Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Minister, er kwam hoopgevend nieuws. Farmabedrijf Pfizer kondigde in een persbericht aan dat haar vaccin tegen COVID-19 90 procent bescherming zou bieden. Gisteren hebben we ook gezien dat de Europese Commissie haar contract met Pfizer heeft goedgekeurd en dat betekent dat zij 200 miljoen dosissen zal leveren, met een optie van 100 miljoen. Als zij intekent, zou dat concreet voor België betekenen dat we 3,85 miljoen Belgen zouden kunnen vaccineren. Die vaccins gaan natuurlijk maar in stukken geleverd worden, we gaan niet iedereen onmiddellijk kunnen vaccineren. Sciensano zegt wel dat ongeveer rond maart 2021 de meeste Europese landen daarmee zouden starten. Er zullen natuurlijk prioriteiten gesteld moeten worden. Het advies van de Hoge Gezondheidsraad is daar zeer concreet in: eerst en vooral gezondheidswerkers, ten tweede ouderen, en ten derde mensen tussen de 45 en de 65 jaar met onderliggende aandoeningen. Dat lijkt evident, maar dat is het niet. Want wie valt er bijvoorbeeld allemaal onder die gezondheidswerkers? Is dat ook het poetspersoneel in zorg en welzijn? Wat bijvoorbeeld met de thuishulp? Die komen elke dag bij mensen over de vloer. Hoe gaan wij concreet onze kwetsbaren beschermen? Is dat door die ouderen te vaccineren, of gaan we eerder hun omgeving een vaccin geven omdat zij eigenlijk de verspreiders zijn van het virus en omdat we gezien hebben dat bij de klassieke griepvaccinatie de immuniteit veel lager is bij ouderen?
En welke doelstellingen gaan we stellen? Gaan we zeggen dat we zo weinig mogelijk doden willen of willen we gewoon zo weinig mogelijk verloren kwalitatieve levensjaren? Dat zijn toch allemaal zeer belangrijke vragen. Daarom is er een zeer concrete vaccinatiestrategie nodig. Mijn vraag is dan ook: ligt er vandaag een Vlaams vaccinatieplan op tafel betreffende prioriteitengroepen en de verdeling van deze vaccins?
Minister Beke heeft het woord.
Het is inderdaad positief nieuws wat we deze week te horen hebben gekregen. Het zal een van de belangrijke, zo niet het belangrijkste antwoord zijn in de strijd tegen corona de komende maanden, en ik denk het komende jaar.
U zei het zelf al: het gaat niet alleen over het aankopen van vaccins. Dat is slechts een zaak. Een andere zaak, complementair daaraan, is de hele strategie die daarachter zit. Het gaat dan over het bewaren, het verdelen, de mankracht, de prioritaire doelgroepen. We weten wie dat zijn, de Hoge Gezondheidsraad heeft daar in juni dit jaar een aantal adviezen rond gegeven. Ik denk dat we die ook nog moeten toevoegen. Denk bijvoorbeeld aan mensen die werken in essentiële sectoren. Zo zorgen we ervoor dat zij kunnen blijven werken.
Ik denk dat we daar heel wat werk op de plank hebben. Gisteren hebben we een interministeriële conferentie gehad die verschillende uren heeft geduurd, dat ging net daarover. Ik denk dat we dat gezamenlijk en complementair moeten doen, tussen de deelstaten en de federale overheid, dat is ook zo afgesproken. We moeten al die verschillende elementen en facetten goed met elkaar doorspreken, om ervoor te zorgen dat de kracht en de energie die we allemaal samen hebben kunnen inzetten over de verschillende bevoegdheden heen. Dan kunnen we dit op een goede manier in de komende periode bestieren.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Het gaat inderdaad een huzarenstukje worden. Maar we hebben geen tijd te verliezen. Als wij effectief zouden kunnen beginnen te vaccineren in maart, moeten wij daar heel spoedig werk van maken. Ik begrijp dat dat een heel moeilijk traject zal zijn, want dat gaat hier ook over ethische kwesties. Wie gaat prioriteit krijgen? We moeten ook kijken naar hoe dat vaccin bewaard moet worden, want het vaccin van Pfizer moet al bij min 70 graden Celsius bewaard worden. Dus qua logistiek is dat ook al niet echt zeer eenvoudig. Bij AstraZeneca en Johnson & Johnson zou het wel op koelkasttemperatuur bewaard kunnen blijven.
Dat zijn allemaal zaken waar we echt rekening moeten mee houden. En dan heb ik het nog niet over de vaccinatietwijfel die momenteel heerst. Als je 90 procent werkzaamheid, hebt zou je al 80 procent van de bevolking moeten vaccineren om die groepsimmuniteit te hebben. Dus ik denk ook dat we daar als overheid zeker werk van moeten maken.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Bedankt, voorzitter. Het is altijd goed als we ook hoopgevend nieuws krijgen over het coronavaccin in dit parlement. Ik zie dat ze in Puurs goede grond moeten hebben. We hebben daar niet enkel het betere Belgische bier, ook onze vaccins zullen daarvandaan komen. En ik hoop dat dat zo snel mogelijk komt.
Minister, ik heb een bijkomende vraag over hoe u dit allemaal gaat operationaliseren. Ik weet dat de Hoge Gezondheidsraad in een eerste advies een afbakening heeft gemaakt van wie de prioritaire groepen waren. Maar dat was, als ik het goed begrijp, bijna de halve landsbevolking. Het lijkt mij nodig dat er een verfijning komt, zoals mevrouw Saeys ook aangeeft, van die eerste lijst met prioriteiten. Mijn vraag is of die opdracht al aan de Hoge Gezondheidsraad is gegeven, en of men ook daar al bezig is om dit verder voor te bereiden, net zoals u er met de federale collega’s alles aan doet om klaar te staan wanneer de wetenschap ons snel verrast met een werkzaam vaccin.
De heer De Reuse heeft het woord.
De verkiezingen in Amerika zijn nog maar voorbij, en plots is er toch een vaccin in de nabije toekomst. Dan toch goed nieuws.
Minister, iedereen kan zich nog levendig voor de geest halen hoe er bij het begin van de coronacrisis verwarring was. (Rumoer)
Collega De Reuse heeft het woord.
We mogen wel zeggen dat er toen dodelijke verwarring was over de bestelling en de verdeling van de beschermingsmiddelen tussen de federale overheid en Vlaanderen, onder andere voor het materiaal voor ons zorgpersoneel.
Daarna was er het trieste schouwspel rond de opstart en organisatie van de contactopsporing, waar u plots door uw federale blauwe collega in de wind werd gezet. De bevolking is dat nog niet vergeten.
Naast een vaccinatiestrategie zal er ook een goede samenwerking moeten zijn tussen de verschillende beleidsniveaus voor de uitrol van het coronavaccin. Mijn vraag is heel kort en duidelijk: zijn er al klare afspraken gemaakt over wie wat bij de uitrol voor zijn rekening neemt? Is er een draaiboek of een gedetailleerde lijst beschikbaar? Zal Vlaanderen taken voor zijn rekening nemen die normaal toebehoren aan de federale overheid?
De heer D’Haese heeft het woord.
Ik heb een beetje dezelfde vraag en dat zal u niet verbazen. Er is de zeer terechte vraag over wie het vaccin mag toegediend krijgen. Ik ben ook redelijk bezorgd over de verdeling van de vaccins. Het vaccin moet bewaard worden aan min 70 graden Celsius. Dat moet dan naar wachtposten en huisartsen door het hele land worden gebracht. Er moeten miljoenen dosissen aan mensen worden toegediend. Er moeten ook mensen zijn die die vaccins toedienen, bovenop al het andere werk dat er vandaag al is. Ik weet dat u een taskforce hebt opgericht die dat moet uitrollen. Wat is het plan om, als we dat vaccin hebben, ervoor te zorgen dat we dat bij de mensen krijgen?
De heer Parys heeft het woord.
Bij ons zijn er drie bezorgdheden, minister.
Ik vind het eerst en vooral belangrijk dat we leren uit wat er meer dan tien jaar geleden goed en fout is gegaan bij de distributie en vaccinatie tijdens de Mexicaanse griep. Daarin zitten een paar goede lessen voor de oefening waar we nu voorstaan.
Ten tweede vinden wij het als fractie heel belangrijk dat als een vaccin op min 70 graden Celsius bewaard en gedistribueerd moet worden, we daarvoor een beroep doen op de bestaande instanties die al laten zien hebben dat ze dat goed kunnen. Dat is de eerstelijnszorg, dat zijn vooral de apothekers en het apothekersdistributienetwerk. Zij kunnen op dit vlak echt een meerwaarde betekenen. Ik zou u ook willen oproepen, minister, om op hun expertise beroep te doen.
Mijn derde punt, en dat is natuurlijk opnieuw een goede reden om op die apothekers een beroep te doen, is dat we ervoor moeten zorgen dat de informatie over wie gevaccineerd wordt goed geregistreerd wordt in het globaal medisch dossier en dat Vaccinnet goed wordt aangevuld, zodat we als overheid ook een goed overzicht bewaren.
En uw vraag?
Wilt u deze drie bekommernissen meenemen?
De heer Anaf heeft het woord.
Collega’s, uit Puurs kwam inderdaad voorzichtig positief nieuws. Er zijn nog verschillende andere onderzoeken bezig. Ik denk dat we nog steeds met twee woorden moeten spreken: we mogen optimistisch zijn, maar we moeten ook voorzichtig zijn. Als we ervan uitgaan dat die verschillende Europese aanbestedingen zullen plaatsvinden, dan zullen er in het voorjaar wellicht voldoende vaccins zijn. De grote uitdaging zal de strategie zijn. Hoe zullen we die verdelen? Wie zal ze eerst krijgen? Wie zal ze toedienen? Daar zijn hier al veel vragen over gesteld, maar ik vind het heel goed, minister, dat u zegt dat dat in goed overleg moet gebeuren met de verschillende deelstaten en de federale overheid. We moeten dat samen doen. Het is een goede test om te kijken hoe we zoiets belangrijks samen kunnen doen.
Ik heb een bijkomende vraag en dat is iets wat mij wel wat zorgen baart: je ziet dat er meer en meer mensen het nut van zo’n vaccin in vraag stellen. Er is de antivaxxers-beweging.
Wat is uw vraag?
Ik denk dat we echt informatiecampagnes moeten opstarten en dat we daar nu al mee kunnen beginnen. Minister, dat is een 100 procent Vlaamse bevoegdheid. Bent u van plan om daarrond informatiecampagnes op te starten of deze verder te zetten om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk mensen zich laten vaccineren?
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, sta mij toe dat ik uw antwoord nog niet heel erg concreet vind. U geeft een goede schets, die mevrouw Saeys ook al gaf bij de inleiding van haar heel terechte vraag. Uiteraard komen er een aantal moeilijke ethische keuzes op ons af. Toch is die vaccinstrategie in de eerste plaats op logistiek vlak een huzarenstuk. Wat dat betreft, zit alles in het anticiperen, en ook in het antwoord op de antivaccinatiegevoelens die in de samenleving meer en meer opduiken. We weten dit eigenlijk al maanden. Sta mij toe om op basis van een aantal andere ervaringen toch wat sceptisch te zijn op dit moment. Als er morgen een vaccinatie ter beschikking is, zijn we dan nu al klaar? Ik heb het gevoel dat we nog nergens staan of nog niet staan waar we zouden moeten staan. Daarom mijn heel eenvoudige vraag: wanneer wilt u het Vlaamse luik van de vaccinstrategie afhebben? Wat is uw concrete timing?
Minister Beke heeft het woord.
Collega's, we zijn het er allemaal over eens dat dat een enorm huzarenstukje zal zijn, waarbij we alle krachten zullen moeten weten te bundelen. De krachten van de eerste lijn zijn hier genoemd. Ik denk dat dat absoluut juist is. De apothekers kunnen verschillende rollen spelen, in de distributie, de sensibilisering en misschien nog andere rollen.
Dat zal dus een belangrijk werk zijn voor de komende periode. Wil dat zeggen dat er nog niets rond gebeurd is? Absoluut niet. De Hoge Gezondheidsraad heeft daar in juli al een eerste advies rond gegeven. De raad heeft gezegd dat we moeten prioriteren. En die prioritering zal zijn: alle gezondheidswerkers, alle mensen boven de 65 jaar, alle mensen tussen de 45 en de 65 jaar die comorbiditeiten hebben en die dus ernstige risico’s lopen als ze covid zouden hebben. We zullen ook, zoals ik daarstraks gezegd heb, moeten kijken naar essentiële sectoren in onze samenleving, zodat die kunnen blijven draaien, en ook naar bedrijven, wanneer werken op afstand niet mogelijk is. Hoe gaan we ook die mensen daarin betrekken?
Daar zijn eerste adviezen voor gegeven. En daar zullen nog andere adviezen voor volgen, en niet alleen van binnen de Hoge Gezondheidsraad. We zullen rekening moeten houden met wat het Europees Centrum voor Ziektepreventie en -Bestrijding (ECDC) zegt, wat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zegt, wat de Europese Commissie zegt enzovoort. Die internationale wetenschappelijke aanpak is van ontzettend groot belang. Het zal er ook een beetje van afhangen welk soort vaccin het nu precies is. Het ene moet bewaard worden op min 70 graden, bij andere is dat min 5 graden enzovoort. We zijn op dit ogenblik dus nog wat in het duister aan het tasten, omdat we nog niet heel specifiek weten waartoe en waaraan. Wil dat zeggen dat we niets moeten doen? Neen. Vanuit Vlaanderen zijn we specifiek met onze vaccinatiekoepel de voorbereidingen aan het treffen qua praktische organisatie, qua communicatie, qua sensibilisering. Dat zal inderdaad een belangrijk luik zijn: hoe kunnen we de mensen sensibiliseren om hieraan mee te werken? Nog eens, we zullen dat in goed overleg doen.
Ik kan vandaag niet op alle vragen antwoorden, omdat we daar onder andere gisteren in de interministeriële conferentie twee uur aan een stuk met de verschillende ministers over hebben gesproken. Het gaat bijvoorbeeld over het bewaren van het vaccin op min 70 graden. Het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) heeft maanden geleden al de opdracht gekregen om te kijken hoe we dat kunnen doen. Dat zijn dus verschillende puzzelstukjes. Ik begrijp dat u vraagt waar de puzzel zit. Ik kan vandaag die puzzel niet geven, omdat er nog heel wat onbekenden zijn. Maar wil dat zeggen dat we niet bezig zijn met die verschillende puzzelstukjes? Neen, we zijn daar wel degelijk mee bezig. En we gaan dat in goed overleg proberen te doen.
Logistieke stromen zullen belangrijk zijn. Wie gaan we daarvoor moeten gebruiken? Wat kunnen we daarvoor doen? U verwees naar de eerste lijn. Ik denk dat dat belangrijk is, maar misschien moeten we ook werken met het leger en de civiele bescherming en noem maar op. We gaan moeten kijken hoe we dat precies gaan aanpakken. Ik ga daar vandaag geen voorafnames op doen, maar het is belangrijk dat we dat samen, complementair en op een goede manier kunnen doen. En dat zullen we ook doen. Vanuit Vlaanderen hebben we een aantal elementen die maken dat we daar goed op kunnen inpluggen. De naam Vaccinnet is daarstraks al gevallen. Er is het globaal medisch dossier. Niet iedereen staat daar al even ver mee in de implementatie. Voor sommigen is dat dus nog een grote uitdaging. Maar we zullen dat op een goede manier aanpakken. We gaan het ook aanpakken in overleg, collega Anaf. En dan hoop ik dat we daar allemaal samen een succes van kunnen maken, want we zitten allemaal samen in die boot en die moet op een of andere manier naar een veilige haven.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Mooie beeldspraak.
Het is inderdaad een huzarenstukje. Wij onderschrijven dat absoluut. Ik denk dat we daar inderdaad op korte termijn echt wel de puzzel moeten leggen. Als het werkelijk zo is dat we in maart zouden kunnen beginnen te vaccineren, dan moeten we er echt staan.
De actuele vraag is afgehandeld.