Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Warnez heeft het woord.
Het nieuwe Horizon Europe-programma vervangt vanaf 2021 het succesvolle Horizon 2020-programma. Het bijhorend budget van bijna 85 miljard euro betekent cruciale onderzoeksmiddelen voor onze universiteiten en hogescholen. In een open brief maken de Vlaamse rectoren zich zorgen over de impact van de brexit op het Vlaams-Brits onderzoek. Ik geloof dat hun vrees niet onterecht is.
Vandaag zijn we afhankelijk van de keuzes die de Britten zullen maken. In het geval er op korte termijn een deal wordt afgesloten, is het aan de Britten om te kiezen of ze zich al dan niet geheel of gedeeltelijk zullen associëren met het Horizon Europe-programma. Als ze zich niet geheel associëren, is er alvast een duurzaam probleem voor het onderzoek en de samenwerking met het Verenigd Koninkrijk. Als ze dat wel doen, is de timing daarbij heel erg belangrijk. Indien de beslissing van de Britse regering na 1 januari valt, is er op zijn minst een tijdelijk probleem. In het beste geval hebben we snel een deal en associeert de Britse regering zich nog voor 1 januari met het Horizon Europe-programma. Laat ons op dat laatste hopen, maar we moeten ook over andere scenario’s nadenken.
Het Vlaams-Brits onderzoek is absoluut niet te onderschatten. Het land is onze derde belangrijkste onderzoekspartner. De rectoren roepen daarom op om vanuit de Vlaamse Regering bilaterale acties te ondernemen en in een overgangsperiode stellen zij een tijdelijke alternatieve financiering voor het Vlaams-Brits onderzoek voor.
Minister, op welke manier zult u ervoor zorgen dat de academische kruisbestuiving op het vlak van onderzoek tussen Vlaanderen en het Verenigd Koninkrijk mogelijk blijft?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Warnez, ik dank u voor uw vraag.
Ik heb alle begrip voor de brief van de rectoren, de vraag die ze stellen is ook heel belangrijk. Maar ik vind het toch prioritair om nog even af te wachten wat het resultaat zal zijn van de brexitonderhandelingen, omdat een gedragen akkoord, ook een akkoord over Horizon Europe, ook voor ons ideaal zou zijn. In dat geval blijft de connectie immers verzekerd en blijft alles doorgaan. Dat is nu het hoofddoel van de onderhandelingen.
Dat betekent niet dat nog niet wordt gekeken naar alternatieve pistes indien het tot een no-deal of tot een slecht akkoord zou komen. In dat geval kan op twee manieren worden gewerkt. Zo kan men er door kleine reglementaire ingrepen voor zorgen dat de reguliere project- en mandatenkanalen openblijven, ook voor Britse onderzoekers. Dat vraagt natuurlijk wederkerigheid.
Vandaag zijn er al oproepen van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) voor gezamenlijke onderzoeksprojecten met niet-Europese landen. We zouden een gelijkaardig systeem in het leven kunnen roepen voor Groot-Brittannië.
Maar mijn eerste opdracht nu is om er via onderhandelingen meer voor te zorgen dat Horizon Europe mee wordt bekeken, en hard te werken om de Britten te doen inzien dat ze alle belang hebben bij het handhaven van hun toetreding tot het zeer interessante onderzoeksprogramma, dat trouwens ook ontzettend belangrijk is in het kader van de bilaterale samenwerking tussen Vlaanderen en Groot-Brittannië.
Minister, ik dank u voor het positief signaal. Uiteraard is plan A een associatie van het Verenigd Koninkrijk met het programma Horizon Europe, maar u hebt een plan B klaar en dat is ook goed, want de brexit zorgt voor rechtsonzekerheid waar niemand beter van wordt, evenmin onze onderzoekers. In dat geval is steun vanuit Vlaanderen cruciaal.
Door die onzekerheid hebben onderzoekers en instellingen heel wat vragen en problemen over de gevolgen van die brexit. Het gaat over praktische en juridische vragen. Minister, kunnen zij ergens terecht met hun vragen of praktische problemen?
De heer Deckmyn heeft het woord.
Collega’s, Horizon Europe kan als opvolger van Horizon 2020 rekenen op een groot budget. Dat is al eerder vermeld. De Europese Commissie engageerde zich om het bestaande budget in haar nieuwe meerjarenbegroting op te trekken naar meer dan 94 miljard euro. Jammer genoeg is ze geland op zo’n 10 miljard euro minder.
In het kader van de brexit is het natuurlijk ook belangrijk te weten wat de verdere rol van het Verenigd Koninkrijk zal zijn. Het Verenigd Koninkrijk is een belangrijke onderzoekspartner, maar ik begrijp de minister wanneer ze zegt dat het prioritair is om de resultaten van de onderhandelingen over de brexit af te wachten en dan verder te schakelen. Dat is zeer logisch.
Ik heb nog een bijkomende vraag. Minister, blijft het voor u belangrijk om samen te werken met het Verenigd Koninkrijk, specifiek op het vlak van onderzoek en ontwikkeling in strategische sectoren? Ik denk dat dat toch prioritair moet zijn.
De heer Ongena heeft het woord.
Collega’s, hoe dichter de datum van de brexit komt, hoe duidelijker het wordt wat een idiotie die brexit is. De ‘splendid isolation’ dreigt echt een ‘splendid hangover’ of kater te worden, waarbij eigenlijk met de welvaart wordt gespeeld. Heel wat mensen zullen daardoor worden geraakt: onze vissers, onze Vlaamse bedrijven, maar ook onze Vlaamse onderzoeksinstellingen. Het gaat immers over meer dan Horizon Europe. Het gaat ook over de vraag naar mobiliteit van onderzoekers: zullen ze nog tot hier raken, zullen ze hier nog kunnen blijven? Heel ons Vlaams onderzoek zal daardoor worden geïmpacteerd.
Minister, in welke mate zijn onze Vlaamse onderzoeksinstellingen daarop voorbereid? Kunnen zij al inspanningen doen om de gevolgen zo beperkt mogelijk te houden? In welke mate komen bepaalde onderzoeksprojecten en -programma's in het gedrang door de idiotie van die brexit?
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, ik wil me namens de Groen-fractie aansluiten bij de vragen en bij de vraag van de heer Warnez. Sowieso, als iedereen volgt wat er gebeurt, zullen we toch naar een plan B moeten gaan. Laat ons eerlijk zijn, Boris Johnson komt vanavond op een soort ‘laatste avondmaal’. Dat is om afscheid te nemen, denk ik.
Minister, we moeten echt snel schakelen naar dat plan B. In die zin vond ik de open brief van de rectoren meer dan terecht. De bilaterale onderhandelingen moeten wat mij betreft breder gaan dan enkel Horizon Europe dat daar inzit.
Zoals de heer Ongena zegt, alles wat O&O betreft, en ook de mobiliteit van de onderzoekers, enzovoort, moeten daar inzitten. Zijn onze hogescholen, universiteiten, betrokken instellingen en actoren klaar om die stappen te zetten?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Het is inderdaad zo dat we niet weten wat die brexit zal geven, maar ik kan me ergens wel vinden in de opmerking van de heer Rzoska. Alles is onzeker. De cijfers tonen aan dat het Verenigd Koninkrijk en Vlaanderen heel veel samenwerkingsprojecten hebben in het kader van Horizon. Na de samenwerking met Duitsland is die met het Verenigd Koninkrijk de meest intensieve.
In Groot-Brittannië overweegt men nu te werken met een Brit Recovery Fund, een soort tegenhanger van Horizon Europe. Het zou goed zijn om nu niet wat reglementjes aan te passen, maar inderdaad actief te bekijken hoe men bilaterale akkoorden met het Verenigd Koninkrijk kan maken, zodat we goed voorbereid zijn. Als het ene niet lukt, dan springen we onmiddellijk op plan B en moeten we niet één of twee jaar verliezen. Eén of twee jaar verliezen in fundamenteel onderzoek kan ons een gigantische achteruitgang bezorgen.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Vlaanderen speelt op het vlak van hoger onderwijs en wetenschap echt mee in de ‘champions league’ van Europa. Onze onderzoeks- en onderwijsinstellingen zijn gegeerde partners voor internationale samenwerking en uitwisseling. Dat werpt vruchten af, het maakt Vlaanderen slimmer en welvarender. De samenwerking met het Verenigd Koninkrijk speelde en speelt daarin een belangrijke rol. Het is in het belang van Vlaanderen om die banden nauw te houden.
Naast de onderzoekssamenwerking zal de brexit een grote impact hebben op de Erasmusuitwisseling die – zoals u weet – een vrijstelling inhoudt van inschrijvingsgelden aan de ontvangende universiteit of hogeschool. We weten allemaal hoe gigantisch hoog de inschrijvingsgelden zijn in het Verenigd Koninkrijk. Zo’n vrijstelling is voor studenten echt cruciaal.
Zullen Vlaamse studenten ook in de toekomst op zo’n vrijstelling kunnen rekenen voor een uitwisseling met de UK? Zo niet, zal Vlaanderen een beurtsysteem opzetten om studenten die in de UK willen gaan studeren, de kans te geven om dat nog te doen?
Collega’s, ik wil eerst iets rechtzetten. De onduidelijkheid vandaag is niet de verantwoordelijkheid van Vlaanderen. Het zijn de Britten die voor die onduidelijkheid zorgen. Ik vind dat afschuwelijk.
De heer Ongena zei het net, er wordt hier echt gespeeld met welvaart en met iets waar we fantastisch in zijn. Ik ondersteun absoluut de rectoren, maar tegelijk, voor we het plan op de straatstenen gooien, collega Rzoska, lijkt het mij belangrijk om alles op alles te zetten voor plan A. Plan A betekent ervoor te zorgen dat ze toetreden. Dat vraagt een actieve keuze van hen. Maar als ze toetreden en een ‘go’ geven, kunnen we vooruit.
Uiteraard mogen we niet wachten met nadenken over plan B tot ze op gebeurlijke wijze de chaos georganiseerd hebben. Het is van belang dat we dat doen. Ik zei al dat het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) al uitgebreid onderzocht heeft hoe je zonder tijd te verliezen de verdere samenwerking mogelijk kunt maken. Dat kan eenvoudig. We kunnen snel regelen wat hier nodig is en ook intern, met kleine reglementaire aanpassingen.
Voor zover ik onduidelijk was: alle huidige projecten blijven doorlopen. Lopende projecten worden niet plots afgebroken. Dat blijft. Via het FWO kunnen bilaterale contracten en afspraken gemaakt worden met Groot-Brittannië. We kunnen dat heel snel doen, we hoeven daar absoluut geen jaar mee te verliezen.
Maar ik blijf nu de komende dag en dagen energie steken in het behouden van die supervruchtbare samenwerking. Ik hoop dat het geen laatste avondmaal wordt, collega’s. Er is een reden waarom ik mij een beetje zorgen maak over dat bilaterale, als we daartoe komen, in de concurrentie met alle andere landen. Want nu is alles mooi geregeld en gaat er nooit energie verloren in die onderlinge concurrentie. Collega’s, ik ben het eens met jullie zorgen. Maar we kunnen plan B pas operationeel maken als we zeker zijn dat plan A niet lukt.
Collega Warnez, dat was een zeer terechte vraag rond waar men terechtkan. Er zijn zorgen. We hebben één contactpunt opgericht voor alle vragen over de brexit. Dat is de helpdesk van Flanders Investment & Trade (FIT) en het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO). Je vindt die op het adres brexit@fitagency.be. Ook de vragen van onderzoekers kun je daar stellen. Als men in de helpdesk niet onmiddellijk een antwoord kan geven, wordt er een link gelegd met gespecialiseerde hulp, maar we willen geen twintig kanalen om de brexitvragen te beantwoorden. We vinden dat alle vragen bij één meldpunt moeten terechtkomen, dat er op één plaats hulp moet zijn. Zelfs het Vlaamse of federale niveau speelt voor mij weinig rol. Het kan eigenlijk niet dat een ondernemer of universiteit voor de ene rij vragen hier moet zijn en voor de andere rij vragen daar. We proberen dat mooi te integreren en te zorgen dat men op één punt met alle vragen terechtkan, ook de vragen van onderzoekers. Collega’s, het is een zeer belangrijke dag, of het zijn zeer belangrijke dagen, dat zeggen we al een tijdje. Maar ik hoop echt dat het gezond verstand daar ook zal zegevieren.
Collega Goeman, voor de vrijstelling van de beurs moeten we natuurlijk bekijken wat de Britten aanbieden, omdat er bij ons altijd wederkerigheid is. Als men bepaalde afspraken opblaast moet je kijken op welke manier je tot wederkerige andere afspraken kunt komen. Als je het mij vraagt, blijft alles uiteraard mogelijk. Ik zou het vreselijk vinden mochten er ook kanalen voor jongeren, om te studeren, afgesneden worden vanwege de brexit. Maar ook hier zullen we even moeten kijken hoe gezond het verstand is aan de kant van onze Britse collega’s.
Onze kennis is onze grondstof. Het is het exportproduct van Vlaanderen. We moeten daar trots op zijn, we moeten dat koesteren. We moeten dat versterken. Daarom is die samenwerking met het Verenigd Koninkrijk noodzakelijk. Maar ik voel uit de passie waarmee u vertelt dat u daar ten volle uw schouders onder zult zetten, en dat plan A wel moet kunnen lukken. Daar gaan we voor.
De actuele vraag is afgehandeld.