Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, aan de orde is het actualiteitsdebat over de vernietiging van de regeling rond de terugdraaiende teller voor eigenaars van zonnepanelen.
De volgorde van de fracties is u bekend, net als de formule. U brengt een openingsstatement van twee minuten. We beginnen met de Vlaams Belangfractie.
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, leden van de regering, op de persconferentie waar de Nederlandse premier Rutte vorige week het ontslag van zijn regering bekendmaakte, zei hij: “De rechtsstaat moet burgers beschermen tegen de almachtige overheid. Dat is op een verschrikkelijke manier misgegaan.” Rutte parafraserend kan er over de valse beloftes van de Vlaamse Regering over de zonnepanelen en de terugdraaiende teller gezegd worden: ‘De overheid moet haar burgers beschermen tegen rechtsonzekerheid. Dat is op een verschrikkelijke manier misgegaan.’ In Nederland neemt het hele kabinet ontslag, in Vlaanderen is politieke verantwoordelijkheid dood en begraven. Elke minister staat graag in het zonlicht als er subsidies en premies uitgedeeld mogen worden, maar geen enkele minister voelt zich aansprakelijk als burgers door het falen van hun regering in de zak gezet worden.
Nochtans was de vorige regering, die de valse beloftes deed, uit dezelfde partijen samengesteld als de huidige Vlaamse Regering: de N-VA, CD&V en Open Vld. Vooral die laatste partij is ervoor verantwoordelijk dat zonnepaneeleigenaars nu een blauwtje lopen. De terugdraaiende teller is uiteindelijk een teruggedraaide belofte geworden. Vandaag zien we meer dan een half miljoen gedupeerden en boze Vlamingen, maar geen enkele minister acht zich verantwoordelijk.
Het maken van valse beloftes is in België blijkbaar verheven tot een staatszaak, van Arco tot de zonnepanelen, telkens opnieuw worden de burgers bedrogen door de leiders die ze verkozen. Indien kiezersbedrog juridisch strafbaar was, zouden vandaag een aantal ministers of gewezen ministers voor de rechtbank staan. Daarom wil ik in deze eerste ronde, voor ik inga op de alternatieven en compensaties van deze regering, weten: welke minister, welke regeringspartij, erkent zijn of haar fout? Welke minister of welke partij neemt zijn of haar verantwoordelijkheid in dit zonnepanelendebacle?
De heer Tobback heeft het woord.
Voorzitter, dames en heren van de regering, collega's, duizenden Vlamingen hebben vorig jaar een investering gedaan in de installatie van zonnepanelen op hun dak, daartoe aangemoedigd door de Vlaamse Regering en meerderheid, een regering die zelf wel achterblijft inzake hernieuwbare energie, maar wel erg bekommerd was om er voor de verkiezingen de digitale meter door te duwen en geprobeerd heeft om die pil te verzachten met de belofte van de terugdraaiende teller.
Op de vraag van de oppositie om over die belofte advies te vragen aan de Raad van State, werd geantwoord dat: “de regering zeker is dat wat voorligt juridisch sluitend is”. Ik gebruik bewust het letterlijke antwoord van de minister op onze vragen toen. U was gewaarschuwd, en niet alleen door ons. u hebt gekozen om een gok te wagen, een gok waarmee u duizenden gezinnen in een doodlopende steeg geleid hebt en een gok waarvoor we – voor de dienst naverkoop daarvan – nu de Vlaamse belastingbetaler ten belope van 500 miljoen euro gaan laten opdraaien. Een half miljard euro is dat, dat hadden we anders kunnen besteden aan energiezuinige woningen voor al degenen die zich geen zonnepanelen kunnen veroorloven.
We kunnen maar hopen dat dat half miljard euro zal volstaan om al de gedane beloftes na te komen, meer nog, dat het zal volstaan om het vertrouwen te herstellen bij de honderdduizenden andere Vlaamse gezinnen die we nog moeten overtuigen van een duurzame shift, die daar hun huizen, hun toestellen, wagens enzovoort voor zullen moeten aanpassen. Dat is de echte tragedie achter deze shitshow, natuurlijk: voor een duurzame transitie hebben we de hulp nodig van alle burgers. U hebt het vertrouwen van die Vlaamse burgers in hun regering te grabbel gegooid. U hebt de Vlaams Regering, de Vlaamse overheid, gereduceerd tot de louche verkoper wiens verhaal je na het lezen van de kleine lettertjes niet meer durft te geloven.
Als sp.a zullen we ons in deze discussie – dat hebben we altijd gedaan – altijd constructief blijven opstellen. Maar van u, collega’s van de meerderheid, en van de Vlaams Regering wil ik nu eerst wel eens horen hoe u denkt dat vertrouwen ooit nog te kunnen herstellen na dit onvoorstelbaar pijnlijke debacle, dat helemaal op uw rekening mag staan.
De heer De Meester heeft het woord.
Minister Peeters, ik ben bijzonder kwaad, en veel mensen met mij: 600.000 gezinnen met zonnepanelen zijn gedupeerd omdat u de mensen blaasjes hebt wijsgemaakt. U, mevrouw de minister. En wie betaalt de rekening van dat politieke prutswerk? De bevolking, voor de zoveelste keer. Wij betalen de rekening. U hebt de bevolking voorgelogen, een maand voor de verkiezingen.
Wat zegt de Raad van State op 6 juni 2018? De gewesten zijn niet bevoegd. Die regeling spoort niet met de bevoegdheidsverdeling. En wat zegt u een jaar later in de commissie? ‘Ja, maar de regering is zeker dat de regeling die voorligt, juridisch stand zal houden. Leg allemaal maar zonnepanelen. Je hebt mijn woord.’ En die belofte is dus gebroken. U hebt gezegd dat de mensen nog de terugdraaiende teller konden gebruiken en u wist, de regering wist, dat dat niet kon standhouden. U hebt dat gezegd uit puur electoraal opportunisme, vlak voor de verkiezingen. En dan zijn wij, collega, de populisten.
Dit is onaanvaardbaar. En ik wil, minister Demir, dat dit opgelost wordt. De huidige compensatieregeling volstaat niet. U hoort en u leest ook het protest bij de mensen. Ik wil dat er een echte oplossing komt. Schrap om te beginnen die verplichting om die slimme meter te installeren. Geef mensen de vrije keuze tussen een digitale meter en een analoge meter met terugdraaiende teller. Dan is een groot deel van het probleem al opgelost. We gaan daar trouwens een voorstel van decreet voor indienen.
Twee, geef mensen met een slimme meter een eerlijke prijs. Want nu moeten die mensen hun stroom bijna gratis op het net dumpen en als ze ’s avonds thuiskomen van hun werk, dan mogen ze dubbel en dik betalen. Dat is een echte schande.
Ten slotte, collega’s, we zullen niet aanvaarden dat de bevolking eens te meer opdraait voor deze farce. We gaan de rekening niet betalen. Die flater van de Vlaamse Regering kost de bevolking, collega’s, een half miljard euro. We gaan niet opdraaien voor het Vlaamse wanbeleid.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Na de vorige uiteenzettingen is al duidelijk geworden wat het probleem is. Ik noteer: prutswerk, farce, shitshow, bedrog, louche verkopers en dergelijke meer. Collega’s, uiteraard is er een probleem en uiteraard zorgt de uitspraak van het Grondwettelijk Hof voor frustratie en onzekerheid bij heel veel mensen. Maar collega’s, mag het ook iets meer zijn in dit parlementaire halfrond? We gaan niemand thuis gelukkiger maken en het probleem niet oplossen met een rondje zwartepieten, dat hier daarnet is gestart.
Het is niet de vraag of het de schuld van de ‘sossen’ is of van Demir, van Peeters of van Tommelein, of – godbetert – van de ‘tjeven’. Neen, het is de vraag hoe we dit probleem kunnen oplossen en de nog veel grotere uitdaging van de totale vergroening van ons energiesysteem kunnen aanpakken. Dat is wat ons moet bezighouden, collega’s. Een oplossing voor de honderdduizenden gezinnen die de stap naar zonne-energie hebben gezet, met het oog op rendement, uiteraard, maar ook om hun steentje bij te dragen aan die strijd tegen de klimaatverandering. En deze gezinnen verdienen dus inderdaad onze steun en het is goed dat deze regering binnen de 24 uur na de uitspraak van het Grondwettelijk Hof al meteen met het statement kwam dat er een rendement van minimaal 5 procent zal worden gegarandeerd op de gerealiseerde investeringen.
Wat ons betreft, moeten we die rendementsgarantie op een slimme manier aanpakken. Waarom zouden we, voor wie dat echt wenst, inderdaad niet gewoon voorzien dat de digitale meter later uitgerold wordt. We hebben tijd tot 2029, collega’s. Laten we die tijd ook echt gebruiken. Allicht zo zullen we het rendement dat beoogd wordt, ook behalen en daadwerkelijk kunnen realiseren. Een aangepaste uitrolstrategie is hoe dan ook nodig en onderdeel van de oplossing voor het probleem.
Voor de 101.000 gezinnen die al een digitale meter hebben, collega’s, moet er zo snel mogelijk een billijke premie uitgewerkt en uitgekeerd worden. En vooral, collega’s, mensen hebben nood aan duidelijke communicatie, aan transparantie over wat er op hen afkomt en wat de voordelen zijn die we hun kunnen bieden. Straks meer daarover, voorzitter.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Voorzitter, ministers, geachte collega’s, het Grondwettelijk Hof besliste vorige week de virtueel terugdraaiende teller bij een digitale meter te vernietigen. Met dat vonnis is de ingebouwde overgangsregeling waarbij eigenaars van zonnepanelen met een digitale meter nog 15 jaar na de indienstneming van hun zonnepanelen konden genieten van de terugdraaiende teller, ongrondwettelijk verklaard. Ik begrijp, samen ook met de fractie, de reacties van de honderdduizenden getroffen gezinnen die zich nu bedrogen of bekocht voelen.
De overheid moet zorgen voor rechtszekerheid en betrouwbaarheid. Dat betekent dat de gezinnen financieel gecompenseerd dienen te worden, weliswaar zonder overcompensatie.
De Vlaamse Regering werkte onmiddellijk een financiële compensatieregeling uit voor wie de virtuele terugdraaiende teller verliest, zowel voor de prosumenten die al een digitale meter hebben als voor diegenen waar nog een digitale meter geïnstalleerd moet worden. De exacte details van deze regeling worden momenteel uitgewerkt, maar het principe is al duidelijk: wie zijn of haar investering nog onvoldoende kon terugverdienen, mag rekenen op een financiële compensatie vanuit de Vlaamse Regering. Het is de bedoeling om te garanderen dat zonnepanelen op een termijn van vijftien jaar een rendement van 5 procent opleveren.
Mijn fractie is dan ook tevreden met die oplossing en met de financiële compensatie waarin wordt voorzien, maar vooral ook met het feit dat daardoor geen kosten opnieuw verdoken worden doorgeschoven naar de energiefactor. We moeten het vertrouwen in de Vlaamse overheid herstellen zodat mensen opnieuw bereid zijn om te investeren in hernieuwbare-energietoepassingen en in energiebesparende maatregelen bij het renoveren van hun woningen. Want de goedkoopste energie is en blijft de energie die je niet verbruikt.
De heer Rzoska heeft het woord.
Collega’s, er is iets fundamenteel mis met de manier waarop de Vlaamse Regering al jaren omgaat met het energiedossier. Het zonnepanelendossier is daar het bewijs van – het bewijs dat, als het over hernieuwbare energie gaat, deze Vlaamse Regering en de vorige niet bezig zijn met de toekomst maar alleen met de eigen volgende verkiezingen. Vroeg of laat knal je dan tegen de muur, met alle gevolgen van dien. Dan voelen vele honderdduizenden Vlamingen zich bedrogen, mijnheer Schiltz. Misleid. En terecht.
Stelt u zich even in de plaats van heel wat bewuste Vlamingen die hebben geïnvesteerd in zonnepanelen. Zij zagen ministers van deze regering over de vijftien jaren terugdraaiende teller woorden gebruiken als ‘wij garanderen u’, ‘het rendement op uw zonnepanelen is verzekerd’, ‘wat houdt u nog tegen om het te doen?’. En wat is er dan fundamenteel fout? Dat u vlak voor de verkiezingen arrogant negatieve adviezen van tafel veegde, zelfs een advies van de Raad van State.
Een democratie, een parlement: dat is macht en dat is tegenmacht. Regering en parlement. U luistert niet naar de experten. U luistert zelfs niet naar het parlement. U vaart blind door. Want ook hier in het parlement lacht u de oppositie weg als er kritische vragen worden gesteld of – godbetert – amendementen op tafel worden geschoven. ‘Niet de moeite!’ Behalve als u in de problemen geraakt met uw eigen beleid. Dan is de oppositie wel degelijk bruikbaar om er in de buitenwereld op te wijzen dat ook zij niet hebben tegengestemd. Blijkbaar is de onthouding de nieuwe ja-stem.
Er heerst, collega’s, een cultuur van onverantwoordelijkheid. Een cultuur die al vijftien jaar regeert. Deze Vlaamse Regering en de vorige regeren niet maar reageren. Keer op keer moeten de Vlamingen daarvoor een prijs betalen. Keer op keer ervaart de Vlaamse Regering het negatieve gevolg. Het is paniekvoetbal. Dat zou niet mogen zijn.
Ook na de regeling, collega’s, die vorige week zomaar op tafel kwam, een nieuwe compensatieregeling op 24 uur tijd, met de aankondiging dat het deze keer wel zal lukken, blijven de mensen boos. En waarom?
Kunt u afronden?
Ik ga afronden.
Opnieuw horen ze een minister garanderen dat deze oplossing geen juridisch prutswerk is. Op basis waarvan?
Dit systeem moet stoppen. Dit schaadt ons allemaal. Dit schaadt de politiek. Maar vooral, dit doet het draagvlak voor hernieuwbare energie afbrokkelen. U draagt, beste Vlaamse Regering, een verpletterende politieke verantwoordelijkheid.
De heer Schiltz heeft het woord.
Collega’s, wie aan politiek doet, moet twee dingen voor ogen houden. Ten eerste, welke richting sturen we de maatschappij uit? En ten tweede, hoe banen we het pad daarnaartoe? In dit concrete dossier betekent dat: hoe bouwen we een welvarend energiesysteem voor Vlaanderen waarbij er voor iedereen schone energie is die meer opbrengt? Dat is een doelstelling die we met z’n allen delen. Maar als het dan gaat over de weg daarnaartoe, is het minder duidelijk. Dan merken we dat het in een complex en technisch dossier moeilijk is om stappen vooruit te zetten die niemand achterlaten, die volstrekt helder zijn en juridisch waterdicht. Het is al te gemakkelijk voor de oppositie om vandaag te schermen met adviezen die niet gevolgd zouden zijn.
Ten eerste is die terugdraaiende teller – en laat me dat voor eens en altijd duidelijk stellen – nodig. De oude bestaat niet meer. Die digitale teller komt er hoe dan ook op een bepaald moment. Europa wil die meter, de regulator wil die meter, de netbeheerder wil die meter, en ook tal van innoverende Vlaamse bedrijven zitten daar op te wachten. (Opmerkingen)
De heer Schiltz heeft het woord.
Maar uiteraard collega’s, kan die digitale teller er niet tegen elke kost komen. Daarom heeft het parlement, ook de oppositie, zich verzet tegen een regeling die honderdduizenden eigenaars van zonnepanelen in de kou zou zetten. Het amendement dat in het parlement is ingediend, heeft er alles aan gedaan om het draagvlak voor hernieuwbare energie te garanderen, om te tonen dat wij een overheid zijn die haar woord houdt, dat wij investeringszekerheid bieden. En dan kunt u vandaag zeggen dat dat goed of niet goed is. Als u zegt dat het een goede piste is, dan daag ik u uit om er eentje te vinden waar geen enkel juridisch risico over bestaat.
Wij hebben de adviezen van de Raad van State gelezen, er zijn aanpassingen gebeurd aan het decreet, er zijn drie bladzijden argumentatie toegevoegd waarom we dachten dat het wel een Vlaamse bevoegdheid was. Ja, collega's van de oppositie, ik ben een politicus die beleid wil maken, die vecht voor de rechtszekerheid en voor het algemeen belang, maar ik ben geen rechter, dat is de taak van de rechtbanken. Wij maken beleid, wij strijden voor het algemeen belang. De rechtbank is de scheidsrechter die toeziet op het respecteren van de regels.
We zijn teruggefloten door het Grondwettelijk Hof, dus nederig aanvaard ik die uitspraak maar vastberaden ben ik om hetzelfde engagement op te nemen. Het is niet omdat er een technisch mankement zat in een regeling dat ons engagement en onze belofte tegenover de bevolking kaduuk zou zijn. En dus minister, kijk ik ernaar uit om met u samen te werken na de eerste zekerheid om ook in de diepte een regeling uit te werken die even robuust is als de belofte die we hebben gemaakt.
Minister Demir heeft het woord.
Dames en heren collega’s in het parlement, ik heb de afgelopen dagen verschillende verklaringen van verschillende partijen in de media gehoord. Ik heb de voorzitter van Open Vld gehoord, die zegt dat het gaat over een collectieve verantwoordelijkheid en niet over de verantwoordelijkheid van individuele ministers. Ik heb de N-VA horen vragen hoe het komt dat de Federale Regering met Open Vld op kop in beroep gaat bij het Grondwettelijk Hof tegen een voorstel van een minister. Ik hoor de oppositie zeggen dat zij wist dat het systeem niet goed in elkaar zat en zich dan ook heeft onthouden. CD&V heb ik niet gehoord.
Er valt voor alles wat we in de media hebben gehoord, iets te zeggen, maar ik denk dat in dit dossier de politiek vooral nederig en bescheiden moet zijn. We moeten met zijn allen erkennen dat de overheid hier een slechte beurt heeft gemaakt bij de bevolking en moeten dus met zijn allen in de spiegel kijken en op zoek gaan naar robuuste en juridisch onderbouwde oplossingen.
Ik hoor de heer Danen in de media zeggen, en ook de fractieleider zegt dat, dat we zo snel waren met die oplossing, 24 uur na het arrest. Het zou nogal raar zijn als ik als bevoegd minister met mijn vingers zou zitten draaien en het arrest niet had zien aankomen. Uiteraard hebben we verschillende pistes voorbereid.
Sinds mijn aantreden heb ik – en sommigen onder u hebben me dat verweten – telkens wanneer een installateur of een krant de regeling met de terugdraaiende teller garandeerde, gezegd dat dit niet klopte. Er hing ons nog een zwaard van Damocles boven het hoofd; er was immers nog een procedure hangende bij het Grondwettelijk Hof. Het was dus belangrijk dat ook die informatie werd meegedeeld. Maar sommigen onder u vonden dat ik te negatief was. Ik denk echter dat het belangrijk is om de consument altijd goed en correct te informeren, en dat heb ik ook gedaan.
En uiteraard hebben wij bij die regeling rekening gehouden met verschillende stukjes. Het was heel belangrijk dat het genomen engagement ten opzichte van die eigenaars van zonnepanelen ... Die mensen zijn enorm kwaad, boos – en terecht, echt terecht. Ik begrijp dat ze boos zijn. Ik zou zelf ook boos zijn in dat geval. Daarom vond ik het belangrijk dat we voorbereid waren, dat we een oplossing hadden en dat we het in de schoot van de Vlaamse Regering hebben besproken.
Die oplossing is redelijk. Ik hoor hier vanop de banken: ‘Ja maar, het moet exact hetzelfde zijn.’ Deze oplossing, die eenmalige compensatieregeling, is een redelijke oplossing in die nieuwe realiteit. Je moet ook rekening houden met het grotere plaatje en het algemeen belang zien.
Wat zullen we doen? We zullen nu die 101.000 gezinnen die rechtstreeks getroffen zijn, mensen die zonnepanelen hebben gekocht en een digitale teller hebben, die eenmalige compensatie dit jaar nog uitbetalen. We werken nu dag en nacht, ook tijdens het weekend, samen met het Vlaams Energieagentschap, om dat goed te krijgen. We vertrekken inderdaad van een referentie-installatie, om voor een gemiddeld project een rendement van 5 procent te berekenen. Waarom die 5 procent? Omdat we dat ook doen voor de toekomst. Dat is redelijk.
Die financiële compensatieregeling zal ook gelden voor die 470.000 gezinnen, eigenaars van zonnepanelen die nog geen digitale meter hebben. Daarom heb ik ook gezegd dat we even de pauzeknop zullen indrukken wat de uitrol van de digitale meter betreft. De vorige regering had het plan de digitale meter prioritair te installeren bij de mensen die zonnepanelen hebben. We staan nu voor een andere realiteit. Het lijkt me dus ook logisch dat we de pauzeknop indrukken en dan bekijken hoe we de uitrol kunnen aanpakken. Ik zal het niet prioritair laten installeren bij mensen met zonnepanelen, dat zullen we niet doen.
Verder hebben we de lijn met de Federale Regering opengelegd. Ik heb deze week contact opgenomen met de regering, omdat we ook moeten kijken naar de btw-verlaging naar 6 procent voor de thuisbatterij.
Is dit nu de gedroomde oplossing? Indien u aan mij vraagt of ik dit allemaal perfect vind, zal ik neen antwoorden. Ik had het zelf ook liever anders gewild. Dit moet nog naar de Raad van State, we zullen daarover advies krijgen. Ik hoop dat de teksten ergens in april juridisch in orde zullen zijn, zodat we nadien kunnen uitbetalen en het dit jaar geregeld is. Is dit de gedroomde oplossing? Nee, maar het is wel de meest redelijke en haalbare oplossing die we vanuit deze regering kunnen geven aan al die mensen die getroffen zijn door de beslissing in het arrest van het Grondwettelijk Hof.
Het arrest van het Grondwettelijk Hof heeft er natuurlijk ook wel voor gezorgd dat de kosten van die terugdraaiende teller niet in de energiefactuur zit. We hebben met deze regering beslist – en dat was een bewuste keuze – om dat niet in de energiefactuur op te nemen. We zullen dat doen via de begroting. Het gaat om een kostprijs van ongeveer een half miljard euro. Dat is heel veel geld. Ik hoor de oppositie zeggen: ‘Ja maar, het moet volledig worden vergoed.’ Ik vind dat je het algemeen belang moet vooropstellen. Er zijn mensen die geen zonnepanelen hebben. Dit bedrag is een redelijk bedrag. Het is een bewuste keuze om dat niet ‘in den duik’ weg te moffelen in de energiefactuur. Ik vind het immers belangrijk dat we de mensen recht in de ogen kunnen kijken.
Beste collega's, we moeten ook lessen leren. Heel de politieke cultuur van 2002 tot nu rond hernieuwbare energie heeft 30 miljard euro gekost. 30 miljard euro, in hernieuwbare energie!
En inderdaad, we halen de doelstelling niet, we halen ze niet. En dat moet ons ertoe aanzetten om er eens over na te denken. Eén, we moeten komaf maken met die oversubsidiëring. Dat doen wij ook. Een jaar geleden hebben we die oversubsidiëring al aangepakt bij zonnepanelen, maar ook bij windmolens. Kijk ook naar de achterpoortjes van de chiptuning met windmolens. Daarover waren ook verschillende collega’s boos – ‘Maar minister, wat bent u aan het doen?’ – omdat ik dat niet wilde. We hebben daar inderdaad 70 miljoen euro van kunnen redden.
Ten eerste moeten we dus de oversubsidiëring aanpakken. Ten tweede mogen we dit in de toekomst ook niet meer wegmoffelen in de energiefactuur.
Dus, beste collega’s, dames en heren, er is een oplossing in de maak voor al die gezinnen. We zijn ook aan het bekijken met Fluvius hoe we die digitale meter zullen uitrollen, vandaar ook die pauzeknop.
We moeten natuurlijk ook naar de toekomst kijken. Ik vind het wel heel belangrijk – dat wil ik benadrukken – dat heel veel mensen het vertrouwen kwijt zijn in het energiebeleid. Ik lees dat, ik voel dat, ik word daar ook over aangesproken. Dat is nu net wel een probleem, want we zitten in het midden van de weg naar een energietransitie. Dat vertrouwen moet dus hersteld worden. Ik wil en ik zal dat vertrouwen ook herstellen, maar dat zal met zijn allen moeten gebeuren, met iedereen hier in dit parlement maar ook bijvoorbeeld met de VREG. Ook de VREG zal goed moeten communiceren over het capaciteitstarief en zal aan de mensen moeten uitleggen hoe die digitale teller in elkaar zit. Ook de VREG heeft dus een rol. Ook de installateurs hebben een rol, evenals de energieleveranciers. Ook met hen zal ik binnenkort aan tafel zitten over de terugleververgoeding die de regering mogelijk gemaakt heeft. We hebben een beslissing genomen op dat vlak: vanaf januari kunnen mensen een B2B-contract (business-to-business) sluiten om die terugleververgoeding te ontvangen als ze te veel stroom injecteren. Dan hoop ik dat dat lukt, samen ook met het beleid inzake de renovatie van huizen, want daar zet deze regering enorm op in. Het renoveren van daken en buitenmuren, asbestverwijdering: daar zetten we volop op in. We zullen vooruit moeten gaan met al die elementen. Maar het vertrouwen herstellen van de burger vanuit de overheid, is voor mij cruciaal. Dat begint in de eerste plaats door de redelijke vergoeding binnen een goede termijn, dit jaar nog, uit te betalen.
Collega Tobback, ik denk dat u het systeem nog altijd niet doorhebt. Nu is het aan de Vlaams Belangfractie. (Opmerkingen van Bruno Tobback)
Momentje, momentje. U kunt uw kalmte soms toch wel bewaren?
Ik heb op het Uitgebreid Bureau heel duidelijk gezegd – en iedereen was daar eigenlijk voorstander van en het was ook op vraag van een aantal bureauleden – dat het hier geen debat wordt zoals we in het verleden al gehad hebben, waarbij iedereen elkaar begint te onderbreken omdat een bepaalde fractie toevallig als laatste of voorlaatste op de lijst staat.
Collega Janssens, vermoed ik, krijgt nu opnieuw vijf minuten. Als u wilt tussenkomen, komt u tussen op iets dat collega Janssens heeft gezegd en waarmee u het eens of niet eens bent, of op een repliek vanuit de regeringsbanken. Maar u gaat nu zelf niet beginnen aan uw eigen betoog, dat misschien als een van de laatste in de rij komt. Afgesproken? Als u er zich niet aan kunt houden … (Opmerkingen van Willem-Frederik Schiltz)
U zit gewoon altijd in mijn vizier. Ik kijk gewoon ook graag naar u. Dat is een compliment.
Als dat niet helpt, collega’s, ik heb hier nog altijd een knopje waarmee ik de micro’s kan uitzetten.
De heer Janssens heeft het woord.
En een hamer, voorzitter.
Een eerste opmerkelijke vaststelling, collega’s van de meerderheid en leden van de regering, is dat er een overheid is die de afspraak met de burgers niet nakomt, een overheid die zelf rechtsonzekerheid creëert, maar die blijkbaar vindt dat ze daarmee weg mag komen. De burger wordt bekocht. De burger is terecht woedend, want net door al die mooie verhaaltjes, door die valse beloftes van de vorige regering, hebben vele gezinnen vorig jaar nog hun dak vol zonnepanelen gelegd. Vorig jaar was dan ook een topjaar voor zonnepanelenverkoop. Dan hoor ik minister Demir zeggen: ‘Dit geeft een deuk in het vertrouwen in het energiebeleid.’ Ik denk dat dit een deuk geeft in het vertrouwen in de politiek in het algemeen. Schrik dan ook niet als binnenkort burgers hun wantrouwen in de politieke leiders op een of andere manier duidelijk maken. Want inderdaad, er zijn door die vorige regering fouten gemaakt. Er zijn herhaaldelijk valse beloftes gedaan, vooral door ministers van Open Vld. Gewezen minister Bart Tommelein zei: ‘Ik zal die mensen met zonnepanelen nooit in de steek laten; ik zal er persoonlijk voor zorgen dat het rendement niet achteruitgaat.’ Minister Lydia Peeters, toen nog minister van Energie, zei op Twitter, toen ze een malcontente reactie kreeg: ‘Het Grondwettelijk Hof zal ons volgen, ik ben daarvan overtuigd. We hebben een juridisch goed onderbouwd dossier. We staan sterk in onze schoenen.’
Blijkbaar moesten de mensen worden overtuigd om ten koste van alles naar duurzame energie over te stappen. Daar betalen die mensen die de oproep van de vorige Vlaamse Regering zijn gevolgd, nu de rekening van. Ook de nieuwe Vlaamse Regering, die weliswaar uit dezelfde partijen als de vorige Vlaamse Regering bestaat, gaat niet vrijuit. Op de dag waarop het Grondwettelijk Hof de regeling heeft vernietigd, zei niemand in heel Vlaanderen dat dit een verrassing was, behalve allicht minister Peeters, die herhaaldelijk heeft verklaard dat ze er 100 procent van overtuigd was dat de Vlaamse regeling de toetsing door het Grondwettelijk Hof zou doorstaan.
Ook in het regeerakkoord van de Vlaamse Regering en in de beleidsnota Energie staat niets over de risico’s voor de consument, indien het Grondwettelijk Hof de Vlaamse regeling zou vernietigen. Zowat iedereen hield er rekening mee dat de regeling met de terugdraaiende teller vernietigd zou kunnen worden, maar toch was er geen plan B.
Minister Demir, u hebt verklaard dat u de consumenten hebt proberen te waarschuwen. Ik heb een beetje gezocht naar uitspraken hierover. Het is wachten tot 9 juli 2020 vooraleer op uw facebookpagina voor het eerst een bericht verschijnt dat de consumenten waarschuwt voor de eventuele gevolgen, maar toen was het kwaad al geschied en lagen de zonnepanelen bij veel mensen al op de daken. Trouwens, wie uw facebookaccount om een of andere reden niet volgt, is op een geen enkele andere manier door de Vlaamse overheid geconsulteerd of bericht over de risico’s in verband met het Grondwettelijk Hof.
U wilt de digitale teller nu on hold zetten. Waarom hebt u met de plaatsing van de digitale teller bij zonnepaneeleigenaars niet gewacht tot er een uitspraak van het Grondwettelijk Hof was en er dus rechtszekerheid was? Nu blijven veel mensen met onduidelijkheid achter.
U krijgt deze dagen ongetwijfeld veel mails. Ik heb gezien dat u al die boze verzenders van mails een standaardantwoord stuurt waarin u zegt begrip te hebbenvoor de boosheid van de gedupeerde Vlamingen. Er zijn me een aantal mails doorgestuurd en dat zijn allemaal dezelfde. U stelt daarin het volgende: “De overheid heeft een slechte beurt gemaakt.” Het volgend zinnetje vind ik heel ontluisterend: “In de vorige regeerperiode zijn u dingen beloofd die niet konden worden waargemaakt.” In de vorige regeerperiode was uw partij de grootste partij en de leider in de regering-Bourgeois. Wie heeft dan die valse beloftes gedaan? U stelt, uit een zekere vorm van schuldbesef, in uw mail dat er fouten zijn gemaakt en dat er valse beloften zijn gedaan. Als de Vlamingen door hun Vlaamse Regering zijn belogen en bedrogen, wie is daar dan in hemelsnaam verantwoordelijk voor? Welke conclusies trekken u en de partijen die het decreet hebben goedgekeurd hieruit? Wie moet voor die fouten opdraaien? Wat ik nu zie, is dat de enigen die hiervoor opdraaien, belogen, bedrogen en gedupeerde belastingbetalers zijn. De bevoegde minister en de Vlaamse Regering gaan blijkbaar vrijuit.
Hoe hoog zal de compensatiepremie zijn? Niemand weet het op dit moment met zekerheid. Zal die compensatiepremie voor de zonnepaneeleigenaars wel de toetsing door het Grondwettelijk Hof doorstaan? Fluvius zal de digitale meter nu minder uitrollen bij mensen die zonnepanelen hebben, maar zal straat per straat en wijk per wijk werken. Er is met betrekking tot dit dossier al veel onduidelijkheid geweest. Zullen de mensen nu eens weten wanneer ze aan bod zullen komen en wanneer welke straat en welke wijk aan bod zullen komen? Daar kan dan bijkomend een vorm van discriminatie ontstaan. Wie eerst aan bod komt, zal het voordeel van de terugdraaiende teller verliezen. Is dat ook geen vorm van discriminatie?
De heer Tobback heeft het woord.
Voorzitter, ik voer nu al twee legislaturen na elkaar oppositie tegen deze meerderheid van de N-VA, CD&V en Open Vld. We hebben altijd geprobeerd om dat op een constructieve manier en met voorstellen te doen. Ik ben misschien het slechtste voorbeeld in mijn fractie, want anderen hebben dat beter gedaan. Ik heb het verslag van de besprekingen geprint. We hebben hier in het verleden alternatieven op tafel gelegd, waaronder een uitstel van de digitale meter tot de beloftes konden worden waargemaakt.
Er is, niet alleen in dit of een ander dossier – het was trouwens mijn collega Rob Beenders, dus het zal niet aan mij of aan mijn toon hebben gelegen dat men het heeft genegeerd –, op geen enkele van die suggesties ooit ingegaan.
Eén zaak ga ik hier niet accepteren, ook niet van u, minister, zelfs al zat u niet in de vorige legislatuur: als de meerderheidspartijen en de regering het vertikken om ook maar op één opmerking, zelfs een constructieve, van de oppositie in te gaan, dat het dan achteraf, ‘when the shit hits the fan’ en als blijkt dat u daar compleet uit de bocht bent gegaan en er een hoop burgers mee te kakken hebt gezet, wij en de politiek samen zijn. Nee, u – en nog eens, ik wil voorlezen wat iedereen heeft gezegd in de vorige legislatuur. Het zijn niet wij. Het zijn de Vlaamse Regering, de Vlaamse meerderheid, de collega's Schiltz, Gryffroy en anderen die die amendementen hebben ingediend, en minister Peeters die ze heeft verdedigd en heeft gezegd: ‘Het is juridisch absoluut zeker, je kunt op je twee oren slapen.’ Het zijn niet wij.
Neem het niet persoonlijk, maar ik pik het vooral niet dat men de hele politiek probeert zwart te maken om de eigen stommiteiten in te dekken. Het is u die uit de bocht bent gegaan, het is u die alle adviezen van de Raad van State, van de VREG en van de oppositie en al de alternatieven die op tafel ter stemming zijn voorgelegd, hardnekkig heeft genegeerd en gewoon vooruit is gestormd. Niet wij, u.
De heer Schiltz heeft het woord.
Dus collega's, dat is dan uw antwoord. De adviezen van de oppositie – toch die van u – bestonden erin te verwijzen naar de adviezen van de Raad van State en de VREG.
Collega Tobback, voor alle duidelijkheid, de discussies in de commissie gingen over de vraag of we als parlement mochten beslissen over die overgangsregeling dan wel of het de regulator moest zijn, een kwestie die in heel Europa nog moet worden getrancheerd. Jawel, mijnheer Tobback, jawel, daar is uren debat over gevoerd. Over de vraag of het stukje federaal met de transmissietarieven en de btw mee mocht terugdraaien of niet, daar is het amper overgegaan. Daar heeft de Raad van State inderdaad één artikel aan gewijd, een zeer beknopt artikel, waar drie bladzijden tegenargumentatie tegenover stonden.
Ik herhaal opnieuw, het is niet omdat er een advies is, dat dat heilig is. De Raad van State is niet het Grondwettelijk Hof. De Raad van State geeft advies, er is naar geluisterd, er is gewikt en gewogen, en wij hebben gekozen om maximale zekerheid proberen te bieden. Als dat dan wordt vernietigd, wel – ik heb het u gezegd –, dan gaan wij met nederigheid en vastberadenheid aan de slag. Inderdaad, dan keren we terug op onze stappen en dan bekijken we hoe we die zekerheid opnieuw kunnen bieden. Het zal op een andere manier moeten. We zullen het eens heel grondig moeten doorpraten, veel grondiger dan u ooit hebt gedaan.
Collega Tobback, ik vind het wel straf, ik vind het echt wel heel straf. Al jarenlang zijn we de miserie aan het opkuisen van een systeem dat van in het begin kaduuk was. Het subsidiesysteem voor hernieuwbare energie is al sinds mensenheugenis een blok aan het been van elke regering, of er nu socialisten, christendemocraten, liberalen, nationalisten of ecologisten in zitten, het is altijd hetzelfde.
Dus inderdaad, minister, misschien is het nu tijd om echt eens schoon schip te maken en de oppositie uit te nodigen om constructieve voorstellen te doen, om de Federale Regering uit te nodigen om constructieve voorstellen te doen, want dit kan niet verder. We kunnen hier vandaag nog lang over schuld en boete praten, maar ik wil oplossingen en zekerheid. Dat gaat niet over het zwart maken van heel de politiek, neen. Ik heb gezegd ‘nederig’, inderdaad. We hebben geprobeerd met alles wat we in ons hadden en het is niet gelukt. Wel, nu gaan we het anders aanpakken, maar nu tot in de diepte en tot op het bot.
De heer De Meester heeft het woord.
Collega Schiltz, ik geloof mijn oren niet als ik u bezig hoor. Het energiebeleid is een blok aan het been van elke regering. Open Vld zat niet in elk van die regeringen de voorbije twintig jaar? U hebt het energiebeleid gedurende twintig jaar mee vormgegeven, u bent politiek verantwoordelijk. Maar dat is vandaag blijkbaar de grote moeilijkheid van deze Vlaamse politieke elite, die verantwoordelijkheid nemen. Dat is het probleem.
Mijnheer Schiltz, als u durft te zeggen dat het advies van de Raad van State in een of ander onbenullig paragraafje een toespeling heeft gemaakt, dan liegt u. Ik heb hier het advies van de Raad van State van 20 maart 2018. Het zijn drie, vier volle pagina's, vanaf pagina 6, zeer expliciet over die overgangsregeling die u, mijnheer Schiltz, als amendement in het decreet hebt ingeschreven, samen met collega’s Bothuyne en Gryffroy. Drie pagina's lang antwoordt de Raad van State zeer uitgebreid op dat argument, met verwijzingen naar vorige adviezen. De Raad van State zegt dat de gewesten niet bevoegd zijn. Die regeling spoort niet met de bevoegdheidsverdeling.
Dus kom mij hier alstublieft niet zeggen dat u het niet wist, dat het allemaal zeer onduidelijk was, want het was overduidelijk. U hebt dat een maand voor de verkiezingen uit puur, plat electoraal opportunisme doorgeduwd en de mensen, die zeshonderdduizend mensen, blaasjes wijsgemaakt. Dat is de realiteit.
De heer Danen heeft het woord.
Collega’s van de meerderheid, nu het probleem bijna onoplosbaar lijkt, zegt u tegen ons: ‘Los het op, geef voorstellen.’ Wel, mijnheer Schiltz, wij hebben oplossingen naar voren geschoven nog voor er over het decreet werd gestemd. En ik wil nogmaals één heel belangrijke oplossing naar voren schuiven, met een tweede, korte element dat eraan vasthangt. Wij hebben gezegd: ‘Duw die digitale meter niet door de strot van de Vlaming.’ Geef ze de opt-outmogelijkheid. Dat wil zeggen dat je ze de keuze geeft om ervoor te kiezen of er niet voor te kiezen. Ik heb daar met collega Rob Beenders rond samengewerkt, en we hebben samen gezegd: ‘Verleid de mensen, doe moeite om de mensen te doen kiezen voor de digitale meter.’ Dan heb je voorlopers, mensen die in het midden lopen en mensen die achteraan lopen. En in 2029 zouden we iedereen hebben kunnen aanmoedigen om voor de digitale meter te kiezen, zonder veel protest. Dat was een heel cruciale oplossing.
Maar nu de fundamenten van het beleid zijn weggehaald, nu het huis wankelt, nu er koterij na koterij is aangebouwd, kunt u niet meer zeggen: ‘Los het op.’ Want het is al veel te ver gekomen. Nu komen er inderdaad oplossingen vanuit de meerderheid, en wij zullen ze boordelen. Ik ben bereid om samen met jullie te denken aan oplossingen. Maar neem dan die uitgestoken hand aan en wuif ze niet hoogmoedig weg, zoals jullie twee jaar geleden systematisch hebben gedaan.
Er is nog een tweede element. We hebben ook gevraagd om een bijkomend advies van de Raad van State, ter behandeling van het decreet zoals het voorlag. Maar ook dat is heel hooghartig weggewuifd. Kom dus nu niet zeggen dat jullie adviezen hadden en dat jullie eraan tegemoet zijn gekomen. Dat klopt gewoon niet. Het decreet was aangepast maar het was nog kaduuk. De vraag voor een bijkomend advies is hooghartig weggewuifd. Stop daarmee en voer alsjeblieft een energiebeleid op lange termijn, met een horizon, waaraan we stap voor stap voor stap kunnen werken. Dat moeten we doen. En dat willen we ook samen doen. Maar los eerst dit broddelwerk op.
De heer Tobback heeft het woord.
Collega Schiltz, u zegt niet onterecht dat het energiebeleid in het verleden zoekende is geweest en fouten heeft gemaakt. Maar sommigen hebben daar lessen uit geleerd, ook al in de vorige legislatuur. Zij hebben ervoor gepleit om, als je niet zeker bent, toch even te wachten. En u doet nu de hele tijd schamper: ‘Uw oplossing was uitstel, uw oplossing was uitstel.’ Maar ik vind het heel raar dat u daar zo schamper over doet, want wat is het eerste wat deze regering aankondigt? ‘We gaan het nu even op pauze zetten, we gaan de verdere uitrol uitstellen.’ Ik kan u zeggen dat, als u het toen had uitgesteld, u nu niet een half miljard uit de schuif had moeten trekken om de shit op te lossen. En ik ga die term blijven gebruiken, want dat is het. Het is voor u heel gemakkelijk om te zeggen dat het fout was. ‘Er zat een technisch mankementje in, dus nu moeten we nederig op onze stappen terugkeren.’
Als ik nu thuis zat te kijken naar dit debat, in de wetenschap dat ik ben meegegaan in de verkooppraatjes van mevrouw Peeters, van mijnheer Tommelein en van uzelf, en een paar tienduizend euro heb gestoken in een warmtepomp en zonnepanelen, op basis van het feit dat u mijn rekening weer zou doen kloppen, dan zou ik eens heel hard lachen, om niet te zeggen mijn schoen naar uw hoofd gooien als ik u hoor zeggen dat we nederig op onze stappen gaan terugkeren. Er liggen duizenden, duizenden en duizenden euro’s schulden bij een aantal mensen die niet zo gemakkelijk op hun stappen zullen terugkeren, mijnheer Schiltz.
Het is heel gemakkelijk. Wat had u moeten doen? Inderdaad, u zegt het zelf: de weg was niet duidelijk. Collega Schlitz, en de collega’s van de rest van de meerderheid, die dan ineens stil worden, als de weg niet duidelijk is, dan loop je niet blind naar voren zo snel als je kunt. Dan wacht je even tot je weet waar het naartoe gaat. En dat was ook onze oproep in april 2019. Dat is wat u allemaal naast zich hebt neergelegd, want die digitale meter kon niet snel genoeg komen. Dat moest en dat zou. Nu is een pauze ineens geen probleem, maar toen? Neen, dat zou een schande geweest zijn.
Stop toch met die kakofonie. Geef die fout toe. Maar geef ook toe dat deze manier van aan politiek doen, van beleid voeren, ook aan haar einde is gekomen. Want je kunt niet nederig op je stappen blijven terugkeren. Op een gegeven moment zijn de vijfhonderd miljoen en de halve miljarden op, nog daargelaten het feit dat we hier al jaren aan het discussiëren zijn over miljoenen en miljarden die we zouden kunnen investeren in dingen die meer hernieuwbare energie, meer levenscomfort en meer gelijkheid zouden meebrengen. Daarvan zegt deze Vlaamse Regering dan dat we daar geen geld voor hebben.
Bij ieder voorstel vanuit de oppositie is het dat we de rekening voor de volgende generaties niet in gevaar mogen brengen. Maar, o wee, als er een dikke fout gemaakt is, dan gaat er een schuif open en ligt er een half miljard euro klaar om de rommel op te kuisen. Dat is 500 miljoen euro die we nu niet zullen kunnen besteden aan degenen die dat hard nodig hebben, die hernieuwbare energie het hardst nodig hebben, die geïsoleerde woningen het hardst nodig hebben. Die gaan we nu besteden aan het compenseren van uw stommiteiten.
De heer Schiltz heeft het woord.
En zo verzanden we toch in een welles-nietesspelletje, collega Tobback. Ofwel ben ik schamper ofwel ben ik nederig. Ik heb gezegd dat ik nederig ben. Trouwens, ik herinner me de debatten in de commissie. Daar was ik ook nederig. Daar hebben we rustig geargumenteerd, met argument en tegenargument. In de laatste bespreking over het amendement dat we hebben neergelegd, was de regeling veel beter. Er was nog altijd een voorbehoud bij de oppositie of het voldoende was, dat klopt. We hebben daarover gediscussieerd, maar toen hebt u niet moord en brand geschreeuwd dat het een schandaal was, dat we met ons hoofd tegen de muur aan het lopen waren, dat we hooghartig de adviezen negeren. Dat hebt u niet gezegd. Er is toen vastgesteld dat er een aantal aanpassingen zijn gedaan en de vraag werd opgeworpen of we nog eens advies moesten vragen, voor een derde keer, bij de Raad van State. U weet ook dat men bij de Raad van State geen advies kan blijven vragen over hetzelfde onderwerp. Neen, mijnheer Tobback, dat is niet zo. Het is niet omdat u het drie keer herhaalt dat het dan waarheid wordt. U hebt soms een beetje die neiging, maar dat is niet zo.
Collega's van de oppositie, ook van Groen, over het uitstel van de digitale teller is ook gediscussieerd. Die is trouwens een tijd uitgesteld, dat is al gebeurd. Wanneer de regulator mij komt vertellen: ‘Mijnheer Schiltz, houdt u klaar, houdt u vast aan uw bretellen, want er komt een capaciteitstarief aan, een ander tarief’, dan denk ik: ‘Oei, bent u zeker dat u goed weet wat de impact daarvan zal zijn?’. ‘Neen, dat weten we niet, maar de digitale meter zal ons daarbij helpen.’ Dan ben ik er inderdaad bezorgd over om dat nog eens uit te stellen en nog eens uit te stellen en nog eens uit te stellen.
Collega's, ik kom terug op mijn eerste punt: wij hebben een regeling gezocht die zoveel mogelijk stabiliteit biedt en die tegelijkertijd de vooruitgang niet tegenhoudt. Weet u wat gemakkelijk is? Dat is niets doen. Dat is heel gemakkelijk, niets doen. Ik verwijt dat niemand in de zaal, maar ik pik het niet dat men de rationele debatten, volwassen debatten in commissies, waar argumenten en tegenargumenten worden uitgewisseld, waar men niet tot een consensus maar toch dichter bij elkaar is gekomen, nu allemaal vergeten is. U kunt ervan zeggen wat u wilt, maar ik sta recht in mijn schoenen. Ik heb die regeling verdedigd en ik zal elke volgende regeling die zekerheid en stabiliteit biedt, ook verdedigen. Ik ben niet beschaamd om vast te stellen dat deze regeling vernietigd is. Dat is zo. We leven in een complex land met een complexe verdeling van bevoegdheden. Daar is ook nog werk aan de winkel.
Als ik dan de hand uitsteekt naar de oppositie, dan zegt u dat u het nu mag gaan oplossen. Het is het ene of het andere: ofwel werken we samen, ofwel zijn we hooghartig. Maar de twee samen, dat gaat niet. Ik wil samenwerken, ik heb dat altijd willen doen, ik heb naar elk argument geluisterd, ik heb naar de Raad van State geluisterd, ik heb naar andere collega's geluisterd en we zullen nu opnieuw moeten luisteren om hieruit te raken. Maar hier elkaar verwijten maken, daar is niemand bij gebaat en zo komt geen enkele oplossing dichterbij.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, ik wil heel kort reageren op collega Tobback. Zijn tussenkomst is samen te vatten tot – en hij heeft het tot zeven keer toe herhaald: ‘Het zijn niet wij.’ Collega's, ik was mijn tussenkomst daarnet begonnen met te vragen om geen rondje zwartepieten te gaan organiseren. Ik stel na twee tussenkomsten van de oppositie vast dat het voornamelijk daarover gaat: het zijn de anderen die het gedaan hebben.
Collega Tobback, ik citeer u een paar weken terug in de commissie Energie. U zei dat we er allemaal van overtuigd zijn dat de digitale meter een stap vooruit is, dat hij een belangrijke maatschappelijke meerwaarde creëert, dat hij om allerlei redenen voordelig is en dat hij dus ook zo snel mogelijk moet worden ingevoerd. U riep terecht op om daaromtrent communicatie op te zetten, zodat de introductie van de digitale meter versneld zou worden. U refereerde ook aan het debat van april 2019. Inderdaad, toenmalig collega Beenders heeft toegezegd dat we bij de uitrol van de digitale meter moeten zien of we niet op maat van een aantal mensen kunnen werken. Maar dat ging nooit over waarover we vandaag spreken. Dat ging over mensen die elektrosensitiviteit ervaren en op basis daarvan een vertraagde uitrol van de digitale meter zouden willen.
Ik hoop dat u enigszins intellectueel eerlijk durft zijn – zonder te roepen, u krijgt straks ongetwijfeld het woord –, want dat is wat de mensen van ons verwachten. Ze verwachten vooral oplossingen van ons. De regering heeft een voorzet gegeven. Ik denk dat we intelligent moeten omgaan met de tijd die ons rest, conform de Europese richtlijn, om de digitale meter op een slimme manier uit te rollen. Ik luister heel graag naar uw concrete voorstellen, want tot op vandaag heb ik er nog geen gehoord.
Collega Tobback, u bent een aantal keren aangesproken, dus u krijgt nog de kans om te repliceren zonder dat uw tijd loopt. Daarna kunt u verder met uw betoog.
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, ik wou eigenlijk eerst reageren op collega Schiltz. Collega Schiltz, dat de mensen vandaag boos zijn, en terecht, komt omdat er op dit moment geen echte erkenning komt vanwege de Vlaamse Regering dat er een fout is gemaakt, en daar begint het toch eigenlijk mee. In se moet je toch eerst erkennen dat er inderdaad een fout is gemaakt.
Verder vind ik het nogal straf dat u nu de oppositie verwijt dat we nu een debat voeren over wiens verantwoordelijkheid dit is. U moet toch erkennen dat een aantal ministers, niet enkel van deze regering, maar ook van de vorige, waar u in zat, waar al de andere partijen in zaten, publiek in televisiestudio’s, op de radio, in dit parlement hebben gezegd: ‘Wij garanderen u die terugdraaiende teller.’ Dat moet u toch erkennen. Dan moet u toch beseffen dat heel wat Vlamingen, honderdduizenden, vorig jaar nog met die garantie op zekerheid hebben beslist te zullen investeren. Ik vind dus dat het hier ook mag gaan over die politieke verantwoordelijkheid.
U kunt de parlementaire geschiedenis ook niet herschrijven. Ik heb, net als collega Tobback, het debat herbekeken over het invoeren van die digitale teller. Ik heb ook commissieverslagen bekeken. Er is wel degelijk gewaarschuwd vanuit de oppositie op basis van het advies van de Raad van State: ‘Let op, zou het niet beter zijn om de mensen zekerheid te geven en opnieuw een toets te doen?’ Ik weet immers dat de Raad van State, als er veranderingen aan iets gebeuren, die veranderingen toch nog wel eens gaat bekijken. U bent toen, vlak voor de verkiezingen, blind doorgegaan, en dat is mijn grootste verwijt. U hebt al die opmerkingen naast u neergelegd. Ook de amendementen vanuit de oppositie hebt u naast u neergelegd.
Ik ben het met u eens: er zal een oplossing moeten komen. Wat mij dan stoort, is dat er onmiddellijk een nieuw systeem wordt geïntroduceerd in een soort paniekreactie, om tegemoet te komen aan de boosheid van de mensen. Collega Janssens heeft gelijk. De vorige regering heeft beloftes gedaan die niet kunnen worden waargemaakt. Vandaag gaat een Amerikaans president hopelijk heel snel beleid van zijn voorganger terugdraaien. Deze regering draait gewoon nu snel beleid van zichzelf terug. Een volwassen regering, die op een volwassen manier omgaat met het parlement, zou eerst zeggen dat ze een fout heeft gemaakt en dat dan goed rechtzetten. Ze zou het parlement consulteren, en ook de experten, waar soms smalend over wordt gedaan, de VREG’s van deze wereld en de Raad van State, die nu de boter hebben gevreten, zou ze bevragen en betrekken, zodat er nu eindelijk een robuust systeem komt. Dat is politieke verantwoordelijkheid. Zo zou een parlement moeten werken, in plaats van hier voortdurend mee te worden geconfronteerd, ook vanuit de oppositie. Ik kan hier dossiers op tafel leggen. Er is de Turteltaks. Ik weet dat jullie dat niet graag horen. We hebben een alternatief op tafel gelegd. Dat is hovaardig van tafel geveegd. Ik verwacht van deze Vlaamse Regering niet enkel een oplossing, maar ook een engagement om het parlement veel beter te betrekken en voor vol aan te zien op het moment dat er problemen moeten worden opgelost.
De heer Tobback heeft het woord.
Voor degenen die hier de geschiedenis aan het herschrijven zijn: het is af en toe toch nog eens nuttig om de dingen op te zoeken. Collega Bothuyne zou het moeten weten, want hij was erbij, hij zat in de zaal, want zijn tussenkomsten staan ook in dit verslag. Collega Bothuyne, voor alle duidelijkheid, ik respecteer uw recht om er een andere mening op na te houden dan die van mij. Ze is in een aantal gevallen misschien zelfs juister dan die van mij. Zelfs dat sluit ik niet uit. Dat kan gebeuren. Dat valt bij de besten voor.
Wat ik echter niet respecteer, is dat u achteraf, als het misloopt, te laf bent om het zelf toe te geven, en dan ook nog eens liegt over wat er is gebeurd. Ik zal u voorlezen uit dat verslag, dat volgens u alleen maar ging over elektrosensitiviteit: “Rob Beenders blijft kritisch. (...) Hij herinnert aan het debat in de commissie naar aanleiding van het eerste advies van de Raad van State (...). Achteraf bleek er toch een juridisch probleem te zijn. Het lid wil daarvan geen herhaling. Daarom pleit hij alsnog voor een spoedadvies. (...) Waar wacht men op, als men toch zo zeker is van zijn juridische gelijk?” Collega Beenders voegde daaraan toe “dat een opt-outscenario de netbeheerders uitdaagt om een draagvlak te creëren voor de gewenste evolutie (...). Nu geeft men hun een vrijbrief, want het ontwerp verplicht (...) consumenten om de digitale meters te aanvaarden op straffe van afsluiting. Zorgt dergelijke garantie er niet voor dat netbeheerders te weinig uitgedaagd worden om het nog niet erg grote draagvlak te vergroten, tenzij bij de prosumenten? Men kan vandaag nog niet eens aan de gezinnen zonder zonnepanelen zeggen hoeveel over enkele jaren hun digitale meter jaarlijks zal kosten. Hij treedt dan ook bij dat het ontwerp met haken en ogen aan elkaar hangt. De vandaag gegeven antwoorden stellen onvoldoende gerust. Iedereen heeft bij de voorgestelde uitdaging te winnen (...).”
Dit ging, voor alle duidelijkheid, over het amendement dat door de collega's van Groen en door Johan Danen is ingediend voor een opt-out die aan eigenaars van zonnepanelen zou toelaten om te weigeren om voorlopig een digitale meter te installeren en zich te houden aan de analoge. Misschien sliep u op dat ogenblik en was u alleen maar wakker als het overleg over sensitiviteit ging, ofwel probeert u ons een rad voor de ogen draaien, nog eens, om iedereen mee in het bad te trekken om uw fouten, uw nalatigheid, uw hardnekkigheid in de nek van iedereen te schuiven. Heb nu godverdomme toch eens de moed ... (Rumoer)
Nee, ik word hier echt wel ... Dit is antipolitiek, dit is waar antipolitiek wordt geboren. Als u te laf bent om te erkennen dat u zelf fouten hebt gemaakt en het dan op de rug van iedereen probeert te schuiven, dan doodt u iedere politieke discussie en dan doodt u ieder serieus meningsverschil. U bent uit de bocht gegaan, collega Schiltz, op een ongelooflijk onverstandige manier, bovendien nog eens met alle waarschuwingen erbij die u hebt genegeerd. Ik weet nog altijd niet waarom.
Minister, als we vandaag de digitale meter kunnen uitstellen – en ik steun dat –, nadat het helemaal de mist is ingegaan, waarom konden we dan intussen bijna twee jaar geleden die digitale meters niet uitstellen tot we zeker waren dat we niet de mist in zouden gaan? Dat is uiteindelijk wat de oppositie, toen nog op een veel constructievere manier – maar men kan constructiviteit maar volhouden tot zolang men er een klein beetje rekening mee wil houden – heeft voorgesteld. Er lag een amendement, goedgekeurd door de oppositiepartijen, maar weggestemd door u om toen al een opt-out te voorzien voor eigenaars van zonnepanelen, om te wachten met de installatie van een digitale meter. U hebt dat weggestemd, en wij waren, voor alle duidelijkheid, voor.
Stop nu voor de rest ook maar met het vervalsen van de geschiedenis, omdat u 100 procent zeker was dat het Grondwettelijk Hof altijd zou meegaan en dat er nooit iets zou mislopen. Ondertussen zijn we duizenden betrokken eigenaars, een hoop investeerders en een half miljard euro belastinggeld verder, en nog altijd probeert u er bochtjes rond te maken en iedereen mee in het bad te trekken. Neem uw verantwoordelijkheid. We hebben antwoorden en we hebben alternatieven. We hadden ze toen, we hebben ze vandaag ook.
Wat ik wel van u eis, is dat u een volwassen, ernstig en vooral eerlijk debat voert, en dat begint met te zeggen: ‘Wij zijn fout, we hebben een dikke stommiteit begaan. We willen ze oplossen en we gaan deze keer wel luisteren.’
De heer Tommelein heeft het woord.
Dit is natuurlijk zeer ernstig. Ik vind ook dat er verantwoordelijkheid moet worden genomen. Ik neem voor een deel de verantwoordelijkheid op van een aantal zaken die zijn gebeurd.
Ik ben inderdaad verantwoordelijk geweest voor het behalen van de doelstellingen hernieuwbare energie, na het schrappen zelfs van een uitgave van 4 miljard euro voor een biomassacentrale. Die doelstellingen moeten worden gehaald. Als ze niet worden gehaald, dan kost dat geld. Als we de cijfers niet halen, dan kost het de belastingbetaler geld. Dat is één zaak. Het is geen kwestie van verwijten; ik verwijt niemand iets. Ik probeer mijn verantwoordelijkheid op te nemen.
Ik was verantwoordelijk voor de snelle uitrol van de digitale meter, zo snel mogelijk, omdat die absoluut noodzakelijk was. Wie hier in dit halfrond het recht heeft om te zeggen dat dit niet zo was, is de partij die niet in het vorige parlement zat. Alle andere partijen hebben bij de bespreking van de conceptnota van de digitale meter – allemaal – gezegd dat het een goede conceptnota was: sp.a, Groen, het Vlaams Belang. Mijnheer Sintobin, “om alle twijfel weg te nemen”, zegt u in de commissie op 14 juni 2017, “wil ik op voorhand zeggen dat wij de digitale meter een goede zaak vinden, zeker met de argumenten die worden gebruikt dat de oude sowieso al niet wordt gemaakt en dat er een aantal voordelen aan zullen zijn. We kunnen dat zeker onderschrijven.” U eindigt met: “Als het goed is, zeg ik het ook.”
Dus, alle partijen... Dat is geen verwijt, mijnheer Sintobin, nee, echt niet. Ik wil gewoon duidelijk maken dat alle partijen zich bewust waren van het feit dat de digitale meter er in het kader van het energiebeheer, in het kader van de vooruitgang moest komen, en zeker ook wegens de kosten-batenanalyse, een kosten-batenanalyse, mijnheer Tobback, die de heer Beenders regelmatig vroeg, en ook een herberekening, want als dat niet rap genoeg ging en als er straks een vrije keuze was, – daarom zal ik straks niet voor uw voorstel van resolutie stemmen, mijnheer De Meester – dan zou dat de mensen veel meer geld gaan kosten.
Een derde, niet-onbelangrijke verantwoordelijkheid is het verzekeren van minstens het terugverdienen van de installatie van de mensen, en zeker er voor zorgen dat de consument noch de installateur van hernieuwbare energie nadelen ondervinden van zaken die ze vooraf niet hebben kunnen inschatten. Dat vind ik belangrijk. Dit was geen kwestie van ‘altijd maar hetzelfde’. Ik heb verschillende keren gezegd dat we de systemen zouden moeten aanpassen. Dat zijn drie belangrijke verantwoordelijkheden.
Op het einde van de rit, toen de nota in het parlement kwam, dook er een probleem op inzake bevoegdheden. De regulator zag het anders dan wij. Toen is de grote fout gemaakt, ook door mezelf, dat we niet meer hebben ingezet op grotere samenwerking met alle actoren om tot een oplossing te komen waar iedereen achter kon staan. Tot de laatste dag dat ik verantwoordelijkheid had als minister, is er een discussie blijven bestaan tussen de regulator, de minister, het parlement en de federale overheid, die ter zake niet echt een inspanning heeft geleverd. Ik ben ervan overtuigd dat dat de oplossing had kunnen zijn. Maar dat is dus niet gelukt. Als er één fout is gemaakt, is het dat we er niet in geslaagd zijn om goed samen te werken. Dat is misschien de belangrijkste les die we opnieuw uit deze discussie moeten leren.
Als we niet samenwerken maar elkaar tegenwerken, zal het nooit lukken en zal het altijd geld kosten. Hier wordt gezegd: nu zal het geld kosten. Minister Demir, ik steun u voor 100 procent in wat u doet. Dat beantwoordt aan mijn doelstelling dat mensen die geïnvesteerd hebben daar nu niet de gevolgen van moeten dragen en verlies moeten lijden. Ik steun u daarin. Het uitstel van de digitale meter is bijzonder jammer, want het zal ook geld kosten, maar minister Demir heeft geen keuze, we moeten nu een oplossing vinden. De juiste keuzes worden gemaakt om nu juist en snel te handelen.
Alstublieft, ik ben parlementslid, ik smeek u: laat mij daaraan meewerken. Ik heb geen verantwoordelijkheid meer als minister, maar ik neem wel de verantwoordelijkheid op voor wat ik gedaan heb. Ik smeek aan iedereen: zorg nu toch tenminste dat er samengewerkt wordt met alle actoren, ook met de federale overheid, met de regulatoren, met de distributienetmaatschappijen, met de transmissienetbedrijven om tot een gedragen goede oplossing te komen, en zo snel mogelijk die digitale meters wél te plaatsen zodat het draagvlak voor hernieuwbare energie hersteld wordt.
Eerlijk gezegd, ik heb mijn job, mijn verantwoordelijkheid als minister, altijd met hart en ziel gedaan, met oprechte goede bedoelingen. Ik wou echt de hernieuwbare energie en het energiebeheer in ons land in orde krijgen. Ik heb niemand willen bedriegen, ik heb niemand beloftes gedaan die ik niet kon nakomen. Ik heb dat altijd heel duidelijk gezegd. Wat men nu draait op tv, sommigen delen dat graag op sociale media, is een uitspraak van 2 februari 2017 in Terzake, die werd gevolgd door alle partijen in dit parlement. Een paar maanden later zei iedereen in de commissie dat het een goede nota was. U kunt dat allemaal nalezen in de verslagen van de commissie.
Er waren discussies tot het laatste moment, dat is juist. We kunnen daar blijven over discussiëren, maar laat ons samenwerken aan de toekomst om ervoor te zorgen dat de mensen die geïnvesteerd hebben in zonnepanelen niet bedrogen worden en minstens hun investering terugverdienen en minstens een rendement halen uit wat ze hebben gedaan.
De heer Sintobin heeft het woord.
Misschien kort op wat de heer Tommelein heeft gezegd: het typeert hem ten volle natuurlijk. Hij begint met te zeggen: ik ben verantwoordelijk, ik voel me verantwoordelijk en dan begint hij andere mensen met de vinger te wijzen. Ik heb inderdaad – maar u moet correct blijven – namens onze fractie gezegd, en ook andere partijen, dat een digitale meter geen slechte zaak zou zijn. Maar u vergeet er het belangrijkste bij te zeggen, dat we ook hebben gezegd dat het een terugdraaiende teller moest zijn. We hebben bij de bespreking van het amendement – u hebt dat daarnet niet gezegd – ook gewezen – en u kunt misschien dat voorlezen – op de risico’s die er bestonden op een negatief arrest van het Grondwettelijk Hof.
We zijn nu al een uur bezig en ik heb nog niets anders gehoord dan dat de meerderheidspartijen die aan bod gekomen zijn, proberen om de schuld bij de oppositie te leggen. Ik ben geen fan van collega Tobback, maar hij heeft gelijk in wat hij zegt. Hij heeft gelijk – helaas moet ik dat toegeven – door te zeggen dat jullie bezig zijn… En u hebt het in de tv-studio’s gedaan, collega Tommelein, met te verwijzen naar de stemming alsof een onthouding een ja-stem zou zijn. Neem dan toch uw verantwoordelijkheid en het debat… U zegt: jullie mogen niet met de vinger wijzen en we gaan niet zwartepieten en ik weet niet wat allemaal. Honderdduizenden gezinnen zijn bedrogen en we zouden niet mogen spreken over politieke verantwoordelijkheid. Dat is net het drama in dit land: dat er niemand, maar dan ook niemand, ooit politieke verantwoordelijkheid wil nemen. Dat vind ik verschrikkelijk. Ik vind dat we hier in het parlement daarover wel mogen spreken.
We wachten inderdaad op de initiatieven. Het is zoals gezegd wordt: de terugdraaiende teller kan nu plotseling on hold gezet worden. Toen kon het niet, nu kan het wel. Onze fractieleider Janssens heeft het ook al gevraagd. Ik ben wel eens benieuwd naar de contouren van die compensatieregeling. Belooft u, collega Tommelein, dat de mensen die zonnepanelen hebben gelegd, hetzelfde zullen krijgen zoals u toen hebt beloofd? Neen, dus u hebt de mensen bedrogen en het wordt inderdaad tijd dat iemand ten volle politieke verantwoordelijkheid neemt.
Mijnheer Tommelein, ik kan me voorstellen dat u zich aangesproken voelt.
De heer Tommelein heeft het woord.
Eerst en vooral, mijnheer Sintobin, met alle respect voor u, ik heb niemand iets verweten. Ik heb niemand verantwoordelijk willen stellen in dit verhaal. Niemand. Ik heb gezegd dat er moest worden samengewerkt. Ik doe geen beloftes. Ik kan hier nog een heleboel zaken gaan uitleggen en zeggen: ik heb dat toen en toen gezegd in de commissie, allemaal zaken die nu op een andere manier worden geframed in de media en in de sociale media. Ik heb duidelijk gezegd dat ik me wel bewust was van het feit dat er aanpassingen zouden moeten gebeuren en dat de rendementen in de toekomst niet konden worden gegarandeerd. Maar dat er wel een overgangsregeling moest zijn. En dat mensen die geïnvesteerd hebben minstens hun investering moesten kunnen terugverdienen. Dat heb ik altijd gezegd in de commissie. En als u de verslagen naleest, zult u dat ook zo vinden. Ik verwijt niemand iets. Het enige wat ik nogmaals zeg: ik neem de verantwoordelijkheid voor de dingen die ik heb gedaan. Ik heb geprobeerd een aantal zaken te doen die volgens mij juist waren. Het is niet gelukt. Ik geef mijn volle steun aan deze regering en aan de minister van Energie om tot oplossingen te komen om het wel te doen lukken. Dat is mijn verantwoordelijkheid en op mij kun je op dat vlak rekenen. Ik zal geen beloftes doen. Het is niet meer aan mij om daarin de leiding te nemen, maar ik zal mijn steun geven aan de doelstellingen van hernieuwbare energie. Want in de komende jaren, mijnheer Sintobin, moeten er opnieuw enorm veel mensen investeren in zonnepanelen. Als we dat niet doen, hebben we ook weer een probleem en dat zou ook weer geld kosten aan de belastingbetaler. Elkaar zitten te verwijten lost niets op.
De heer Danen heeft het woord.
Ik ben altijd vatbaar voor de roep tot samenwerking, maar het is natuurlijk wel zo dat die roep tot samenwerking, van twee jaar geleden vanuit onze kant, heel hooghartig werd afgewezen. Ik wil er nogmaals op wijzen: we hebben een amendement ingediend dat een oplossing kon zijn en nu misschien ook opnieuw een begin van oplossing kan zijn.
Wij hebben heel duidelijk gesteld dat mensen het recht moeten hebben om die digitale meter te weigeren, wat de reden ook is. Wat de reden ook is. Ik ben ervan overtuigd dat als de regering, en de regulator, en Fluvius, en wij allemaal mensen proberen te verleiden om de digitale meter te nemen, dat nog niet iedereen hem zal nemen, en de PV-bezitters helemaal niet, maar geleidelijk aan zou dat wel een oplossing zijn geweest. Ik vind het bijzonder jammer dat we nu, twee jaar na de feiten, met dit feit moeten komen. Als we dat toen hadden gedaan, dan was een heel groot probleem vermeden.
De heer De Meester heeft het woord.
Ik had niet gedacht, voorzitter, dat ik het vandaag zou zeggen, maar...
Oei, wat gaat er nu komen?
Collega Tommelein heeft overschot van gelijk. Er is inderdaad een partij die zich altijd zeer consequent heeft verzet tegen de versnelde en verplichte uitrol van die slimme meters, en dat is inderdaad de PVDA. In mijn boek van 2013 heb ik daar een heel hoofdstuk aan gewijd, waarom die slimme meter een dom idee is. Er is, collega’s, ten andere ook een partij die niet de energiefactuur heeft verhoogd de voorbije jaren, en dat is ook de PVDA. Wij hebben de energiefactuur namelijk verlaagd door naar het Grondwettelijk Hof te stappen en ervoor te zorgen dat de Turteltaks werd vernietigd, waardoor elk gezin in Vlaanderen die 100 euro per jaar niet meer hoeft te betalen.
Collega Tommelein, ik weet zeer duidelijk waarom ik niet voor die versnelde en verplichte uitrol van slimme meters was. Ten eerste omdat dat helemaal niet hoeft, in tegenstelling tot wat hier wordt beweerd. De EU legt helemaal niet op dat dit snel en verplicht bij iedereen moet uitgerold worden. Dat is fake news. Maar die slimme meter is vooral een dom idee omdat hij nu net de mensen op kosten jaagt. U zegt, mijnheer Tommelein, dat het uitstellen van die slimme meter de mensen geld gaat kosten. Het is net omgekeerd! Vraag het aan de 600.000 gezinnen met een terugdraaiende meter. Of de verplichte invoering van die slimme meter hun geld opbrengt of geld kost. Het kost hun geld. Dat is de realiteit want in het oude systeem konden die mensen stroom op het net zetten en ’s avonds, als ze van hun werk thuiskwamen, konden ze die stroom weer van het net halen. In het nieuwe systeem, collega’s, moeten ze die stroom gratis, bijna gratis, op het net dumpen en ’s avonds moeten ze, als ze die stroom terug willen, ervoor betalen. Het is alsof, mijnheer Tommelein, ik u vandaag mijn gsm-oplader geef, en wanneer ik hem na het debat terugvraag moet ik u plots 20 euro betalen. Daarom leen ik u nooit mijn gsm-oplader uit. Dat is het systeem. De mensen gaan erop achteruit.
U zegt dat we toch de doelstellingen van Europa moesten halen. Maar gaat u zo die doelstellingen halen? Door de mensen blaaskes wijs te maken? Door mensen op kosten te jagen? Uiteraard haalt u zo de doelstellingen niet. Integendeel. U ondergraaft het draagvlak voor de groene stroom. Dat is wat u doet. Niemand, collega’s, niemand gelooft de Vlaamse minister van Energie nog voor de komende tien jaar. Ik hoop dat iedereen dat goed beseft. En u zegt, collega Tommelein: ‘Ja maar ja, ik ga ervoor zorgen, en ik heb dat altijd gezegd, dat de mensen tenminste hun investering eruit zullen halen.’ Dat is wat u zegt. Maar dat is niet wat u indertijd hebt gezegd! Nee, nee, nee. Ik ga het even citeren, die Terzake van 2017.
Kort, alsjeblieft.
‘Ik zal die mensen nooit in de steek laten. Ook met de digitale meter zullen we de zonnepaneleneigenaars blijven ondersteunen en ervoor zorgen dat het rendement niet achteruitgaat.’ Ik weet niet, mijnheer Tommelein, welk woordje in die zin u niet begrijpt. Maar hier staat, en u hebt dat belooft: ‘Ik zal ervoor zorgen dat het rendement niet achteruitgaat.’ Maar, collega’s, het rendement gaat met die nieuwe regeling wél achteruit. Dat is de realiteit. Dat is woordbreuk en dat is kiezersbedrog.
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, ik zou toch willen benadrukken dat ik wat ik van collega Tommelein heb gehoord de meest cynische vorm van politieke verantwoordelijkheid zou durven noemen. We zitten nu in een situatie waarin meer dan een half miljoen Vlamingen in absolute onzekerheid leven. Zij voelen zich belogen en bedrogen door hun regering. Zij zijn gedupeerd door hun regering, door de mooie verhaaltjes en de valse beloften die onder andere door collega Tommelein werden gemaakt. En dan zegt hij: ‘Ik neem mijn politieke verantwoordelijkheid’, om vervolgens een aantal pluimen op zijn hoed te steken inzake hernieuwbare-energiedoelstellingen, enzovoort.
Collega Tommelein, ik weet niet of ik u uit een droomwereld haal, maar die mensen die zonnepanelen hebben gelegd op hun daken, onder andere in 2019 en 2020, hebben dat niet gedaan om uw doelstellingen te halen, maar om een rendement op hun investering te krijgen. En die mensen aan wie u inderdaad hebt beloofd dat ervoor zal worden gezorgd dat dit rendement niet achteruitgaat, vragen zich vandaag af waar dat rendement op hun investering is. En dan zegt u dat de oppositie alleen maar kritiek geeft, en dat we beter zouden samenwerken en dat zegt u dan tegen een partij – want u kijkt ook onze richting uit – die u al 40 jaar lang in een cordon sanitair stopt en waar u geen enkele vorm van samenwerking meer wilt hebben. Dan zegt u nu dat we beter stoppen met kritiek geven omdat die een beetje te pijnlijk is en dat u daar ongemakkelijk van wordt, en stelt u voor om allemaal gezellig samen te werken.
Wel, collega Tommelein, zo werkt het niet. Neem uw politieke verantwoordelijkheid. Het is wel degelijk de verantwoordelijkheid van de partijen die hier in april 2019, vlak voor de verkiezingen, op de groene knop hebben gedrukt om dit systeem waarvan de oppositie zei dat het een kaduke regeling was die mogelijks in de toekomst tot juridische problemen en tot heel wat risico’s voor de consumenten zou leiden, in te voeren. U wilde dat allemaal niet horen en de meerderheidspartijen CD&V, de N-VA en Open Vld hebben op de groene knop gedrukt. Het is volledig uw verantwoordelijkheid.
Tot slot, voorzitter, ik vind het een boeiend debat onder de parlementsleden, maar ik zou de regering eraan willen herinneren dat ze in het parlement ook spreekrecht heeft. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik wil even terugkomen op de verklaring van collega De Meester over de noodzaak van de digitale meter. Wat hij zegt, is technisch niet helemaal correct. Het is namelijk zo dat er een Europese richtlijn is die bepaalt dat 80 procent uitgerold moet zijn tegen 2024 en 100 procent tegen 2029. Momenteel is het zelfs zo dat de gemiddelde uitrol over heel Europa ongeveer 10 procent bedraagt. In Vlaanderen zitten we aan 4,6 procent, maar er zijn landen, zoals Denemarken en Estland, die al bijna klaar zijn. Er zijn zelfs landen die al begonnen zijn met een tweede generatie digitale meters, zoals Italië. Met andere woorden, er is wel degelijk een richtlijn en er is wel degelijk een noodzaak.
Die noodzaak is er ook om drie redenen. Aangezien het gaat over installaties voor hernieuwbare energie, zullen de netten op een bepaald moment overbelast worden en gestuurd moeten worden. Wanneer dat niet gebeurt, moeten er bijkomende investeringen gebeuren in die netten om al die pieken te kunnen opvangen. Alle investeringen die dan moeten gebeuren om die netten te verzwaren, komen terecht in de distributiekost en worden dus betaald door de consumenten en privé-eigenaars.
Die digitale meters zijn ook nodig voor het geheel van het distributienet dat dan inderdaad een slim net moet worden. We spreken immers niet over een slimme meter maar over een digitale meter die men eventueel slim kan maken. En we spreken over een slim net waarin we moeten investeren om de flexibiliteit van die verschillende hernieuwbare-energietoepassingen te kunnen integreren. Als wij ervoor willen zorgen dat onze netten niet uitvallen en het licht blijft branden, dan moeten we die netten zeer goed onder controle houden en beveiligen. Dat kost enorm veel geld. Tenzij men kan werken met een digitale meter. De digitale meter is dus een noodzakelijk instrument. We zijn momenteel zeker geen koploper in Europa, integendeel, we lopen achter in vergelijking met het gemiddelde.
De heer Tobback heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de heer Gryffroy. Deze discussie gaat niet over de vraag of men wel of niet voorstander is van een digitale meter. Digitale meters zullen er hoe aan ook op termijn komen. En wat de conceptnota betreft, zegt collega Tommelein terecht dat eigenlijk iedereen daar duidelijk over was, dat we de vooruitgang niet tegenhouden.
Ik ben niet tegen een digitale meter, ik ben tegen het opdringen van een systeem aan mensen die daar niets mee kunnen doen en waarbij u geen antwoorden hebt voor de problemen.
Ik ben voor zonnepanelen, ik vind dat we die moeten stimuleren. We hebben veel te weinig hernieuwbare energie in Vlaanderen en we hebben burgers nodig om dat te doen. Maar we moeten wel beseffen, niet u alleen maar ook de VREG, dat wanneer we burgers willen meekrijgen om te investeren in hernieuwbare energie en hernieuwbare technologie, het een model moet zijn waar zij iets mee kunnen doen, dat ze kunnen begrijpen en waar zij ten minste hun broek niet aan scheuren.
Vandaag is de situatie, zowel in wat u hebt gecreëerd als in de theoretische regeling die de VREG voorstelt, er eigenlijk een waarbij iedereen een boekhouder moet zijn iedere keer wanneer hij zijn lamp aan of uit doet of zijn wasmachine aan of uit durft te zetten. Want je moet beginnen uitrekenen hoeveel je zelf produceert, hoeveel je op het net zet, op welk uur je het op het net zet en noem maar op. En dan moet je nog even bekijken of je er geld aan zult verdienen of geld aan moet uitgeven. Op die basis moet je dan investeringen berekenen. We zijn daar in Vlaanderen, met het model, de technologie en de benodigde informatie niet klaar voor.
We hebben deze ochtend nog maar in de commissie een discussie gehad over die terugleveringscontracten. Collega Schiltz heeft daarbij terecht opgemerkt dat dat eigenlijk niet werkt, dat we daar geen regelingen of kader voor hebben. Maar zonder die terugleveringscontracten, waarbij je de stroom die door je zonnepanelen wordt geproduceerd, opnieuw kunt verkopen, had u natuurlijk ook niet moeten verplichten om een digitale meter te installeren. Want het is precies dat dat het min of meer mogelijk maakt.
U bent keer op keer vooruitgelopen, omdat u te allen prijze, niet per se die digitale meter wilde, maar wel snel wilde gaan. Het moest rap gaan. Ik weet nog altijd niet waarom het rap moest gaan. U had moeten maken dat het duidelijk was, dat het begrijpelijk was, dat het rechtszeker was.
We zijn, ook vandaag opnieuw, bereid om daarover samen te werken, om te spreken over een realistische timing om dat te doen, om te kijken wanneer het voor de mensen voordelig zou zijn om dat te doen en wanneer niet. En om te garanderen dat, wanneer het niet voordelig is voor de mensen, ze ook niet worden verplicht om die digitale meter te installeren, totdat de politiek, het beleid, de leveranciers, de distributienetbeheerders en de regulator gekomen zijn met een model dat begrijpelijk is, dat toelaat om zelf te verbruiken en waarbij we kunnen identificeren wat de problemen zijn van mensen die zelf willen verbruiken, maar het vandaag niet kunnen. Want niet iedereen is in staat om zijn stroomverbruik doorheen de hele dag te spreiden. Niet iedereen zit de hele dag thuis om naar zijn digitale meter te kijken en, wanneer de prijs laag is, op het knopje van zijn wasmachine te duwen en te zeggen: 'Go!' Dat is niet de realiteit van burgers.
En als u, bij het ontwerpen van het systeem, geen rekening houdt met de realiteit van burgers, met hoe zij leven en hoe hun huishouden werkt, dan zult u keer op keer in dit soort van accidenten terechtkomen. En zeg niet dat u niet verwittigd was, want u kunt ondertussen al ongeveer vijftig bladzijden tussenkomsten van mij van de voorbije twee jaar hierover opzoeken. We hebben het keer op keer op keer op keer gezegd. En u hebt, zeker toen, beslist om dat te negeren. Eigenlijk is de redenering die u hebt gevolgd, de volgende: ‘We zullen het installeren en dan zullen ze gedwongen zijn om zich aan te passen. We zullen mensen verplichten om die meter in huis te nemen en dan zullen ze wel vaststellen dat ze er hun broek aan scheuren als ze zich niet aanpassen.’
Wel, hoezeer ik ook – en waarschijnlijk nog meer dan velen van u binnen de meerderheid, daar ben ik vrij zeker van –, hoezeer ik ook geloof en ervan overtuigd ben dat we veel verder kunnen gaan in hernieuwbare energie, dat we veel verder kunnen gaan in duurzaamheid, ook met de Vlaamse gezinnen, ik ben er wel van overtuigd dat we dat alleen zullen kunnen als we aan die Vlaamse gezinnen een positief, concreet, sluitend en vooral eerlijk verhaal kunnen vertellen. Als u daarover in de komende maanden en zelfs de komende jaren – want we hebben inderdaad de tijd tot 2029 – in dialoog wilt gaan met de oppositie, dan staat sp.a daarvoor open, zoals we daar in het verleden ook voor openstonden. Maar dan moet u wel luisteren. Dan moet u wel luisteren en ingaan op de terechte opmerkingen, in plaats van ze te laten uitspreken en vervolgens toch het tegenovergestelde goed te keuren, ’want u had toch gelijk en u hebt onder elkaar afgesproken om dat rap door te duwen’. Want dat is wat er nu keer op keer in dit parlement gebeurt.
En dat u daarmee de oppositie ambeteert, is op zich zelfs geen probleem, daar moet niemand van wakker liggen. Maar bij de Vlaamse burgers hebt u een onvoorstelbare schade aangericht door die koppigheid. Ik heb het over de 500.000 Vlaamse burgers die nu bedrogen zijn omdat ze hebben geïnvesteerd in zonnepanelen en hun rekening niet klopt. Maar ik heb het vooral ook over de 5,5 miljoen anderen, die we nodig hebben en zullen nodig hebben om die hele transitie te maken, en die nu allemaal zitten te kijken en denken: ‘Het zal mij niet gebeuren. Ge zult mij niet hebben, vergeet het maar. Ik zal wel wachten.’ Want het zal jaren duren vooraleer die mensen opnieuw de Vlaamse overheid zullen geloven wanneer zij hen ervan probeert te overtuigen om iets te doen dat in het algemeen belang is.
En die verantwoordelijkheid, collega's, die zult u toch met de gepaste nederigheid, mijnheer Schiltz, en niet met een soort van flauwe gemakkelijkheidsoplossing, moeten accepteren, en het daarmee proberen recht te zetten.
En nogmaals, we willen u daar heel duidelijk en concreet bij helpen. Maar begin nu eens met mee akkoord te gaan over het identificeren van het probleem. (Applaus van Katia Segers)
De heer Gryffroy heeft het woord.
Collega Tobback, ik heb een korte opmerking in verband met uw opmerking dat we veel verder kunnen gaan in duurzaamheid. Anderzijds maakt u er ook voor een stukje een karikatuur van door te zeggen: ik moet thuis zijn om het stopcontact aan of uit te zetten. Nochtans weet u heel goed dat er heel veel Vlaamse ondernemers klaar staan met allerlei mogelijke innovatieve toepassingen in technologie, die het eigenlijk van u gaan overnemen. Dat zal u aangeboden worden via leveranciers, via alle mogelijke aggregatoren en dergelijke. Die toepassingen gaan vanop afstand, via bluetooth, via een app-verbinding en dergelijke een aantal zaken sturen in een woning. Als uw elektrische boiler een half uur niet werkt, is de temperatuur niet veranderd. Idem dito voor een warmtepomp, idem dito voor een koelkast, idem dito voor een diepvries. U moet zelfs geen nieuwe toestellen kopen, koop gewoon een bluetoothstopcontact. Die mensen staan dus klaar. Dus zeggen dat de technologie er niet is en dat u thuis moet blijven om de knoppen aan en uit te zetten, is er een karikatuur van maken.
De heer Tobback heeft het woord voor een kort antwoord.
Ik zal er een antwoord op geven en ik zal proberen het kort te houden, voorzitter. Ook dit weer, collega Gryffroy, is een verklaring met zo’n grote mate van wereldvreemdheid dat ik het niet begrijp.
Ten eerste, als die ondernemers klaarstonden en als die allemaal staan te wachten om het naar ons toe te brengen, waarom zijn ze er dan niet? Waar zijn ze dan, twee jaar nadat het amendement werd goedgekeurd en werd begonnen met die verplichte uitrol? Waar zijn ze? Heel veel burgers, die 500.000 mensen met zonnepanelen en die 100.000 mensen die nu geschoren zijn, hebben die ondernemers niet zien passeren. Die had u misschien eerst moeten sturen, als u ze toch allemaal weet zitten. Die had u met de Vlaamse Regering moeten aanmoedigen om een systeem te maken waardoor dat eerst bij de mensen kwam, vooraleer u ze dwong om een hoop geld uit te geven onder valse garanties.
Ten tweede moet u zich toch echt eens bewust zijn van het feit dat uw bluetoothstopcontacten en uw ondernemer met zijn contracten en al die leuke domoticatoepassingen en leuke installaties, misschien allemaal wel leuk zijn. Maar net zoals zonnepanelen enkel weggelegd zijn voor een beperkt deel van de Vlaamse bevolking, dat die investering kan doen, zo is ook die verdergaande stap slechts voor een nog kleinere groep toegankelijk op dit ogenblik, zeker op korte termijn. U doet nu hetzelfde als wat minister Tommelein en minister Peeters – die nu wel heel stil is – gedaan hebben met de invoering van de digitale meter – toen nog de ‘slimme meter’ genoemd. Dat was een gadget die men aan iedereen probeerde te verkopen, ondanks alle bedenkingen daarbij. U hebt nu nieuwe gadgets om te verkopen aan de mensen, die ze in huis zouden moeten hebben. Ik denk niet dat ze u nog geloven als u met die gadgets aan hun deur zult staan, na het fiasco dat we nu hebben meegemaakt.
U moet er toch eens rekening mee houden dat de grootste winst en vooruitgang op het vlak van energiebesparing en hernieuwbare energie ligt bij de miljoenen Vlamingen die dat vandaag allemaal niet kunnen betalen, en waar die ondernemers dus ook niet met hun gadgets aan de deur moeten gaan staan, want ze weten dat ze dat niet kunnen betalen. De echte uitdaging is: hoe zorgen we ervoor dat het voor hen toegankelijk wordt en dat ze ervan overtuigd worden om hun zeer schaarse middelen daarvoor verstandig te gebruiken. Dat zal echt niet lukken door de koopman van de gadgets te zijn. Dat gaat lukken door eens na te denken over een haalbaar, realistisch systeem dat op lange termijn kan garanderen dat mensen hun centen, in veel gevallen hun schaarse centen, er verstandig en met vertrouwen in kunnen investeren. Dat zou de taak moeten zijn van een Vlaamse overheid, een Vlaamse Regering en een Vlaams Parlement: daarover nadenken, niet het vertellen van verhaaltjes die voor 90 procent van de bevolking pure theorie zijn.
De heer De Meester heeft het woord.
Collega’s, ik schrik toch wel een beetje van de arrogantie – zo zal ik het maar noemen – waarmee de meerderheidspartijen weigeren om hun politieke verantwoordelijkheid op te nemen en te erkennen. Ik denk dat jullie de woede bij veel mensen met zonnepanelen nogal onderschatten.
Ik zal u een voorbeeld geven van een getuigenis die ik kreeg van Danny uit Sint-Niklaas. Ik ken die mens al lang. Hij werkte als productiearbeider in een grote multinational, waarvan ik de naam niet zal noemen want die doet er niet toe. Hij zegt mij: ik heb in 2015 een kleine erfenis gekregen, een kleine som geld. Hij is ondertussen met brugpensioen, als SWT'er, en heeft dat geld in zonnepanelen gestoken om zijn factuur te verlagen.
Die man heeft me geschreven hoe hij zich nu door de Vlaamse Regering gepakt voelt. Het gevolg van heel deze affaire is dat op zijn energiefactuur een zwaardere afrekening staat, die hij met klein pensioentje moet betalen. Hij schrijft dat eerst met Arco en nu hiermee zijn spaarcentjes zijn afgepakt. Misschien moeten de politici daar eens heel diep over nadenken in plaats van daar luchtig over te doen. We spreken hier niet over een klein foutje in een of andere wettekst, maar over een flater van 0,5 miljard euro die wij zullen betalen. De bevolking zal dit betalen. Sommigen zijn verwonderd dat de mensen geen vertrouwen in de politiek meer hebben, maar zij zoeken het zelf. De flater die is begaan en de weigering daar politieke verantwoordelijkheid voor te nemen, voeden de antipolitiek. Dit is uiteraard een collectieve verantwoordelijkheid, maar wel in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van de meerderheidspartijen en in de tweede plaats een verantwoordelijkheid van alle partijen die indertijd de liberalisering van de energiemarkt hebben bewierookt, van het Vlaams Belang, sp.a en Groen tot Open Vld en de N-VA. Dit is een collectieve verantwoordelijkheid.
Minister Demir, ik wil antwoorden op een paar zaken die u hebt verteld. U hebt die compensatieregeling bedacht. In tegenstelling tot uw voorgangers, minister Peeters en voormalig minister Tommelein, hebt u nooit verklaard dat de regeling voor het Grondwettelijk Hof zou standhouden. U zit nu met de gebakken peren en u moet het oplossen. Ik ga er niet mee akkoord dat dit de redelijkste oplossing is. De redelijkste oplossing is de mensen de keuzevrijheid te geven en die verplichting te schrappen. U moet mensen toelaten voor een conventionele meter met terugdraaiende teller te opteren. Dat is de redelijkste oplossing.
Mijnheer Schiltz, volgens u zijn er geen nieuwe meters meer. Ik heb daarnet vijf minuten gegoogeld en ik heb twee fabrikanten gevonden. Waar haalt u dat? De helft van de wereld heeft geen slimme meters. Uiteraard worden nog conventionele meters gemaakt. Volgens u kan de vrije markt alles oplossen, van het armoedeprobleem tot het mobiliteitsprobleem, maar een eenvoudige conventionele teller kan plots niet meer. U kan dat de ganzen wijsmaken. Ik zal u straks de fabrikanten meedelen. Misschien kunt u hen bellen en eens iets doen om het probleem op te lossen.
Minister Demir, dat zou de beste keuze zijn. U moet de mensen de vrijheid geven voor een conventionele meter te opteren en zo van het voordeel te blijven genieten. U hebt terecht gesteld dat we over het energiebeleid moeten nadenken. Dat is waar. Na twintig jaar wanbeleid mag wel even over het energiebeleid worden nagedacht. Eerlijk gezegd, hoor ik echter zeer weinig visie en geen oplossingen.
Met thuisbatterijen zullen we dit niet oplossen. Die batterijen kosten 4000 euro. Eerlijk gezegd gebruikten we in het vorig systeem met de terugdraaiende teller het net als onze collectieve batterij. Dat is een veel rationeler oplossing dan iedereen op eigen houtje een dure batterij van 4000 euro te laten installeren. Dat is niet de oplossing. In plaats van het wanbeleid van de voorbije jaren moeten we nu oplossingen zoeken.
Mijnheer Gryffroy, de eerste oplossing bestaat erin de mensen keuzevrijheid te geven. De verplichting moet worden geschrapt en we moeten de mensen voor een conventionele teller laten opteren. Dat kan. U moet de vierde Energierichtlijn maar eens nalezen. Er is een grote marge om als lidstaat een beleid te voeren. Dit hoeft nu niet te worden verplicht. Het kan anders.
Indien u de slimme meter toch wilt promoten, moet u er, samen met de andere overheden, voor zorgen dat de slimme meter aantrekkelijker wordt. U moet ervoor zorgen dat mensen uit vrije wil voor de slimme meter kiezen. Als dat toch zo voordelig is, vraag ik me af waar u zo benauwd voor bent. U moet het debat met de mensen aangaan. Zij zullen wel beslissen welk systeem het beste is en hun de meeste voordelen biedt.
Minister Demir, ik sluit af met het belangrijkste punt. De Vlaamse Regering moet ervoor zorgen dat de factuur niet bij de mensen terechtkomt. U hebt terecht naar de oversubsidiëring in het verleden verwezen, maar u moet die oversubsidiëring dan aanpakken. De subsidies zijn enorm verlaagd, maar de factuur blijft doorlopen. De grote zonnepaneelplantages van mensen als Fernand Huts blijven elk jaar opnieuw die subsidies krijgen. Aan die verworven rechten wordt blijkbaar niet geraakt, maar de verworven rechten van de kleine, hardwerkende Vlaming worden op de schroothoop gegooid.
Wel, ik zeg: laat ons een keer een audit doen naar de woekerwinsten van al die zonneplantages en laat ons paal en perk stellen aan de woekerwinsten. Ik zal de eerste zijn om daarvoor te applaudisseren. (Applaus bij Groen)
De heer Bothuyne heeft het woord.
Collega's, het is inderdaad de verantwoordelijkheid van deze meerderheid om een oplossing te bieden voor het probleem dat zich voordoet. De meerderheid heeft, door een signaal te geven binnen de 24 uur na de uitspraak van het Grondwettelijk Hof, wel degelijk een eerste stap gezet richting de honderdduizenden gezinnen die nu met de onzekerheid worden geconfronteerd die de uitspraak van het Grondwettelijk Hof met zich heeft meegebracht. Trouwens, niet alleen de gezinnen worden met onzekerheid geconfronteerd, ook vele partners in het energiebeleid, gaande van Fluvius over de VREG over leveranciers, worden met onzekerheid geconfronteerd en moeten we dus betrekken bij het uitwerken van een oplossing die rendement kan garanderen voor zoveel mogelijk gezinnen die nu worden getroffen.
Minister, we hebben ook nood aan transparantie en communicatie. De mailbox van iedereen in dit huis zal ongetwijfeld uitpuilen van concrete voorbeelden en vragen van mensen op het terrein, die zich op dit ogenblik vragen stellen over hun investering, over hun installatie en over hun rendement. Daarom hebben we nood aan concrete informatie, aan analyses van zoveel mogelijk typeprofielen, gebruiksprofielen en installaties. Op die manier kunnen we de groepen identificeren die mogelijk nog niet op een eerlijke manier zouden worden gecompenseerd met de regeling die u hebt gecommuniceerd. Ik denk bijvoorbeeld aan de mensen die zwaar hebben geïnvesteerd in capaciteit aan zonnepanelen gecombineerd met een warmtepomp, mensen met een elektrische wagen of mensen die op accumulatie verwarmen en dat combineren met zonnepanelen.
We moeten ervoor zorgen dat niemand ongewild door de mazen van het compensatienet glipt. We moeten ervoor zorgen dat er rechtszekerheid is voor iedereen en een eerlijke compensatie voor alle getroffen gezinnen. We rekenen erop dat u daar werk van maakt samen met de collega's in de regering.
Daarbij is ook een aangepaste kalender nodig voor de uitrol van de digitale meters. Hierbij moeten we onderzoeken of en hoe we de installatie van de digitale meters zoveel mogelijk kunnen realiseren en tegelijk voor zoveel mogelijk gezinnen vijftien jaar het voordeel van de teruggedraaide teller kunnen realiseren. We hebben tijd tot midden 2029, conform de Europese richtlijn, om 100 procent van onze Vlaamse gezinnen een digitale meter aan te bieden. Laat ons die tijd ook gebruiken. Dat kan zorgen voor rendement en zekerheid, maar het kan ook de impact van die 500 miljoen euro op de belastingbetaler en op de Vlaamse begroting serieus verminderen.
Minister, het is ook goed dat u in het vooruitzicht hebt gesteld dat er wordt geïnvesteerd in toekomstgerichte technologie, zoals thuisbatterijen of warmtepompboilers. Dat zijn keuzes die interessant kunnen zijn in het kader van de economische relance, van een toekomstgericht energiesysteem en ze kunnen dus ook extra rendement geven voor mensen die nu al stappen hebben gezet om mee te investeren in de energietransitie.
We kunnen alleen maar nederig zijn, we kunnen alleen maar werken aan een oplossing voor alle gezinnen, maar we moeten ook het draagvlak herstellen. Daar hebben we niet alleen de partijen in dit halfrond voor nodig, maar ook alle betrokkenen op het terrein. Fluvius zal moeten zorgen voor de uitrol van de digitale meters, het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA) zal moeten zorgen voor een vlotte afhandeling van de compensatieaanvragen, de VREG zal de V-test en de simulator voor de digitale meter moeten aanpassen aan de nieuwe situatie. Samenwerking met alle partijen, alle betrokkenen is dan ook essentieel.
Minister, we moeten dit arrest aangrijpen om de energietransitie niet te vertragen, zoals collega De Meester daarnet voorstelt, maar eigenlijk om ze te versnellen. De ambitie van uw zonneplan moet omhoog. Het potentieel op de Vlaamse daken is er. We moeten blijven benadrukken dat ook wie in de toekomst voor zonnepanelen kiest, een rendabele investering doet. In Antwerpen willen ze de geïnstalleerde capaciteit verzesvoudigen. Dat lijkt ons geen slecht voorbeeld.
Tegelijk is dit arrest misschien een goede aanleiding om een grondige evaluatie van de totale energiefactuur te doen. U hebt daarnet gezegd dat u een overleg hebt gepland met de Federale Regering. Wel, ik denk dat dat heel nuttig kan zijn om op die manier de financiering van de energietransitie op een veel transparantere manier te organiseren, waarbij vervuilende energie, vervuilende technologie meer zullen bijdragen dan schone energie en schone technologie. Mensen die investeren in hernieuwbare energie, zoals de 500.000 gezinnen waar we vandaag over spreken, met hun zonnepanelen, dat zijn de mensen die we de voordelen moeten laten plukken van de energietransitie. Dat kan alleen maar als we de financiering van de energietransitie op een andere manier gaan organiseren.
De heer Danen heeft het woord.
Mijnheer Bothuyne, ik hoor u een pleidooi houden voor twee zaken. Zo wilt u iets speciaals voorzien voor de mensen die disproportioneel hard getroffen zijn. Nu is mijn vraag aan u: hoe ga je die mensen in kaart brengen, zodat dat toch wat een correct beeld geeft? Ik zit hier nog niet zo lang, maar toch al een aantal jaren, en ik herinner mij dat er ten tijde van de Turteltaks werd gezegd: ‘Het is noodzakelijk maar niet gemakkelijk, maar wel rechtvaardig.’ Dat zijn de woorden die in de mond zijn genomen. Iedereen zou ongeveer even hard getroffen worden. Wat bleek achteraf? Er waren groepen die disproportioneel hard getroffen waren, en dat kon bijna niet meer worden gecorrigeerd.
Als we deze oefening vandaag niet ten goede maken, gaan we dezelfde fout maken. Mijn vraag aan u en de regering is hoe we de groepen die disproportioneel hard getroffen worden, in kaart brengen? Ik ken er wel een paar: mensen die recent zonnepanelen hebben gelegd, vormen zo’n groep, maar er zijn ook de mensen met warmtepompen. Ook dat is een groep die we echt niet mogen vergeten, zeker als het gaat over mensen die vernieuwbouwen of een nieuwbouw hebben gezet. Die hebben een gigantische investering gedaan, met de belofte die we allemaal kennen. Voor die groep moet er zeker een extra inspanning gedaan worden. Maar nogmaals, er zijn zeker ook andere groepen die op die manier getroffen worden.
En het tweede punt is misschien wel het belangrijkste. Ik hoor u zeggen dat we het vertrouwen herstellen. Dat willen we natuurlijk allemaal. Maar mijn vraag voor u, en zeker voor de regering – ik stel vast dat die vandaag niet zoveel heeft gezegd – luidt: hoe gaan we het vertrouwen van de mensen in hernieuwbare energie, in de energietransitie, maar vooral ook in het politieke bedrijf als dusdanig, proberen te herstellen? Ik zou toch graag van jullie horen of jullie daar ideeën rond hebben. Ik neem aan dat dat niet in een- twee-drie kan gebeuren. Maar we moeten daar wel heel hard aan werken, en ik ben benieuwd naar jullie antwoord.
De heer De Meester heeft het woord.
Het is toch wel bijzonder cynisch dat collega Bothuyne mij ervan verwijt de groene-energietransitie te vertragen. De heer Bothuyne is lid van een Vlaamse meerderheid, van een Vlaamse Regering, die jaar na jaar haar groenestroomdoelstellingen niet haalt. Wie ondermijnt nu eigenlijk het meest de groene-energiedoelstellingen? Ik stel de vraag nog een keer, want blijkbaar dringt het niet goed door. Maar door deze puinhoop ondermijnt de Vlaamse Regering het draagvlak voor groene energie. Het zijn jullie die het draagvlak ondermijnen, het zijn jullie die de groene-energietransitie vertragen. Wie zal er nu nog durven te investeren in zonnepanelen na heel dit debacle? Wie gelooft er nog wat de Vlaamse minister van Energie zegt? Antwoord mij, wie gelooft dat nu nog?
Ten tweede herinner ik u eraan, collega Bothuyne, dat deze puinhoop opkuisen een half miljard euro kost. Die puinhoop is gecreëerd omdat die hele Vlaamse koterij die voor energiebeleid moet doorgaan, in elkaar gestort is. Dat half miljard euro hadden we ook kunnen investeren in groene stroom. We hadden dat kunnen investeren in 180 windmolens, of in 1,2 miljoen vierkante meter zonnepanelen. Nu vraag ik u, mijnheer Bothuyne, wie hier het meest de groene-energietransitie vertraagt.
De heer Tobback heeft het woord.
Ik heb één meer concrete vraag. Ik ga niet blijven terugkomen op dezelfde standpunten, mijn voorganger doet dat hier correct. Collega Bothuyne, een van de grote problemen die hier nu gecreëerd zijn, gaat over hernieuwbare energie. Er zijn nogal wat mensen die aangespoord worden – terecht – en die bereid zijn om te investeren, gelukkig maar, in het installeren van een warmtepomp voor de verwarming van hun woning. Zeker bij nieuwbouw is dat een zeer populaire maar weliswaar zeer dure optie. Het is dus niet voor iedereen weggelegd.
Maar eigenlijk is de businesscase voor die warmtepompen op dit ogenblik in grote mate gekoppeld aan zonnepanelen in hoge capaciteit en een terugdraaiende teller. Want zonder dat werkt het niet. In het hele theoretische model van de VREG en van sommige collega’s hier kun je in de meeste gevallen niet op hetzelfde moment de stroom produceren via je zonnepanelen en je huis verwarmen met de warmtepomp. Die twee zijn volkomen uit fase. En dat gaat over een aantal mensen en gezinnen die die investering hebben gedaan, en vandaag opkijken tegen een factuur van soms letterlijk tienduizenden euro’s, waarvoor de rekening niet meer klopt. Maar dat gaat ook over alle anderen die we hopen te overtuigen om een warmtepomp te installeren. Daarvoor hebben we nu eigenlijk bijzonder weinig argumenten over om te zeggen dat dat een rendabele investering is. Het is bijzonder duur, en aan hoge elektriciteitsprijzen gaat het echt niet beter worden.
Er zijn argumenten om én minder zonnepanelen te leggen én geen warmtepomp te installeren én dus minder de elektrificeren. Leg nu eens uit wat uw concrete oplossing is. Ik ben bereid om eraan mee te werken. Ik ga met een heel open geest luisteren naar wat uw concrete oplossing is om ervoor te zorgen dat er volgend jaar, of te beginnen bij deze week, niet minder zonnepanelen en niet minder warmtepompen zullen worden geïnstalleerd in Vlaanderen, terwijl we allemaal hopen dat het er meer zouden zijn. Dat zou ik graag van u horen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
De oppositie ziet heel veel problemen. Uiteraard kijken ze naar CD&V voor de oplossing. Ik zal ze heel graag naar voren proberen te brengen.
Collega De Meester, als u ervoor pleit om te stoppen met de digitale meters, als u zegt dat u op Google wat oude meters hebt gevonden die men nog perfect kan laten produceren, dan pleit u voor stappen terug in de energietransitie. Dat is wat ik u kom te zeggen. Als u zelfs na 10 minuten uw eigen woorden niet meer durft te geloven, dan hebt u wel een probleem.
Collega Danen, u hebt groot gelijk, er zijn een aantal groepen, consumenten, gezinnen, die disproportioneel hard getroffen worden door het arrest van het Grondwettelijk Hof. Die groep die geïnvesteerd heeft in een grootschalige warmtepomp- en zonnepaneleninstallatie, wordt hard getroffen. Daarom mijn pleidooi van daarnet om de tijd te nemen, zoals de minister zegt, om te analyseren wie op welke manier wordt getroffen en ervoor te zorgen dat er een passend antwoord is op de rendabiliteit, niet alleen van de zonnepaneleninstallatie van degenen die een warmtepomp hebben, maar van de totale installatie in die woning, zowel de warmtepomp- als de zonnepaneleninstallatie, om dat voorbeeld verder te nemen. Haastwerk is op dat vlak helemaal uit den boze.
Collega's, er wordt verwezen naar een half miljard euro kosten. Ik heb net een voorstel aangereikt om de tijd die ons rest tot 2029 goed te gebruiken om ervoor te zorgen dat we zo weinig mogelijk extra middelen uit de Vlaamse schatkist moeten halen om de compensaties te betalen en om zoveel mogelijk het rendement van de terugdraaiende teller alsnog gerealiseerd te zien, met een maximum van 15 jaar, zoals steeds gezegd is.
Collega Tobback, het is inderdaad een uitdaging om mensen te overtuigen om mee te gaan in de energietransitie. Ik had vorige week nog een gesprek met mensen uit de bouwsector. U weet dat de terugdraaiende teller een zaak van het verleden is. Sinds 1 januari worden alleen nog digitale meters geplaatst en is er een premiesysteem van kracht dat de minister heeft uitgewerkt en dat ervoor zorgt dat er een rendement kan zijn voor zonnepanelen. Maar ik hoor diezelfde mensen uit de bouwsector tegelijk ook zeggen dat zij voor alle nieuwbouwprojecten, waar niet eens een premie van toepassing is, systematisch kiezen voor warmtepompen en zonnepanelen, gecombineerd met de terugleververgoeding en gecombineerd met de korting op onroerende voorheffing die deze regering geeft aan degenen die echt energiezuinig bouwen. Op dit moment zijn dit goede investeringen. Dat is wat men op dit moment in de bouwsector zegt over de technologie die u daarnet in vraag komt te stellen. Op dit moment wordt hij door de sector zelf niet in vraag gesteld.
Ik zou u durven vragen om dat hier ook niet te doen. We hebben een probleem voor degenen die voor 31 december 2020 zonnepanelen hebben laten plaatsen en gerekend hebben op een terugdraaiende teller voor de rendabiliteit, maar vanaf 1 januari is dat niet meer het geval en dan nog zijn zonnepanelen met de regeling die deze regering heeft uitgewerkt, onder andere een korting op de onroerende voorheffing en de premie voor wie op een bestaande woning zonnepanelen legt, effectief rendabele investeringen. Ik hoop dat u dat mee wilt uitdragen.
De heer De Meester heeft het woord.
Ik vind het antwoord van de heer Bothuyne nogal ontgoochelend. Hij heeft ook niet heel goed geluisterd. Als ik spreek over fabrikanten van digitale meters, dan heb ik het niet over www.tweedehands.be, mijnheer Bothuyne, dan heb ik het over fabrikanten met productielijnen die een half miljoen analoge meters per maand kunnen produceren. Daar gaat het over.
Mijnheer Bothuyne, als u de slimme digitale meter wil promoten, ‘be my guest’. Ik heb niets tegen de digitale meter ‘as such’. Als je bijvoorbeeld domotica in huis hebt, is het uiteraard een voorwaarde om een slimme meter te hebben. Ik heb niets tegen digitalisering en vooruitgang. Waar ik iets tegen heb, is sociale achteruitgang en kiezersbedrog, daar heb ik iets tegen. Als u de slimme meter wilt promoten, mijnheer Bothuyne, zorg er dan voor dat die aantrekkelijk wordt. Ik heb een heel concrete vraag voor u: bent u bereid om ervoor te zorgen dat de stroom die mensen op het net steken, aan dezelfde prijs vergoed wordt als de stroom die ze van het net moeten halen? Bent u bereid om dat op te lossen? Dan is het probleem opgelost.
Het probleem is nu namelijk dat mensen worden gedwongen om hun stroom bijna gratis op het net te zetten. Als ze die stroom terug willen, moeten ze twintig keer de prijs betalen. Dat is geen energiebeleid. Dat is diefstal.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Collega De Meester, was u deze voormiddag in de commissie geweest, dan had u mee kunnen participeren aan het debat dat daarover door collega Schiltz is aangetrokken...
Is dat een uitnodiging om meer naar de commissie te komen?
Collega De Meester, de heer Bothuyne heeft het woord.
U mag meer naar de commissie komen, inderdaad. U wordt, dacht ik, voltijds betaald in dit parlement om hier ook voltijds te werken.
U zegt het inderdaad nog eens: ‘We hadden een half miljoen analoge meters, of meer, laat maar produceren, laat maar komen, laat het verleden maar komen, de toekomst laten we achter ons.’ Dat is ongeveer de slogan van de PVDA vandaag. Dat is niet onze slogan. Dat is niet onze manier van werken.
U haalt echter een aantal terechte bezorgdheden aan. Die terugleververgoeding, dat is een verhaal dat nu in zijn kinderschoenen staat. Dat moet groeien. Die markt moet groeien. Alle energieleveranciers moeten mee op die kar springen, om er uiteindelijk voor te zorgen dat ook de stroom die mensen produceren en op het net plaatsen, tegen een billijke waarde wordt vergoed.
Collega’s, ik ga concluderen. De uitdagingen zijn duidelijk: rechtszekerheid voor elke getroffene, met een billijke compensatie op maat, ook bijvoorbeeld voor degenen die hebben geïnvesteerd in warmtepompen en een overeenkomstige zonnepaneleninstallatie; een aangepaste uitrolkalender, die de beloofde terugdraaiende teller maximaal mogelijk moet kunnen maken, met een maximum van vijftien jaar, en tegelijkertijd de uitbouw van een slim energienet mogelijk moet maken; een verhoogde ambitie voor zonne-energie tegen 2030, die niet alleen moet worden uitgewerkt, maar ook gerealiseerd; een blijvende ondersteuning en een rechtszeker financieel kader voor al wie in de toekomst wil investeren in de energietransitie, in hernieuwbare energie en in energie-efficiëntie. Dat zijn grote uitdagingen, en in CD&V zult u alleszins een partner vinden om er oplossingen voor uit te werken.
De heer Gryffoy heeft het woord.
We moeten ook nu blijven zorgen voor een draagvlak als het gaat over investeren in hernieuwbare energie en energiebesparende maatregelen bij renovatie. Ik denk dat dat altijd een goed idee is: zeker starten met energiebesparende maatregelen en in tweede instantie uiteraard hernieuwbare energie. Wat hernieuwbare energie betreft, zal de ene ook meer realistisch zijn en de andere meer voluntaristisch. Met deze uitspraak van het Grondwettelijk Hof bevinden we ons echter in een nieuwe realiteit. We hebben dan ook gekozen voor een redelijke oplossing. Collega Rzoska, men kan discussiëren over onmiddellijk iets naar buiten brengen, doordacht, of wachten. Dan zou er immers ook kritiek zijn op de minister: waarom wacht ze nog zo lang, waarom moet men daar een week op wachten? Neen, we hebben er inderdaad voor gekozen om onmiddellijk met een redelijke oplossing te komen, die twee grote lijnen bevat. Ten eerste, om alles regeltechnisch in orde te laten brengen, is er een pauze tot april 2021. Ten tweede, we kijken naar een eenmalige compensatiepremie die een rendement garandeert van 5 procent op een gemiddelde investering en een gemiddelde kostprijs, rekening houdend, collega Janssens, met het installatiejaar van de zonnepanelen, maar ook met het installatiejaar van de digitale meter.
De exacte berekeningen zijn nu volop bezig. Ik hoor dat dat waarschijnlijk, hopelijk eind deze week kan worden afgerond, waardoor er dan inderdaad een tabel zal staan op de website www.compensatieteller.be en je daar die getallen kunt zien. Ik vind het goed dat men daarmee ook aan de mensen duidelijkheid geeft, en dat is niet enkel voor de mensen die het voorbije jaar al een digitale meter hebben laten installeren, maar ook nog voor de 470.000 mensen die nog een digitale meter zullen krijgen, die dan een kans zullen krijgen op die financiële compensatie. Belangrijk daarbij is ook het principe dat die financiële compensatie niet wordt doorgerekend via de energiefactuur. Inderdaad, en ik heb het hier al een paar keer gehoord, we moeten ook gaan bekijken met andere actoren wat kan en wat niet kan. Ik geef een paar aanzetjes. (Opmerkingen van Tom De Meester)
Wacht, ik zou graag even doorgaan. Op het einde mag u dan.
Collega De Meester wil u onderbreken, vooraleer u een aantal voorbeelden geeft.
De heer De Meester heeft het woord.
Voorzitter, het is een heel korte vraag.
Meneer Gryffroy, u zegt dat u ervoor hebt gezorgd dat het niet wordt doorgerekend in de energiefactuur. Wie denkt u dat die 550 miljoen euro dan gaat betalen?
De heer Gryffroy heeft het woord.
We spreken over 450 miljoen euro. De eerste 100 miljoen euro is voor de digitale meters die al geplaatst zijn in 2020. Naar ik hoor zou die komen van de algemene middelen. Voor het andere deel komt, volgens de besprekingen die nu bezig zijn, een derde uit het Energiefonds en twee derde uit de algemene middelen. Met andere woorden, de algemene middelen zitten niet in de rechtstreekse energiefactuur.
De heer De Meester heeft het woord.
Voorzitter, ik zal mijn vraag dan herformuleren.
Mijnheer Gryffroy, wie denkt u dat de algemene middelen betaalt?
De heer Tobback heeft het woord.
Mijn bemerking is ongeveer vergelijkbaar. Collega Gryffroy, denkt u nu echt dat, als ik 100 euro moet betalen om het fiasco mee te financieren, het voor mij veel verschil maakt of ik die betaal via mijn elektriciteitsrekening of via mijn belastingen? In de twee gevallen betaal ik ze. Uw algemene middelen zijn niet iets wat de Vlaamse Regering plots heeft getoverd. Ik vind het trouwens heel opvallend: als puntje bij paaltje komt, als het gaat over nuttige investeringen en als we vragen om er algemene middelen aan te besteden, dan zijn u en de meerderheidspartijen de eersten om te zeggen dat het belastinggeld is. Als het erop aankomt om de putten van uw fouten dicht te gooien, dan is een half miljard euro belastinggeld ineens geen probleem meer.
Nog eens, 100 euro in mijn belastingen of 100 euro in mijn elektriciteitsfactuur: kunt u mij zeggen welk verschil dit maakt in mijn gezinsfactuur op het einde van de maand?
De heer Schiltz heeft het woord.
Nu snap ik het niet meer. We hebben dus een overgangsregeling gemaakt voor het rendement van de zonnepanelen dat werd gefinancierd door de factuur, want terugdraaiende teller. Dat is nu vernietigd. En wij zeggen dat, omdat het niet meer via de factuur gaat, we het betalen via de algemene middelen. Het is niet dat er ergens extra 500 miljoen euro moet worden gevonden. Ofwel worden die panelen gefinancierd door een terugdraaiende teller, dat wil zeggen korting op de distributietaksen, ofwel uit de algemene middelen. Het is het één of het ander. Het één kan niet, en nu zeggen we het ander, maar het is nog niet goed. Wat moet het dan zijn? Moeten we dan niets doen?
De heer De Meester heeft het woord.
Mijnheer Schiltz snapt het blijkbaar niet, maar ik snap het wel. Ik snap het wel, want in uw logica is het sowieso de burger die betaalt. Dat is wat u zegt. Het is het één of het ander, zegt u, maar in beide gevallen is het de burger die betaalt.
Wie? Wie? Ik zal u zeggen wie. Ik zal u een zeer concreet voorstel doen. Collega's, als we nu eens – het is zomaar een ideetje – een audit doen op de grootschalige zonnepanelenplantages van Fernand Huts en co? Als we dat eens zouden doen? Het is zomaar een idee, meneer Schiltz. We doen een audit en we gaan na wat het reële rendement van die plantages is. Laat ons zeggen dat we het afromen tot een rendement van 5 procent. Ik hoor hier net in het debat dat 5 procent voor de gewone burger een zeer respectabel rendement is voor zonnepanelen. Dan moet dat toch voor iedereen hetzelfde zijn. Iedereen gelijk voor de wet, denk ik dan met mijn gezond verstand.
Mijnheer Schiltz, mijnheer Gryffroy, gaat u ermee akkoord om een audit te doen op de plantages van Huts en co? Als blijkt dat er door de oversubsidiëring uit het verleden woekerrendementen worden geboekt, gaat u er dan mee akkoord om dat terug te brengen tot 5 procent?
De heer Tobback heeft het woord.
Ik denk dat de heer Schiltz – hij niet alleen, maar ook collega Gryffroy – iets probeert toe te dekken, namelijk de 500 miljoen euro die u nu besteedt aan het oplossen van dit debacle. Ze waren wel voorzien in het Energiefonds om te investeren in energie, in zonnepanelen die er vandaag nog niet liggen, in windmolens die er vandaag nog niet staan. Wat u nu doet, is verplichten om ze te besteden op een manier dat er geen zonnepanelen en geen windmolens en geen elektron aan hernieuwbare energie zal bijkomen. U gebruikt middelen die dienden om te investeren in de toekomst. U moet ze nu gebruiken om recht te zetten wat u verkeerd hebt gedaan in het verleden. Dat is de essentie van deze discussie. Dat is de fundamentele, spijtige realiteit: we besteden nu geld, een half miljard euro, op zo'n manier dat er geen enkele hernieuwbare energie meer zal worden bij gecreëerd. Dat is de essentiële discussie en dat is de fundamentele erfenis die u met deze regeling hebt achtergelaten.
De heer Danen heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, u hebt blijkbaar de opdracht gekregen om de nieuwe voorlopige regeling toe te lichten en uit te leggen. U hebt veel geld over om een politiek probleem op te lossen, maar hoe u hernieuwbare energie wil promoten en het draagvlak vergroten, daar hoor ik heel weinig over. Ik hoop dat u daar in uw tussenkomst op terugkomt.
Ik werd wel onderbroken, hé?
Dat is waar.
De heer Schiltz heeft het woord.
Nu wordt het echt wel heel grotesk, collega’s. Die 500 miljoen euro die het kost om alle zonnepanelen rendabel te krijgen, wordt vandaag betaald door de terugdraaiende teller. We geven dus korting op de taksen. We hebben die inkomsten dus niet. Als dat wegvalt, de kosten die daarin zitten, dan verlaagt de distributiefactuur. Dat is goed voor iedereen, maar men betaalt dat wel via de belastingen. Dat is letterlijk een vestzak-broekzakoperatie.
U zegt daarop dat u het gevonden hebt. Lang geleden, toen de heer Tobback met zijn club nog baas was over de energiefactuur, hebben de rijken te veel geld gekregen, we gaan dat geld dus afpakken van de rijken. Ik wens u heel veel succes om dat voor het Grondwettelijk Hof rond te krijgen.
De heer Tobback heeft het woord.
Voor de goede orde en voor het verslag: op het moment dat de heer Huts zijn certificaat kreeg, was er geen socialist minister van Energie.
Minister Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Tobback, ik wil u eraan herinneren dat we voor die factuur van toen nog altijd betalen. (Opmerkingen van Bruno Tobback)
Jawel, nog altijd!
Daar rijdt de oppositie zich toch een beetje vast? Met alle nederigheid die iedereen hier tentoonspreidt, wil ik daar toch op wijzen.
Ik zal het systeem zo klaar, helder en eenvoudig mogelijk voorstellen. We hebben een voordeel gegeven aan mensen die zonnepanelen legden om hen te overtuigen om die investering te doen. Dat voordeel moest van ergens komen. Jullie doen alsof het vroeger uit de lucht kwam vallen. Waar kwam dat vandaan? Dat kwam toch ergens vandaan? Het zat inderdaad – niet één op één, dat is niet hetzelfde – voor het grootste deel verrekend in die factuur.
Wat doen we nu? Dat voordeel is afgeschaft, het zit niet meer in die factuur. Het Grondwettelijk Hof ontzegt dat nu aan die mensen. Dat zit daar niet meer in, dat is toch juist? Wat gaat de regering nu doen? Wij moeten – ik volg dat ook – zekerheid geven aan die mensen, we moeten betrouwbaar zijn voor die mensen. We gaan hun toch een voordeel geven en dat zal voor twee derden uit de algemene middelen komen en voor één derde uit het Energiefonds. In 2021 komt het trouwens volledig uit de algemene middelen. Dat is ongeveer hetzelfde want dat komt niet terug in die energiefactuur. Ik hoor van een extra half miljard spreken, maar neen, dat is geen extra half miljard.
Wat doen we dan wel? Er zijn een paar zaken waar u rekening moet mee houden. Eerst en vooral is de factuurbetaler niet één op één de belastingbetaler, daar zit een verschil op, maar goed, voor de overgrote meerderheid is dat wel het geval. Dat is in beide gevallen de bevolking, dat is overduidelijk. Ten tweede trekken we een deel naar voren. We gaan een deel in 2021 al betalen aan iedereen met zonnepanelen en een digitale meter. Minister Demir heeft dat uitgelegd. Dat zal tussen 100 en 136 miljoen euro zijn dit jaar, de komende jaren schommelt dat tussen 30 en 40 miljoen elk jaar tot 2029.
Normaal zou het op 15 jaar zijn, we trekken dat dus een deel naar voren. Een derde deel – laat ons dat niet onbenoemd laten – zal bestaan uit heffingen die we nu wel zullen heffen en die zullen richting federale overheid gaan. Laat ons daar ook eerlijk over zijn. Zij zullen daar wel extra inkomsten van hebben. Vroeger bestond daarover een afspraak, een soort ruling, waarbij de federale overheid alleen maar belastte wat netto werd afgenomen. Als iemand 100 kilowattuur afhaalde van het net, en er zelf 50 op stak, dan betaalde die alleen maar heffingen op 50 kilowattuur. Met de digitale meter – niet het terugdraaiend systeem – kunnen we wel zien wat men bruto afhaalt. De federale overheid wil belasten op het volledige brutoaantal of op de volledige 100 kilowattuur. Daar zit een lek, dat klopt.
Maar stop met die extra 500 miljoen euro. Ik ben hier ook niet blij mee, voor alle duidelijkheid, want dat maakt mijn oefening nog een pak zwaarder, zeker voor 2021, dat is 100 à 130 miljoen euro, absoluut wel. Kom niet zeggen dat het extra lasten zijn voor de mensen, dat is niet waar.
Ze worden alleen op een andere manier verrekend en in de tijd een deel naar voren getrokken met die parenthese: het feit dat de belastingbetaler niet een op een gelijk is met factuurbetaler, maar – ik durf er geen exact cijfer op plakken – in 95 of 96 procent van de gevallen zal dat wel zo zijn. Dank u wel.
De heer De Meester heeft het woord.
Heel kort, voorzitter, als reactie op collega Schiltz die me daarnet heel veel succes heeft gewenst voor het Grondwettelijk Hof. Laten we dat dan doen. Laten we inderdaad een voorstel van decreet schrijven met een audit die gericht is op het afromen van die woekerwinsten en laten we daarover het advies van de Raad van State vragen. Laten we dat voorstel van decreet goedkeuren en dan kunnen we inderdaad – als daar bezwaar tegen is – naar het Grondwettelijk Hof gaan, maar ik heb er alle vertrouwen in, want de vorige keer dat ik naar het Grondwettelijk Hof ben gestapt tegen de Turteltaks, heb ik gelijk gekregen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
En dus gaan we ook over naar wat we nog meer willen doen buiten die compensatie en ik denk dat minister Diependaele dat uiteindelijk al voor een stukje heeft aangekaart. Het is inderdaad zo dat er naar schatting 20 tot 25 miljoen euro per jaar, als alle digitale meters uitgerold zouden zijn, bijkomende inkomsten zouden zijn voor de federale overheid. De oproep of vraag is: men kan daarvoor heel specifiek beleid doen gericht naar energietransitie gericht naar een aantal zaken. Men zou bijvoorbeeld kunnen zeggen dat we een tijdelijke btw-verlaging gaan doen voor mensen die investeren in batterijtechnologie of in andere technologie of in renovatie. Men zou daar iets mee kunnen doen zodanig dat dat geld indirect terugkeert naar Vlaanderen. Maar ook met de regulator kunnen er verder zaken worden besproken. We hebben hier al heel lang de discussie gehad – en collega Danen kan dat ook bevestigen – over warmtepompen en een aansturingstarief, zoals dat bijvoorbeeld bestaat in Oostenrijk. De regulator is daarbij ook een actor, dus ook die kan daarmee aan de slag gaan. We gaan inderdaad moeten buiten de generieke maatregelen, die zorgen dat je voor een gemiddelde installatie een rendement van 5 procent haalt, kijken om een aantal specifieke zaken slim aan te pakken en waar ik inderdaad kijk naar de federale overheid en naar de regulator.
Ik denk dat – en dat is het laatste punt - het ook een heel goede oefening zal zijn in communicatie. Communicatie gaat een heel belangrijke rol spelen. Ik ben ook al heel blij dat op de website van energiesparen.be onder 'compensatie terugdraaiende teller' al de eerste vragen en antwoorden zijn gepubliceerd en waarschijnlijk zullen die nog geüpdatet worden. Dat is ook geen punt.
Wat ik bijzonder vind, is dat er op de website van de regulator een tool stond om te simuleren: heb ik een terugdraaiende teller of heb ik geen terugdraaiende teller en ik moet vaststellen dat die tool weg is. Ik vind dat heel spijtig. Ik vind dat die tool daar zo snel mogelijk terug op moet staan want de mensen zitten nu met vragen en je moet die vragen kunnen oplossen en mensen ook de middelen geven om te kunnen simuleren. Misschien – en dat is een oproep aan de regering – moeten we zeggen: we zetten die tool op de website van energiesparen.be in samenwerking met de regulator zodat de mensen een aanspreekpunt hebben waar ze kunnen vergelijken, waar ze de vragen kunnen terugvinden enzovoort.
En ook wij gaan het allemaal moeten uitleggen. Dat is ook een belangrijke factor, maar dus vooral die communicatie, die vragen en die tool waarmee mensen kunnen simuleren en wijzelf moeten ook durven uitleggen hoe het exact in elkaar zit. Ik heb in elk geval ondervonden dat als ik e-mails binnenkrijg met een concrete vraag en ik daar een concreet antwoord op geef, dat dat met dank aanvaard wordt. Het zijn niet altijd schimpmails, bij manier van spreken. Het zijn soms e-mails met gewoon vragen van mensen die verduidelijking vragen. Die verduidelijking moet je durven geven met kennis van zaken via de website en via een tool en dan zijn de mensen ook gerustgesteld.
De heer Rzoska heeft het woord.
Collega’s, ik denk dat we het debat over de verantwoordelijkheid echt wel hebben gehad en uitgeput. Voor mij is het duidelijk en zal het ook altijd duidelijk blijven wie daarvoor de verantwoordelijkheid draagt. Laat me beginnen, collega Tommelein, met te zeggen dat ik het moedig vind dat u hier in het parlement aanwezig bent en aan het debat deelneemt, nog los van hetgeen u zegt. Ik ben het niet met alles eens, maar dat hoeft ook niet. Maar u bent hier en u spreekt.
In tegenstelling tot minister Peeters. Ik kan er niet aan doen, maar we zijn nu bijna 2 uur en 10 minuten verder. Ook u hebt een verantwoordelijkheid gedragen. Ik heb uw communicatie van de afgelopen jaren nog eens bekeken. U hebt in sommige interviews een aantal straffe uitspraken gedaan. Ik heb van u tot op vandaag of tot nu nog niets gehoord. Misschien komt het nog.
Collega Rzoska, minister Peeters wil repliceren.
Voilà. Dan komt het nu.
Mijnheer Rzoska, ik heb aandachtig zitten luisteren en ik was wel degelijk van plan om nog tussen te komen in het debat. Ik kan het nu doen. Ik kan het ook op het einde doen. Maar omdat u erop aandringt: ik wil wel degelijk ook mijn verantwoordelijkheid opnemen in dit dossier.
Het ergste – en dat is hier al gezegd – is dat de mensen boos zijn. De mensen zijn woedend. De mensen zijn ontgoocheld. En terecht. De mensen zijn terecht heel boos. We hebben hun vertrouwen geschonden. Dat kunnen wij niet ontkennen. Ik blijf erbij dat dat een collectieve verantwoordelijkheid is. Maar ik ben er ook mee verantwoordelijk voor, dat wil ik heel duidelijk meegeven.
Het Grondwettelijk Hof heeft een regeling vernietigd die wij in dit parlement hebben goedgekeurd, zonder enige tegenstem – ik weet dat velen dit niet graag horen maar ik wil dat toch nog eens benadrukken. Die regeling hield een keuzevrijheid in tussen of een virtueel terugdraaiende teller of het VREG-mechanisme, zoals we dat noemen. En dus moeten wij zoeken naar een oplossing.
Maar ik neem u nu toch graag eens mee, terug in de tijd. Want ik denk dat dat toch ook zijn waarheid heeft.
Ik heb op 9 januari 2019 de eed afgelegd als minister bevoegd voor Energie. Mijnheer Tobback is buiten, maar de eerste proefprojecten met de digitale teller dateren van 2012. In 2017 heeft de voltallige Vlaamse Regering een conceptnota goedgekeurd. Daarin werd duidelijk gesteld dat het rendement van de prosumenten, van de mensen die zonnepanelen hadden, moest verzekerd worden, moest gegarandeerd worden. Dat was in februari 2017. In juli 2017 komt er dan een ontwerpdecreet. Dat wordt goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Het gaat naar de diverse adviesinstanties. In februari 2018 is er een tweede ontwerp, goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Dat gaat opnieuw naar adviesinstanties en ook naar de Raad van State. In zijn eerste advies heeft de Raad van State het over bevoegdheidsoverschrijding. Er komt een aanpassing. Er komt met andere woorden in mei 2018 een derde ontwerpdecreet. Daarin wordt tegemoetgekomen aan heel wat bekommernissen die de Raad van State heeft geuit. Want het ging niet alleen over de digitale meter. Het ging over het databeheer, over de privacy, over de kosten-batenanalyse. Het ging over van alles. Op heel veel punten heeft de Vlaamse Regering gereageerd. Finaal komt er opnieuw een voorontwerp op 18 mei. Dat gaat opnieuw naar de Raad van State voor advies. Er komt een tweede advies van de Raad van State. Dan zegt de Raad van State: ‘Op datgene waarover ik al een advies heb verleend, ga ik niet terugkomen.’ Dat is terecht. Dat doet de Raad van State meestal. Terecht, we zijn dat ook gewoon. Dan komt er een definitief ontwerp van de Vlaamse Regering, dat in juni 2018 door de Vlaamse Regering wordt goedgekeurd. Dan komt het dossier naar het parlement.
Ik heb daarnet gezegd dat dat de historiek is. Ik heb de eed afgelegd op 9 januari 2019. In 2018 hebben nog hoorzittingen plaatsgevonden. Iedereen bleef toen hoog bij laag verkondigen dat het rendement voor de zonnepaneeleigenaars moet gegarandeerd worden, dat er een compensatieregeling moet worden uitgewerkt. Daar stond iedereen, kamerbreed, achter.
Ik leg de eed af op 9 januari 2019. Het is misschien nog belangrijk om mee te geven dat op 10 januari 2019 de eerste betogingen van onze klimaatjongeren plaatsvonden. Vanaf 10 januari waren zij continu in het nieuws. Wij moesten onze doelstellingen inzake hernieuwbare energie halen. Ook daar was iedereen het over eens.
Ik heb er de persartikels van destijds ook nog eens op nageslagen. Ik lees daar onder andere: ‘Lydia Peeters krijgt het mes op de keel van de andere partijen want er moest toch wel snel een oplossing komen voor de digitale meter.’ Men doet hier nu vandaag alsof wij snelsnel voor de verkiezingen een regeling hebben uitgewerkt om ervan af te zijn. Opnieuw, kijk naar de historiek van 2017 tot 2019. Ik denk niet dat men dat ‘snelsnel’ mag noemen.
We hebben ook de kritieken van de Raad van State weerlegd – dat kunt u allemaal lezen in de memorie van antwoord – en daarop gereageerd.
Wat moest er nog gebeuren? We moesten een regeling kunnen hebben met de VREG, want alle andere stakeholders waren vragende partij om die digitale meter versneld uit te rollen. Zoals de heren Bothuyne, Gryffroy en Schiltz al meermaals hebben gezegd, stond iedereen achter die transitie. We hebben die transitie nodig en dus zouden we er ook voor zorgen dat die digitale meters versneld zouden worden uitgerold. We waren daar al mee bezig sinds 2012. In 2019 vonden we het toch wel tijd om dat versneld uit te rollen.
Mijnheer Danen, ik hoor u vandaag zeggen dat ik de mensen wil verleiden om voor die digitale meter te gaan, en u hebt volkomen gelijk. U vraagt waarom we die opt-outmogelijkheid niet kunnen behouden, maar zal die absoluut de toets van het Grondwettelijk Hof doorstaan? Hebben we daar 100 procent juridische zekerheid over? Over welke punt heeft men überhaupt 100 procent zekerheid?
Ik steun u wanneer u zegt dat we de mensen inderdaad moeten verleiden want we willen die doelstelling inzake hernieuwbare energie allemaal bereiken. We moeten daaraan werken en daarop inzetten. Net als velen onder u heb ik de verslagen van de commissievergaderingen en de plenaire vergadering nagelezen. Ik stel vandaag vast dat men heel selectief citeert uit die verslagen.
In de periode februari-maart hebben wij heel veel overleg gehad met Fluvius, de VREG en alle partners die betrokken waren bij de uitrol van de digitale meter, en iedereen was het erover eens dat we verder moeten en dat we het rendement voor die prosumenten moeten verzekeren. We zijn met een voorstel gekomen dat volledig geënt was op de nieuwe richtlijn van Europa, namelijk dat we niet raken aan die tariefstructuur maar factureren op de drager volgens het ‘best billing’-principe. Zoals minister Diependaele daarnet al zei, zouden we de prosument zijn tarief laten kiezen: ofwel het tarief conform het VREG-mechanisme, ofwel de virtueel teruggedraaide teller waarbij hij alleen wordt gefactureerd op datgene wat netto wordt afgenomen, dus na het verrekenen van wat geïnjecteerd wordt op het net en wat er wordt afgenomen.
We hadden een keuzeregeling uitgewerkt. Die is via een amendement, ondertekend door zeven parlementsleden, aan de commissie voorgelegd. En wat lees ik in het verslag van de commissie? Ik begin met de sp.a-fractie: “We zijn tevreden. Het voorstel dat werd voorgedragen, vind ik goed.” Dat zei de heer Beenders destijds voor de sp.a-fractie. “Het leunt ook heel dicht aan bij datgene wat wij altijd gevraagd hebben.” Ik denk toch dat dat positief is. Men stond achter het voorstel.
Mijnheer Danen, u bent ook tussengekomen in die commissie en u hebt gezegd dat het gegroeid is, dat we daar een sereen debat over hebben gehad waarbij het vooral over het inhoudelijke ging en dat u er vertrouwen in had. Maar u hebt toen ook gevraagd, en daar had u inderdaad gelijk, of er geen tweede advies moest worden gevraagd aan de Raad van State want ‘de voorgaande elementen zijn weerlegd, maar nu komt er een nieuw element. Moeten we daar ook niet een advies van de Raad van State vragen?’.
De tijdsdruk was er en iedereen wilde zo snel mogelijk een oplossing, want Fluvius stond klaar om vanaf 1 juni 2019 uit te rollen.
Met deze historiek wil ik opnieuw benadrukken dat iedereen achter het voorstel stond. Wat dat betreft, is het een collectieve verantwoordelijkheid en moeten we nu allemaal samenwerken om tot een nieuwe oplossing te komen. Iedereen is het er immers over eens dat er een compensatieregeling moet komen, en daar houden wij ons ook aan. Men heeft al een paar keer gezegd dat de regering hier stil blijft. Welnu, collega Demir heeft daarstraks al een heel uitgebreide uiteenzetting geven. Wij steunen dat allemaal en waren ook allemaal heel tevreden dat vrijdag, de dag na de uitspraak van het Grondwettelijk Hof, al een heel uitgebreid, nieuw voorstel op tafel lag over een compensatieregeling voor alle gedupeerde mensen. En er is inderdaad een gradatie: sommigen zijn veel zwaarder gedupeerd. De heer Danen heeft het terecht gehad over de zonnepanelenhouders die ook nog een warmtepomp hebben.
Er zijn mensen die nog meer schade lijden, en daarvoor moeten we een oplossing zoeken. Vrijdag heeft deze Vlaamse Regering een eerste voorstel afgeklopt, een principieel voorstel. Is dat volledig klaar? Het moet nog worden gefinetuned. Er moet nog een oplossing worden gezocht voor de mensen die elektrisch verwarmen en de mensen die vooral inzetten op de hele energietransitie. Deze regering zal daar verder op inzetten, daarin heb ik alle vertrouwen.
Opnieuw: de toekomst is veel belangrijker dan het verleden. Ik vond dat ik het verleden moest schetsen, om die terugblik te geven en duidelijk te maken dat iedereen achter de ingevoerde keuzemogelijkheid stond, zoals blijkt uit alle verslagen. Het is vernietigd op basis van een eerste advies van de Raad van State, in juni 2018, wegens bevoegdheidsoverschrijding, niet wegens het verhaal van de VREG.
Wel, we zijn nu zoveel stappen verder. De toekomst is belangrijk. Laten we zo snel mogelijk werken aan een regeling waarbij de consumenten, de mensen thuis, de gedupeerden, de mensen die terecht woedend zijn, zo snel mogelijk een antwoord krijgen op al hun vragen, zodat zij zo snel mogelijk tot een oplossing kunnen komen. Want daarvoor zitten wij hier, iedereen in dit halfrond: om mensen oplossingen te bieden en niet om nog meer de verzuring te voeden.
Wel, ik wil werken aan een oplossing. Samen met de Vlaamse Regering werken we ook aan die oplossing. We steunen collega Demir ten volle in datgene wat ze tot nog toe heeft uitgewerkt.
Ik dank u.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, u zegt dat iedereen akkoord ging met wat voorlag. Ja, iedereen was het eens met de algemene principes die jaren voordien waren voorbereid. De digitale meter, de eerlijke compensatie voor de pv-bezitter: daarover was iedereen het eens. Ook over het feit dat de energietransitie moest worden versneld, bestond er geen discussie. Alleen, hoe concreter het werd, hoe meer haken en ogen er aan het dossier kwamen te zitten. Daarom ook hebben we én een amendement ingediend én kritiek geuit op een aantal aspecten.
U vraagt mij of ik denk dat het Grondwettelijk Hof geen moeite had met die opt-out, met die keuze. Wel, ik denk eerlijk gezegd dat dat zo ís. Het grote bezwaar van het Grondwettelijk Hof was het discriminatoire karakter van de regeling. Dat was een van de grote bezwaren. Als je de mensen laat kiezen en iedereen kan voor iets kiezen, dan is er geen sprake van het discriminatoire aspect van het geheel. Die opt-outprocedure had het dossier alleszins heel erg kunnen verbeteren.
Ik weet dat er ook andere mensen waren die klacht hebben ingediend. Ik ben daarvan op de hoogte. Maar dit was een van de grote aspecten die de VREG naar voren heeft geschoven. Ik ben er zeker van dat dat aspect wél de toets van het Grondwettelijk Hof zou hebben doorstaan. En dan stonden we alleszins veel verder dan we nu staan.
De heer Dewinter heeft het woord.
Minister, ik wil u toch wijzen op het feit dat er in een regering zoiets bestaat als een collectieve verantwoordelijkheid. ‘Les actes nous suivent’, zeggen ze in de politiek. Dat betekent dat u niet alleen een persoonlijke verantwoordelijkheid hebt – u hebt dat uitgebreid beschreven, tot op de data en de dagen –, maar dat u ook de continuïteit van het beleid van deze meerderheid belichaamt. In Nederland nam vorige week een regering ontslag omdat ambtenaren – geen ministers, maar ambtenaren – een aantal belangrijke fouten hadden gemaakt wat betreft de toeslagen voor de kinderbijslag. Hier blijven de regering en de betrokken ministers zitten, ook al hebben ze de collectieve verantwoordelijkheid over dit dossier, en dat gespreid over twee tot drie legislaturen. Dát is het grote verschil qua collectieve politieke verantwoordelijkheid.
Waarover het gaat, is dat de burger geen rechtszekerheid meer heeft. Deze regering is, in plaats van een betrouwbare zekerheid, een risicofactor geworden voor de burger. En dat is niet alleen in dít dossier zo, maar in vele politieke dossiers. Ik heb er een paar opgeschreven. Als je hier al een tijdje zit, herinner je je ongetwijfeld het Mestactieplan. Ik herinner mij de zonevreemde woningen, het Arcodossier, en nu weer de zonnepanelen. Het is altijd hetzelfde: de rechtszekerheid heeft in de politiek plaatsgemaakt voor wat ik ‘rechts opportunisme’ zou willen noemen, waarbij de politici populaire, gemakkelijke en electoraal, het liefst vlak voor de verkiezingen, zeer populistische beslissingen nemen, om die dan, goed wetend dat dat zal gebeuren, achteraf te laten vernietigen door de Raad van State en als het enigszins kan door het Grondwettelijk Hof.
‘Wir haben es nicht gewusst!’ De paraplu’s omhoog! ‘Het is de schuld van rechtbank, het is de schuld van de Raad van State, maar nooit van ons. Wij hebben gescoord bij de kiezer en daarmee is voor ons de kous af.’ Tot daar de politieke verantwoordelijkheid, tot daar de collectieve verantwoordelijkheid.
U wijst altijd naar ons als zijnde degenen die aan populisme doen, als zijnde degenen die verantwoordelijk zijn voor het feit dat, door allerlei verhalen die wij zouden vertellen, de burger geen vertrouwen meer heeft in de politiek. Als er geen vertrouwen meer is in de politiek, dan is het door dit soort van dossiers, de dossiers die ik zonet heb opgesomd.
De overheid is een ‘roverheid’ geworden en de rechtstaat is een soort van roofstaat geworden, die parasiteert op de burger en op de belastingbetaler. Dat is hier vandaag helemaal niet of nauwelijks aan de orde gekomen omdat u zich verliest in allerlei technische details, waar een kat haar jongen niet meer in terugvindt. Ik denk – en dat is volop aan het gebeuren, kijk maar op het internet – dat de burger, net zoals in het dossier van Arco, zich zelf zal organiseren. Zover zijn we gekomen in deze samenleving. De burger zal zich zelf organiseren tegen de politiek. Ik roep burgers op om inderdaad naar de burgerlijke rechtbank te stappen en deze regering en haar ministers verantwoordelijk te stellen voor het wanbeleid waar de burger nu uiteindelijk de rekening voor moet betalen, opdat u, misschien niet door dit parlement maar dan toch minstens door de kiezers, ter verantwoording wordt geroepen.
Collega Tobback, bent u het ermee eens of wilt u iets anders zeggen?
Wel, om te bewijzen hoe constructief ik kan zijn: als collega Dewinter echt tegen het rechtse opportunisme wil strijden, dan ben ik zelfs bereid om mee te doen. (Gelach)
Ik zou toch graag hebben dat minister Peeters het een beetje correct uitlegt, want dat heeft ze niet gedaan en dat vind ik minder tof. Collega Beenders heeft inderdaad zeer constructief mee proberen te zoeken naar een oplossing voor het probleem van de terugdraaiende teller en het verdwijnen daarvan. Maar u doet hem ten zeerste onrecht aan als u hem mee in bad probeert te trekken voor de regeling die nu is gecreëerd, want hij heeft keer op keer op gezegd dat deze manier niet zou werken, hoe mooi het principe ook was. Daar kon hij niet tegen zijn, maar er was grote onduidelijkheid en onzekerheid over of het zou werken.
Eigenlijk hebt u ondertussen wel iets meer weggegeven dan u waarschijnlijk bedoeld had over de manier waarop het dossier is afgehandeld en waarom het rap moest gaan. Want er was eigenlijk geen haast. Er was geen enkele reden waarom het per se in april 2019 goedgekeurd moest worden en waarom dat niet gekund had in december 2019. De enige reden was dat er, zowel bij de VREG als bij Fluvius als bij een aantal anderen, zoals installateurs en telecombedrijven, druk was om snel te gaan met de installatie van die digitale meter. Men was daar klaar voor, men had daar een mooi project liggen, men had een aantal zaken die men kon doen. Het moest snel gaan, er was druk. Er was eigenlijk geen haast. Er was geen enkele reden om niet de tijd te nemen en om niet eerst dat advies van de Raad van State te vragen of om wat langer na te denken over de zekerheid van die oplossing. Er was druk van buitenaf van wie snel die meters wilde kunnen installeren, er was druk van de verkiezingen omdat u snel met een resultaat naar de kiezer wilde gaan. Dat was de enige haast die er was. Maar dat is geen objectieve haast, dat is gecreëerde haast. U had gerust kunnen wachten.
Nogmaals: ook nu weer zijn we bereid om constructief na te denken over oplossingen voor de problemen die nu gecreëerd zijn. Maar niet vanuit een gecreëerde druk van deze of gene die de deur van uw kabinet komt platlopen om te zeggen dat hij het snel wil doen gaan en vraagt om te helpen door snel een regeling goed te keuren. Niet op die manier, niet om tegemoet te komen aan dat soort van druk en aan dat soort van belangen, maar om iets te creëren dat in het belang is van de burger die we mee willen krijgen, de burger die geacht wordt te investeren. Dat is waar de clou van deze geschiedenis ligt. Dat is waar ik nu de Vlaamse Regering toe oproep: in plaats van te luisteren naar deze of gene die komt zeggen dat het dringend is, probeer eens een objectieve analyse te maken van wat het betekent voor de burger en vraag u af of dat wel een oplossing is voor de burger. En als het geen oplossing is voor de burger, dan is het ook niet dringend, dat is heel simpel.
De heer De Meester heeft het woord.
Een kort antwoord op minister Peeters. U zegt, minister Peeters, dat dit decreet indertijd zonder een tegenstem is goedgekeurd. Dat klopt. Maar ik wil daar gewoon aan toevoegen voor het verslag: de PVDA zat toen nog niet in dit parlement.
Dat weten we allemaal nog, ‘de oude tijd’.
Voorzitter, ik kan u zeggen dat het debat er anders zou hebben uitgezien. Wij zouden in elk geval tegen hebben gestemd. Er mag geen twijfel over bestaan dat ik al zeker sinds 2012 in woord en in daad een tegenstander van de snelle verplichte uitrol van de slimme meters ben.
Minister Peeters, u hebt gezegd dat we nooit 100 procent zeker kunnen zijn van de juridische onderbouw van onze decreten als er een procedure bij het Grondwettelijk Hof komt. Het Grondwettelijk Hof beslist niet met kop of munt. Het advies van de Raad van State van 20 maart 2018 was glashelder. De voorliggende oorspronkelijke versie van de compensatieregeling was juridisch onhoudbaar. Het besluit van de Raad van State was dat op deze manier de federale bevoegdheid inzake energie en de federale fiscale bevoegdheid werd betreden. Daar is geen speld tussen te krijgen. Dat is glashelder. Voormalig minister Tommelein heeft dat gisteren tijdens De Afspraak toegegeven: “Ik wist dat het juridisch onhoudbaar was, maar we hebben doorgezet, want we moesten nu eenmaal onze doelstellingen halen.”
Minister Peeters, wat ik niet begrijp, is dat u, ondanks dit klaar en duidelijk advies van de Raad van State, tijdens de commissievergadering van 25 maart 2019 het volgende hebt verklaard: “De regering is zeker dat wat voorligt juridisch sluitend is. Er zijn voldoende argumenten om de juridische toets te doorstaan.” Dat is niet het geval. Het is niet de eerste keer dat de Vlaamse Regering bij het Grondwettelijk Hof bakzeil moet halen. In 2014, in 2017 en vorige week zijn verschillende artikelen van het Energiedecreet vernietigd. Ik zwijg dan nog over het proces tegen de Turteltaks, waarin het Grondwettelijk Hof u ook ongelijk heeft gegeven. Het is niet de eerste keer.
U hebt verklaard dat het niet enkel om de verkiezingen ging, maar ook om de klimaatjongeren die op straat kwamen. Nu is het de schuld van de klimaatjongeren. Niemand zegt dat u de doelstellingen niet moet halen. Dat is het punt niet. U moet de doelstellingen uiteraard halen, maar de vraag is hoe u dit moet doen. Mijn standpunt is dat we die doelstellingen niet halen door de mensen blaasjes wijs te maken en met juridisch prutswerk. Dat is de kritiek.
Mijnheer De Meester, hoe halen we ze dan wel? Ik mag hier eigenlijk geen vragen stellen.
Mevrouw de moderator, ik wil gerust antwoorden. (Gelach)
Mijnheer De Meester, u mag dat, maar u hoeft niet. Ik mag eigenlijk geen vragen stellen.
Als ik mag, zal ik antwoorden.
Mijnheer De Meester, u hebt driemaal gezegd hoe het niet te doen. Als mens ben ik dan persoonlijk zeer geïnteresseerd in hoe het wel moet.
Voorzitter, ik begrijp dat. We doen dat door het draagvlak voor groene stroom te vergroten in plaats van af te breken, door als overheid zelf het voorbeeld te halen en door die 500 miljoen euro die we nu in deze puinhoop moeten investeren in publieke groene energie te investeren.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister Peeters, er is momenteel een ploeg in de voetbalcompetitie die de meeste tegengoals heeft gekregen. Waasland-Beveren heeft al 48 tegengoals gekregen. Dat betekent dat de verdediging van die ploeg vaak een gatenkaas is. Uw verdedigingslinie met betrekking tot de stemming van dit decreet in het Vlaams Parlement is nog poverder.
Ik vind het bizar dat ik dit moet uitleggen aan een minister die vroeger als gewoon Vlaams volksvertegenwoordiger in het Vlaams Parlement heeft gefungeerd. Bij een stemming heeft een Vlaams volksvertegenwoordiger twee opties. Hij kan goedkeuren of niet goedkeuren. Die laatste optie omvat twee subopties. Hij kan zich onthouden of hij kan tegenstemmen. Die onthouding is zowat de enige luxe die een oppositiepartij zich kan veroorloven. Een onthouding betekent dan dat het voorliggend ontwerp van decreet een aantal goede elementen, maar ook slechte elementen bevat en dat de Vlaamse volksvertegenwoordiger het om die reden niet wil goedkeuren.
Tijdens de bespreking van dit ontwerp van decreet hebben we verklaard dat het Vlaams Parlement er in een aantal adviezen op is gewezen dat het mogelijk een kaduke regeling is die in de toekomst voor juridische problemen zou kunnen zorgen die de consument in onzekerheid zouden kunnen storten. Om die reden hebben we ons onthouden.
Indien alle partijen in dit parlement zich net zoals mijn fractie en de andere oppositiefracties, zouden hebben onthouden, dan was dat decreet er niet gekomen en niet goedgekeurd, en dan zaten we niet in de miserie waar we nu in zitten. De volledige verantwoordelijkheid ligt dus bij de partijen die op de groene knop hebben geduwd en dat decreet hebben goedgekeurd.
Ik zou dus Open Vld, en bij uitbreiding de andere meerderheidspartijen, willen vragen om op te houden met dat belachelijke riedeltje over geen enkele tegenstem, want het slaat nergens op. Ook als een parlementslid zich onthoudt, betekent dat dat hij het niet goedkeurt. De verantwoordelijkheid ligt bij degenen die het wel hebben goedgekeurd.
Mijnheer Rzoska, u wou minister Peeters horen en dat is bij deze gebeurd, en vervolgens ook de helft van het parlement. Minister Peeters wil nu opnieuw tussenkomen.
Ziezo, kijk, een minuut ver en: pats.
U hebt er zelf om gevraagd.
Minister Peeters heeft het woord.
Sorry, mijnheer Rzoska, ik zal u straks niet meer onderbreken. Ik wil nog even repliceren op alle tussenkomsten die hierop gevolgd zijn.
Mijnheer Tobback, u zegt dat we snel-snel zijn gegaan. Ik heb juist de historiek geschetst van februari 2017 tot april 2019. Iedereen riep dat het vooruit moest gaan, dat er een regeling moest komen, want het draagvlak voor de hernieuwbare energie was nodig. De klimaatdoelstellingen moesten we halen, dat was de regeling, daar stonden we allemaal achter.
Mijnheer Janssens, u zegt dat we iets hebben gedaan dat niet door de beugel kon. Beleid voeren, aan politiek doen, dat betekent keuzes maken en knopen doorhakken. Men kan altijd roepen, tieren en zeggen dat men dat beter niet had gedaan, maar wat is dan het alternatief?
Opnieuw, hernieuwbare energie moeten we hebben. Het draagvlak voor investeringen in zonnepanelen moeten we hebben. Onze belofte dat we de investeringen en het rendement van de zonnepaneelhouders willen verzekeren, willen we allemaal houden. Dat blijkt opnieuw uit alle verslagen die overal naar voren zijn gebracht. Beleid voeren is keuzes maken.
De mensen die nu schade ondervinden doordat we hun rendement niet meer kunnen verzekeren door de uitspraak van het Grondwettelijk Hof, vragen één ding, namelijk een oplossing. Het is een oplossing waar de Vlaamse Regering nu aan werkt, een oplossing om zo snel mogelijk opnieuw dat rendement te kunnen verzekeren en opnieuw een draagvlak te creëren voor onze zonnepaneleninstallaties. Dat is wat hier wordt gevraagd: het vertrouwen herstellen betekent alleen maar snel schakelen, snel met een oplossing komen en snel zorgen dat het vertrouwen van de mensen thuis kan worden hersteld, dat er terug rechtszekerheid is. Daartoe wil ik me alleszins engageren.
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister Peeters, het is goed dat u het woord hebt genomen en dat u ook erkent politieke verantwoordelijkheid in dit dossier te dragen. Dat hebt u heel helder gesteld, en vervolgens hebt u heel lang gesproken om er toch een collectieve verantwoordelijkheid van te maken. Daar wringt het bij mij. Enerzijds was ik wat misleid, anderzijds associeer ik u – sorry, collega's van de CD&V – toch met een andere partij.
Voorzitter, na dit felle debat liggen er toch nog altijd een aantal losse eindjes op tafel. Ik wil aan de Vlaamse Regering vragen – wat mij betreft is dat de belangrijkste vraag – wat jullie gaan doen om dat vertrouwen bij mensen die willen investeren in hernieuwbare energie, weer op te bouwen. Daar heb ik tot nu toe heel weinig antwoorden op gehoord, maar misschien komen die nog.
Wat ik jammer vind bij het beeld van ‘na 24 uur zijn we daar met de nieuwe compensatieregeling’ is dat ik op de betrokken website zie welke vragen nog allemaal openstaan en ook zie wat er in mijn mailbox binnenloopt van mensen die vandaag met concrete situaties wordt geconfronteerd. Dan zeg ik: “Trap toch alstublieft niet opnieuw in die val.” Die mensen zijn op dit moment boos, en terecht, en op zoek naar zekerheid. Wat gaat dit voor mij betekenen?
Nu zijn we weer snel met een mechanisme gekomen dat blijkbaar nog volledig moet worden berekend. De tabellen gaan komen, misschien op het einde van de week. De mensen die op dit moment in deze situatie zitten, die gedupeerd zijn, hebben daar geen boodschap aan, denk ik. Die hebben heldere antwoorden nodig op de vragen die ze hebben. En dan vind ik het niet onethisch en zelfs politiek verantwoord om te zeggen dat we daarvoor onze tijd nemen. We weten dat er een probleem is, we erkennen het, en ik vind het in die zin goed dat er op de pauzeknop wordt geduwd tot april 2021. Die pauzeknop, die tijd, moeten we gebruiken om inderdaad een aantal dingen goed te bekijken alvorens snel-snel een aantal dingen aan die mensen te communiceren, omdat er druk is – terechte druk.
Want er zijn inderdaad mensen die toch wel behoorlijk in de hoek zitten waar de klappen vallen, zoals de warmtepompeigenaars. Ik ga het debat niet overdoen, maar ik roep wel op om daar heel goed aandacht voor te hebben, om ervoor te zorgen dat die mensen niet volledig het kind van de rekening worden. Maar dat wordt toch blijkbaar gesteund vanuit de meerderheid.
Ik heb zeer goed naar minister Diependaele geluisterd. Ik denk dat er ook daar op financieel vlak wat losse eindjes zijn. Ik hoor u zeggen dat u voor dit jaar 100 à 136 miljoen euro moet zoeken in de begroting, om de mensen die in aanmerking komen voor de compensatie in 2021 te betalen. Het zou ons nu misschien te ver leiden, maar mijn vraag is of u die binnen de bestaande begroting gaat zoeken dan wel of u eerder gaat kijken naar schuldfinanciering? Dat is me niet helemaal duidelijk.
Wat de collega’s betreft die twijfel willen blijven zaaien over de positie van mijn fractie in dit hele debat – mevrouw Peeters en anderen –: ik denk dat de parlementaire handelingen op dat vlak een heel goed instrument zijn. En het is inderdaad zo dat wij vonden – en vinden – dat daar een aantal goede dingen in zaten. Wij beseffen ook zeer goed dat de uitrol van de digitale meter noodzakelijk zal zijn om die hernieuwbare energie op een eerlijke, transparante manier te realiseren. Maar we zijn altijd wel blijven zeggen dat wat jullie voorstellen, juridisch krakkemikkig is.
Collega De Meester, ik ga al een aantal jaren langer mee dan u in het parlement, maar ik geef het u gewoon mee. U hebt het misschien niet gezien in het woordelijk verslag, maar we hebben al eens een alternatief voor de energieheffing op tafel geschoven. Want ook wij vinden dat we toch ook eens naar die zonnepanelenparken, die grote rendementsvolle parken moeten kunnen kijken, collega’s van de meerderheid. Het kan niet zijn dat je voortdurend binnen dezelfde groep gaat kijken om dingen op te lossen die problematisch zijn, die politiek naar beneden vallen. Mijn oproep is om daar geen taboes over te hebben. Er zijn inderdaad een aantal mechanismen die ervoor zorgen dat een beperkt aantal mensen behoorlijk wat rendement halen. En ik vind dat een Vlaamse Regering ook daar de verantwoordelijkheid moet kunnen pakken om te kijken dat de sterkste schouders ook de grote lasten kunnen dragen. Ik vind dat dat ook een optie is die moet worden genomen.
Ik hoop dat iedereen eens goed in de spiegel gaat kijken, ook de Vlaamse Regering – deze en de vorige, maar dat is dezelfde regering –, naar de manier waarop ze met het parlement omgaat, met de Raad van State en met een energieregulator. Ik denk dat er volwassenheid aan de dag moet worden gelegd, om problemen rond energie in de toekomst op een goede manier aan te pakken.
De heer De Meester heeft het woord.
Ik ben uiteraard heel blij dat Groen in dezelfde richting denkt als wij, wat de oversubsidiëring betreft van die grootschalige zonnepanelenparken van commerciële bedrijven en multimiljonairs. Maar ik zou daar eigenlijk heel graag de reactie van de meerderheid op horen.
De heer Schiltz heeft het woord.
Collega’s, sta me toe om vandaag nog geen kant-en-klare oplossingen op te lepelen over hoe we het nu gaan aanpakken. Ik dacht dat we het grondig gingen doen, en niet snel-snel.
Collega Tobback gaf u gelijk. Collega De Meester niet, maar collega Tobback wel.
Dat is zeldzaam. Ik geniet ervan, maar ik ben op mijn hoede.
Collega’s, alle gekheid op een stokje. Het is een lang debat geweest, ik heb goed geluisterd naar de vele bemerkingen, de vele bedenkingen. De een was al wat rationeler, de ander al wat feller. Maar goed, dat hoort zo. Maar ik denk dat we vooral de woede niet mogen onderschatten bij de mensen die veel geld op tafel hebben gelegd, die zelfs geleend hebben, en zich nu zorgen maken over hoe ze die lening gaan afbetalen. Dat mogen we niet onderschatten. En dat doe ik ook niet.
Maar ik hoop ook dat u begrijpt – als u het woordelijk verslag erop naleest zult u ook zien dat het zo is – dat onze enige motivatie voor deze overgangsregeling is om de zekerheid te garanderen bij mensen die zeggen dat de zonnepanelen niet meer rendabel zijn. We kunnen misschien van mening verschillen over hoe snel de digitale meter er moest komen. Hij is er niet op een drafje door geramd, dat heeft minister Peeters uitvoerig geïllustreerd. Bij mijn weten had het met verkiezingen echt niets te maken. Het was weliswaar het einde van de legislatuur, en je weet dat als je het dan niet doet, je nog voor maanden vertrokken bent, maar de beslissing om de digitale meter uit te rollen, is genomen na een zorgvuldige kosten-batenanalyse en debatten ook hier in het parlement. Op dat moment moest die regeling er komen voor alle zonnepaneleneigenaren. Of dat er nu veel tegelijk waren of weinig, er zouden er altijd zijn. Die meter wordt op een bepaald moment uitgerold. Er moest dus een overgangsregeling zijn.
Zoals ik ook heb gezegd in mijn inleidend betoog, stellen we met nederigheid vast dat we gestruikeld zijn over een bevoegdheidsverdeling tussen de federale overheid en Vlaanderen. Dus moeten we nu even nederig maar even vastberaden als bij onze belofte om die rendementen te garanderen, aan een even robuuste oplossing werken. Ik dank de minister dat zij meteen een vertrouwensvol signaal heeft uitgestuurd dat we die mensen niet laten zitten. Er zijn vandaag niet massaal veel facturen uitgestuurd naar al die zonnepaneleneigenaars. Er is vrijdag een beslissing vernietigd en nu moeten wij zorgen dat die mensen niet in de kou blijven staan.
We zullen een beetje dieper moeten graven dan alleen naar de vraag met hoeveel geld we dat kunnen dicht pleisteren. Minister, ik denk dat we nu een kans hebben, een kans die we noodgedwongen moeten grijpen. Maar elk nadeel kan ook een voordeel hebben: laat ons er een kans van maken om eens grondig naar alle elementen in het energiebeleid te kijken, misschien ook naar die overdreven rendementen, als die er zijn. Ik twijfel eraan of er nog heel veel zijn. Het groenestroomcertificaat is ondertussen al stevig uitgedoofd. Maar laat ons kijken naar alle elementen in de distributiekosten en de transmissiekosten. We zullen ook federaal eens moeten gaan praten want met de 20 miljoen euro die nu zal worden uitgekeerd aan de federale overheid, kunnen zij ons misschien helpen om ons probleem mee op te lossen.
Collega's, we zijn maandag in het parlement gestart met de werkgroep Institutionele Zaken. Het is een vaststelling dat wat energie betreft, de federale overheid en Vlaanderen heel complex in elkaar gewrongen zitten. Het is heel moeilijk om een eigen Vlaams beleid te voeren, waar we nochtans wel voor verantwoordelijk zijn, zonder ergens in aanraking te komen met een andere bevoegdheid. Het is niet zo evident om daar een zekerheid in te hebben als u de argumentatie leest van de Raad van State over waar zij denken dat er een bevoegdheidsovertreding zou kunnen zijn. Er zijn ook arresten van het hof van beroep die duidelijk aangeven dat die marginale overschrijding van die bevoegdheid niet in verhouding staat tot de verantwoordelijkheid die wij dragen op een heel aantal andere terreinen. We kunnen daarover blijven discussiëren. Ik aanvaard dat het Grondwettelijk Hof daarin trancheert. Dat is wat je in een rechtsstaat doet. Dat is ook wat ik gezegd heb in het begin. Als parlement proberen wij goede oplossingen naar voren te schuiven. Onder elkaar discussiëren we dan over wat het moet zijn, we hebben daar een andere mening over, maar finaal beslist de meerderheid wat het algemeen belang het meest vertegenwoordigt. Het is aan de rechters om scheidsrechter te zijn. Als de scheidsrechter mij terugfluit, dan aanvaard ik dat en zorg ik dat ik mijn engagementen op een andere manier nakom. Ik heb begrepen van de minister dat zij dat wil doen. Daar heeft ze uiteraard in mij een bondgenoot.
Collega's, ofwel werken we samen, ofwel doen we het alleen, het is mij om het even. Maar weet dat er van arrogantie geen sprake kan zijn. Wij hebben ook in de vorige legislatuur maar al te pijnlijk aan den lijve ondervonden hoe complex het energiedossier is en hoe snel je het precaire draagvlak kwijt kunt raken, dat nochtans nodig zal zijn, en zeker nu, om van onze Vlaamse regio een welvarende regio te maken. De groene economie levert ons enorm veel jobs op, kan ons enorm veel geld besparen en enorm veel geld opleveren, maar dat zal alleen werken als we dat grondig aanpakken. Minister, u bent nu in de unieke gelegenheid om samen met ons en hopelijk met heel het parlement, in de diepte af te dalen naar waar het met het energiebeleid is misgegaan en een aantal fouten uit het verleden recht te zetten, zodat we in de toekomst niet meer met dat soort complexe miserie opgezadeld zullen worden.
Aan de mensen thuis kan ik alleen maar zeggen dat de belofte die een aantal politici hebben gemaakt over het rendement van zonnepanelen, vandaag wordt herhaald. Wij laten u niet in de steek. Wij laten geen mensen failliet gaan en zorgen niet dat hun leningen niet kunnen worden afbetaald.
Voorzitter, ik rond af. Minister, collega's van de oppositie, het engagement dat toen genomen is, hebben wij in het parlement als meerderheid proberen gestand te doen. Wij zullen er opnieuw en opnieuw en opnieuw voor strijden om dat engagement waar te maken.
De heer De Meester heeft het woord.
Collega Schiltz, u zegt dat het een zeer complexe affaire is. Dat klopt, want in dit debat zit je inderdaad met een Vlaamse Regering, met een Federale Regering, met de regulatoren en alle soorten bevoegdheidsverdelingen. Ook al is de Raad van State zeer helder over die bevoegdheidsoverschrijdingen en is daar geen speld tussen te krijgen, het is waar dat het op zich zeer complex is, maar hoe is die complexiteit er gekomen, denkt u? Het is uw partij die de grootste voorstander was van heel die liberalisering van de energiemarkt, waardoor producenten worden afgescheiden van regulatoren en leveranciers et cetera. Dat is wel uw verantwoordelijkheid, en die staatshervorming, waarmee van die energiebevoegdheden een soort institutioneel gehakt werd gemaakt, dat is ook uw verantwoordelijkheid. Daar bent u ook altijd de grootste voorstander van geweest.
Als u zegt dat men moet samenwerken om dit probleem grondig op te lossen, dan ben ik het daarmee eens. Dit moet grondig worden opgelost. Inderdaad, in plaats van zoals in een Vlaamse koterij oplossing op halve oplossing te stapelen, moeten we dit helemaal herdenken, op twee vlakken. Er is het energiebeleid ‘as such’: hoe komen we tot een duurzaam energiesysteem dat op een rechtvaardige en sociale manier wordt gefinancierd? Er is ook de vraag hoe we die energiefactuur eens grondig gaan aanpakken. Collega’s, zoals het nu is, is die energiefactuur immers een soort tweede belastingbrief. Dit moet echt gewoon stoppen, want zo zullen wij het draagvlak voor groene stroom nooit kunnen versterken. Nooit.
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, ik heb het debat heel goed beluisterd. Ik zou nog een aantal zaken willen verduidelijken. Jullie hebben ook terechte vragen gesteld, bijvoorbeeld hoe we die compensatie gaan regelen, hoe we het vertrouwen gaan herstellen. Allemaal heel terecht. Hoe gaan we het vertrouwen herstellen? Dat probleem is nu acuut voor die 101.000 gezinnen. Daarom was het voor mij en voor de regering ook belangrijk dat we snel met een principe naar voren kwamen, een principe dat geen groenestroomcertificatensysteem is, en ook geen terugdraaiende teller, maar een eenmalige compensatie, heel open en transparant. We zullen voor een gemiddeld project een rendement garanderen van 5 procent op de gedane investering. Dat is het principe. Tegen het einde van deze week zal er voor ieder installatiejaar worden berekend hoeveel de concrete ondersteuning in euro per kilowatt geïnstalleerd vermogen zal bedragen. Er zal dus een tabel komen. Die financiële compensatie wordt uiteraard berekend op basis van een referentie-installatie. Er wordt ook rekening gehouden, en ik vind dat niet meer dan eerlijk, met het jaar van ingebruikname van de installatie, het jaar dat de digitale meter werd geplaatst, het vermogen van de installatie en alle overheidssteun die men heeft gehad, of dat nu groenestroomcertificaten zijn of de federale belastingaftrek. Ik denk dat het normaal is dat die dingen ook in rekening worden gebracht, en ook het voordeel van de terugdraaiende teller. Bijvoorbeeld als iemand vorig jaar zonnepanelen heeft gezet, dan lijkt het me evident dat die persoon een betere en redelijkere vergoeding zal krijgen dan bijvoorbeeld iemand die in 2013 zonnepanelen heeft gezet en nog andere voordelen enzovoort heeft gehad.
Dat zijn dus de principes die we naar voren hebben geschoven en die de regering vrijdag ook heeft goedgekeurd. Ik denk dat ik namens alle collega’s mag spreken als ik zeg dat we net snel zijn gegaan met het oog op dat vertrouwen. Ik besef heel goed dat het moeilijk is om dat vertrouwen een-twee-drie te herstellen, maar ik vind dat, als er in het verleden een engagement is aangegaan, een overheid dat engagement, gelet op die nieuwe context waarin we ons bevinden, ook zo redelijk mogelijk moet nakomen. Vandaar het principe. Tegen het einde van de week komt er dus die tabel. De mensen zullen die dus ook via de website kunnen raadplegen. Ook alles wat we elke dag opnieuw te weten komen, zetten we op de website, zodat mensen goed worden geïnformeerd.
Het is de bedoeling om al die principes in wetteksten te gieten en advies te vragen van de Raad van State. Het is iets wat we geleerd hebben: kijken naar wat het advies zegt.
Het is belangrijk dat de betaling van de 101.000 gezinnen dit jaar gebeurt. Vandaar dat de minister van Begroting ook naar die cijfers verwijst. Voor de andere groep, de 470.000 gezinnen die nog geen digitale meter hebben maar die wel hebben geïnvesteerd in zonnepanelen, heb ik toch even op de pauzeknop geduwd tot eind april. Ik moet goed bekijken en analyseren wat we kunnen doen. Het moet juridisch ook allemaal in orde zijn. Ik heb ook verschillende voorstellen van parlementsleden bekeken. Ik wil even de tijd hebben om de mogelijkheden te bekijken voor die 470.000 gezinnen. Als een van de gezinnen zegt dat het zijn buik vol heeft van die terugdraaiende teller en die ene premie voor dit jaar wil, dan kan dat altijd. Die keuze is er wel. Voor de uitrol moeten we het dus goed bekijken.
Wat de warmtepompen betreft, zijn er een aantal complexere gevallen. Ik heb dat gelezen in verschillende mails. Ook dat wil ik bekijken. Het slechtste antwoord vandaag op gebroken beloftes is nieuwe beloftes geven. Als we naar dat probleem kijken, moet het wel voldoende juist zijn en juridisch in orde zijn, zodat we geen nieuwe discriminaties in het leven roepen. Ik ben me er wel van bewust dat er een aantal complexere gevallen zijn en uiteraard moet ik daar ook naar kijken.
Er is ook verwezen naar beleidsdoelstellingen. Ik wil wel verduidelijken dat geen enkele beleidsdoelstelling verantwoordt wat heel veel gezinnen vandaag meemaken. Het mag niet op hun kop terechtkomen. Het kan zijn dat we beleidsdoelstellingen naar voren schuiven en zeggen dat we die richting uit willen met windenergie of zonne-energie, maar de mensen mogen niet met de gebakken peren zitten. Vandaar dat de regering collegiaal – zoals ik ook in begin van de legislatuur heb gezegd – voor een aantal zaken, zoals het terugschroeven van oversubsidiëring van hernieuwbare energie van wind, zon en biomassa, het reglement heeft verlaagd. Het gaat over 200 miljoen euro minder. Dat is belangrijk. Ik ben zelf heel gevoelig aan fraude met windturbinesubsidies, aan achterpoortjes. Ik sta erop dat we dit verder bekijken.
De kosten voor de openbare verlichting halen we uit de elektriciteitsfactuur. Ik denk dat dat het principe moet zijn. Iedereen heeft al gecommuniceerd over wat niet in de energiefactuur thuishoort en eruit wordt gehaald. We moeten het vertrouwen herstellen. We moeten de nieuwe regeling rond zonne-energie zo snel mogelijk uitwerken en juridisch goed oplossen en uitbetalen.
We moeten ook naar de toekomst kijken, naar mensen die nu nog willen investeren. De teruggedraaide teller gold tot december vorig jaar. We hebben gekozen voor een heel simpel systeem van één eenmalige premie van maximaal 1200 euro. Het is transparant, zoals de woningrenovatiepremie of andere premies. Na een aantal jaren stopt het ook, omdat men dan ook voldoende rendement haalt en het interessant genoeg is.
Dat is de weg die we moeten bewandelen als het gaat over energiebeleid: niets steken in de energiefactuur. De nieuwe pv-premie steekt niet in de energiefactuur.
Ook de call rond windenergie en de grotere zonnepanelen zitten niet in de energiefactuur. De renovatiekredieten hebben we er bewust uitgehaald. Dat is billijker. We zetten dat op de algemene begroting, de mensen zien dat als transparant.
Alles wat oversubsidiëring betreft – er is naar grotere projecten verwezen – zal ik bekijken. Het moet natuurlijk wel mogelijk zijn. In het verleden zijn engagementen aangegaan, hoe raken we daar nu uit? Kunnen we dat nog verbreken? Dat past in het bredere plaatje van vertrouwen schenken aan de ondernemers inzake duurzame energie en ook wel aan de burgers. Al deze zaken moeten we voortzetten, zeker wat nu heel acuut is, en de komende weken alle aandacht zal vragen.
Ik zal de ambtenaren en mijn kabinet bedanken, ik heb twee mensen die voltijds met energie bezig zijn. Het Vlaams Energieagentschap heeft heel het weekend doorgewerkt, ook hen zal ik bedanken. Eind deze week willen we al met de tabel komen, zodat de mensen kunnen berekenen wat het voor hen inhoudt en ze hun boekhouding duidelijk hebben. Mijn dank aan het kabinet en de administratie om daar zo snel mogelijk uit te raken.
Momenteel bekijk ik ook grondig de digitale meter voor 470.000 gezinnen. De complexere gevallen zullen meer tijd vragen.
Ik hoop dat we deze zaken in de toekomst niet meer moeten meemaken. Het spijt me zeer, dat is het enige wat ik kan zeggen en dat meen ik oprecht. De burger heeft vertrouwen in een overheid, als dat niet meer kan! Er is daar heel veel werk aan de winkel.
Nogmaals, het spijt me, ik zal dit met mijn collega’s in de regering zo snel mogelijk proberen op te lossen.
De heer De Meester heeft het woord.
Ik vrees, minister, dat de compensatieregeling die u nu uitwerkt – ik kijk uit naar de details – niet voldoende zal zijn om het vertrouwen te herstellen. Ik zeg dat in alle eerlijkheid. Ik hoor en ik lees wat mensen mij zeggen en schrijven. Ik vrees dat ze de compensatieregeling zoals ze er nu uitziet als een soort lapmiddel zien.
Ten eerste verlaagt het rendement gemiddeld sowieso. Ze beschouwen dat terecht als woordbreuk. U zegt zelf dat dat een probleem is in deze affaire. Het zit zeer diep, het ondermijnt structureel het vertrouwen in de overheid. Ten tweede ligt de nadruk in de regeling zeer sterk op het jaar van installatie en op de certificaten die de mensen al gekregen hebben, terwijl de business case zoals u het gepast noemt, heel sterk afhankelijk is van het verbruikersprofiel van de mensen en van de dimensionering van de installatie, of dus de verhouding tussen de productie en het eigen verbruik van energie. Dat is heel bepalend voor het rendement van de installatie en is zeer wisselend. Daar zit een groot probleem volgens mij.
Nog een heel concrete vraag. Ik hoor een grote openheid in uw uitleg naar oplossingen; die is er ook vanuit de oppositie. Het is me niet duidelijk of u bereid bent om – na de standstill tot april – te onderzoeken of we de keuze kunnen laten na april om te kiezen tussen een digitale en een analoge meter.
Minister Demir heeft het woord.
Ik dacht dat ik duidelijk was over die laatste vraag. Ik heb heel duidelijk gezegd dat ik die tijd even wil nemen – vandaar die pauzeknop – tot eind april, om dan te kijken wat er allemaal mogelijk is. Ik heb daar op dit moment nog geen pasklaar antwoord op. U zult nog heel even geduld moeten hebben, want eender wat ik zeg, gaat weer als een belofte overkomen. Dus ik wil dat niet doen. De situatie is al erg genoeg, vind ik. Dus daarom nog even geduld op dat punt.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Wenst iemand tot besluit van dit actualiteitsdebat een motie of een motie van wantrouwen in te dienen?
– Het Vlaams Belang, Groen en de PVDA kondigen aan een motie te zullen indienen.
De moties moeten uiterlijk om 17.35 uur zijn ingediend.
Het debat is gesloten.