Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer D’Haese heeft het woord.
Beste minister, de redactionele onafhankelijkheid van de journalisten is een van de belangrijkste pijlers van onze democratie. U hebt daar als minister niets over te zeggen, wij hebben daar als parlement niets over te zeggen. En dat geldt zeker voor de openbare omroep.
Maar blijkbaar heeft de N-VA daar wel steeds meer over te zeggen, want vanavond is er de docusoap BDW over Bart De Wever op de VRT. Pas op, collega’s van de N-VA, ik kan het begrijpen, hoor. De affaire Melikan Kucam was niet gemakkelijk, de peilingen zitten niet mee. Wat doe je dan? De Slimste Mens hebben jullie al gehad, Plopsaland afhuren gaat niet met de pandemie. En dus moet er iemand op het lumineuze idee zijn gekomen: ‘Kunnen we niet iets doen zoals de Verhulstjes?’, maar dan met Bart De Wever? Bingo, een goed idee. Een driedelige docusoap over de voorzitter, in primetime op de openbare omroep. (Opmerkingen van de N-VA)
Collega’s, jullie krijgen straks de kans om tussen te komen.
Goed gevonden. Het enige probleem, minister, is dat zo’n docusoap lijnrecht ingaat tegen de richtlijnen van de VRT zelf. Want wat staat er in de richtlijnen over de aanwezigheid van politici in infotainment en entertainmentprogramma’s? Politici “krijgen geen dragende rol” en mogen “geen eigen docusoap krijgen”.
Minister, ik denk dat we hier met een serieus probleem zitten. Want wat is een driedelige reeks over de mens achter Bart De Wever anders dan een docusoap waarin een politicus een dragende rol heeft? Minister, hoe valt dit te rijmen met de beheersovereenkomst waarover u onderhandeld hebt, en waarin onpartijdigheid en onafhankelijkheid zo’n belangrijke plaats hebben?
Want wat gaat anders het volgende zijn? Big Brother op het partijsecretariaat? In week 1: Theo Francken, hup, buiten? Of Wie is de mol? Melikan Kucam natuurlijk.
Minister, de VRT hoort een onafhankelijke openbare omroep te zijn, geen staatszender die naar de pijpen van de grootste regeringspartij moet dansen. Mijn vraag is dan ook heel duidelijk: vindt u ook dat de VRT haar eigen richtlijnen overschrijdt door de uitzending van de docusoap over Bart De Wever?
Collega D'Haese, ik denk dat u ondertussen ontzettend veel reclame hebt gemaakt voor de docusoap die vanavond te zien is op de VRT.
Minister Dalle heeft het woord.
Collega D'Haese, ik krijg regelmatig wel eens vragen over programma's van de VRT, ook over de inhoud van programma's. De collega's uit de commissie Media weten dat ik daar altijd hetzelfde antwoord op heb. De VRT is volkomen onafhankelijk en autonoom wanneer het gaat over het bepalen welke programma's op de buis komen en ook bij het bepalen van de inhoud van die programma's. Dat is trouwens het artikel 7 van het Mediadecreet. Voor mij is dat een heilig principe. Ik zal mij dan ook nooit uitspreken over de keuzes van de VRT rond de programmatie of de inhoud.
Klein detail, het charter waar u naar verwijst, dateert van 2004. Toen was er nog geen programmacharter. Sindsdien is dat er wel. Dat is toepasselijk in dezen. Ik wil u er ook op wijzen dat het geen docusoap is maar wel een documentairereeks. De VRT is van oordeel dat die hier op een wijze manier tot stand is gekomen. Het is altijd de VRT zelf die dat moet beoordelen. Het zijn de redacties van de VRT die dat moeten beoordelen. Het zijn de programmamakers die dat moeten beoordelen. Ik zal daar nooit in tussen komen, collega D'Haese. Ik weet ook van mijn collega's dat ze dat niet doen. Ik stel voor dat we dat hier in het parlement ook zo respecteren.
De heer D'Haese heeft het woord.
Minister, het programmacharter waar u naar verwijst, verwijst naar de richtlijn waar ik net uit citeerde op het einde. Dus die is nog steeds geldend, ook vandaag. Dus gaat de vraag veel verder dan of u over het een of andere programma een uitspraak wilt doen. De vraag is de volgende: u hebt een beheersovereenkomst gesloten met de VRT waarin onpartijdigheid en onafhankelijkheid bovenaan staan. De VRT heeft daarvoor interne regels en gaat daartegenin door deze soap uit te zenden. De vraag is: hoe komt dat?
Het antwoord daarop is niet zo ver te zoeken. U zegt dat u zich daar niet mee moeit, dat u zich daar niet mee bezighoudt. Maar anderen doet dat wel. Zodra deze regering is gestart, was het onmiddellijk duidelijk dat men de VRT wilde gaan inzetten voor het eigen, Vlaams-nationalistische project. Meer rechtse stemmen op de televisie, meer Vlaamse identiteit. Duwen, duwen, duwen, druk zetten, druk zetten, druk zetten. We zien vandaag wat het resultaat daarvan is. Als het is om de Vlaamse natievorming te versterken, dan is blijkbaar alles toegestaan. Er wordt altijd gezaagd over de linkse VRT, tot de eigen voorzitter in primetime zijn docusoap krijgt. Dus heb ik geen extra vraag voor u, want ik denk niet dat u gaat antwoorden. Maar ik heb een vraag aan de parlementsleden van CD&V en Open Vld.
Dat is niet de bedoeling. U moet de minister interpelleren. U mag nog snel de collega's uit hun kot proberen jagen.
Mijn vraag aan de parlementsleden van CD&V en Open Vld is: vinden jullie dit normaal? Gaan jullie het laten passeren dat de grootste regeringspartij de openbare omroep inschakelt voor haar eigen project en op die manier haar eigen voorzitter in de kijker zet? Gaan jullie dat laten passeren als democratisch verkozen parlementsleden?
Misschien komt u zelf wel in beeld, collega D'Haese. U weet nooit.
Zeer kort, voorzitter, want ik vind het echt niet probleem nummer 1 waar Vlaanderen op dit moment mee te maken heeft. Ik zou alleen aan de collega's van alle fracties willen zeggen dat media-aandacht geen garantie is voor verkiezingsoverwinningen, misschien zelfs integendeel. In normale tijden, niet in coronatijden althans, zit hier in elk geval een fractie van 23 parlementsleden die u kan garanderen dat je verkiezingen kunt winnen zonder media-aandacht op de VRT. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Ik heb twee korte bedenkingen. De VRT heeft inderdaad lang gesleuteld aan dat nieuwe programmacharter om tot evenwichtige deontologische keuzes te komen in haar programmatie. Ik neem aan dat zij dat ook doet. Minister, ik geef u volmondig gelijk wanneer u zegt dat het niet aan de politiek is om zich te moeien in de redactionele keuzes van deze of gene omroep.
Wij vinden het moeilijk om een oordeel te vellen over een programma dat nog niet eens op de buis is geweest, voor alle duidelijkheid. Wat wij verwachten is een journalistiek kritische aanpak die een inkijk kan geven in de ins en outs van de politiek. Ik denk dat dat interessant is om een beter beeld te krijgen van hoe het hier allemaal werkt. Kunt u ons wat dat betreft geruststellen, minister?
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, wij beklemtonen hier altijd vanop alle banken hoe belangrijk het is dat de nieuwsdienst van de VRT onafhankelijk kan zijn en dat wij ons als politici ook best niet inlaten met de algemene programmatie. Blijkbaar heeft collega D’Haese daar vandaag ineens een ander standpunt over. Hij zegt eigenlijk zijn vertrouwen op in de openbare omroep, waarvan akte collega. Dat zouden wij nooit doen.
Dat bijzondere figuren aandacht krijgen in programma’s, hebben we ook in het verleden meegemaakt: Guy Verhofstadt, Steve Stevaert, Herman Van Rompuy. Ooit komt u gegarandeerd aan bod, collega D’Haese, daar ben ik van overtuigd.
Als het programma met Bart De Wever – ik sluit me aan bij collega Goeman – een kritisch, niet-vooringenomen verhaal brengt, dan gaan wij daar zeker, voorzitter, met interesse naar kijken. Want ook wij willen natuurlijk die man Bart De Wever eindelijk eens beter leren kennen. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Collega D’Haese, ik wist eigenlijk niet goed wat ik hoorde. U was fantastisch goed begonnen met een aantal citaten uit de wetgeving, dat we ons allemaal niet moeten moeien. Zelfs het Vlaams Parlement mag zich niet moeien met de inhoud die de VRT biedt, dat weet u evengoed. Ik was dus echt aangenaam verrast door het begin van uw uiteenzetting. Nadien bent u een beetje uit de bocht gegaan door er allerlei zaken aan toe te voegen die er niets mee te maken hebben. Waarom was ik zo verrast? In welke landen is er inmenging van de politiek in programma’s van openbare omroepen? Ik denk dat dat vooral in communistische landen is. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
Minister Dalle heeft het woord.
Gaat u kijken thuis?
Ik ga zeker kijken, voorzitter. Dank u, collega’s, voor de bijkomende bedenkingen. Voor de duidelijkheid: het programmacharter van de VRT zegt dat alle mogelijke onderwerpen vanuit alle mogelijke invalshoeken zonder terughoudendheid aan bod kunnen komen zolang daar goede redactionele redenen voor zijn. Collega’s, het is niet hier aan dit parlement om te zeggen wat die redactionele redenen zijn. Collega D’Haese, u zegt dat de VRT daartegenin gaat. Het is werkelijk niet aan u om dat te zeggen, het is niet aan het parlement om daarop in te gaan. Dat is de politisering waarvoor ik soms zogezegd kritiek krijg van de oppositie. Ik sta er net als minister van Media garant voor dat we dat niet doen, niet vanuit de regering, niet vanuit het parlement. Anders zou u mij kunnen zeggen dat wij dan zelf in de regering kunnen bepalen welke programma’s de VRT moet uitzenden. Een eerste zal dan een driedelige reportage over minister Dalle zijn, collega Crevits krijgt dan de volgende reportage. Dat gaan we dus absoluut niet doen. Het is niet aan de politiek om daarover te oordelen. Voor de duidelijkheid, collega’s: de VRT – en misschien vindt u dat jammer collega D’Haese – is een openbare omroep, geen staatszender. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
Collega D’Haese heeft het woord.
Minister, wat betreft het programmacharter waar u naar verwijst, op het einde heb ik gezegd: naast het programmacharter gelden de volgende documenten en daaronder de richtlijnen, waar de VRT hier tegen ingaat. Maar goed, ik hoor dat zelfs de N-VA Bart De Wever beter wil leren kennen. En dat kan ik goed geloven, want ik heb eens opgezocht wat die man hier allemaal heeft gedaan sinds hij verkozen is in 2019. Ik heb het afgedrukt, voilà, een hele bundel: nul decreten, nul mondelinge vragen, nul resoluties, nul interpellaties, nul schriftelijke vragen, nul keer zelfs maar het woord genomen, en dat allemaal voor een luttele 6.000 euro belastinggeld per maand. Hoe minder je hier in het parlement doet, hoe meer je blijkbaar op televisie komt.
Dan moet u misschien minder aanwezig zijn, dat kan de oplossing zijn, collega D’Haese. (Gelach)
Nee, ik debatteer graag met u, dat weet u.
De actuele vraag is afgehandeld.