Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Brusselmans heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, mijn vraag gaat over de Vrije Universiteit Brussel, de VUB, waar naar verluidt een bende criminelen, ook wel gewone studenten genoemd, kattenkwaad uitsteken en elkaar wat uitdagen, wat volgens sommigen lijkt te leiden tot misdaden tegen de mensheid. Dat opbod is aan het escaleren. We moeten dringend ingrijpen. Dat is toch wat Apache ons probeerde wijs te maken. Zij hebben de moed gehad, als ware het echte detectives, om te infiltreren in WhatsApp-groepen van die stoute studenten. Daar hebben ze kunnen vernemen dat een jongeman – laten we hem de oppercrimineel noemen – tevens ook lid van Jong N-VA VUB, de afdeling trouwens met als fiere peter de minister-president, enkele vlaggen en spandoeken heeft gestolen op de campus. Foei, foei, foei! Daaronder was er zelfs eentje van een hoop illegalen die daar blijkbaar ook studeren, of tenminste toch kamperen.
En de VUB is – zo kennen we haar allemaal – onmiddellijk in actie geschoten tegen dit ontluikend fascisme en ziet haar kans schoon om, na de eerder mislukte pogingen om Jong N-VA VUB daar niet te erkennen, nu de procedures op te starten die kunnen leiden tot de uitzetting van de jongeman aan de universiteit.
Alle gekheid op een stokje, minister, beste collega’s, waar zijn we in godsnaam mee bezig? Ik wil niet weten wat velen onder jullie hebben uitgestoken tijdens hun studententijd. Ik zal mijn fratsen alvast voor mezelf houden. Maar het behoeft toch geen verdere uitleg dat het niet gaat over de horror van het ontvreemden van een vlag of spandoek, maar dat dit louter een politieke afrekening is met rechtse studenten die in een links bastion als de VUB volgens het rectoraat geen plaats hebben.
Minister, mijn vraag aan u is dan ook duidelijk. Vindt u dat dit dermate groot is dat de VUB een tuchtprocedure moet opstarten die kan leiden tot het uitsluiten van een student en zult u daarover contact opnemen met de VUB om de vrijheid van meningsuiting te vrijwaren en de politieke diversiteit te beschermen? (Applaus bij Vlaams Belang)
Minister Weyts heeft het woord.
Dit lijkt me zelfs niet van dermate grote orde dat dit hier in een plenaire vergadering ter sprake moet komen. Ik prijs me gelukkig dat ik aan de universiteit heb gezeten in de tijd dat studentikoze escapades nog geen voorwerp waren van een vraagstelling in het parlement, laat staan in een plenaire vergadering. (Opmerkingen van Johan Deckmyn)
Wat mij betreft, zijn de feiten trouwens verjaard.
Ik had gehoopt dat uw actuele vraag misschien over het hoger onderwijs zou gaan, over de maatregelen en extra mogelijkheden die we vandaag hebben gecreëerd in samenspraak met de studenten, de hogescholen en de universiteiten om meer mogelijk te maken aan de universiteiten en hogescholen, vooral in het kader van de voorbereiding van de examens.
Wat echter het incident zelf betreft, heb ik begrepen dat het ging om een zatte avond waarop een spandoek werd verwijderd. Gelet op de mediaheisa – sommige media vonden dit vanzelfsprekend een essentiële kwestie in deze tijden en besteedden daar de nodige aandacht aan – heb ik begrepen dat de VUB zich genoodzaakt ziet om dat incident te onderzoeken. Ik veronderstel dat een hogeronderwijsinstelling daarbij de nodige proportionaliteit aan de dag legt en dat dit incident daar, in tegenstelling tot hier en in bepaalde media, niet wordt uitvergroot buiten elke proportionaliteit en dat een grote mate van redelijkheid aan de dag wordt gelegd bij het beoordelen van deze uiteindelijk studentikoze strapatsen.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Minister, ik wilde u met deze vraag de kans geven om het bestaan van uw jongerenpartij aan de VUB te verdedigen, maar u laat die kans liggen. Dat is het eerste aspect.
Het tweede aspect waar ik eigenlijk het meest van al van geschrokken ben, is dat het in de media inderdaad gaat over het ontvreemden van vlaggen. Maar waar het echt over moet gaan, is de aanwezigheid van illegalen op de campus. Terwijl studenten niet eens binnen mogen, gezien de covidpandemie, is dit voor linkse yuppies en illegalen blijkbaar geen probleem. Wie denkt dat dit zo onschuldig is, nodig ik uit om zelf eens te gaan kijken. Het kantinepersoneel moeten de deuren vastbinden omdat de illegalen anders binnenstormen. Kijk, op deze foto ziet u de buitenkant van waar men kan eten aan de VUB. Dat is gewoon een stortplaats/slaapplaats geworden van illegalen.
Het kan toch niet de bedoeling zijn dat onze universiteiten plots speelruimtes worden voor linkse activisten en illegalen, en dit ten koste van de kwaliteit en de veiligheid van onze studenten en het onderwijs. Minister, u bent verantwoordelijk voor het onderwijs. Wat zult u doen om ervoor te zorgen dat onze studenten nog altijd veilig naar de campus kunnen en de kwaliteit van het onderwijs gegarandeerd blijft?
De heer Veys heeft het woord.
Voorzitter, ikzelf en mijn fractie waren gisteren vooral geschokt door die kleinhartige en laffe – ik denk dat we dat wel mogen zeggen – actie. Het gaat hier eigenlijk over puur pestgedrag ten aanzien van een van de meest kwetsbare groepen in ons land. Dat is gebeurd aan een Vlaamse universiteit en door Vlaamse studenten.
Nu, cynisme is niet mijn specialiteit. Ik laat dat liever over aan anderen. Maar wat ik vooral toch fout vind hieraan, is dat deze actie uit een politieke hoek komt die niets liever doet dan hier de normen en waarden benadrukken. Maar in die actie heb ik die fameuze normen en waarden toch niet teruggezien, en mijn fractie ook niet.
Wat ik wel zie, is dat twee collega’s die organisatie steunen, die organisatie met raad en daad gingen bijstaan, waaronder een minister-president – dat is toch niet onbelangrijk. Wat is dan die raad en daad? Blijkbaar – zo hoor ik het toch, maar ik zal het meteen nog eens aan u vragen, minister – moet er geen halszaak van worden gemaakt. Het zijn strapatsen. Ik zou graag de minister-president bij dezen toch citeren: “Plus et en vous, collega’s”. Want dat pestgedrag is niet het Vlaanderen waar Vooruit voor staat. Wij staan voor een Vlaanderen waarin we met respect met elkaar omgaan, waar we zoeken naar oplossingen, waar we elkaar vooruithelpen, en niet op de zwakken shotten.
We moeten ons daarover schamen. Minister, het is niet de eerste keer dat onder het mom van strapatsen, kattenkwaad of studentikoos gedrag dergelijk pestgedrag gebeurt op de campus. Ik zou u graag zulk gedrag eens duidelijk horen afkeuren. (Applaus bij Vooruit)
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, ik was niet van plan om tussen te komen, maar ik ga het nu toch doen. Ik denk dat we daar kort over kunnen zijn. Was dat verstandig of onverstandig? Ik denk dat het onverstandig was, collega Veys, zeker voor mensen die lid zijn van een partijpolitieke jongerenvereniging. We weten hoe gevoelig dat allemaal ligt. Als we protesteren tegen de aanwezigheid van illegalen, mensen zonder papieren, dan zijn daar heel veel mogelijkheden, denk ik. Ik denk dat dat ook mag. Daar is zeker iets voor te zeggen. Studentikoos doen is natuurlijk ook plezierig, maar misschien zijn er ook wel creatievere middelen.
Nu, ik heb begrepen dat de betrokkenen zich hebben verontschuldigd. Zij beseffen dat dus blijkbaar ook. Ik denk dat dat belangrijk is, voorzitter. En daarmee is de kous misschien af. Ik dank u.
De heer D’Haese heeft het woord.
Mijnheer Brusselmans, ik stel inderdaad voor dat we niet ingaan op uw verleden als student. Daar weten we genoeg over, jammer genoeg. Het verleden van uw voorzitter, Tom Van Grieken, ken ik zeer goed: op de Universiteit Antwerpen met toiletpapier gooien naar mensen zonder papieren. Dat is het niveau van jullie voorzitter. U kunt dat afgezaagd noemen, ik vind dat gortig. Gortig vind ik het enige juiste woord.
Blijkbaar vond de jongerenafdeling van de N-VA het inderdaad nodig om op de VUB spandoeken en ander gerief te stelen van mensen zonder papieren. Is dat, beste collega’s van de N-VA, jullie nieuwe Vlaamse elite? Wat een zielig clubke, zeker als je weet dat de symbolische peter de heer Jambon is, en de symbolische meter mevrouw Tavernier – de minister-president en een Vlaams parlementslid. (Opmerkingen van Wilfried Vandaele en Kris Van Dijck)
Beste collega’s, ik heb op geen enkel moment gezien dat ze hier afstand van namen. Mocht ik van hen zijn, ik zou onder de grond kruipen van schaamte. Kunnen de heer Jambon en mevrouw Tavernier niet voor zichzelf spreken? Ik heb ze hier op geen enkele manier afstand van zien nemen. Als ik van hen was, ik zou door de grond zakken van schaamte.
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, er zijn inderdaad grenzen van menselijkheid die je niet overschrijdt. Voor ons als politici, maak ook voor politici in spe, klopt het niet om naar beneden te trappen. Dat doe je niet. Wij zitten hier niet om de macht te verdedigen, wij zitten hier, misschien zelfs in de eerste plaats, om kwetsbare mensen een stem te geven en te verdedigen.
Mijnheer Vandaele, u hebt gezegd dat het onverstandig is. Maar het is meer dan dat. Dit is gewoon onfatsoenlijk. Dit zijn mensen die in de volle miserie zitten, en die worden dan ook nog eens ontmenselijkt.
Minister, het is goed dat u uw vertrouwen hebt uitgesproken in de procedures van de VUB. Ik zou u ook willen vragen om te bevestigen dat u de stem van de studenten aan de VUB hierin ook gaat horen, en dat u inderdaad onverdeeld die daden veroordeelt.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik moet velen hier, ter linker- en ter rechterzijde, feliciteren met hun inspanningen om dit incident buiten proportie te gaan verheffen tot een ongelooflijk belangrijk politiek incident, over elkaar struikelend van verontwaardiging, om verschillende uiteenlopende redenen. Ik zou willen oproepen om dit alles binnen de juiste proportie te zien. Het gaat hier – u kunt er uw appreciatie over uiten – over een domme, studentikoze strapats: het verwijderen van een spandoek. Maar meer is dat ook niet. Ik denk dat we met z’n allen wel domme dingen hebben gedaan in het verleden. De oppositie vindt dat ik dat nog altijd doe. Ik zou dit ook wel reduceren tot wat het is: een domme, studentikoze strapats, zoals we er ongetwijfeld met z’n allen veel hebben begaan.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Minister, uit uw antwoord leid ik af dat u de problematiek van de illegalen op de VUB blijft ontkennen als het licht van de zon. Nochtans vindt het Vlaams Belang dat er aan die onmenselijke toestand eindelijk een einde moet komen. De enige aanvaardbare oplossing is een onmiddellijke uitwijzing van alle illegalen op ons grondgebied, te beginnen met zij die onze publieke ruimte bezetten. Het jarenlange lakse beleid op federaal niveau op het vlak van asiel en migratie heeft ervoor gezorgd dat ons land al menige jaren een toevluchtsoord is geworden. Het is het OCMW van de hele wereld, met dramatische gevolgen voor onze sociale zekerheid, voor onze veiligheid en nu ook voor ons onderwijs. Geef als Vlaamse Regering toch eens een krachtig signaal. Want laat het me duidelijk stellen: illegaliteit is en blijft criminaliteit. En wanneer die illegalen ons proberen te chanteren, dan moeten we ze per direct repatriëren: het land uit. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.