Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, op 17 november laatstleden is op 83-jarige leeftijd Willy Kuijpers, erelid van dit Vlaams Parlement, overleden. Ik geef bij dezen graag het woord aan Wilfried Vandaele, fractieleider van de N-VA.
Voorzitter, collega’s, eind jaren 70, begin jaren 80, mijn eerste stappen in de politiek, de Volksunie. Daar hadden figuren een onderkomen gevonden die de partij bijzonder aantrekkelijk maakten voor jonge mensen als ik toen. Vader Schiltz, Hugo, de intellectueel, de strateeg. Vader Anciaux, Vic, de verzoener. En Willy Kuijpers, de internationale nationalist.
Willy Kuijpers was het non-conformistische icoon van de Volksunie, de man met de rolkraag, met de sandalen, ook bij zijn intrede in de Kamer in 1971. Zoals voor zovelen van mijn generatie was Willy hét politieke voorbeeld waar ik naar opkeek. Ook buiten de partijpolitiek heb ik trouwens jarenlang met hem samengewerkt. Als zoon van een Nederlandse vader was hij een pleitbezorger voor de samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen. Op een bepaald moment verhuisde hij zelfs symbolisch een grenspaal naar Bokrijk.
Willy was een overtuigd pacifist en was bezorgd om het leefmilieu. Ik zie hem nog vastgeketend aan een trein met kernafval in Zeebrugge. En als hij op een betoging niet zelf was opgepakt, wat doorgaans wel het geval was, dan maakte hij er een erezaak van om niet naar huis te gaan voor de laatste betoger door de rijkswacht op vrije voeten was gesteld.
Willy Kuijpers was een man van het volk en was een man van de volkeren. Een man van het volk: hij had een groot rechtvaardigheidsgevoel en was sociaal in woord en in daad. Zijn huis in Herent stond open voor al wie het moeilijk had, van daklozen over vluchtelingen uit Somalië tot Roemeense weeskinderen. Hij stond altijd paraat. Hij vertelde mij ooit eens een hilarisch verhaal van hoe hij midden in de nacht in een onweer werd opgebeld om tussen te komen in een echtelijke ruzie en hoe hij dan druipnat en met beslijkte voeten relatietherapeut speelde. Hij had vele van die verhalen. Willy kende zowat de halve wereld bij de voornaam. Een man van het volk, dus.
Maar hij was ook een man van de volkeren. Hij trok zich het lot aan van volksgemeenschappen die werden verdrukt of die de armslag niet kregen die zij verdienden, en hij spande zich in voor hun culturele en politieke rechten: de Basken, de Catalanen, de Schotten, de Frans-Vlamingen, de Noord-Ieren, de Koerden, de Armeniërs, de Kosovaren. Zelfs vandaag, collega’s, kom je in die buitenlanden nog mensen tegen die vol lof over Willy Kuijpers spreken. Ik maakte het een tijd geleden zelf nog mee in Wales. Zijn actie voor de kathedraal in Guernica was slechts een van de vele heldendaden die hem in een buitenlandse gevangenis deden belanden. Hij geloofde rotsvast in het Europa van de volkeren, in het Europa van de regio's.
Willy had een groot netwerk en hij schreef ellenlange brieven, met bijlagen erbij, met kopies en afschriften, die hij dan stuurde naar mensen die dezelfde thema’s behartigden. Met een maximum van 140 tekens, collega's, zou Willy nooit vrede hebben genomen.
Het politieke curriculum van Willy Kuijpers is indrukwekkend. Hij was 26 jaar lang parlementslid, federaal, Vlaams, Europees, Kamer, Vlaams Parlement, Europees Parlement, Senaat. Hij was ook eerste schepen en burgemeester van Herent. Het gemeentepersoneel kreeg er voor de middag soep, collega's. Hij had dat ingevoerd. Voordien durfden sommigen wel eens te aperitieven, en Willy wou daarvan af. Het werd soep.
Hij stond mee aan de wieg van de Cultuurraad, later Vlaamse Raad, en behoorde met Kris Van Dijck, als enige overblijver in onze fractie, tot de eerste leden van het rechtstreeks verkozen Vlaams Parlement. Dit huis bood volgens hem ruimte voor verbondenheid en dialoog en voor natievorming. Bij zijn afscheid hier in 1997 beklemtoonde hij dat mensen een identiteit nodig hebben. ‘Want’, zo verwoordde Willy dat, ‘mensen komen graag thuis.’
Als parlementslid was hij vooral bezig met thema's als onderwijs, armoede, de taalgrens, milieuzorg, mensen- en volkerenrechten. Ontelbaar zijn de vragen en interpellaties die hij over deze en andere kwesties stelde. Want wat betreft het aantal parlementaire vragen stak hij met kop en schouders uit boven zijn collega's. Vriend en tegenstrever bestempelden hem als een bescheiden, hardwerkend en onbaatzuchtig parlementslid – zoals die vandaag niet meer bestaan –, een verdraagzaam en breeddenkend politicus die de partijgrenzen graag en vaak overschreed.
De talrijke verhalen over Willy Kuijpers, zijn schalkse fratsen, zijn sympathieke schelmenstreken vormen stof voor een dik boekdeel, collega's. Er hier een bloemlezing van geven, past niet echt in een rouwhulde. Maar eentje wil ik toch kwijt, omdat iedereen die Willy heeft gekend, hem daar meteen in zal herkennen.
Ergens in de jaren 80 organiseerden we aan de kust een hulde voor Jaak Vandemeulebroucke, jarenlang Europees Parlementslid. En op het einde van het programma beklimt Willy het podium – uiteraard onaangekondigd. “Dames en heren”, zegt Willy, “we zijn hier om Jaak te huldigen. Er is al heel veel gezegd, maar ik wil toch nog één element toevoegen aan deze hulde.” En hij roept Jaak Vandemeulebroucke bij hem op het podium. Hij zegt: “Jaak is in het buitenland eigenlijk een nog veel grotere mijnheer dan jullie hier in West-Vlaanderen ooit zouden kunnen bevroeden.” Hij zegt: “Jullie weten dat natuurlijk niet, vanwege Jaaks aangeboren bescheidenheid. Maar hij is toch een heel belangrijk man in het buitenland.” Jaak stond daar onwennig en schaapachtig bij en besefte natuurlijk ook dat je vooral moet blijven stilzitten als je geschoren wordt. “En”, zegt Willy, “kijk, deze week bijvoorbeeld, dames en heren, is Jaak nog in het Baskenland gehuldigd. Hij heeft daar een van de allergrootste onderscheidingen gekregen. Meer zelfs, een onderscheiding die nog nooit een buitenlander te beurt is gevallen. Hij is ridder geworden in de Orde van de Barrabilak. Dames en heren, ik zou willen dat u onze Jaak Vandemeulebroucke daarvoor een oorverdovend applaus geeft.” Die zaal veert recht en geeft hem een staande ovatie. Jaak heeft het schaamrood op de wangen en Willy glundert, want hij had die onderscheiding ter plaatse verzonnen. En wie wil weten wat ‘barrabilak’ echt betekent in het Baskisch, kan dat zo meteen eens opzoeken.
Dames en heren, we nemen afscheid van een monument van het volksnationalisme, een monument ook van dit parlement. Vaarwel, Willy, en bedankt namens zovelen die door jou werden geïnspireerd. Veel sterkte aan Lieve, zijn vrouw, en altijd zijn rots in de branding. En veel sterkte aan het grote gezin, de grote familie van Willy en aan de velen die hem omringden. Dank u wel.
Collega Vandaele, ik wil u bij dezen bedanken voor de zeer lovende en mooie woorden die u hebt uitgesproken over Willy Kuijpers.
Ik kan u ook meedelen dat ik namens het Uitgebreid Bureau en het voltallige Vlaams Parlement onze oprechte en innige deelneming heb overgemaakt aan de naaste familie van de heer Willy Kuijpers.
Mag ik u vragen enkele ogenblikken van stilte in acht te willen nemen?
– De Vlaamse volksvertegenwoordigers nemen enkele ogenblikken van stilte in acht.