Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, een kleine twee weken geleden kreeg de sector van de contactberoepen goed nieuws. Ze hadden opnieuw een sprankeltje hoop, want de regering verkondigde dat ze op 13 februari zouden kunnen heropenen als de coronacijfers op dat ogenblik goed waren. Mediageil viroloog Marc Van Ranst liet vorige week echter weten dat er totaal geen perspectief is voor de kappers en andere contactberoepen. Dat was trouwens totaal respectloos, want door deze gedwongen sluiting hebben kappers, schoonheidsspecialisten, massagesalons en noem maar op, het heel moeilijk, zowel mentaal als financieel.
De overheid geeft wel steun, maar die steun is voor die zelfstandigen niet voldoende om van te leven, en ze is niet voldoende om tegelijk de huur van het pand en de andere vaste kosten en dergelijke mee te betalen. En het kan zo echt niet verder nu. Die vaste kosten lopen maandelijks op tot 5000 euro zonder dat er één euro kan worden verdiend. Wat doen ze nu? Ze moeten geld halen van hun spaarrekening. En als het van de bank afhangt, moeten ze zelfs de rekening van hun kindjes plunderen, waardoor bij velen het faillissement dreigt. Want het geld is op.
Wat stellen ze nu vast? Ze stellen vast dat hun collega’s van de medische contactberoepen, zoals tandartsen, kinesisten, wel mogen werken. En de niet-medische contactberoepers begrijpen dat niet, want de logica is ver te zoeken. Zij hebben geïnvesteerd in mondmaskers, in plexiglas, in alcoholgel. Ze doen er letterlijk alles aan om de afstand tussen die klanten te kunnen bewaren, en ze willen opnieuw aan het werk.
Ze hebben ook na de eerste lockdown bewezen dat ze veilig kunnen werken. Daarom, minister, willen ze die kans krijgen vooraleer het te laat is.
Zult u vrijdag het Overlegcomité adviseren om de contactberoepen met vaste plaats en die aan huis te laten heropenen? Zult u ook pleiten voor werkbare en haalbare veiligheidsmaatregelen? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw Malfroot, ik zou eigenlijk heel eenvoudig ‘ja’ en ‘ja’ kunnen antwoorden, maar toch een klein woordje extra uitleg. Ik was er zelf bij toen op het Overlegcomité van 22 januari is beslist dat de niet-medische contactberoepen zouden kunnen heropenen op 13 februari. Daar was evenwel een belangrijke voorwaarde aan verbonden, namelijk dat de epidemiologische toestand gunstig moest evolueren. Vrijdag is er opnieuw een Overlegcomité en zal het licht al dan niet op groen worden gezet.
Een aantal zaken maken mij voorzichtig positief. Ten eerste is het van belang om te onderstrepen dat het aantal ziekenhuisopnames daalt, als je de balans maakt tussen 27 januari en 2 februari. Ook positief is dat het reproductiegetal op minder dan 1 staat, namelijk op 0,96. Twee weken geleden was dat nog 1,06. Negatief is dan weer dat het aantal besmettingen nog wat gestegen is. Daar kunnen we niet omheen, maar we testen veel meer dan een kleine poos geleden. Ook negatief is dat er nog dagelijks mensen overlijden aan dit verschrikkelijke coronavirus. Maar toch ben ik positief.
Ik heb een zeer intens digitaal contact gehad met de niet-medische contactberoepers, waarbij we alle voorwaarden die opgelijst staan in de notificatie van het Overlegcomité, hebben besproken, zoals de moeilijkere haalbaarheid van sommige zaken, het respecteren van één klant per 10 vierkante meter, het belang van de CO2-meter, het belang van goed verluchten, het feit dat je niet met twee tegelijk aan één iemand mag werken. Het was een heel positief overleg en ik heb daar ook gemerkt dat er heel veel verantwoordelijkheidszin bij henzelf is. Dat is een tweede reden om positief te zijn.
Mevrouw Malfroot, er zal echter nog iets noodzakelijk zijn, namelijk de verantwoordelijkheidszin van ons allen. Als wij ons aan de maatregelen houden, dan zie je dat er positieve effecten komen. Als de niet-medische contactberoepen weer opengaan, zal het heel belangrijk zijn dat elke Vlaming zich houdt aan de veiligheidsvoorschriften die afgesproken worden en dat we niet onmiddellijk proberen er de kantjes van af te lopen. Ook dit zal een heel belangrijke voorwaarde zijn om het te laten slagen.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw positief antwoord. Ik kijk ernaar uit om naar de kapper te gaan, u waarschijnlijk ook, en de kapper kijkt er ook naar uit om u en zoveel andere vrouwen nog mooier te maken. Maar als ze opnieuw opengaan, dan zal dat niet op volle toeren zijn. Er zijn de strenge voorwaarden zoals afstand houden, klanten die buiten moeten wachten, tussendoor verluchten, ontsmetten, het verversen van de handdoeken, het beperken van klanten enzovoort, waardoor kappers en ook schoonheidsspecialisten bijvoorbeeld veel omzetverlies zullen lijden, want er gaat veel tijd en geld naar die extra tussenstappen die noodzakelijk zijn voor een veilige werking. U mag ook niet vergeten dat niet iedereen gelijk is: de ene werkt met personeel, de andere werkt alleen; de ene huurt een pand, de andere gaat aan huis. De sector vraagt terecht naar een aanpak en tegemoetkoming op maat om dat omzetverlies dat ze zullen lijden, te compenseren.
Minister, bent u bereid om na de heropening de steunpakketten te bekijken in functie van de verschillende kostenstructuren?
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Ik denk dat we met zijn allen niets liever willen dan dat de contactberoepen weer open kunnen gaan, want dat zal betekenen dat de cijfers van de pandemie in gunstige zin evolueren. In die zin alle steun, minister, voor dat voorstel.
We hadden het daarnet over mentaal welzijn. Ik denk dat heel veel mensen snakken naar dat kappersbezoek. Wat u zelf kunt doen, zijn de financiële steunmechanismes, zoals het Vlaams beschermingsmechanisme en inkomensderving bij die beroepen, duurzaam uitbouwen, ook na de sluiting.
Ik denk dat we dan perspectief bieden, niet alleen aan de mensen die de onderneming runnen, maar ook aan de hele samenleving.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, laat me heel duidelijk zijn: voor ons moeten de kappers, de schoonheidsspecialisten en de andere contactberoepen kunnen opengaan als de cijfers het toelaten. Laat ons hopen dat dat zo vroeg mogelijk kan zijn. In tegenstelling tot mijn collega, respecteer ik het werk en de mening van virologen op wetenschappelijke basis. Ik heb er geen probleem mee dat zij op tv en in de media komen. Ik denk dat wij hier in het halfrond ook niet vies zijn van een beetje media-aandacht. Maar wat ze wel niet mogen doen, is op voorhand zeggen dat de kappers sowieso gesloten zullen blijven. Dat vind ik niet kunnen, want dat is aan ons, aan de politiek om dat te beslissen. Onze ondernemers, onze kappers gaan echt door zware tijden. Ze moeten hun spaargeld aanspreken, ze zien in vele gevallen hun levensdroom echt in rook opgaan. Dat is iets waar virologen niet altijd zicht op hebben. Het is dus aan ons om die beslissing te nemen. Ik vraag u voor het Overlegcomité van komende vrijdag om alstublieft aan de kant van de ondernemers te gaan staan. Als de cijfers het toch niet toelaten, zorg dan dat zij voldoende steun hebben om deze moeilijke periode door te komen.
De heer Annouri heeft het woord.
Ik sluit me graag aan bij alle collega’s, uiteraard door te zeggen dat we heel graag willen dat niet-medische contactberoepen weer zullen opengaan. We krijgen allemaal de mails van de mensen uit de sector over hoe moeilijk ze het hebben. Ook om persoonlijke redenen, die je op mijn kruin kunt zien, zou ik hopen dat de kappers heel snel weer opengaan. Wat betreft de heel drastische maatregelen die zij nu ondergaan en de praktische ongemakken, wil ik u, minister, toch twee dingen meegeven voor het volgende overleg.
Ten eerste, we moeten echt voorkomen dat er nu gezegd wordt dat het zeker zal gebeuren en dat het dan niet gebeurt. Of dat er misschien even kort opengegaan zal worden en dan nadien weer gesloten zal moeten worden. Dat moeten we ten koste van alles vermijden. Als we nu weer opengaan, dan moet dat op het juiste moment gebeuren, dan moeten we zorgen dat dat op een duurzame manier gebeurt – niet weer ‘op- en afgaan’, want dat is slopend.
Ten tweede, als ze weer opengaan, zorg dan ook dat er een langetermijnvisie is om hen niet meteen los te laten, maar ook te kunnen ondersteunen om de opstart weer mogelijk te maken tot ze weer op eigen benen kunnen staan. Dat verdienen ze wel na de vele opofferingen die ze hebben moeten doen voor ons, net zoals ook alle andere sectoren die opofferingen doen.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter. Minister, collega’s, ik sluit me volledig aan bij het betoog van onze minister. We moeten inderdaad voortdurend moeilijke evenwichtsoefeningen maken in deze crisis. De voorbije maanden was het resultaat van die oefening jammer genoeg dat een opening nog steeds niet aan de orde was. We moeten ook vandaag nog steeds met twee woorden spreken. Maar ik ben blij dat na intens overleg met de sector, de minister met een iets geruster gemoed naar het Overlegcomité kan trekken rond de niet-medische contactberoepen. Ik ben ook verheugd te vernemen dat de contactberoepen zoals kappers en schoonheidsspecialisten zich al supergoed voorbereid hebben om te werken onder veilige omstandigheden. We spreken in dit halfrond heel vaak over het geven van perspectief. Laat ons hopen dat het perspectief vrijdag voor onze kappers en andere contactberoepen werkelijkheid kan worden.
De heer Ronse heeft het woord.
Eerst en vooral wil ik namens onze fractie echt hulde brengen aan zij die het voortschrijdend inzicht brachten voor de heropening van de niet-medische contactberoepen. Wij danken hen daarvoor en kijken ook uit naar vrijdag.
Het debat is natuurlijk ook veel breder. Ik denk dat iedereen ook de communicatie van het Vlaams netwerk van ondernemingen (Voka) heeft gelezen, dat zegt: ‘Trek het breder, laat ons opnieuw naar een normaliseringsstrategie gaan.’ We zitten met ministeriële besluiten die vrij fors ingrijpen op vrijheid en het recht op ondernemen. Ik denk dat het tijd is om daar bij elke doelgroep die nu verplicht gesloten is, ook wetenschappelijk na te gaan of dit inderdaad zal leiden tot minder of meer besmettingen. In het begin van de pandemie moesten we snel schakelen. Nu moeten we toch meer en meer evidencebased gaan werken. In die zin schrijf ik me ook volledig ook in het werk van collega Maaike De Vreese, die de detaihandel opvolgt, rond de heropeningsstrategie. Ik denk dat we hierover in het Vlaams Parlement sterk moeten nadenken.
De heer D’Haese heeft het woord.
Ik wil me kort aansluiten bij de heel terechte vragen die zijn gesteld. Ik hoop dat we ons niet te veel inspireren op Voka. Dat zit wel redelijk ver weg van evidencebased. Het heeft zelf ook nog ooit beweerd dat de werkplek de meest veilige plek was, tot dan het onderzoek uitkwam: toen bleek dat een grapje.
Minister, ik begrijp dat de kappers weer open willen en ik hoop dat dat zo snel mogelijk kan. Die steun is toch heel belangrijk voor zij die open kunnen en voor zij die niet open kunnen gaan. Een aantal zaken blijven een doorn in het oog, ik denk aan horeca-uitbaters die hun SABAM-bijdrage van vorig jaar moeten betalen op één solidariteitsmaandje na, ik denk aan café's die nog dure huurcontracten moeten betalen aan grote brouwers. Er zijn heel wat mogelijkheden en ook heel wat noden om daarin in te grijpen, maar ook om te zorgen dat de steun voldoende is om hen boven water te houden. Daar wil ik nog eens een hele warme oproep voor doen.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega's, bedankt voor de eensgezindheid die er in dit parlement bestaat. Niet langer geleden dan vorige week gaf ik nog eens een interview aan Villa Politica en ik kreeg vijf keer dezelfde vraag. Men vroeg met name de bevestiging dat de kappers zeker niet zouden opengaan. Het kan dus verkeren.
Het is goed, als je beslissingen neemt op een Overlegcomité, dat je je dan ook houdt aan het uitgestippelde tijdpad. Volgende vrijdag hebben we opnieuw een Overlegcomité, en op dat Overlegcomité zullen we het licht hopelijk definitief op groen kunnen zetten. De voorbereidingen daartoe zijn op drie vlakken getroffen.
Ten eerste moeten alle beschermingsmaatregelen ervoor zorgen dat de epidemiologische toestand verbetert.
Ten tweede heb ik u net een bloemlezing gegeven van de wijze waarop er met de niet-medische contactberoepen wordt gesproken om veilig te kunnen werken. Dat is voor het ene al een beetje anders dan voor het andere beroep. Ook in de schoot van het coronacommissariaat is er een werkgroep waar heel goed werk wordt verricht, waar ook heel veel overleg is met de niet-medische contactberoepen om te bekijken welke extra veiligheidsmaatregelen er nog kunnen worden genomen, die niet zullen verhinderen dat ze kunnen opengaan en effectief kunnen werken. Op dat tweede punt is er zeer sterk gewerkt.
Ten derde is er onze eigen verantwoordelijkheid. Ik zal het nog eens onderstrepen, want ik vind het verbazend dat niet iedereen daar automatisch naar verwijst. Stel dat de kappers of de nagelstudio's weer opengaan en we brengen een bezoek, dan moeten we echt respect hebben voor de inspanningen die die mensen doen om veilig te kunnen opengaan, en de regels die worden opgelegd en die zij willen naleven, ook spontaan naleven. Ook dat zal van belang zijn.
Wat tot slot de financiële steun betreft: gedurende de hele crisis geldt het systeem dat wie verplicht gesloten is, steun krijgt, en wie niet verplicht gesloten is maar grote omzetverliezen lijdt, ook steun krijgt. Ik ga ervan uit dat er, ook binnen de regering, zeker bereidheid zal zijn om gedurende de eerste periode die regel te laten bestaan. Als een kapperszaak opstart en die boekt om een of andere reden grote verliezen, dan moet het inderdaad mogelijk zijn om verder steun te krijgen. In de schoot van de Vlaamse Regering zal dat ook nog eens worden besproken. Ik zie geen enkele reden waarom de lijn die we nu al zoveel maanden trekken, ook niet verder zal worden getrokken.
Collega's, ik kijk samen met jullie uit naar vrijdag. Het heeft geen zin om op voorhand al te zeggen wat er zal worden beslist. Ik heb u de context gegeven. U hebt me daar unaniem – dat gebeurt niet elke dag – steun in gegeven. Ik denk dat heel veel mensen in de voorbije weken hebben beseft – ik zeker – hoe belangrijk een kapper bijvoorbeeld kan zijn. Soms zeggen ze: als je een appel eet, is dat goed voor je gezondheid. Wel, als je een kapper bezoekt, is dat ook goed voor je gezondheid, zij het dan – ik verwijs naar het vorige debat – voor het mentaal welbevinden. Dank u wel. (Applaus bij CD&V)
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, ik ben blij dat het niet alleen bij empathie, begrip en zalvende woorden blijft, maar dat u nu ook blijk geeft van een krachtig beleid, in overeenstemming met de geleverde inspanningen.
Collega's, ik versta niets van wat collega Malfroot aan het zeggen is.
De sector is nu bijna een jaar dicht en het geduld raakt op, maar ik ben blij dat u vrijdag op het Overlegcomité toch gaat pleiten om alvast de kapperszaken en de andere niet-medische contactberoepen te heropenen. De blijvende financiële steun is broodnodig, en gelieve dat ook per sector te bekijken, want de sector heeft het nu heel moeilijk.
Ik hoop dat u er niet van uitgaat dat ze, zoals nu wordt verwacht, 60 procent omzetverlies gaan leiden vooraleer ze recht hebben op een blijvende tegemoetkoming. Gelieve dus begrip en empathie te hebben voor hun situatie, want zij zitten er al zo lang in en zij willen nu werken, maar ze willen ook winstgevend werken en op een rendabele manier aan het werk gaan. Minister, ik reken op u.
De actuele vraag is afgehandeld.