Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorstel tot spoedbehandeling
Dames en heren, vanmiddag heeft de heer Björn Rzoska bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van resolutie van Björn Rzoska, Koen Daniëls, Loes Vandromme, Jean-Jacques De Gucht en Hannelore Goeman over aanbevelingen voor het Vlaamse coronabeleid in het beleidsdomein Onderwijs door de Commissie ad hoc voor de Evaluatie en Verdere Uitvoering van het Vlaamse Coronabeleid.
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, de coronacommissie heeft ondertussen toch wel de traditie opgebouwd om heel snel na de hoorzittingen met aanbevelingen aan de Vlaamse Regering te komen. Gezien de omstandigheden waarover we het vandaag al meerdere keren hebben gehad, met de stijgende cijfers, leek het ons opnieuw van belang om nog voor het reces die aanbevelingen aan de Vlaamse Regering te kunnen voorleggen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Dan stemmen we nu bij zitten en opstaan over het voorstel tot spoedbehandeling.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot spoedbehandeling wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik sta op’.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot spoedbehandeling niet wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik blijf zitten’.
Het voorstel tot spoedbehandeling is aangenomen. Dan stel ik voor dat het voorstel van resolutie van Björn Rzoska, Koen Daniëls, Loes Vandromme, Jean-Jacques De Gucht en Hannelore Goeman over aanbevelingen voor het Vlaamse coronabeleid in het beleidsdomein Onderwijs door de Commissie ad hoc voor de Evaluatie en Verdere Uitvoering van het Vlaamse Coronabeleid onmiddellijk wordt behandeld.
Is het parlement het daarmee eens? (Instemming)
Het incident is gesloten.
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van resolutie van Björn Rzoska, Koen Daniëls, Loes Vandromme, Jean-Jacques De Gucht en Hannelore Goeman over aanbevelingen voor het Vlaamse coronabeleid in het beleidsdomein Onderwijs door de Commissie ad hoc voor de Evaluatie en Verdere Uitvoering van het Vlaamse Coronabeleid.
De bespreking is geopend.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Collega’s, na heel wat hoorzittingen over het onderwijs met mensen uit het veld zelf zijn we dus gekomen tot meer dan honderd aanbevelingen inzake onderwijs, die breed gedragen zijn. Ik zal voor mijn fractie een aantal in het oog springende aandachtspunten naar voren brengen waarvan ik vind dat het heel goed is dat ze worden opgenomen en waarvoor we extra aandacht willen vragen.
Dat is enerzijds alles rond mentaal welzijn. Dit voorstel van resolutie erkent heel duidelijk dat het voor heel veel studenten en scholieren absoluut geen makkelijke periode is geweest en dat we er vanuit het Vlaamse onderwijs alles moeten aan doen om ervoor te zorgen dat dat mentaal welzijn van de studenten en scholieren niet al te hard onder druk komt te staan. Wat we vanuit onze fractie anderzijds ook heel goed vinden in dit voorstel van resolutie is de aandacht voor de meest kwetsbaren. Daar wordt uitgebreid op ingegaan in verschillende hoofdstukken. Dat gaat over extra aandacht voor de meest kwetsbaren bij afstandsonderwijs tot sociaal beleid op school en het blijven voorzien van warme maaltijden, ook als dat moeilijk is, tot het voorzien van veilige ruimtes en het toelaten van essentiële derden op school die voor de nodige therapie kunnen instaan. Die aanbevelingen zijn voor ons heel belangrijk.
Een aandachtspunt dat ik ook naar voren wil schuiven, is leerachterstand. Die moet uiteraard goed gemonitord worden, maar moet ook prioritair worden ingehaald tijdens de onderwijstijd. Ik denk dat het belangrijk is dat we proberen om die leerachterstand met extra ondersteuning zoveel mogelijk binnen de lestijd in te halen, en niet zozeer tijdens de uren na school, of in het weekend of de schoolvakanties.
We zijn vanuit onze fractie ook heel blij met de bijzondere aandacht die naar het buitengewoon onderwijs gaat. We zeggen dat dat in principe niet kan sluiten, tenzij in extreem uitzonderlijke omstandigheden. Zelfs in die omstandigheden willen we er toch voor zorgen dat therapie en opvang gegarandeerd blijven. Ook voor het leerlingenvervoer hebben we extra aandacht.
Dit is alles behalve volledig, collega’s. Ik zou er nog heel wat zaken kunnen uithalen. Ik ben er zeker van dat de heer Daniëls volledig zal zijn, maar voor mijn fractie zijn dit toch wel heel belangrijke klemtonen die ik even wilde belichten.
De heer Daniëls heeft het woord.
Vanuit de N-VA-fractie willen we eerst en vooral alle mensen die we in de commissie hebben gezien hartelijk danken. Die 108 aanbevelingen zijn eigenlijk 108 keer dank je wel aan alle mensen voor hun inzet vanuit hun functie of niveau voor ons onderwijs. 108 keer bedankt, maar ook 108 keer ‘we hebben u gehoord’. Ik denk dat we ze uit respect allemaal zouden moeten overlopen, maar dat zullen we niet doen, want dat zou ons te ver leiden. We zijn hier vanmorgen in de commissievergadering al uitgebreid op ingegaan.
Ik wil vanuit de N-VA-fractie ook alle collega’s bedanken voor hun inbreng en de serene vragen die in de commissie over allerlei onderwerpen werden gesteld. Dat was een zeer goede zaak.
Waar willen we toch nog even op focussen? Ten eerste willen we dat alle onderwijsinstellingen, voor zover dat het kan en veilig is, maximaal open zijn, maar ook dat er contactonderwijs is en mogelijk wordt gemaakt. We vinden dat het cruciaalst om leerachterstand te vermijden. In ons voorstel van resolutie hebben we heel wat opgenomen over hoe we leerachterstand willen bijwerken, zowel op school, maar ook via zomerscholen en bijscholing. In eerste instantie moeten we die achterstand echter maximaal proberen te vermijden. Als de scholen dan toch moeten sluiten, moet er altijd opvang zijn. Het kan dus niet zijn dat je als ouder bericht krijgt dat de school gesloten is en dat je het dan zelf maar moet uitzoeken. Er moet worden samengewerkt met alle mogelijke instanties, ook lokaal. We doen ook een oproep aan de lokale besturen om scholen actief bij hun beslissingen te betrekken. Omgekeerd geldt ook dat instellingen, vooral dan voor hoger onderwijs, in dezelfde studentenstad een gezamenlijk beleid moeten voeren. Het kan niet dat de universiteiten een bepaalde beslissing nemen en dat de hogescholen dat dan maar moeten vernemen. Dat is geen goede zaak.
Dat we blijven toetsen en evalueren is belangrijk om studenten te blijven aanmoedigen om, hoe moeilijk het ook is, zich te blijven inzetten, en omgekeerd, dat onze leerkrachten, onze instellingen en onze scholen ook goed weten waar er tekorten zijn en waar er leerachterstand is, om daar gericht op te kunnen inzetten. Daarvoor moeten we toetsen, monitoren en ook wetenschappelijk onderzoek opzetten.
Als er dan toch afstandsonderwijs is, moeten we dat ook monitoren. Vanmiddag is het er bij de actuele vragen al over gegaan dat we op vlak van afstandsonderwijs alles meenemen: hardware, software, ondersteuning en begeleiding.
Een volgend punt is dat als je naar school wilt gaan, je er ook moet geraken. Daarom is in dit voorstel van resolutie heel specifiek openbaar vervoer opgenomen. De maatregel rond versterking en uitbreiding van de gewone bussen moet worden gecontinueerd zolang het nodig is, ook voor het buitengewoon onderwijs. Het is een kiezelsteen voor alle partijen hier aanwezig en iedereen die al op de stoel heeft gezeten van zowel Mobiliteit als Onderwijs, om de duurtijd van de ritten in het buitengewoon onderwijs in te korten. We hebben naar aanleiding van corona gezien dat het op een bepaald moment echt ontspoorde. Daar is gelukkig op ingegrepen, maar dat kan niet opnieuw gebeuren.
Als ik het dan heb over buitengewoon onderwijs, dan zeggen we dat dat moet open blijven, niet zozeer omwille van het feit dat het buitengewoon onderwijs is, maar wel omdat de kinderen die daar zitten op school meestal ook therapie krijgen. Als je die school sluit, dan kan die therapie niet meer doorgaan en staan die ouders voor een voldongen feit. We hebben er begrip voor dat wanneer het echt niet anders kan, een school effectief zal moeten sluiten, maar er moet toch ruimer worden bekeken hoe die kinderen hun therapie en hun zorg nog kunnen krijgen en hoe we die school open kunnen houden. Een kind uit het buitengewoon onderwijs kan je immers niet zomaar plaatsen in een lokale opvang die wordt georganiseerd voor gewoon onderwijs. Dat kan noch voor het personeel, noch voor het kind zelf.
Ik haal hier graag nog even de internaten aan, collega's. Die werden plots geconfronteerd met leerlingen die een hele dag aanwezig waren. Daar voorzien we de nodige ondersteuning voor. Dat kunnen middelen zijn, maar ook mensen. We gaan dat goed monitoren. De scholen waar kinderen van een internaat schoollopen, moeten ook rekening houden met dat internaat. De gedachte van ‘één school, één internaat’, is achterhaald want een internaat heeft meestal kinderen van meerdere scholen. Daar moet rekening mee worden gehouden.
We moeten voorzien in directe communicatie met het onderwijspersoneel en de scholen. Ik roep op dat zoveel mogelijk leerkrachten en directeurs een account aanmaken en zich aanmelden op Schooldirect zodat zij effectief rechtstreeks worden geïnformeerd over wat er beslist is. Zo vinden ze daar alle info, ook over hun specifiek niveau. In de kranten komt meestal alleen het leerplichtonderwijs voor, maar uiteraard worden er ook beslissingen genomen over centra voor volwassenenonderwijs, deeltijds kunstonderwijs (dko) en dergelijke meer.
Een laatste punt is de schoolinfrastructuur. Voor toekomstige gebouwen houden we rekening met alles wat we op dit moment zien: circulatie, ventilatie en dergelijke meer. Ik heb het voorbeeld gegeven van het feit dat er heel veel branddeuren zijn in scholen. Waar preventieadviseurs vroeger zeer kwaad werden als er een blokje onder een branddeur zat om ze open te houden, zijn diezelfde preventieadviseurs nu blokjes onder die branddeuren aan het steken om te kunnen ventileren. Daar moeten we rekening mee houden in de toekomst.
Collega's, we gaan met de N-VA-fractie met veel enthousiasme en vooral uit dankbaarheid voor al die mensen deze 108 aanbevelingen goedkeuren. Daar zit heel veel in. We hopen dan ook dat we met de lessen die hieruit werden getrokken, maximaal kunnen zorgen dat onderwijs open blijft en voorkomen dat scholen moeten sluiten.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Ik neem graag het woord voor onze fractie over deze aanbevelingen. Collega Brouns zal straks nog aanvullingen geven.
Collega’s, we hebben in de coronacommissie rond het thema ‘Onderwijs’ heel wat interessante sprekers gehoord. Het is onmogelijk om alle mensen die willen spreken over hun ervaringen met corona binnen het onderwijs, te horen in die commissie, maar toch heb ik het gevoel, samen met de collega’s, dat we een representatief publiek hebben gehad. We hebben heel veel mensen gehoord en op een bepaald moment stond op de agenda dat er experten zouden langskomen. Nu, collega’s, ik denk dat we eigenlijk alleen maar experten hebben gehoord, mensen die dag in dag uit met hun voeten in het werkveld staan en die vanuit hun eigen achtergrond en ervaringen zijn komen vertellen hoe ze het onderwijs in coronatijden ervaren hebben, hoe ze dag in dag uit het beste van zichzelf moesten geven.
De rode draad tijdens al die hoorzittingen was passie, voorzitter. Men sprak met het hart vol over onderwijs. Het was heel mooi om te zien dat men toch altijd bleef gaan voor die leerling, voor het kind, voor de kleuter, voor de student, voor de cursist, ondanks de bergen problemen waar men tegen aankeek. Voorzitter, ik herinner me nog heel goed de eerste keer dat we hier niet met het voltallige parlement aanwezig mochten zijn in deze zaal. Dat was vreemd en ik heb toen aangehaald dat we niet wisten wat er op ons afkwam, dat corona een raar beestje was, maar dat het vooral een grote uitdaging zou zijn om te leren uit wat deze crisis bracht. Ik denk dat deze ad-hoccommissie net de bedoeling had uit deze crisis te leren.
En wat hebben we geleerd? Ik wil geen drie, maar zes dingen opsommen. Het eerste wat we heel graag willen aanhalen, is de vraag naar autonomie en vertrouwen. Heel vaak zeiden de mensen ons dat ze op lokaal vlak heel goed weten wat er verwacht wordt, wat ze mogen en kunnen doen. ‘Geef ons dat vertrouwen.’ Dat is iets wat we zeker moeten meenemen, collega’s. We willen vanuit dit parlement heel vaak allerlei regels opleggen en kaders opstellen, maar ik denk dat we echt het vertrouwen moeten geven aan de mensen die alles op het terrein uitvoeren.
Een ander punt, misschien wel het punt dat mij het meest geraakt heeft, betreft de directeuren van het buitengewoon onderwijs. Ook zij spraken vanuit hun hart en smeekten ons: ‘Alstublieft, sluit de scholen nooit meer, of probeer ze toch zoveel mogelijk open te houden. In het buitengewoon onderwijs zitten namelijk de leerlingen die het meest van al nood hebben aan structuur en ondersteuning. Het was niet altijd mogelijk om een oplossing te bieden voor die leerlingen. De noodopvang, soms georganiseerd door lokale besturen, kon niet altijd een oplossing bieden voor die ouders met kinderen met beperkingen.’ Ik denk dat we er alles aan moeten doen om de scholen en de centra open te houden, met extra middelen en met extra omkadering, zodat ze die heel kwetsbare kinderen de nodige ondersteuning en structuur kunnen bieden.
Een volgend iets is ouderbetrokkenheid. Vorige week hadden we het hier over de kwaliteit van ons onderwijs en Trends in International Mathematics and Science Study (TIMSS), dat onze ogen al opende. Daarbij werd duidelijk dat de betrokkenheid van ouders een grote impact heeft op de leerwinst. De coronacrisis toonde dit ook al aan. De leerwinstkloof is groter geworden tijdens de crisis en blijkbaar is de ouderbetrokkenheid daar heel bepalend in. Dat betekent niet dat je als ouder uren naast je kind moet gaan zitten of de les moet gaan overnemen, maar wel dat je vraagt hoe het was op school en wat je kind geleerd heeft. Dat is de cruciale ouderbetrokkenheid.
Er zijn al heel wat mooie voorbeelden op het onderwijsveld die tonen hoe je die ouderbetrokkenheid kunt versterken. Belangrijk is dat we die mooie voorbeelden delen en dat we scholen een hart onder de riem steken, om te tonen dat ze niet alleen staan. Rond die kloof, het werd hier ook al gezegd, is het de mening van onze fractie dat we er alles aan moeten doen om die remediëring zoveel mogelijk tijdens de onderwijstijd te organiseren en de scholen daarin te ondersteunen.
‘Never waste a good crisis’, zegt men soms. In scholen is een ongelooflijke hoeveelheid data aanwezig, maar die worden vaak niet gebruikt. Ons pleidooi is dat we blijven onderzoeken, dat we blijven onderwijskundig onderzoek voeren, naar die data om scholen te versterken in hun beleidsvoerend vermogen, maar zeker ook het onderzoek verdelen en zorgen dat de bevindingen gedeeld worden.
Een voorlaatste puntje rond communicatie werd hier al aangekaart, namelijk de zeer heldere communicatie die nodig is naar alle onderwijsniveaus. Soms werd weleens vergeten dat er naast het reguliere leerplichtonderwijs ook nog het volwassenenonderwijs en het dko bestond. Dat hebben we vaak weer gehoord, men voelde zich vergeten. Het is al genoemd door anderen, dat is absoluut niet het geval.
Ik wil hier toch ook zeker nog eens een lans breken voor het CLB. Onze fractie is altijd al een believer geweest van de CLB’s. Ons geloof is nog versterkt, en ik geloof dat dit ook bij de andere fracties zeer sterk gegroeid is. Ik wil de centra dan ook zeer sterk belonen, ik wil de erkenning nog eens uiten voor het werk dat ze hier geleverd hebben. Voor ons blijft het CLB een cruciale instelling op het kruispunt van welzijn en onderwijs.
Als laatste, voorzitter, heeft de crisis ons geleerd dat schoolteams wendbaar moeten zijn in crisistijden. Onderwijs heeft vaak de naam een tanker te zijn. In crisistijd moet men zeer wendbaar zijn, vlug kunnen schakelen. De sterke scholen, de scholen met een heel goed beleidsvoerend vermogen, zijn daarin geslaagd. We willen eigenlijk van elke school zo’n school maken. We willen hen de kans geven om te professionaliseren. We willen hen de autonomie en het vertrouwen geven. We willen hen steunen in die datageletterdheid.
In deze plenaire vergadering heb ik de directeurs van het basisonderwijs, maar eigenlijk alle directeurs, acrobaten genoemd. Ze moeten alles doen, een ad-hocbeleid voeren, ze slagen erin om ongelooflijk veel taken op hetzelfde moment uit te voeren. Toch vragen ze nog naar extra ondersteuning. Ik herhaal hier graag die vraag naar beleidsondersteuning die heel sterk leeft in het basisonderwijs. We moeten er alles aan doen om ook dit punt te realiseren.
Ik denk dat ik een mooi overzicht heb gegeven van de zes punten die mijn fractie belangrijk vindt. De heer Brouns zal me zeker nog aanvullen.
Ik wil ook nog de voorzitter bedanken om alles in goede banen te leiden. Het waren zeer intensieve dagen, maar het is ons gelukt om alles zeer sereen en met respect voor elkaar af te ronden. Dank u. (Opmerkingen)
De heer De Gucht heeft het woord.
Ik zal ook starten met de bedanking van voorzitter Rzoska.
Mevrouw Vandromme heeft zojuist het woord ‘passie’ gehanteerd. Dat woord kunnen we ook buiten coronatijden toepassen op het onderwijs en op het onderwijspersoneel, en op de manier waarop ze zich dag in dag uit inzetten om ervoor te zorgen dat de volgende generatie klaargestoomd wordt om onze maatschappij te trekken. Dat is eigenlijk een fantastisch gegeven. De wendbaarheid, de acrobatie, zoals collega Vandromme het zo mooi verwoordde, van de directeurs en het geheel van het onderwijspersoneel, die verdienen toch wel onze erkenning.
Dit voorstel van resolutie is een belangrijk voorstel omdat de nodige aanbevelingen worden gedaan die in de hoorzittingen naar voren zijn gekomen en die, als het gaat over de digitalisering, in deze plenaire vergadering hun uitwerking hebben gekregen.
Het beste onderwijs, collega’s, is het onderwijs in de klas, en dit om verschillende redenen. De school is, naast een plaats van onderwijs, daar waar men nieuwe dingen leert, ook een veilige haven voor leerlingen in moeilijkheden. De tweede aanbeveling vraagt dan ook terecht om maximaal te blijven inzetten op contactonderwijs, in het belang van het mentale welbevinden, dat in deze tijden zwaar op de proef wordt gesteld, maar ook om de leerachterstand zoveel mogelijk te beperken. Ik zou daar graag nog eentje aan toevoegen. Deze coronacrisis heeft ook verontrustende cijfers blootgelegd inzake kindermisbruik en intrafamiliaal geweld. Aanbeveling 66 wijst dan ook op het belang van verhoogde waakzaamheid ten aanzien van gezinnen en kinderen in een verontrustende opvoedingssituatie, bij wie mishandeling of intrafamiliaal geweld wordt vermoed. De cijfers die ons vanuit verschillende organisaties, waaronder Child Focus, hebben bereikt, wijzen hierop. Dit werd enkele weken geleden ook door de minister in deze vergadering bevestigd. Dit is bijzonder verontrustend.
Ik breng nog enkele punten graag onder de aandacht.
In aanbeveling 36 vragen we een actieve betrokkenheid van de leerlingen. Dat is duidelijk naar voren gekomen tijdens de hoorzitting waarin de leerlingen en de Vlaamse Scholierenkoepel duidelijk lieten blijken dat zij daar om vragen en dat zij willen betrokken worden in dit gegeven.
He voorstel van resolutie schenkt ook bijzondere aandacht aan de meest kwetsbaren. Ik denk dat in crisistijden – het is een jammere vaststelling, maar het is wel een realiteit – de meest kwetsbaren het meest geraakt worden. In aanbeveling 38 halen we aan dat de scholen moeten worden gemotiveerd om samen te werken met lokale initiatieven die al contact hebben met kwetsbare ouders, om die zo gemakkelijker te bereiken. Aanbeveling 39 ondersteunt scholen om, in samenwerking met lokale overheden, in crisissituaties waarbij het contactonderwijs ofwel opgeschort ofwel deels opgeschort is, zo goed mogelijk contact te houden met al hun leerlingen en met de ouders. Dit geldt in het bijzonder voor de meest kwetsbare leerlingen en hun ouders. We hebben in de lockdown gezien dat kwetsbare leerlingen niet meer of moeilijk te bereiken waren. We moeten er dan ook, beste collega’s, alles aan doen om ervoor te zorgen dat we deze leerlingen niet verliezen. Zo vraagt aanbeveling 64 expliciet om bij afstandsonderwijs extra aandacht te besteden aan leerlingen uit kwetsbare gezinnen, zodat ze te allen tijde in een veilige omgeving onderwijs kunnen volgen. Het is van belang om good practices te delen inzake het bereiken van kwetsbare leerlingen die tijdens de sluiting van de scholen van de radar zijn verdwenen. Ook hier is een belangrijke rol weggelegd voor de lokale actoren.
Inzetten op digitaliseren en op het dichten van de digitale kloof tussen kansarme en kansrijke leerlingen is uiterst belangrijk. Het is een belangrijke opgave voor ons allemaal. We hebben tijdens de crisis gezien dat de snelle omschakeling naar digitaal onderwijs niet voor iedereen even evident was. Niet iedereen beschikte over een laptop en internet. Maar over ICT-materiaal beschikken is niet voldoende, men moet er ook mee aan de slag kunnen gaan. Zo moet er worden ingezet op de digitale geletterdheid en ook op mediawijsheid. Die mediawijsheid is ook voor corona al verschillende malen aan bod gekomen. We hebben daar toch wel een bijzonder belangrijke taak mee in deze tijden.
Dit voorstel van resolutie vraagt dus terecht de uitrol van een omvattend en duurzaam ICT-beleid. Dat werd daarjuist trouwens al door de minister toegelicht. Dat moet zorgen voor een versterking, versnelling en structurele verankering van digitalisering in het Vlaamse onderwijs, waarbij de relevante digitale competenties en vaardigheden van alle leerlingen en leerkrachten worden ontwikkeld. Scholen, leerkrachten en leerlingen hebben hiervoor de nodige infrastructuur nodig, en het onderwijspersoneel eveneens de nodige ondersteuning en opleiding. Dit voorstel van resolutie vraagt ook hier extra aandacht voor kansarme en kwetsbare leerlingen, en voor de verschillende onderwijsniveaus. Wat het versterken van de digitale geletterdheid voor cursisten in de centra voor basiseducatie betreft, die kunt u ook in aanbeveling 88 terugvinden.
Het mentale welbevinden van leerlingen en studenten ligt mij nauw aan het hart. We weten dat de coronacrisis een grote impact heeft op onze gemoedstoestand en het geluksgevoel, dit niet het minst bij onze scholieren en studenten. We hebben het er in Aalst gisteren nog over gehad in de gemeenteraad. Daar kwam tijdens een enquête duidelijk naar voren dat tot 57 procent van de jongeren vandaag met donkere gedachten zit. Dat is problematisch. Aanbeveling 59 vraagt dan ook om voldoende aandacht te besteden aan het mentale welbevinden van alle leerlingen, cursisten en studenten. Hier is extra aandacht nodig voor de kwetsbaren, voor zij die in een overgangsjaar zitten en voor de eerstejaarsstudenten.
Beeld het u maar eens in dat je dit jaar begonnen bent aan de hogeschool of universiteit, en je nog bijna niet naar de les bent mogen gaan. Je zit op kot, je kent geen mensen, je mocht je cursussen gaan ophalen in een afgezonderde zone, en je bent totaal afgezonderd van alles wat je tot dan toe hebt gekend.
Aanbeveling 104 vraagt om te voorzien in een aanspreekpunt voor deze studenten die nood hebben aan psychologische ondersteuning. Recent onderzoek heeft aangetoond dat de leerachterstand ten gevolge van de coronacrisis kan oplopen tot een half jaar. Dit voorstel van resolutie vraagt om de leerachterstand aan te pakken door te remediëren in de klas. Zo worden alle leerlingen bereikt met de nodige ondersteuning en door leerachterstand in te halen via bijlessen of bijscholing. Zomerscholen worden in dit voorstel van resolutie gevraagd om structureel te verankeren. Ik denk dat de ervaring van afgelopen zomer dit enkel en alleen kan versterken. Dit is noodzakelijk.
Ten slotte wil ik iets aanhalen wat ook collega Daniëls al heeft vermeld. Wat het buitengewoon onderwijs betreft, het leerlingenvervoer en de opvang van leerlingen van het buitengewoon onderwijs: de therapieën en de begeleiding moeten we maximaal kunnen blijven inzetten, ook als scholen dienen te sluiten door omstandigheden. Deze leerlingen moeten we maximaal met de beste zorgen blijven omringen.
Tot slot denk ik dat dit een bijzonder belangrijk voorstel van resolutie is. Dit is een gedragen voorstel van resolutie als je kijkt naar de verschillende partijen die hieraan hebben meegewerkt. Ik wil ook de verschillende collega’s, waaronder voorzitter Rzoska, en de collega’s van de andere partijen hartelijk danken. Ik denk dat we hier een belangrijk signaal geven aan het onderwijspersoneel, dat in dezen onze erkenning verdient en onze ondersteuning. Ik weet dat ik in herhaling val, maar dat mag af en toe wel, zeker als het over het onderwijspersoneel gaat. Ik dank u.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Voorzitter, wat een jaar is het geweest? Wie had rond deze tijd vorig jaar geloofd dat leerkrachten en leerlingen met mondmaskers en dikke truien in de klas zouden zitten of dat studenten hun aula nog maar een paar keer van dichtbij zouden hebben gezien? De coronacrisis heeft ons onderwijs ongemeen hard getroffen. Dat hebben we de voorbije weken tijdens dertien hoorzittingen met meer dan vijftig vertegenwoordigers van het onderwijsveld kunnen horen.
Zij hebben daar hun verhaal verteld en ik heb mooie en straffe verhalen gehoord. De leerkrachten, directies, docenten en medewerkers van de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s), de centra voor volwassenenonderwijs (CVO’s), het deeltijds kunstonderwijs (dko), de internaten, het buitengewoon onderwijs, de hogescholen en de universiteiten zijn allemaal duidelijk tot het uiterste gegaan om in bijzonder moeilijke omstandigheden het beste onderwijs te blijven organiseren. Daar wil sp.a hen nog eens heel expliciet voor bedanken.
Tijdens de hoorzittingen is ook gebleken dat niet te ontkennen valt dat een aantal zaken zijn misgelopen. Op het vlak van communicatie werd het duidelijk niet geapprecieerd dat in de pers over de beslissingen werd gecommuniceerd voor die beslissingen bij de directies en de leerkrachten terechtkwamen. De draaiboeken leken aanvankelijk vooral op maat van het regulier onderwijs geschreven, waardoor de CVO’s, het dko en de internaten zich een tijdje stiefmoederlijk behandeld hebben gevoeld. Er was duidelijk een tekort aan materiaal, van mondmaskers tot alcoholgels. Na verloop van tijd was er ook een tekort aan personeel, want leerkrachten vielen uit omdat ze in quarantaine moesten of ziek waren. Het was moeilijk voldoende vervangers te vinden om de klas en de school überhaupt open te houden.
Bovendien hebben we nog maar eens gehoord hoe diep de kloof in ons onderwijs is. Hoe willen we dat alle leerlingen mee zijn als duidelijk blijkt dat er nog altijd veel leerlingen zijn die thuis geen laptop of internetaansluiting hebben?
Ook is duidelijk gebleken hoe krap bij kas veel scholen zitten. Hierdoor waren de bijkomende kosten die ze ten gevolge van de coronacrisis moesten maken er echt te veel aan.
De getuigenissen die we in de commissie hebben gehoord, hebben veel problemen en uitdagingen in het onderwijs tijdens de coronacrisis en erna scherp gesteld. Wat ons betreft, is dit het moment om die pijnpunten aan te pakken en lessen te trekken. Dat is ook de ambitie van dit voorstel van resolutie, met een resem aanbevelingen om ons onderwijs beter te maken. Ik wil een aantal aanbevelingen nog eens onderstrepen.
Ten eerste moeten de scholen vooral zo veel mogelijk openblijven. Hetzelfde geldt voor de centra en de instellingen. Achter een scherm les volgen, is echt niet hetzelfde als fysiek in een klas met een leerkracht of een docent. Dat geldt zeker voor de praktijkgerichte richtingen. We zijn het er allemaal over eens dat contactonderwijs de beste garantie op goed onderwijs is. Het is zo belangrijk voor het mentaal welzijn, a fortiori voor leerlingen die het thuis moeilijk hebben of die thuis letterlijk niet veilig zijn.
Ten tweede kunnen we nooit uitsluiten dat voor afstandsonderwijs moet worden gekozen. In dat geval moet de Vlaamse overheid alles op alles zetten om alle leerlingen te bereiken en liefst met de lokale besturen samenwerken. De Vlaamse overheid moet ervoor zorgen dat al die leerlingen toegang tot een laptop of het internet hebben om de lessen te kunnen volgen.
Op het vlak van ICT moet natuurlijk nog meer gebeuren. Daar hebben we het daarnet uitgebreid over gehad. Er wordt gepleit voor een ambitieuze ICT-strategie, met het nodige materiaal, de nodige opleidingen, bijscholing en nascholing en een erkenning van het ICT-personeel, dat de boel moet doen draaien. Er moet een duidelijke visie zijn op de manier waarop de digitalisering in de toekomst een duidelijke plaats in het onderwijs kan rijgen.
Verder sluit ik me erbij aan dat er meer aandacht voor het mentaal welzijn van leerlingen, cursisten en studenten moet zijn. Daar is al veel over gezegd, maar we vinden dat heel belangrijk. Ze moeten hierbij betrokken worden. De studenten hebben duidelijk aangegeven dat ze zich niet altijd even goed gehoord hebben gevoeld.
We hebben ook gehoord dat studenten het financieel vaak heel moeilijk hebben omdat ze, bijvoorbeeld, hun studentenjob zijn kwijtgeraakt. Het voorstel van resolutie bevat een duidelijke oproep om ervoor te zorgen dat de studenten op de vlotte en toegankelijke steun van de diensten voor studentenvoorzieningen (Stuvo’s) kunnen rekenen.
En last but not least, collega’s, de leerachterstand. Die is er, dat is helaas al verschillende keren gebleken. Wat ons betreft, moet die prioritair tijdens de lesuren worden aangepakt. Het zijn uiteindelijk de leerkrachten die het zullen moeten doen en dus moeten we die leerkrachten zeker extra ondersteunen en moeten er extra handen komen in de klas zodat ze ook de tijd hebben om al die leerlingen de hulp, de ondersteuning en de remediëring te geven die ze verdienen.
Sp.a steunt deze resolutie met volle overtuiging en hoopt vooral dat de Vlaamse Regering ermee aan de slag gaat. We gaan daar de komende maanden natuurlijk op toezien. Ik reken daarbij op dezelfde constructieve opstelling als tijdens de debatten en bij de bespreking in de commissie. Het doet me echt heel veel plezier dat we er in crisistijden duidelijk in slagen om de grenzen van meerderheid en oppositie te overstijgen. Zo hoort het ook, in het belang van het onderwijs.
Tot slot wil ik nog graag een woord van dank richten aan de collega's voor de aangename samenwerking en natuurlijk aan de voorzitter, die onze werkzaamheden in zeer goede banen heeft geleid.
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Mevrouw Goeman, samenwerken in crisistijden over meerderheid en oppositie heen, is dan toch gebeurd zonder de grootste oppositiepartij in dit parlement.
Voorzitter, die coronacommissies waren noodzakelijk. Het parlement heeft ze ingesteld omdat er tijdens de coronacrisis van alles is misgegaan, wat logisch is. Het was een onverwachte pandemie en niemand wist juist wat men moest doen. Er zijn dingen misgegaan en daarom zijn die coronacommissies er gekomen, om aanbevelingen aan het beleid te doen en zo te voorkomen dat die vergissingen zich zouden herhalen.
Over het onderwijs zijn er, als ik me niet vergis, dertien hoorzittingen geweest. Mijn fractie heeft daar steeds zeer constructief aan meegewerkt. We waren altijd aanwezig; we hebben vragen gesteld; we hebben meegedacht en we hebben ook, toen daarom verzocht werd, onze aanbevelingen opgestuurd. Wij hebben mooi op tijd tachtig aanbevelingen aan de fractiesecretaris overgemaakt.
Ik heb het verhaal deze voormiddag in de commissie verteld, maar ik ga het herhalen omdat het mij toch heel erg frappeert. We maken die aanbevelingen over en dan was het de bedoeling om vorige week vrijdag een gedachtewisseling te houden over de aanbevelingen die elke partij deed. In de loop van vorige week kregen we de mededeling dat de commissievergadering van vrijdag niet doorging. Dat kan zijn; het kon zijn dat niet iedere partij haar aanbevelingen op tijd had ingediend. Dan volgde er een periode van radiostilte. Gisteren vernamen we dan dat er vanmorgen een gedachtewisseling zou zijn. Veel gedachtewisseling was het niet want vannacht, om halfeen, kregen wij het voorstel van resolutie, opgesteld door de meerderheid en twee oppositiepartijen, toegestuurd.
We zijn hier in het Vlaams Parlement met een glazen dak. Het is donker, maar het is inderdaad donker want we zijn weer in de donkere achterkamerpolitiek van de vorige eeuw. U sluit 800.000 kiezers uit. In tijden van crisis, waarin samenwerken belangrijk is, sluit u 800.000 kiezers uit. Waarom, vraag ik mij af. Zijn we niet constructief geweest? We hebben meegewerkt; we hadden deze aanbevelingen evengoed mee kunnen ondertekenen. Ik begrijp dit niet. Ik heb kinderen die in het onderwijs zitten. Er zijn leerkrachten die voor ons stemmen. Er zijn studenten die voor ons stemmen, veel zelfs. Ik begrijp dit niet. Ik vind het schandalig. Dit is een democratie onwaardig. Ik zou zelfs durven te zeggen: ‘Schaam jullie’. Echt waar. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Maar omdat ik toch geloof in constructiviteit, heb ik ook een aantal amendementen ingediend, die ik hier heel kort zal toelichten.
We hebben het heel vaak gehad over de problemen met korte vervangingen van leerkrachten. We zouden graag willen dat in juni ook korte vervangingen worden toegestaan in het secundair onderwijs.
We hebben het ook al gehad over de quarantaine enzovoort. Ook in het onderwijs wordt die niet streng opgevolgd. En ook hier zouden we het graag strenger willen, dat er ook in de scholen op wordt toegezien dat de quarantaine gerespecteerd wordt.
Bovendien wil men graag de scholen openhouden en ook wij zijn daar een grote voorstander van. Maar om dat te doen, hebben we fijnmazige cijfers nodig. Op dit moment rapporteren de CLB’s om de twee weken. Dat zou sneller moeten, zodat er ook sneller beslissingen kunnen worden genomen.
Bovendien – en ik denk dat de linkse oppositie het daar zeker mee eens zal zijn – willen wij een moratorium op de besparingen op die pedagogische begeleidingsdiensten. Stop met daarop te besparen, zeker gedurende deze crisis.
Er was ook redelijk wat consensus over de zomerscholen. De zomerscholen zijn heel belangrijk, we hebben een verankering nodig. Maar wat heb je nodig? Goede lesgevers, en dat is op dit moment een probleem. Daar moet iets aan worden gedaan en dat kun je doen door die regelgeving ter zake aan te passen, zodat de leerkracht-werknemer in zijn eigen school kan worden vergoed voor het vrijwilligerswerk.
En verder – en dat was ook een voorstel van Groen –: stel de zomerscholen open voor leerlingen uit de derde kleuterklas. We zijn het er allemaal over eens dat taal heel erg belangrijk is. Ook die kleuters moeten Nederlands kennen. Dus zullen we die zomerscholen dan ook maar openstellen voor de kleuters van de derde kleuterklas, die na een aantal maanden doorstromen naar het eerste leerjaar.
Wat betreft de studenten: zorg voor transparantie inzake de beslissingen in het hoger onderwijs. Maak de data op basis waarvan de beslissingen worden genomen openbaar. Dat zou fijn zijn voor de studenten en zou het draagvlak zeker en vast verhogen.
En ten slotte ook: verkort de wachttijden bij de psychosociale studentenhulpverlening. We weten dat de studenten het heel erg moeilijk hebben en er moet worden geïnvesteerd in de psychosociale hulpverlening.
Ik ben op een drafje doorheen mijn amendementen gegaan, gezien het vergevorderde uur. Ik blijf erbij: we zijn nu uiteindelijk al in de 21e eeuw. Ik snap niet dat er nog op deze manier aan politiek wordt gedaan. Het heeft mij echt persoonlijk geraakt, mijn fractiegenoten kunnen daarvan getuigen. Ik begrijp het niet. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer D’Haese heeft het woord.
Voorzitter, ik zal zeer kort zijn. Uit dit voorstel van resolutie, uit de hoorzittingen in de coronacommissie blijkt dat de uitdagingen in ons onderwijs immens zijn, dat de achterstand groeit en de ongelijkheid daarmee. We hebben structurele maatregelen nodig. Deze resolutie zal de pijn van corona zeker verzachten wanneer ze wordt uitgevoerd. Hoewel mijn fractie vindt dat het voorstel van resolutie op een aantal vlakken niet ver genoeg gaat, zullen we het wel steunen.
Ik wil absoluut mijn waardering uitspreken voor het werk van de voorzitter van de commissie. Ik weet dat dat hier al een paar keer is gebeurd, maar ik wil het toch nog eens expliciet doen. Het is hard en veel werk. Maar dat neemt niet weg dat ik het heel jammer vind om voor de derde keer op rij conclusies in te sturen en voor de derde keer te worden genegeerd. Ik vind dat een zeer jammerlijke manier van werken, zeker omdat er daarop al twee keer opmerkingen zijn gegeven. Twee keer is er geantwoord “Dat staat genoteerd”, en het wordt voor de derde keer gewoon opnieuw gedaan. Ik vind het heel vreemd dat, wanneer je samen in de commissie naar oplossingen zoekt, je dan uiteindelijk wordt uitgesloten bij het op papier zetten van die oplossingen. De manier waarop die dan worden ingediend en ook hier op een drafje moeten worden goedgekeurd, vind ik geen gezonde manier van werken.
Maar wat er ín het voorstel van resolutie staat, daar staan wij achter. Wat ons betreft, had het wat verder mogen gaan. Maar wij zullen het voorstel steunen.
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Voorzitter, ik zal proberen het kort te houden.
U kunt dat echt. U kunt dat supergoed.
Ik vond het belangrijk om twee onderwijsvormen, die de voorbije periode vaak werden vergeten, toch nog even extra te belichten: het buitengewoon onderwijs en het deeltijds kunstonderwijs. Zij hebben allebei een heel specifiek karakter en verdienen in dit voorstel van resolutie een bijzondere aandacht – en krijgen die ook. Het buitengewoon onderwijs omdat het natuurlijk een heel specifieke doelgroep van leerlingen vertegenwoordigt en het deeltijds kunstonderwijs omdat we toch niet mogen onderschatten wat de impact van deze crisis is op de inschrijvingen die het krijgt.
Daarnaast wil ik nog heel even kort stilstaan bij de impact van deze crisis op de werking van het CLB. Ze hebben inderdaad – het is al gezegd door de collega's – schitterend werk geleverd en leveren dat nog steeds op het vlak van de contacttracing. Ze hebben daarnaast ook getoond dat ze op heel snelle wijze heel positief kunnen schakelen.
Wat het buitengewoon onderwijs betreft, nemen we vier belangrijke zaken mee in dit voorstel van resolutie. Dat zijn de draaiboeken die echt specifiek op het buitengewoon onderwijs moeten worden afgestemd, zodanig dat alle directeurs zich geruggensteund voelen door die draaiboeken en daar ook mee aan de slag kunnen gaan, en dat het niet door een goed of minder sterk beleidvoerend vermogen is dat leerlingen wel of niet naar school kunnen komen. Dat is nu gebeurd, en dat willen we in de toekomst zeker vermijden. Ook aan de organisatie van het leerlingenvervoer moeten we de nodige aandacht besteden, zodat alle leerlingen op de plek kunnen komen waar ze moeten zijn. Dan is er ook het beschermingsmateriaal. Deze groep is echt wel een prioritaire groep om in geval van een tekort het nodige beschermingsmateriaal te kunnen krijgen. En ook de afstemming tussen de internaten en het buitengewoon onderwijs moeten we in het oog houden, zodanig dat zorg, therapie en opvang te allen tijde gegarandeerd kunnen blijven voor al deze leerlingen.
Ook in het deeltijds kunstonderwijs hebben ze die specifieke draaiboeken nodig, omdat zij een unieke wijze van lesgeven hebben en ook een uniek lesaanbod. Zij hebben daarin dus ook specifieke ondersteuning nodig. Ik heb de dalende inschrijvingen al onder de aandacht gebracht. Daarnaast is het ook heel belangrijk om de evaluatie van het decreet effectief uit te stellen, zodat alle zaken die nog naar boven zullen komen in de komende periode, zeker kunnen worden meegenomen in die evaluatie.
Tot slot zijn er de centra voor leerlingenbegeleiding. Zoals gezegd, hebben zij schitterend werk geleverd. Maar dat vraagt natuurlijk heel veel mankracht. We moeten inderdaad in de toekomst zorgen dat zij voldoende mankracht hebben voor zaken als contact tracing, maar zeker ook voor het blijvend kunnen vervullen van al hun andere kerntaken. We hebben gehoord dat dat soms niet meer gewaarborgd kon worden. Het is toch wel heel belangrijk dat we voorzien in voldoende mankracht, zodat dat wel kan gebeuren.
En als laatste is er de samenwerking tussen het CLB en de eerstelijnszorg. Het is al gezegd: het mentale welzijn is een heel belangrijk gegeven. Er moet voldoende aandacht besteed kunnen worden aan de psychosociale gevolgen voor leerlingen gedurende de lange tijd van deze gezondheidscrisis. En dat geldt zowel voor de kleuter, de leerling, de scholier als de student. Het is een heel belangrijk item om op te volgen. En ook daar wijdt dit voorstel van resolutie de nodige aandacht aan. En dat is een zeer goede zaak.
De heer Brouns heeft het woord.
Voorzitter, ik krijg net een berichtje van Koen Daniëls met de vraag om de resterende 63 aanbevelingen die nog niet zijn toegelicht, hier uitvoerig uit de doeken te doen. (Gelach)
Alle gekheid op een stokje, collega's. We hebben heel hard geapplaudisseerd voor de mensen in de zorg. Ik denk dat het ook op zijn plaats is dat we heel hard applaudisseren voor de mensen in het onderwijs, want zij hebben de voorbije maanden het onderwijs in bijzonder moeilijke omstandigheden in de lucht gehouden, letterlijk en figuurlijk wat het online afstandsonderwijs betreft. Op die manier hebben ze het leerrecht van onze jongeren maximaal gewaarborgd.
Iets wat mij is bijgebleven, en ik heb dat vanochtend ook in de commissie verteld, is het volgende. Mijn broer geeft al vijftien jaar les en zegt dat hij nog nooit zoveel waardering heeft ervaren en nog nooit zoveel erkenning heeft gekregen van ouders als in de voorbije maanden. Misschien is dat dan een positief neveneffect geweest van die bijzonder moeilijke tijd en van die zware crisis, die waardering en die noodzakelijke erkenning, die we hier vanavond ook allemaal hebben uitgesproken ten aanzien van de job van leerkracht. Het is toch wel absoluut noodzakelijk in de toekomst om leerkrachten te blijven motiveren en ze te blijven vinden vooral, om onze jongeren te blijven vormen. Ik vind het belangrijk om dat hier nogmaals te onderstrepen.
Een ander punt, vanuit een persoonlijke ervaring, is het welzijn van eerstejaarsstudenten. Ik breng regelmatig een groepje jongedames naar Leuven, en ik merk dat het met het welzijn toch wel heel moeilijk is. Ik heb dat eerlijk gezegd zelf ook wat onderschat. Dat verdient ook onze bijzondere aandacht. Ik heb een jonge dochter die in het eerste jaar zit in Leuven. Dat is iets wat onderschat wordt: als je vandaag je netwerk moet leren kennen aan de hand van online afstandsonderwijs, van op het kot, dat is niet hetzelfde als wanneer je ze live en fysiek kunt ontmoeten. Dat verdient ook onze aandacht.
Ik wil tot slot ook de collega's bedanken voor de heel fijne samenwerking in de commissie. We hebben een heel mooi werkstuk in de vorm van dit voorstel van resolutie ingediend, dat het onderwijs kan dienen.
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, deze morgen hebben we in de commissie ditzelfde debat gevoerd.
Collega Beckers, we hebben heel snel na het indienen van alle beleidsaanbevelingen gezorgd voor een gedragen tekst. Als u die tekst hebt gelezen – daar ga ik van uit –, dan zult u daar een input vanuit alle fracties in terugvinden. U hebt de moeite gedaan om een aantal amendementen in te dienen, waarop ik heel kort zal reageren.
Wat u voorstelt in uw amendement nr. 1, valt mijns inziens onder aanbeveling 6° van het voorstel van resolutie. Alleen is het wel vreemd wat daar staat over vervangingen in juni. We hebben geprobeerd om van het voorstel van resolutie een tijdloze resolutie te maken en er zoveel mogelijk tijdsaanduidingen uit te halen omdat het algemene principes zijn.
Over het extra punt 13°/1 dat u wilt toevoegen, hebben we daarstraks gedebatteerd over het voorstel van decreet dat de meerderheid op tafel heeft gelegd inzake contacttracing. Dat lijkt ons niet echt de bevoegdheid van deze commissie.
Uw amendement nr. 2 is terecht, maar we hebben geoordeeld dat we vertrouwen hebben in de coronacijfers die worden gepubliceerd door de CLB's. Die rapportage wordt heel snel opgevolgd, aangezien ze ook voor een stuk verantwoordelijk zijn voor de contactopsporing.
Uw amendement nr. 3 gaat over het beleidsvoerend vermogen van de scholen. De manier waarop we dat hebben geformuleerd in het voorstel van resolutie, is eigenlijk voldoende.
Wat uw amendement nr. 4 betreft, inzake zomerscholen en kwaliteitskaders: dat staat er eigenlijk wel in. In aanbeveling 42° zit een kwaliteitskader, wat door dit voorstel van resolutie wordt ondervangen.
Ten slotte is er nog uw amendement nr. 5. Ook hier denk ik dat, als het gaat over de algemene communicatie, maar ook over de betrokkenheid, zowel van studenten als van leerlingen en cursisten, dit op verschillende plaatsen in het voorstel van resolutie wordt opgevangen, zowel in de generieke aanbevelingen als in een aantal specifieke aanbevelingen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Amendement nr. 2 en amendement nr. 5 van het Vlaams Belang gaan over de cijfers van het CLB en de data in het hoger onderwijs. Binnen onderwijs hebben we de data van het CLB, maar er zijn ook de data van Sciensano. In een voorstel van resolutie dat gaat over onderwijs, moeten we niet doen alsof we plots alle data opnieuw moeten doen. Als er in een studentenstad bepaalde cijfers zijn – daar ging het in het decreet over in het kader van de GDPR –, dan moet de lokale overheid die cijfers ook krijgen en op basis daarvan beslissen.
Ik wil ook nog even stilstaan bij amendement nr. 4 over leerkrachten en vrijwilligerswerk op de eigen school. Zo ontstaat er een probleem, want vrijwilligerswerk doen bij je werkgever, komt als een apart iets over in het kader van de arbeidswetgeving. Ik moet u niet uitleggen dat dat dan de deur openzet voor andere creatieve zaken om vrijwilligerswerk te doen bij je werkgever. Dan is het maar de vraag of, als er iets gebeurt, de arbeidsongevallenverzekering van toepassing is, dan wel een verzekering als vrijwilliger.
Collega’s, ik sluit af. Ik hoorde het ook van mijn collega van de PVDA: we hebben 108 aanbevelingen. Ik stel vast dat geen enkele partij 1 van die 108 aanbevelingen niet goed vindt. Ik stel wel vast dat het Vlaams Belang voorstellen doet om wat te verfijnen. Maar ik hoop dat ik kan concluderen dat deze 108 aanbevelingen hier unaniem zullen worden gesteund.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de amendementen en over het voorstel van resolutie houden.