verhaal. Daarom hebben we Vlaanderen opgedeeld in vijf prioritaire corridors, waar we eerst op zullen inzetten. Er zijn corridors rond het Albertkanaal, rond Dessel-Turnhout-Schoten, rond de Leie, rond de Dender en rond Groot-Gent en Ringvaart. Het is sowieso een proces dat tien jaar in beslag zal nemen en waar ook een serieus bedrag van 200 miljoen euro mee gemoeid is.
We gaan daar ten volle op inzetten om te zorgen dat de dienstverlening op onze Vlaamse waterwegen veel vlotter, flexibeler en volledig geautomatiseerd kan gebeuren. Dat is de toekomst, en het zal ook de scheepvaartcapaciteit en de binnenvaart alleen maar ten goede komen.
De heer Keulen heeft het woord.
Dat is duidelijk. Ik denk dat we de impact nog even moeten laten doordringen. In de uitwerking zal dat inderdaad voor het verkeer en de verkeersveiligheid absoluut een opwaartse stap betekenen, dus in de goede richting voorwaarts.
Daarbij aansluitend, minister, is de vraag of dat dan ook geldt voor de pleziervaartuigen. Die zijn in de weekends, en zeker in onze contreien, zoals de provincie Limburg en de Noorderkempen in de provincie Antwerpen, heel populair. Ik denk dat ook die mensen ter zake heel benieuwd zijn.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, 200 miljoen euro gespreid over tien jaar is natuurlijk niet niets. Ik denk ook dat die automatisering serieus kan bijdragen tot het realiseren van de modal shift in het vrachtvoertuig, waarvan u toch een van uw speerpunten in uw beleid hebt gemaakt. Ik vind het dan ook vreemd dat dat gespreid wordt over tien jaar. Hoe rijmt u het beleid waarmee u al in deze legislatuur resultaten wilt halen met het afleiden van het vrachtvervoer naar de binnenvaart met het feit dat u gaat naar een fasering van tien jaar? Is dat geen serieuze rem op het realiseren van die modal shift?
De heer Maertens heeft het woord.
Bedankt, minister, voor uw antwoord. Op zich is dat uiteraard goed nieuws voor de binnenvaartsector, voor de industrie en voor de economie in Vlaanderen. Dat is echt een goede stap, niet alleen voor de economie, maar ook voor de pleziervaart. Collega Keulen had het er daarnet over. Ook dat is een cruciaal element in het toeristische beleid. We zijn het dichtst bevaarbare waternetwerk in Europa. Laten we daarvan dan ook gebruikmaken voor het toerisme. Het is van belang om ook die kleine sluizen aan kleinere waterwegen zeven dagen op zeven automatisch te bedienen. Maar het gaat niet alleen om de pleziervaart. Er zijn op die kleinere waterwegen ook kansen voor vrachtvervoer met andere kleinere schepen. Daar zit zeker toekomst in. Ik vraag u met aandrang om daar zeker werk van te maken.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, het belang van de binnenvaart voor een ambitieuze modal shift is niet te onderschatten. Ik heb vanmorgen op de radio gehoord dat de files opnieuw enorm aan het toenemen zijn. Dat is niet alleen te wijten aan het gebrek aan telewerk, maar ook door de vele werken. Er werd ook gesteld dat er vandaag veel meer vrachtwagens op de weg zijn omdat er veel meer online besteld wordt. Al die thuisleveringen moeten gebeuren. Dat zijn allemaal zaken die meespelen.
Het is belangrijk om alle potentieel te gebruiken om die modal shift te kunnen bereiken en dus ook de binnenvaart. In die zin is de aangekondigde automatisering bijzonder belangrijk. Ondertussen zitten we nog met een verouderd personeelsbestand bij De Vlaamse Waterweg. Hoe kunnen er nog voldoende mensen worden aangetrokken die een perspectief op lange termijn hebben binnen die sector?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor de bijkomende vragen. Ten eerste, wat het recreatieve aspect betreft, zullen uiteraard de recreanten kunnen gebruikmaken van die automatisering van die automatische bediening van de sluizen en dergelijke meer. Dat is zeker ook voor hen een goede zaak.
Verder willen we de modal shift uiteraard faciliteren. Dat doen we via het Smart Shippingprogramma met enerzijds slimme infrastructuur, slimme vaartuigen, maar ook slimme data en slimme regelgeving. U weet, mijnheer Verheyden, dat we op de binnenvaart al een trafiek van ruim 70 miljoen ton goederen hebben. Dat is het equivalent van 2,7 miljoen vrachtwagens van 25 ton. Op zich zijn de cijfers dus al goed, maar we willen die nog omhoog. Vandaag is het aandeel van trafiek inzake goederentransport voor De Vlaamse Waterweg 13 procent. We hebben de ambitie om tegen 2030 20 procent te halen.
We doen dat door tal van facetten. We doen dat bijvoorbeeld ook door te investeren in extra kaaimuren. We investeren in tal van zaken. Maar we willen ook veel meer ondernemers, veel meer bedrijven sensibiliseren om toch ook te kiezen voor de waterweg in plaats van de snelweg, die op dit moment zeer congestiegevoelig is.
Kortom, we nemen heel wat extra maatregelen. Waarom hebben we hier dan een timing uitgezet van ruim tien jaar? Ten eerste moeten die drie bedieningscentrales nog gebouwd worden. Vandaag heeft men een aantal lokale bedieningscentrales, maar we gaan straks naar drie centrale bedieningscentrales: in Willebroek, Hasselt en Evergem. Die zullen eerst gebouwd worden. Het is een proces van lange adem. Het gaat over 427 beweegbare bruggen en sluizen die daar allemaal op geënt moeten worden. Dat kan natuurlijk niet van de ene op de andere dag gebeuren, daar gaat wel wat tijd overheen.
Het is ook een geclusterd, een gefaseerd verhaal. En wat het personeel betreft is het een gedragen project, waar iedereen ten volle bij betrokken wordt. Het heeft hier zeker niets te maken met afvloeiingen of dergelijke meer, maar we kunnen wel zeggen dat we inderdaad met een verouderde personeelsgroep zitten. Vandaag zijn er ruim vierhonderd mensen actief bij de bediening van die sluizen van bruggen en andere werken. Dit gebeurt in samenspraak met hen. Maar ook in de toekomst hebben we uiteraard nog heel wat mensen nodig voor de bediening in die bedieningscentrales.
Daarvoor is gisteren ook Automatisatie Waterwegen: Trainings- en Referentiecentrum (AWATAR) gelanceerd. Dat is een gloednieuw opleidings- en referentiecentrum, waar men nog meer kan inzetten op dat digitale proces, op die slimme infrastructuur. We willen daar het voortouw nemen. Zodoende zorgen we ervoor dat we op de kortst mogelijke termijn – om en bij de tien jaar – kunnen zorgen voor een volledige digitalisering en automatisering. Zodoende zorgen we opnieuw voor een veel flexibelere en soepelere dienstverlening voor onze waterweg, zeker voor iedereen die goederen wil transporteren over onze Vlaamse waterwegen.
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, naast de maatschappelijke winst – dan hebben we het over de modal shift en alles wat te maken heeft met verkeersdrukte op onze wegen – is er natuurlijk ook het economisch rendement. Want u en uw voorgangers hebben tientallen en tientallen miljoenen euro’s geïnvesteerd in het verhogen van de bruggen over onze Vlaamse waterwegen. Die kunnen nu zeven dagen op zeven worden gebruikt. Er zijn dus zowel maatschappelijke als economische winsten. Ik denk dat de automatisering van de bediening van onze kunstwerken op onze Vlaamse waterweg een heel belangrijke maatregel is. Die meerwaarde zal in de loop van de volgende jaren blijken, dus laten we doorzetten.
De actuele vraag is afgehandeld.