Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Minister, de drang om te reizen is groot. Dat is natuurlijk ook zeer begrijpelijk, want we leven nu al meer dan een jaar met strikte beperkingen. Maar er heerst natuurlijk nog heel wat onzekerheid over de manier waarop we gaan kunnen reizen en naar waar. Reisbureaus proberen mensen toch warm te maken, door flexibele systemen in te zetten, waarbij mensen bijvoorbeeld hun reisplannen dertig dagen voor hun afreisdatum nog kunnen omboeken of een andere bestemming kunnen kiezen.
Het agentschap Zorg en Gezondheid deed echter een oproep tot voorzichtigheid bij het vastleggen van de vakantie. Als je een reis plant, moet je ook rekening houden met de vaccinatie. We weten dat de meeste mensen hun eerste vaccinatie zullen krijgen in juni of juli. Het zou dus goed kunnen dat beide samenvallen, en dat moeten we toch absoluut vermijden. Als bijvoorbeeld te veel mensen niet ingaan op hun uitnodiging, of ze gaan hun datum verplaatsen, dan kan het toch wel zijn dat onze vaccinatiecentra het nog moeilijk georganiseerd krijgen. Het is dus heel belangrijk dat we mensen aansporen om daar bij het plannen van hun reis rekening mee te houden.
Er werd al een oproep geponeerd, maar dat zal natuurlijk niet voldoende zijn. Welke concrete acties gaat u ondernemen, minister, om mensen te motiveren om bij hun vakantieplanning ook rekening te houden met de vaccinatieplanning?
Minister Beke heeft het woord.
Het is een terechte vraag, collega. Veel mensen hebben een moeilijk jaar achter de rug en hopen op een vakantie, om voor henzelf en voor hun naasten en hun familie waarmee ze op vakantie willen gaan, de zaken toch weer ‘op effen’ te zetten. Uw vraag is dus een logische vraag. Dat is een vraag die wij de voorbije weken ook al vaak hebben gekregen: ‘Wanneer kunnen we rekenen op ons vaccin? En zal dat nog mogelijk worden tegen de vakantie?’
Voor diegenen die nog geen vakantie gepland hebben, lijkt het mij logisch dat men rekening houdt met de vaccinatie. Eerst vaccineren, en dan 'vakantieneren'. Eerst vaccineren, en dan vakantie nemen.
Als je dat wilt doen, moet je daar een duidelijk plan voor hebben, en dat hebben we. Ik heb een paar weken geleden gezegd dat het mijn volste ambitie is om tegen 11 juli iedereen gevaccineerd te hebben. 11 juli is Vlaamse feestdag, maar 12 juli is ook het begin van het bouwverlof. Dat was niet alleen voor de symboliek van 11 juli, maar ook omdat ik de bekommernis die nu naar voren komt, al weken zie aankomen.
Daarom heb ik aan het agentschap en op de interministeriële conferentie (IMC) gezegd dat we er alles aan moeten doen, alles, om vlak voor het bouwverlof zoveel mogelijk Vlamingen gevaccineerd te hebben. Dat is onze ambitie. Is ze realistisch? Dat is scherp voor de wind varen, dat is zeker. Het hangt ervan af of we nog kiezels in de schoen krijgen. Maar het is realistisch. Tegen eind april hebben we 1,8 miljoen mensen gevaccineerd. In mei plannen we 1 miljoen vaccins, in juni 2,5 miljoen eerste vaccins. Het schema daarvoor heb ik hier, u kunt het vinden op de website, en daar kunt u zien wanneer u zo ongeveer aan bod komt. Op basis van uw leeftijd, eventuele onderliggende aandoeningen, kunt u berekenen wanneer u normaal gezien wordt uitgenodigd voor uw vaccinatie.
Dat is belangrijk om uzelf te beschermen, om anderen te beschermen en omdat een aantal vakantielanden wellicht alleen gevaccineerde reizigers zullen toelaten, of, als men niet gevaccineerd is, eerst nog in quarantaine moet. De grootst mogelijke zekerheid om op vakantie te gaan, is dus zich eerst laten vaccineren. Laat dat meteen ook een oproep zijn aan de twijfelaars om het toch te doen. Godzijdank is die twijfel in Vlaanderen beperkt, zeer beperkt. We hebben een hoge vaccinatiegraad. We hebben vandaag 83,8 procent van de 65-plussers gevaccineerd, 93 procent van de 85-plusssers, 96 procent van de groep tussen 74 en 84 jaar. Intussen is ook 70 procent van de 65-plussers gevaccineerd.
U had een vraag over het opvolgvaccin. Het Janssenvaccin heeft geen opvolging, het is maar één dosis. Pfizer duurt 6 weken, Moderna 28 dagen. AstraZeneca duurt 12 weken, maar met de beslissing die we zaterdag genomen hebben, zullen we AstraZeneca voor het eerste vaccin niet meer inzetten in juni als de mensen van 41 en jonger aan bod komen. Zij zullen met de andere vaccins worden gevaccineerd. Daar hebben we in onze strategie rekening mee gehouden. Dat was een belangrijke parameter: gaan we onze ambities kunnen realiseren? Gaan we niet in de problemen komen? Gaan we iedereen kunnen een vaccin geven?
Een laatste element, voorzitter, is ons uitnodigingssysteem. Daarin wordt u een datum voorgesteld. Dat is ongeveer over een dertigtal dagen. Als dat moment om een of andere reden niet past, kunt u naar een ander moment uitzien. Dat moment moet in het betrokken vaccinatiecentrum als vrij aangegeven staan. Als dat voor uw opvolgvaccin niet zou lukken, kijken we na de zomer naar een mogelijk moment. Dat zal in een later tijdsinterval zijn, maar we zoeken naar die mogelijkheid. Dat opvolgvaccin is belangrijk, al mag het wat later zijn dan voorzien. Beter later een tweede vaccin dan helemaal niet. Dat is iets dat we met het oog op de vakantie maximaal bekijken.
Maar ik denk dat de basisboodschap … Ik heb de voorbije weken vaak gehoord: ‘Minister, is het wel realistisch is om tegen 11 juli een vaccin te hebben?’ Ik wil mijn vakantieplannen daarvoor aanpassen. Het bouwverlof gaat pas nadien in en het overgrote deel van de Vlamingen gaat dan op vakantie. Dat is realistisch. Dat is scherp aan de wind varen. Ik hoop dat we niet te veel kiezels in de schoen hebben, maar op basis van wat we vandaag weten, is dat realistisch. We moeten dat kunnen waarmaken en dan kunnen de mensen met een geruster gemoed hun vakantie aanvatten.
Minister, ik heb u een beetje meer tijd gegeven, maar die gaat er in de tweede ronde af.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Ik denk inderdaad dat het beter zou zijn dat je je eerst laat vaccineren en dan je reis inplant, maar voor veel mensen is dat natuurlijk niet altijd even evident. Mensen plannen hun vakantie graag op voorhand want ze moeten rekening houden met hun werk en hun kinderen. Dat is niet evident. U hebt de intervallen al gegeven: voor het BioNTech-Pfizervaccin is dat vijf weken, voor het AstraZenecavaccin twaalf weken en voor het Johnson & Johnsonvaccin is er geen probleem, want dat is maar één keer nodig. Het probleem zit vooral bij de mensen die nu gevaccineerd worden, bijvoorbeeld met AstraZeneca. Als je daarmee gaat spelen, dan ga je boven de twaalf weken. Dat kan als er toch een verschuiving plaatsvindt. Waar ligt de verantwoordelijkheid als je niet voldoende gevaccineerd bent? Is dat allemaal goed afgestemd?
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Ik denk dat het gaat om een terechte bezorgdheid. De realiteit is dat veel mensen zich daar veel zorgen over maken. In het begin van de discussie werd er gezegd dat mensen moeten wachten tot ze hun datum twee weken op voorhand krijgen om hun vakantie in te plannen. Laten we duidelijk zijn dat dat voor de overgrote meerderheid van de mensen nagenoeg onmogelijk is. De meeste mensen hebben hun verlof al moeten aanvragen bij hun werkgever en hebben mogelijk hun verlof al ingepland. Dat is een moeilijke realiteit. Het is belangrijk dat we mensen de ruimte laten om hun afspraak te kunnen verzetten. De mensen kunnen een eerste keer een afspraak verzetten. Kunnen ze dat ook een tweede keer doen? Hoe vaak kan iemand de vaccinatiedatum veranderen?
Verder gaat het vooral om het tweede vaccin. Ik ben blij te horen dat u zegt dat men voor een speling probeert te zorgen. Dat is belangrijk. Als het vaccin later dan 28 dagen wordt toegediend, kan dat zorgen voor eenzelfde immuunrespons. U stelt dat men zich op een lijst moet laten zetten. Het lijkt me logischer dat mensen al een datum kunnen inplannen. Wilt u verduidelijken hoe mensen die het tweede vaccin missen door hun verlof, een tweede afspraak kunnen inplannen?
De heer Daniëls heeft het woord.
We merken dat voor 27 procent van de vaccinatietwijfelaars vakantie wel een reden zou zijn om zich toch te laten vaccineren. Dat is een kwart van de twijfelaars. Eenieder die we nog kunnen overtuigen om zich te laten vaccineren, is natuurlijk een goede zaak voor de totale immuniteit. Het herplannen van vaccinaties en de voorziene termijnen maken dat het allemaal niet zo evident is. Minister, u hebt aangegeven hoever we op 11 juli zouden kunnen zijn om mensen te vaccineren. Kunnen we proberen om de vaccinatietwijfelaars die we op die manier toch kunnen overtuigen, daar nog in mee te nemen om de mensen in Vlaanderen maximaal te beschermen?
De heer Anaf heeft het woord.
Het is gemakkelijk om te zeggen: je moet je eerst laten vaccineren en dan de vakantie plannen. Ik begrijp dat natuurlijk wel vanuit het oogpunt van het agentschap, maar mensen moeten hun verlof al langer doorgeven, en er is ook het financiële aspect. Als je langer op voorhand kunt boeken, is het natuurlijk goedkoper dan als je last minute moet beslissen. Ik ben op zich optimistisch over de datum van 11 juli voor het eerste vaccin. Maar het gaat vooral over het tweede vaccin. U hebt daarnet het schema getoond. Je kunt zien wanneer je ongeveer zou worden gevaccineerd als alles goed verloopt, maar je hebt totaal geen zicht wanneer je je tweede vaccin zult krijgen, want je weet niet welk vaccin je zult krijgen.
Ik denk dat mensen op zoek zijn naar twee dingen. Ten eerste is er de flexibiliteit om die tweede spuit te krijgen, want binnen de grenzen kan je wel wat spelen. Bijvoorbeeld bij Pfizer is dat tussen de drie en de vijf weken. Kunnen mensen daar toch echt flexibel een keuze maken? Want mensen gaan vaak niet langer dan een of twee weken op vakantie. Ten tweede, misschien ook wel belangrijk: kunt u er uitsluitsel over geven dat, als mensen een eerste vaccin gekregen hebben, ze dan zullen mogen reizen? Of gaan ze daarvoor volledig gevaccineerd moeten zijn? Ik denk u heel veel onrust bij mensen zou kunnen wegnemen door dat te bevestigen.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Ik denk dat we allemaal uitkijken naar 11 juli en om desgevallend op reis te gaan in een mooie zomervakantie. Europa doet er alles aan, minister, om het reizen in Europa mogelijk te maken. We hebben al een aantal dingen gehoord over het coronapaspoort. Toch zijn er een aantal onduidelijkheden, een aantal vragen. Collega Anaf gaf het ook al aan. Voor mij is het bijvoorbeeld niet duidelijk of het coronapaspoort een onderscheid zal maken tussen mensen die slechts één en mensen die beide dosissen gekregen hebben. Wellicht zijn er ook al contacten met de Europese instanties, minister. Mijn vraag is dan ook: kunnen we vanuit Vlaanderen vragen om zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen over dat coronapaspoort?
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Ik wil aansluiten bij de collega’s. Inderdaad, iedereen beseft hier wel dat er niet zoveel mensen in de luxe zijn om veel vrij vakantie te kunnen kiezen en dat dan ook nog op een financieel aantrekkelijke manier te kunnen invullen. Iedereen snakt naar vakantie. Maar waar ik mij toch al wat zorgen over maak – en dat sluit aan bij de thematiek van het tweede vaccin –, is dat er een impliciete boodschap zou beginnen ontstaan bij een aantal types vaccin dat je eigenlijk volwaardig gevaccineerd bent op het moment dat je je eerste dosis hebt gekregen. Eigenlijk zeggen we het ook al: voor 11 juli zal iedereen gevaccineerd zijn, zei u daarnet. Dat klopt uiteraard, er zal een eerste dosis toegediend zijn. Maar mensen zijn niet volwaardig gevaccineerd. En met het oog op varianten en opstoten in het najaar is de volwaardige vaccinatie natuurlijk wel fundamenteel. Naast de praktische vraag welke termijnen er flexibel toegepast kunnen worden, zou ik ook willen weten welke sensibiliseringsacties u nog plant vanaf augustus-september. Nu ontstaat immers de dynamiek: ‘red je zomer, je kunt op reis gaan door gevaccineerd te zijn’ en is er de vraag of dat al dan niet bij een of twee dosissen kan. Maar hoe gaat u ervoor zorgen dat de mensen tegen augustus-september de urgentie niet kwijt zijn en beseffen dat, zelfs al zijn de cijfers dan zeer goed, ze toch dat tweede vaccin moeten hebben?
De heer Sintobin heeft het woord.
Collega Vandromme, wij kijken ieder jaar uit naar 11 juli, dat staat los van de vraag. Het is trouwens een heel interessante vraag en een moeilijk antwoord voor de minister. We begrijpen allemaal dat iedereen snakt naar vakantie en we begrijpen ook wel dat dat een impact zal hebben op de vaccinatiestrategie. Eigenlijk is er een bijkomend probleem. Er is niet alleen het probleem van het plannen van je vakantie naar werkgever en naar vaccinatie toe. Mensen van eenzelfde gezin worden ook niet allemaal op hetzelfde moment gevaccineerd, wat het uiteindelijk nog complexer maakt.
Ik zou u willen vragen hoe u zult communiceren. Is er de garantie dat één prik genoeg is om op vakantie te gaan en dat men kan rekenen op een tweede prik na een zekere periode?
Minister Beke, iedereen is zoals steeds bijzonder geïnteresseerd aan het luisteren. U krijgt van mij opnieuw de volle zeven minuten.
Minister Beke heeft het woord.
Dank u wel voorzitter, ik zal geen misbruik maken van uw goedheid. Collega’s, ik wil een aantal elementen van antwoord geven.
Collega Anaf, de reden waarom we zeggen ‘eerst vaccineren en dan vakantie plannen’ is niet vanwege de werkzaamheden van het agentschap. Dat is omdat we iedereen, zoveel mogelijk mensen – of je nu op vakantie gaat of niet, want er zijn ontzettend veel mensen die niet eens op vakantie kunnen gaan – voor de zomer gevaccineerd moeten proberen te krijgen: voor henzelf, voor hun gezondheid, om hen te beschermen, voor het naar beneden krijgen van het virus, dat nog in onze samenleving zit, en ook voor diegenen die op vakantie willen gaan, om daar niet tegen onoverkomelijke problemen te stoten.
De vraag of je dan met één prik voldoende zult hebben of niet, dat is een discussie die volgens mij nog niet beslecht is en waar ook de regels in de specifieke landen voor gelden. Ik kan wel zeggen dat in de onderzoeken die we hebben, vandaag wel blijkt dat een eerste prik een zeer hoge beschermingsgraad heeft. De vraag is – en dat is ook een wetenschappelijke vraag: hoelang zal die beschermingsgraad aanhouden? Het is vooral daarom dat je een opvolgprik moet hebben.
Het zou wel eens kunnen dat we in het najaar niet alleen over een tweede prik maar intussen ook over een derde prik aan het spreken zijn, vanuit diezelfde filosofie.
Wat als de intervallen niet worden gerespecteerd? Daarom heb ik gezegd dat we dat aan het bekijken zijn. Collega Vandecasteele, ik vind dat we die mogelijkheid moeten creëren voor twee groepen. De eerste groep bestaat uit diegenen die ondertussen al een uitnodiging hebben gekregen maar die hebben gezegd zich niet te willen laten vaccineren, maar die nu zeggen: ‘Tiens, ik wil dat eigenlijk wel.’ Die moeten we een herkansing geven zodra de anderen eerst aan de beurt zijn geweest. Wanneer men van gedacht is veranderd en zijn geloof heeft teruggevonden, moeten we kunnen zeggen: ‘U maakt toch nog een kans.’ En tegelijkertijd zijn er diegenen die om een of andere reden een tweede prik niet hebben kunnen nemen binnen het voorziene tijdsinterval.
Strikt genomen, juridisch gezien, is dat dan een ‘off-label use’. Daarom zijn we nu aan het bekijken wat daaromtrent mogelijk is. Dat is de piste die we op dit ogenblik aan het bewandelen zijn.
Collega Vaneeckhout, we zullen de sensibilisering voortzetten. Dat hebben we nu met succes gedaan. We zullen dat voortzetten, niet enkel tot 11 juli maar ook in de periode nadien. Dat is absoluut noodzakelijk. Daar hebben we vaste plannen voor.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Minister, er zijn toch nog een aantal onduidelijkheden. Ik hoop dat daarover heel snel uitsluitsel wordt gegeven. Er komen inderdaad heel veel vragen onze richting uit van mensen die hun reis willen vastleggen om praktische redenen, vanwege werk en kinderen, mensen die in de onzekerheid zitten: ‘Ga ik ondertussen mijn uitnodiging niet mislopen? Hoe zal dat juist in zijn werk gaan?’ We hebben verschillende mensen uit één gezin die moeten worden gevaccineerd. Ze worden ook niet altijd met hetzelfde vaccin gevaccineerd. Daar zit dan ook weer speling op. Dat zal toch wel een huzarenstukje worden. Ik hoop dat daar heel snel duidelijkheid in komt.
De actuele vraag is afgehandeld.