Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet tot wijziging van artikel 3 en 8 van het decreet van 5 juli 1989 tot organisatie van het toezicht op de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Vanlouwe heeft het woord
Minister, wij zijn vanuit de N-VA-fractie bijzonder tevreden dat we vandaag dit ontwerp decreet kunnen bespreken. We hebben dat ook al uitvoerig gedaan in de commissie. De samenwerking tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) is een van de ankerpunten in de totstandkoming, en ook de uitvoering, de uitrol van het Vlaams gemeenschapsbeleid in onze hoofdstad Brussel. De VGC speelt een belangrijke rol als lokaal bestuur van Vlaanderen, en dit op het terrein. Ze vervangt ook de taken van de Brusselse gemeenten, die jammer genoeg in het verleden in gebreke bleven als het gaat over respect voor de tweetaligheid en aandacht voor het Vlaams lokaal netwerk. Ik denk bijvoorbeeld ook aan de uitbouw van Vlaamse, Nederlandstalige bibliotheken in de hoofdstad.
Een sterk Vlaams Brusselweefsel is enkel mogelijk als het beleid van beide administraties, van de Vlaamse Gemeenschap en van de VGC, op elkaar wordt afgestemd. We willen ook samenwerken voor een sterke Vlaamse component in onze stad. Dat is ook de doelstelling van het miljard euro per jaar dat we in Brussel investeren vanuit Vlaanderen. Het is in deze geest van samenwerking dat het ontwerp van decreet dat voorligt de VGC in staat moet stellen om op een moderne manier aan beleidsopvolging te doen, en daar dan ook op een geloofwaardige manier over te rapporteren.
In het ontwerp decreet, en ook in het besluit van de Vlaamse Regering, wordt dan ook gesproken over de volgende beleidsrapporten: een meerjarenplan, omvattend een strategische nota, een financiële nota, en een toelichting, de aanpassing van het meerjarenplan, en uiteraard ook de jaarrekening. In zekere zin is dat dan ook dezelfde beweging die we in Vlaanderen reeds gemaakt hebben, met betrekking tot de beleids- en beheerscyclus (BBC) voor de lokale besturen, reeds ingevoerd in 2017, dacht ik. Die wordt hier dan op een eigen sui-generismanier doorgevoerd voor de VGC. Het zal zorgen voor een hogere transparantie, een duidelijker verantwoording, niet alleen ten aanzien van de Vlaamse overheid, de Vlaamse Gemeenschap, maar uiteindelijk ook voor alle Brusselse Vlamingen die interesse hebben in het gevoerde Vlaamsegemeenschapsbeleid op het terrein.
Samenwerking is de basisinsteek van deze aanpassing. Ik verwacht dan ook dat er vanuit de VGC volmondig op wordt ingegaan. Het is namelijk enkel mogelijk om op een positieve en productieve manier een beleid in Brussel te voeren als er afstemming bestaat tussen beide partners, en als de VGC rekening houdt met de Vlaamse beleidsprioriteiten voor de hoofdstad. Ik herneem dan ook het regeerakkoord: “Evengoed veronderstelt een goed partnerschap dat het beleid van de VGC niet indruist tegen dat van de Vlaamse overheid.” Ik denk bijvoorbeeld aan de ideeën die er daar toch wel bestaan rond meertalig onderwijs, en die toch wel haaks staan op de ideeën die hier in het Vlaams Parlement bestaan. Daar wringt dus af en toe het schoentje. We wensen geen eigengereid VGC-College, dat soms met een eigen visie komt, en hierbij geen rekening houdt met de algemene Vlaamse beleidsprioriteiten.
Ik denk dat, met wat wij nu gaan goedkeuren, die transparantie, die rapportering er zal zijn door de verschillende instrumenten: het meerjarenplan, strategische nota, financiële nota en de jaarrekening. Ik zeg altijd: goede afspraken maken goede vrienden. VGC is geen losstaand vehikel van Vlaanderen, het hoort een verlengstuk te zijn van het gemeenschapsbeleid van Vlaanderen in de hoofdstad, en het wordt tijd dat sommigen soms wel eens bij de les worden gehouden, en zich wel degelijk inschrijven in die geest van samenwerking. Vanuit onze fractie kunt u dan ook volmondig de steun krijgen voor dit ontwerpdecreet.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Ook wij dragen een goede samenwerking tussen de Vlaamse Gemeenschap en de VGC hoog in het vaandel. Wij zullen dit ontwerp van decreet straks dan ook goedkeuren. Ik denk dat het een goede zaak is dat er inderdaad een modern en transparant kader komt voor beleids- en begrotingsopvolging en dat dit ontwerp van decreet dat in de toekomst mogelijk maakt.
Ik heb wel een kleine opmerking. De minister spreekt in de discussie over het ontwerp van decreet altijd consequent over het Brusseldecreet. Voor ons is dit – maar dat heb ik ook in de commissie al gezegd – een eerste stap. Een echt Brusseldecreet is voor ons een decreet dat een omvattend kader vastlegt met alle afspraken tussen de VGC en de Vlaamse Gemeenschap, inclusief op het vlak van de centen. Voor ons is de kous met dit ontwerp van decreet niet af. Wij blijven aandringen op een decretaal initiatief dat ook de financiële stromen bundelt tussen de Vlaamse Gemeenschap en de VGC, zoals daar vorige legislatuur al een poging toe ondernomen is. Dat zou betekenen dat de algemene dotatie van de VGC zou worden geïndexeerd, iets waar wij al lang op aandringen. In de praktijk betekent dit dat de VGC honderdduizenden euro’s per jaar misloopt, terwijl de dotatie aan de Vlaamse Gemeenschap wel wordt geïndexeerd. Wij hopen dat dit een eerste aanzet is en dat de rest volgt in de loop van de legislatuur.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Dit ontwerp van decreet is voor ons een mooi teken van het belang dat wij hechten aan de rol van Vlaanderen in Brussel en het aanhalen van de banden tussen de twee, die we zeker niet los willen laten. Over dit ontwerp van decreet is lang gesproken. Er wordt al twintig jaar nagedacht over hoe we die twee zaken beter op elkaar kunnen afstemmen, over hoe we met een meerjarenbegroting het Vlaamse beleid echt goed weerspiegeld kunnen zien in de werking van de VGC. Wij zijn dan ook heel blij dat dit ontwerp van decreet eraan komt.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2020-21, nr. 592/1)
– Er zijn geen opmerkingen bij de artikelen 1 tot en met 5.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de artikelen en over het ontwerp van decreet houden.