Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 19 mei 2006 betreffende de Winwinlening, wat betreft het Vriendenaandeel.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Voorzitter, dit is een belangrijk ontwerp van decreet, want het is een stukje van de complete puzzel. Er is indertijd over een klavertjevier gesproken, maar we kunnen het ook over een klavertjedrie hebben.
Ik verklaar me nader. We hebben de coronarelance op drie manieren proberen aan te pakken. Ten eerste hebben we nagekeken wat de Vlaamse overheid voor de bedrijven kan doen. Het gaat dan om de waarborgen en om de achtergestelde leningen. Ten tweede hebben we onderzocht wat de Vlaamse overheid kan organiseren en waar mensen dan zelf kunnen instappen. Dat wordt het toekomstige welvaartsfonds. Ik noem dat fonds hybride omdat de mensen zelf kunnen instappen, maar de Vlaamse overheid het organiseert.
Als derde deel van het klavertje zijn er dan de twee zaken waarmee de mensen zelf hun eigen spaargeld kunnen mobiliseren. Het gaat toch nog altijd over 280 miljoen euro, miljoenen die niet zijn gemobiliseerd. Ze kunnen dat doen via een Winwinlening of via wat nu op tafel ligt, het Vriendenaandeel. Het grote verschil tussen Winwinlening en Vriendenaandeel is dat een Winwinlening een schuld blijft voor een bedrijf die een dergelijke lening aangaat bij de burger. Ook al is dat een achtergestelde schuld, het blijft een schuld, het komt onder het passief te staan. Bij het Vriendenaandeel, zoals dat hier is voorgesteld, gaat men echt instappen in het kapitaal van het bedrijf. Dat is een gigantisch verschil, maar beide zijn het acties die burgers kunnen ondernemen om een bedrijf tijdelijk, voor een bepaalde periode te versterken.
Er zijn inderdaad nog een aantal bekommernissen, zelfs als dit ontwerp van decreet wordt goedgekeurd. Zo moeten we ervoor zorgen dat we dit goed in de markt zetten. Het bewijs daarvan is eigenlijk ook het SERV-advies dat is gemaakt in het kader van dit ontwerp. Spijtig genoeg is men niet tot een eensluidend advies gekomen. De werkgeversorganisaties hebben dat goedgekeurd, de werknemersorganisaties niet, maar als je dat leest, dan is dat omdat men de dingen een klein beetje op een hoopje heeft gegooid. Dat vind ik wel jammer. Men doet alsof het Vriendenaandeel uit dit ontwerp de enige en de beste oplossing is. Neen, het is een van de vele oplossingen. Het is een van de mogelijkheden uit een heel palet om de bedrijven in hun relance te ondersteunen. Dat heeft een kostprijs. De werknemersorganisaties stellen het zo voor dat de overheid zeer goedkoop kan lenen en men dus rechtstreeks kan participeren of waarborgen geven aan bedrijven. Dat heeft ook een kostprijs. Daarin is echter ook al voorzien in het andere luik, zijnde dat van de waarborgen en de achtergestelde leningen. Er is sprake van een drieluik: waarborgen en achtergestelde leningen, gecombineerd met Vriendenaandeel en Winwinlening en met dat hybride welvaartsfonds. Dat geeft een volledig palet waarop bedrijven een beroep kunnen doen. Ofwel doen ze rechtstreeks een beroep op de overheid, ofwel op de burger, die wordt ondersteund als hij dit doet.
We moeten dit dus zeer goed in de markt zetten, zodat de mensen dat heel goed doorhebben. Het gaat hier over een Vriendenaandeel en niet over een Winwinlening. Het gaat niet over waarborgen, maar echt over instappen in kapitaal, wat op zich een bepaald risico kan inhouden.
Een tweede aandachtspunt, en ik denk dat dat ook zo is besproken in de commissie, is dat we natuurlijk ook flexibel moeten durven te zijn en moeten bekijken of dit effectief is. Met andere woorden, als we moeten vaststellen na een bepaalde periode dat deze maatregel totaal geen effect heeft en ook totaal niet wordt gebruikt, dan moeten we die misschien ook in vraag durven te stellen en bekijken waarom dat geen effect en geen succes heeft gehad. Ligt dat aan een te kleine wortel of aan het feit dat het niet bekend is, komt dat omdat de bedragen waarmee kan worden geparticipeerd onvoldoende zijn enzovoort? We moeten dat bekijken. De tweede flexibiliteit die nodig zal zijn, is dat we ook moeten bekijken wat de federale overheid zal doen. Er is immers ook de federale taxshelter, die andere getallen en andere doelstellingen heeft, maar die iets gelijkaardigs is. We weten niet wat men federaal zal beslissen, of men daar nog meer zal doen, breder zal gaan enzovoort. Het zou een fout signaal zijn dat er dan op twee verschillende niveaus, binnen twee verschillende entiteiten dezelfde methodieken zouden bestaan.
Conclusie: ik ben zeer blij dat dit ontwerp van decreet voorligt. We hebben daar zelf vanaf het begin hard voor gevochten, via de actuele vragen die we hebben gesteld, en ook in de commissie. Minister, u weet dat. We hebben ervoor gevochten dat men niet enkel zou kijken naar waarborgen, achtergestelde leningen of Winwinleningen, omdat dat allemaal gaat over de passieve kant van de balans. Dit is nu echt het versterken van de actieve kant van de balans. Daarom zijn we zeer blij dat dit ontwerp nu op tafel ligt en zo snel mogelijk tot uitvoering kan komen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, uiteraard zal ook onze fractie dit ontwerp van decreet steunen, net zoals we dat in de commissie hebben gedaan. Hiermee wordt weer een klein luikje uit onze relanceresolutie van 7 juni goedgekeurd, collega’s, waarbij de uitbreiding van de Winwinlening, ondertussen gerealiseerd en met succes in werking op het terrein, de versterking van de waarborgcapaciteit bij de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV), de oprichting van een welvaartsfonds en het uitbreiden van de capaciteit voor achtergestelde leningen werden vooropgesteld, allemaal heel belangrijke instrumenten. Daarbij is dit voorlopig een sluitstuk van ons financieringsbeleid.
Het is bijzonder belangrijk, minister, omdat ook heel veel van onze bedrijven door de crisis financieel op hun tandvlees zitten en dus wel wat versterking kunnen gebruiken. Het is nu zaak om deze instrumenten goed in de markt te zetten en ruim bekend te maken. U doet al inspanningen met betrekking tot het Vlaams beschermingsmechanisme, dat de acute steun moet verzorgen voor bedrijven in nood. Maar deze meer structurele ondersteuning verdient ook de nodige bekendmaking. Ik hoop dat u daar, eventueel in goed overleg met uw federale collega's, die ook een aantal instrumenten in dezen hebben, een ruime promotie aan kunt geven, zodat we die instrumenten op een zeer snelle manier nuttig gebruikt zien worden in onze Vlaamse economie.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Collega's, dit is een enorm goed instrument. Het is eigenlijk de missing link, als ik het heel simpel mag uitleggen, tussen twee zaken. Enerzijds heb je onze kmo's, onze kleine ondernemingen, die echt schreeuwen om zuurstof en om financiering, niet omdat ze allemaal in de problemen zitten, want de meeste bedrijven zijn nog altijd gezond bij ons, maar wel omdat ze nood hebben aan financiering om projecten te laten lopen en om te kunnen blijven investeren. En langs de andere kant heb je de Vlamingen, die allemaal samen, samen met de andere Belgen, meer dan 280 miljard euro op de spaarboekjes hebben staan. En die 280 miljard euro verliest eigenlijk elk jaar aan waarde. Dat wordt altijd maar minder en minder waard.
Dat is een heel gekke situatie, dat we met zijn allen blijven sparen, sparen, sparen en daar eigenlijk geld aan verliezen, en ondertussen veel te weinig investeren in onze kmo's. Dat heeft voor een deel te maken met onze cultuur. Investeren wordt vaak als iets risicovols beschouwd. We hebben een aantal trauma’s gehad, Lernout & Hauspie en zo. Dat moeten we trachten om te keren. We moeten laten zien dat investeren, vooral in onze kmo's, iets heel positiefs is en dat dat een voordeel kan geven voor u, maar dat het vooral een voordeel is voor de economie en bij uitbreiding de ganse samenleving. En dat doet dit instrument.
Zoals collega Gryffroy heeft gezegd, is het heel goed dat dit geen schuld is, zoals een Winwinlening, maar dat het echt een deelname is in het kapitaal. Dat wil eigenlijk zeggen dat je als mens zegt: ‘Kleine ondernemer van om de hoek, ik geloof in u. Ik wil mee met u risico nemen. Ik wil mee in uw project stappen.’ En dat is alles wat ondernemen zo mooi maakt. En het is des te mooier als je daar mensen voor hebt die in jou geloven en je project willen steunen.
Dit is dus een geweldig goed instrument. Je krijgt daar een klein fiscaal voordeel van, 2,5 procent is niet gigantisch, maar het is toch geen waardevermindering zoals op een spaarboekje. We hopen natuurlijk dat dat genoeg mensen kan mobiliseren om onze kmo's mee te financieren.
Minister, zoals de collega's terecht hebben opgemerkt, moeten we dit instrument echt massaal gaan promoten. Ik hoop dat iedereen in deze zaal daarvan gebruik zal maken, onze kmo's volop gaat ondersteunen, mee dat risico delen, mee geloven in die mensen, en dat we beginnen met campagnes om te laten zien dat investeren in onze economie een goede zaak is en dat daar niets slechts of risicovols aan is. Natuurlijk is er altijd wel een risico, maar we kunnen daar de hele samenleving mee helpen. Ik hoop dus op die promocampagne, zodat dat sterk in de verf wordt gezet.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Ik denk dat er in de commissie een kamerbrede stemming was over dit ontwerp van decreet. Het is sowieso een goede zaak, ook in crisistijden, dat er kapitaal gemobiliseerd wordt, heel specifiek voor onze kmo's. Ze kunnen er hun solvabiliteits-, liquiditeits- en vooral hun investeringspositie maar mee versterken, en dat is een goede zaak. U weet ook dat wij vanuit sp.a altijd pleiten voor gerichte maatregelen. We vinden het goed dat in dezen vooral de kmo’s begunstigd zouden zijn.
Het enige voorbehoud dat wij hebben, is dat we moeten opletten dat er niet te veel overlap is met andere, bestaande maatregelen. Vanuit het voorzorgsprincipe en in het belang van onze overheidsfinanciën, waar collega Parys eerder ook aan appelleerde, is dat belangrijk.
Daarnaast is het voor een duurzame relance ook belangrijk dat de Vlaamse Regering de optie onderzoekt om met de lage rente op de kapitaalmarkten in te zetten op de strategische kmo-behoefte door de coronacrisis en daar dus veel gerichtere investeringen samen met de mobilisatie van dit private kapitaal hand in hand te laten gaan.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, vorige vrijdag hebben we de Dag van de Ondernemer gevierd en dat was niet het feest dat het eigenlijk zou moeten zijn. De goedkeuring van dit decreet – die straks hopelijk door jullie gebeurt – zal meer dan ooit een aanmoediging zijn om te durven, om mensen te vragen mee te stappen in het project van hun zoon, hun dochter, hun vriend of hun vriendin, om hun dromen mee te realiseren. Collega’s, dat is exact wat we met dit Vriendenaandeel willen doen. We moedigen ondernemerschap aan. Het is veel meer dan zomaar een financiële incentive. De Vriendenaandeelhouder investeert omdat hij of zij gelooft in het project en in de ondernemer die erachter zit. Op die manier willen we een groter deel van onze bevolking betrekken bij wat ondernemen is en bij wat het betekent om een eigen zaak uit de grond te stampen.
Collega’s, sommigen onder jullie hebben er al naar verwezen: uit de eerste cijfers is gebleken dat de uitbreiding en de versoepeling van de Winwinlening, die in deze vergadering nog maar op 30 september werd goedgekeurd, een echt schot in de roos is. Oktober 2020 was een recordmaand bij PMV/Z. Er zijn 375 kredieten verleend voor een totaalbedrag van meer dan 10 miljoen euro. Dat is een stijging van maar liefst 84 procent ten opzichte van oktober 2019.
Zoals collega Gryffroy zei, vervolledigen we met het Vriendenaandeel het plaatje en bieden we zo bijkomende mogelijkheden aan onze Vlaamse kmo’s om hun solvabiliteit te versterken en zich door de crisis te slaan. Het Vriendenaandeel en de Winwinlening zijn daarvoor de perfecte tandem of, collega Gryffroy, investeringskroonjuwelen.
Het Vriendenaandeel is maar één radertje in het geheel van de relance. Maar zo gaat dat met radertjes: ze zijn allemaal erg belangrijk om het geheel te doen werken. En ik geloof heel sterk in die complementaire aanpak die op een aantal fronten werkt. Je zou hier een metafoor uit het wielrennen kunnen gebruiken: ‘the marginal gains’. Je kunt maar winnen als je op alle vlakken tot het uiterste gaat en als je overal nog wat marge zoekt voor verbetering en die ook als rendement gaat benutten.
En dat is ook weer precies, collega’s, wat we met het Vriendenaandeel doen. We voegen een extra element toe aan het bestaande succes van de Winwinlening om onze ondernemingen met het Vriendenaandeel nog beter te ondersteunen, zodat ze zich door die moeilijke periode heen kunnen slaan.
Met de Winwinlening, het Vriendenaandeel en de coronaleningen bij ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) hebben we daarvoor een aantal performante en complementaire maatregelen in stelling gebracht.
Collega Bothuyne, u verwees zeer, zeer terecht naar de resolutie die werd goedgekeurd en die we stapsgewijs uitvoeren. Dit ontwerp van decreet is een van die elementen.
Een aantal collega’s vroegen hoe het zit met de communicatie daarrond. Er zal een grote communicatiecampagne nodig zijn. We hebben nu nog een besluit van de Vlaamse Regering te gaan. Ik heb het jullie toegelicht bij de bespreking in de commissie. Het kan dus heel snel worden goedgekeurd, maar daarna zullen we sowieso een grote communicatiecampagne doen, omdat we ook zien dat, verspreid over Vlaanderen, de interesse voor de Winwinlening groter of minder groot is. En als we bevragingen doen bij mensen zijn er velen die zelfs niet afweten van het bestaan van de mogelijkheid om te investeren in een Winwinlening of een Vriendenaandeel.
Sowieso ga ik akkoord met de opmerkingen van de collega’s, waaronder collega’s Gennez en Vande Reyde, dat we complementair moeten gaan, de Vlaamse én de federale overheid. In tijden zoals nu, moet je zeker niet tegen elkaar opbieden, maar zoeken naar instrumenten die elkaar aanvullen. We hebben dat gedaan tijdens de eerste coronaperiode en willen dat nu opnieuw doen met onze instrumenten.
Ik ben dus bijzonder gelukkig en ook fier dat we dit kunnen realiseren. Er was in de commissie kamerbrede steun voor dit voorstel. Ik hoop dat dit straks bij de stemming ook tot unanimiteit zal leiden. Het is dus een beetje spannend.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2020-21, nr. 497/1)
– Er zijn geen opmerkingen bij de artikelen 1 tot en met 14.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de artikelen en over het ontwerp van decreet houden.