Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Parys heeft het woord.
Minister, we zitten al één jaar in deze situatie. We hebben er vandaag al veel over gesproken, maar de maatregelen die vandaag zijn genomen, zijn heel verregaand. Om ons daaruit te trekken, hebben we drie fronten nodig. Ten eerste is er het testen en tracen. Het systeem kan nog beter, maar na veel vallen en opstaan staat er wel een systeem op poten. Ten tweede zijn er de vaccinaties. We vaccineren redelijk snel, maar dat is binnen de slak die Europa heet. Ten derde zijn er de sneltesten en zelftesten. Minister, mijn oproep aan u is de volgende: we moeten stoppen met het betuttelen van onze burgers. Als je een Predictor-stick kan lezen, dan kan je ook een sneltest afnemen. Ik begrijp niet waarom het vandaag nog altijd niet mogelijk is om die testen gehomologeerd te hebben, zodat burgers die sneltest, die dan een zelftest is, in een apotheek kunnen kopen, om die dan zelf te kunnen afnemen. In Frankrijk zijn ze er midden september mee begonnen, in Italië in september van vorig jaar en in Duitsland ook in het najaar. Daar worden in ongelooflijk groten getale sneltesten ingezet, en dat is een van de wegen naar de vrijheid.
Vorige week was er discussie binnen de Interministeriële Conferentie en is er geen beslissing genomen over die sneltesten. Ik heb begrepen dat er ook deze week over dat punt is gediscussieerd en dat er nog altijd geen beslissing is. Minister, ik vind het ongelooflijk dat we dat nog altijd niet kunnen gebruiken, dat die sneltesten hier ondertussen stof liggen te vergaren. Hoe zult u ervoor zorgen dat uw federale collega van Volksgezondheid eindelijk het wettelijk kader aanpast, zodat die sneltesten snel kunnen worden ingezet en een van de opties worden om ons uit de penarie te halen waarin we vandaag zitten?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, u weet dat de Vlaamse Regering een tijdje geleden al sneltesten heeft aangekocht. We hebben die ingezet in onze woonzorgcentra. We hebben die ook willen inzetten bij onze bedrijven. U weet dat er aanvankelijk veel weerstand was bij de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (FOD WASO) om daaraan mee te werken. Dat is nu gelukkig genoeg bijgesteld. Collega Crevits had een heel concreet plan daaromtrent, en het is goed dat dat nu doorgang weet te vinden, want dat is belangrijk. Daarnaast hebben we ook de testen die collega Weyts heeft ingezet in onze scholen.
Ik denk dat het kunnen doen van die testen inderdaad een belangrijk element is, ook in de volgende periode. De bedoeling was om dat op de Interministeriële Conferentie te bespreken, maar gezien het feit dat er om 9 uur een vergadering van het Overlegcomité was, zullen we dat volgende week verder bespreken. De taskforce zal intussen deze week de verdere werkzaamheden op zich nemen. Ik hoop dat we daar dan volgende week op de Interministeriële Conferentie verder mee kunnen gaan.
Er zijn inderdaad wel wat issues die verder moeten worden getackeld, bijvoorbeeld als het gaat over de zelftesten. U maakte de vergelijking met Predictor. De vraag is hoe de wettelijke bepalingen die vandaag het doen van die zelfafname verhinderen, kunnen worden opgeheven. Daar ben ik niet voor bevoegd. Daarvoor moeten we dus de dialoog aangaan met de federale overheid. Ook wat de aankoop betreft zijn er wettelijke beperkingen die moeten worden opgeheven.
Ik hoop dat we dit heel snel kunnen tackelen, zodat we wat dat betreft ook verdere stappen vooruit kunnen zetten.
Een derde element, dat ik ook al vorige week heb aangebracht, is dat het niet alleen zaak is testen aan te kopen en ter beschikking te stellen. We moeten daar ook iets mee doen wanneer het resultaat bekend is. Als het resultaat negatief is, dan is dat een goede zaak. Is het resultaat positief, dan moet je er wel voor zorgen dat je op de een of andere manier de link legt met de contactopsporing, zodat ook de volgende stappen kunnen worden gezet. Dat kan bijvoorbeeld zijn door te zeggen dat wie positief test daar ook, in opvolging daarvan, een PCR-test aan moet koppelen, ten eerste om zeker te zijn, en ten tweede om dan ook in het klassieke systeem van onze teststrategie te komen.
Dat zijn belangrijke elementen die in de verdere uitrol van de hele teststrategie moeten worden meegenomen.
De heer Parys heeft het woord.
Dank u voor uw uitleg, minister, maar ik blijf toch zitten met de vraag waarom het zo lang duurt. Ik vind het eigenlijk onbegrijpelijk en onverantwoord dat wij zo lang in deze crisis zitten, dat er sneltesten zijn die in onze buurlanden massaal worden ingezet en daar ook hun nut bewijzen, en dat wij nog discussies voeren om het federale niveau ertoe aan te zetten opdat zij de regels veranderen om het mogelijk te maken dat de sneltesten worden verkocht en gebruikt. Ik hoop echt, minister, dat daar volgende week een beslissing ligt en dat we dan de week erna bij wijze van spreken eindelijk kunnen beginnen met het uitrollen van de sneltesten en de zelftesten.
Minister, ik kom graag nog terug op een punt dat hier zonet werd besproken. Collega’s zeiden dat er 600.000 vaccins in de diepvriezer zouden liggen. Minister, kunt u daar eens concrete aantallen op plakken, zodat we effectief die cijfers kennen? Hoeveel vaccins liggen er nu in de diepvriezer zonder een naam erop in Vlaanderen?
Een ander agendapunt op de IMC deze voormiddag was de vraag van minister Van Quickenborne om gevangenen sneller te vaccineren. Wat was daarop het antwoord in de IMC?
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Mijnheer Parys, een van de favoriete activiteiten van de verschillende regeringen die dit land kent, is paraplu’s opentrekken. En hier trekt u nu echt wel een paraplu open. U vraagt waarom het zo lang duurt. Die vraag moet u stellen aan minister Beke, aan uw eigen Vlaamse Regering.
Waarom duurt het zo lang om de testen die al in oktober zijn aangekocht te gebruiken? Die liggen vandaag stof te vergaren omdat ze niet worden ingezet. Daar is helemaal geen extra besluit voor nodig. De enige extra regelgeving die nodig is, is voor zelfafname. Maar die testen die stof liggen te vergaren, kunnen perfect vandaag al afgenomen worden door personeel. Dat is zelfs uitgebreid. In november werden de beroepsgroepen die de test mogen afnemen uitgebreid. Ook studenten en tandartsen en nog andere mensen kunnen dat. De Vlaamse Regering heeft de verantwoordelijkheid. Zij hebben geen mobiele equipes. Minister, waarom liggen die testen nog altijd stof te vergaren? Waarom zijn er geen ploegen aangesteld om die testen te gebruiken, bijvoorbeeld bij de bedrijven waar er veel besmettingen voorkomen, om te starten met preventieve testings, om de testen te gebruiken, in plaats van nu opnieuw een lockdown af te kondigen?
De heer Anaf heeft het woord.
Voorzitter, ik vind het eerlijk gezegd ook onbegrijpelijk. Er liggen inderdaad 600.000 sneltesten. Die antigeentesten zijn perfect inzetbaar.
Collega Parys, ik weet niet of u daarnet de persconferentie hebt gevolgd. Ik heb begrepen dat de minister van Volksgezondheid heeft aangekondigd dat er volgende week een wet naar het federale parlement zal komen om ervoor te zorgen dat de zelftesten ook door de personen zelf kunnen worden afgenomen. Ik denk dus dat dat in orde is. We moeten aan hetzelfde zeel trekken. En zet de testen die al inzetbaar zijn toch gewoon al in! Laat ons op de andere niveaus bekijken wat er snel in orde kan worden gemaakt.
Mijnheer Parys, ik weet dat u heel graag in het federale parlement zou zitten, aangezien u hier heel de tijd vragen stelt over federale materies. Maar vraag dan misschien aan uw collega’s in het federale parlement om die wet volgende week gewoon heel snel mee te steunen.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Die sneltesten en zelftesten, ook die gaan nog een belangrijke dam moeten vormen tegen het coronavirus, collega’s, en dat is hier vorige week ook wel heel uitvoerig ter sprake gekomen, ook wat de problemen betreft die zich nog stellen: onder meer dat die sneltesten inderdaad alleen maar mogen worden afgenomen door medisch geschoold personeel, onder meer dat die sneltesten en die zelftesten hier momenteel niet verkocht mogen worden. Dus, minister, ik wil u vragen om dat volgende week op de IMC toch wederom ter sprake te brengen, zodat er een kader wordt gecreëerd waarbinnen de zelf- en sneltesten ook ruimer verkocht mogen worden. Apothekers zijn, denk ik, al heel lang bereid om mee ingezet te worden, bijvoorbeeld ook voor het afnemen van die sneltesten.
Maar die testen afnemen alleen is natuurlijk niet genoeg. Er moet ook een duidelijk kader gecreëerd worden waarbinnen positieve testresultaten ook worden doorgegeven, zodat de quarantaine opgevolgd kan worden en zodat de contacttracing opgevolgd kan worden. Daarom wil ik u vragen, minister: op welke manier wordt daartoe een protocol voorbereid?
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, ik bedank collega Parys voor zijn wekelijkse vraag over de IMC en de resultaten van de IMC, een vraag waarvan hij dan misbruik maakt om nog een paar bijkomende vragen te stellen. Maar goed, zijn vraag is wel belangrijk, collega’s.
Ik vind het eigenlijk onbegrijpelijk dat een aantal collega’s hier de problematiek rond zelftesten en sneltesten schetsen. Die vragen worden in de commissie al maanden gesteld, minister. Er wordt al maanden gevraagd wanneer we die zelftesten en sneltesten eindelijk zullen inzetten.
Mijn fractievoorzitter had het daarnet over het nemen van politieke verantwoordelijkheid bij ministers en overheden. Wel, dit is een dossier waar de verschillende ministers en overheden in falen. Als jullie weten wat de wettelijke beperkingen zijn, als jullie weten wat de drempels zijn om die zelftesten en sneltesten in te zetten, ageer dan, neem initiatief! Of dat nu van het Vlaamse of federale niveau komt, u zit wekelijks in overleg en iedere week opnieuw komt u zeggen dat u het gaat bespreken binnen de IMC. Ik hoor dat nu al maanden aan een stuk. Is dat nu echt zo moeilijk om die wettelijke beperkingen weg te nemen? Uw antwoord is het tegengestelde van wat collega Anaf zegt: u zegt dat er nog over gesproken moet worden, collega Anaf zegt dat er een wet op tafel ligt waarover volgende week gestemd wordt. Hoe zit het nu eigenlijk?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Dat sneltesten een heel belangrijk instrument zijn, ik denk dat we het daarover eens zijn, maar het is inderdaad zo dat je ook iets moet doen met het resultaat van zo’n sneltest. Daar is een heel goed kader voor nodig, zodat iedereen duidelijk weet wat er gebeurt als iemand positief test. Volgt er dan een PCR-test? Wat gebeurt er dan?
Wat de corona-app betreft: ik heb gehoord dat die aangepast zou worden om de resultaten van sneltesten daar ook in te implementeren. Mijn vraag is hoever het daarmee staat.
Er zijn al sectoren opgenoemd waar ze prioritair zouden worden ingezet, met name scholen en bedrijven. Mijn vraag is of die in de kinderopvang of de buitenschoolse opvang ook ingezet zouden worden.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, collega’s, als wij nagenoeg onmogelijke dingen vragen van onze bevolking, dan moeten we de lat voor onze eigen overheden ook hoger leggen. Dat geldt voor alle overheden. Dat betekent dat er inderdaad geen 600.000 sneltests mogen liggen wachten om gebruikt te worden. Dat betekent dat onze bronopsporing, na maanden werk, eindelijk doeltreffender moet zijn. En dat betekent inderdaad ook dat de regelgeving rond die sneltests snel in orde moet komen. Ik begrijp nu dat dat volgende week het geval zal zijn.
Dan hebt u geschetst wat de uitdagingen zijn bij de uitrol ervan. Dan is er maar één zeer eenvoudige vraag: zal de Vlaamse Regering en zal uw beleid klaar zijn om, als die wet volgende week goedgekeurd wordt in de Kamer, die tests meteen uit te voeren en om ervoor te zorgen dat er de nodige handhaving en controle op kunnen volgen? Zal dat klaar zijn voor de paasvakantie?
Minister Beke heeft het woord.
Collega Sintobin, ik heb daarnet gezegd dat er een aantal wettelijke hindernissen zijn. Ik ben blij dat die snel opgeruimd kunnen worden, want daar is iedereen bij gebaat.
We hebben in Vlaanderen inderdaad sneltests aangekocht en we hebben daar experimenten en proefprojecten rond ontwikkeld, in overleg met de andere deelstaten, zoals er in Wallonië proefprojecten rond speekseltesten zijn uitgevoerd, om te zien hoe we die het meest optimaal kunnen inzetten.
Als het gaat over het gebruik van die sneltesten, dan is een van de hindernissen dat dat onder de verantwoordelijkheid van een arts moet gebeuren. Dat is een rem, dat is een drempel. Ondertussen zijn die artsen met andere zaken bezig en dus moeten we die drempel opruimen. Vandaar dat we in het kader van het inzetten van testen op de interministeriële conferentie (IMC) overeengekomen zijn om die drempel weg te werken. Het is goed dat dat gebeurt.
Andere mensen kunnen bijvoorbeeld ook sneltesten afnemen, ik denk aan apothekers. Dat zijn de issues die we moeten tackelen en dat hebben we geleerd uit de proefprojecten om die testen te kunnen inzetten. Het is een beetje kort door de bocht om te zeggen dat er 600.000 sneltesten onder het stof liggen die niet worden gebruikt. We moeten zorgen dat ze op een goede en effectieve manier worden gebruikt.
We moeten ook zorgen dat die testresultaten op de een of andere manier, wanneer er positief wordt getest, kunnen worden opgenomen. Dat kan bijvoorbeeld door gevolg te geven aan de PCR-testen (polymerase chain reaction). Dan zit je terug in het klassieke systeem.
Een bijkomende vraag waarover we ons zullen moeten buigen, is of we een negatieve test ook gaan opnemen in onze monitoring. Op de duur kun je natuurlijk ook een scheefgetrokken situatie krijgen, waarbij je de toeleiding naar positieve gevallen hebt, maar de negatieve gevallen niet worden meegeteld, waardoor de positiviteitsratio wordt scheefgetrokken. Dat zijn effecten die we niet willen. Dat voor wat de testen betreft.
Wat de 600.000 vaccins betreft, collega Parys, die liggen alleszins niet in Vlaamse koelkasten. Die liggen niet in onze koelkasten. We hebben daar gisteren in de commissie uitgebreid over gesproken. Het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) heeft gisteren – iedereen kan dat nakijken op Twitter – gezegd wat de leverschema's zijn van de voorbije weken en maanden per regio. In Vlaanderen gaat dat over 1.048.000 vaccins. Iedereen kan op de vaccinatieteller kijken hoeveel Vlamingen ondertussen een vaccin hebben gekregen. Dat zijn er 900.000. Iedereen kan op de vaccinatieteller zien hoeveel mensen er deze week worden uitgenodigd, dat zijn er 154.000. Als je dat allemaal optelt, dan schiet er niet veel over.
Ondertussen worden er nieuwe leveringen gepland. Dat gaat op dit ogenblik over 220.000, waarvan we er voor volgende week 191.000 hebben uitgenodigd. Het idee dat er 600.000 vaccins in de koelkasten liggen, dat is alleszins niet bij ons. Ik ga niet spreken over de andere deelstaten, want daar heb ik geen zicht op. Het is alleszins niet bij ons.
De vaccins die er worden gezet, die gebruiken we. Van Moderna hebben we het tweede vaccin in stock. Daar hebben we in de commissie al vaak over gesproken, daar zijn goede redenen voor. AstraZeneca hebben we niet in stock, maar voor het tweede vaccin gaan we wel een kleine stock moeten opbouwen omdat de drie maanden van degenen die een eerste prik hebben gekregen intussen beginnen op te lopen. Wat Pfizer betreft, hebben we er een kleine 30 of 40.000 in stock voor het geval er stockbreuken zijn. Dat hebben we vandaag bijvoorbeeld al ergens meegemaakt. Tijdens het vervoer was er plots iets gebeurd door onhandig gedrag. Dan moet je zorgen dat je een kleine buffer hebt, dat je die buffer kunt gebruiken om ervoor te zorgen dat je voorraadbeheer op een goede manier gebeurt. Dat is wat we doen.
Dus, nogmaals, we hebben geen 600.000 vaccins in stock. Als dat waar was, dan hadden we die zeker en vast verder ingezet. Net zoals vele collega's in dit en in andere parlementen ben ik ook ontgoocheld in het feit dat Europa er onvoldoende voor heeft gezorgd om wat begin dit jaar was beloofd, te realiseren. Als we kijken naar wat een paar weken geleden in de schema's stond en vandaag, dan hebben we ongeveer 1 miljoen minder AstraZeneca-vaccins en 1,3 miljoen minder Pfizer-vaccins. En dan zwijg ik nog over de Moderna-vaccins. Ik ga niet ontkennen dat dat ons afremt. Het remt alle regio's af en het remt alle Europese landen af.
Ik hoop dat Europa een vuist maakt om er verder voor te zorgen dat wat afgesproken is, ook wordt uitgevoerd. Dat is absoluut noodzakelijk als we de vaccinatiestrategie willen versnellen. Maar intussen versnellen we ook. Vorige week hebben we 130.000 uitnodigingen verstuurd, deze week 150.000, volgende week 190.000, en de week nadien zullen het er nog een pak meer zijn.
De heer Parys heeft het woord.
Dank u, minister, voor de opheldering, met cijfers die bewijzen dat er helemaal geen honderdduizenden vaccins in de koelkast in Vlaanderen liggen.
Minister, wat de sneltesten betreft, is de invoering ervan allesbehalve snel, maar laat ons dan nu ten minste proberen om snelheid te maken en volgende week tot een beslissing te komen. Ik treed collega Vaneeckhout bij als hij zegt dat zodra de beslissing genomen is, ze natuurlijk ook snel op het terrein waarneembaar moet zijn. Minister, wij zijn voorstander dat iedereen gewoon in een apotheek een sneltest kan gaan kopen, dat dat in het Gedeeld Farmaceutisch Dossier (GFD) wordt geregistreerd, zodanig dat daar ook kan worden opgevolgd of je positief of negatief hebt getest. Laat ons daar nu allemaal snel werk van maken, want dit is een van de wegen om onze vrijheid te herwinnen.
De actuele vraag is afgehandeld.