Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorstel tot spoedbehandeling
Dames en heren, vanmiddag heeft mevrouw Elisabeth Meuleman bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van resolutie van Elisabeth Meuleman, Johan Danen en Jeremie Vaneeckhout over het verzoenen van veiligheid, leren en welzijn in de tweede en derde graad van het secundaire onderwijs tijdens de tweede golf van het coronavirus.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Voorzitter, minister Weyts was eigenlijk al begonnen met de bespreking van mijn voorstel van resolutie, nog voor het officieel geagendeerd was. Hij vond het blijkbaar zo hoogdringend dat hij niet eens op mijn vragen antwoordde, maar direct begon over een voorstel van resolutie van mij dat nog niet eens op de agenda stond. Het feit alleen al dat hij dat zo hoogdringend vond, maakt het moeilijk om dit nu weg te stemmen.
Het is ook zo dat het duidelijk was dat ze nog niet officieel geagendeerd was, want hij had ze nog niet gelezen. Hij was allerlei onwaarheden aan het verkondigen over de resolutie.
Kunt u ...?
Het zou dus wel fijn zijn als ik dat zou kunnen rechtzetten.
De resolutie gaat over het feit dat cijfers op dit moment ...
Neen, neen, spoed.
Ja, de spoed.
De minister heeft beslist om naar code oranje light te gaan, maar pas tegen de herfstvakantie. Voor ons is oranje light geen oplossing voor al die mensen die op het zelfde moment de bus, de trein, de middagpauze nemen. Wij vinden dat groepen moeten worden gesplitst.
Wij willen ook dat de herfstvakantie wordt verlengd.
U bent bezig aan de inhoud van uw resolutie.
De herfstvakantie, voorzitter, is binnen twee weken. Als we de herfstvakantie willen verlengen tot na 11 november, dan is het hoogdringend om de resolutie nu te behandelen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Dan stemmen we nu bij zitten en opstaan over het voorstel tot spoedbehandeling.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot spoedbehandeling wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik sta op’.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot spoedbehandeling niet wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik blijf zitten’.
Mevrouw Meuleman, het lijkt erop dat u op uw wenken wordt bediend. Dat had u niet verwacht hé? (Gelach)
Soms is het handig om als voorzitter op voorhand iets meer te weten.
Het voorstel tot spoedbehandeling is aangenomen. Dan stel ik voor dat het voorstel van resolutie van Elisabeth Meuleman, Johan Danen en Jeremie Vaneeckhout over het verzoenen van veiligheid, leren en welzijn in de tweede en derde graad van het secundaire onderwijs tijdens de tweede golf van het coronavirus onmiddellijk wordt behandeld.
Is het parlement het daarmee eens? (Instemming)
Het incident is gesloten.
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van resolutie van Elisabeth Meuleman, Johan Danen en Jeremie Vaneeckhout over het verzoenen van veiligheid, leren en welzijn in de tweede en derde graad van het secundaire onderwijs tijdens de tweede golf van het coronavirus.
De bespreking is geopend.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Collega's, eerst en vooral dank u wel om te erkennen dat deze resolutie hoogdringend is. Ik denk dat het fair is en ik denk dat het inderdaad hoogdringend is. Het is niet altijd zo in het parlement dat dat ook wordt erkend. Nu is dat gebeurd en ik ben jullie daar dankbaar voor. (Opmerkingen)
Ik weet niet of het zo gemoedelijk zal blijven.
Ik wil het nu hebben over de inhoud van deze resolutie en waarom ik ze zo belangrijk vind. We hebben het de hele namiddag al gehad over het feit dat er zeer alarmerende cijfers zijn over corona. Het virus zit op dit moment overal. Het is nog niet duidelijk waar besmettingen precies gebeuren. De horeca zegt: “Niet bij ons.” Het onderwijs zegt: “Niet bij ons.” Iedereen denkt dat het ook niet bij hen zal zijn.
Er zijn wetenschappelijke bijdragen die zeggen dat het niet op scholen gebeurt; er zijn andere wetenschappelijke bijdragen – en daar is veel discussie over op Twitter tussen wetenschappers – die zeggen dat jonge kinderen wel degelijk heel belangrijke dragers van het virus zijn en eigenlijk de motor van besmettingen in de maatschappij zijn.
We zien ook dat een significant aandeel van de besmettingen bij jongeren zit. Als men kijkt naar de cijfers per leeftijdscategorie, dan ziet men dat bij 16- tot 22-jarigen de meeste besmettingen gebeuren. Dan moet men daar ook echt wel iets aan doen.
Mijn partij is van mening dat scholen openhouden maximaal moet gebeuren, dat wil ik heel duidelijk zeggen. Dat is heel belangrijk, ook voor Groen. Wij pleiten op geen enkele manier – daarom was ik ook een beetje verontwaardigd – voor het sluiten van de scholen, ook niet voor het gedeeltelijk sluiten van de scholen. Alle leerlingen moeten op school terechtkunnen. Of dat voltijds moet zijn voor alle leerlingen op hetzelfde moment, is voor ons een vraagteken. Als je dat wilt en daaraan vasthoudt, betekent dat dat je groepen leerlingen niet kunt spreiden, dat je ze op hetzelfde moment op de bus, op de trein steekt, dat je ze op hetzelfde moment laat rondhangen in de stationsomgeving waar ze, soms met een mondmasker half aan hun kin hangend, rond en om elkaar hangen – ik denk dat we dat allemaal al gezien hebben. Je kunt nog zeggen dat we met oranje light een aantal regels gaan verstrengen en dat kinderen en jongeren ook op de speelplaats hun mondmasker moeten aanhouden, maar ze moeten wel die boterhammen kunnen opeten en dat kunnen ze niet via dat mondmasker. Dat mondmasker moet dus af en ze zitten dan aan tafels recht tegenover elkaar, met te weinig afstand, hun boterhammen op te eten. Er zijn dus problemen als we grote groepen jongeren op hetzelfde moment op school laten komen.
Wij vinden dat de meest realistische en de meest veilige strategie om scholen zo veel en zo maximaal mogelijk open te houden en om een volledige lockdown te vermijden, is dat je naar de echte code oranje gaat, waarbij je scholen zelf laat invullen hoe ze gedeeltelijk afstandsonderwijs voor de twee laatste graden organiseren. Ze moeten er inderdaad ook voor zorgen dat de meest kwetsbare leerlingen, dat leerlingen die veel praktijkvakken hebben in bso en tso en van wie we weten dat ze het moeilijk hebben, op school terechtkunnen, maar we gaan wel proberen om die groepen te spreiden en om voor iedereen die geen leerachterstand zal oplopen en niet kwetsbaar is, toch over te schakelen naar een vorm van deeltijds onderwijs. Wij willen dat in een uniforme richtlijn gieten met dit voorstel van resolutie. Als je dat overlaat aan de beslissing van de scholen zelf, zie je dat dat een grote verantwoordelijkheid is, een moeilijke beslissing is, dat daar allerlei krachten spelen. Net zoals in de rusthuizen krijg je dan op een bepaald moment toch de roep naar een uniforme en duidelijke regeling vanuit Vlaanderen, omdat het anders te moeilijk wordt, er te veel overleg nodig is, het niet duidelijk is, het niet doorgedrukt kan worden op momenten dat het nodig is, en dat het dus de directies opnieuw voor moeilijkheden en problemen stelt.
Wat vragen we ook in dat voorstel van resolutie? Dat de herfstvakantie verlengd wordt, voor ons minstens tot na 11 november, maar eventueel met de hele week, omdat het goed zou zijn om gewoon alles eventjes stil te leggen. De virologen voorspellen dat het tegen half november waarschijnlijk is, als we niet voldoende ingrijpen, dat de intensieve zorgen vol zullen liggen. Dus gewoon even alles stilleggen voor twee weken, een noodingreep, even aan de noodrem trekken, want dat is natuurlijk geen structurele oplossing, die herfstvakantie verlengen. Het is wel een moment waarbij je aan de noodrem trekt om die enorme piek die op ons afkomt, waardoor we eventueel toestanden zouden krijgen zoals ze nu voorspellen in Luik, waar mensen echt op de gang zullen liggen, proberen te beperken. Om de zorg te ontlasten, lijkt het ons zinvol om twee weken echt alles plat te leggen – dat is wel niet echt een lockdown.
Dat zijn de hoofdvoorstellen in het voorstel van resolutie. Daarnaast zijn er nog een aantal andere voorstellen die ervoor moeten zorgen dat het welzijn bij jongeren bevorderd wordt, dat we leerachterstand vermijden door bijvoorbeeld veel meer in te zetten op digitale middelen. Ik heb het voorstel van resolutie hier nu niet bij mij, maar ik had ook niet echt verwacht dat het geagendeerd zou worden.
U bent echt ontroerd. Ik zie het.
Ja, ja. Maar er zijn dus de hoofdzaken en er zijn ook een aantal zaken in het voorstel van resolutie om het welzijn te bevorderen en leerachterstand te voorkomen, en die zijn ook nog uitgelegd. Het is een vrij compleet voorstel dat doet wat de titel al zegt: zorgen voor veiligheid, voor leren en voor psychisch welzijn, maar in een code oranje die een code oranje is zoals ze afgesproken was in de vakantie, waar weken over onderhandeld is, die afgeklopt was, waar op een bepaald moment zelfs twijfel was of we in september gingen beginnen in oranje op een moment dat er 190 besmettingen per dag waren. Nu zitten we aan 12.000 besmettingen per dag en nu vindt de minister plots dat hij zomaar die codes mag bijsturen.
Voor ons kan dat niet. De minister is verantwoordelijke voor het welzijn van meer dan 200.000 personeelsleden. Hij is verantwoordelijk voor hun welzijn. We krijgen heel veel signalen dat heel wat leerkrachten ongerust zijn, dat ouders ongerust zijn. Leerkrachten vallen uit, leerlingen vallen uit, sowieso moeten er nu dubbele systemen georganiseerd worden omdat heel wat leerlingen in quarantaine zitten.
Voor ons is een code oranje zoals hij was afgesproken, en niet met een week-om-weeksysteem – dat vonden we niet echt een goede piste – maar met de vrijheid voor scholen om dat zelf in te vullen. Willen ze dat doen met glijdende uren, met een dag-om-dagsysteem, met een voormiddag-namiddagsysteem, ze kunnen dat zelf kiezen. Het breken van die grote groepen op het openbaar vervoer, in de stationsomgeving en op de speelplaats, dat is voor ons nodig.
Dat is het onderwerp van dit voorstel van resolutie. Bedankt om dit te willen agenderen.
Graag gedaan, mevrouw Meuleman.
De heer Daniëls heeft het woord.
Mevrouw Meuleman, ik heb de tekst hier wel bij me liggen. We hebben het voorstel grondig gelezen, al was de tijd niet zo ruim.
Toch een paar zaken. U hebt het voorstel van resolutie vanmiddag ingediend. Eigenlijk zou er moeten in staan: bedankt, minister, voor wat u gedaan hebt, bedankt, onderwijspartners, voor wat u gedaan hebt. U loopt eigenlijk achter de feiten aan.
U begint met de afspraken van vóór de zomer als uitgangspunt te nemen. Daar zegt u wel degelijk: week om week. Dat is het eerste wat u zegt. Dan zegt u verder: 'om de code oranje samen met de koepels en de bonden te bekijken of de afgesproken maatregelen en draaiboeken moeten worden bijgesteld'. Uw eigen voorstel van resolutie spreekt zichzelf al tegen tussen uw eerste en uw derde punt. Ik kan u geruststellen, de minister heeft ze bijgesteld. De minister heeft samen met alle alle alle onderwijspartners, vakbonden, CLB’s, virologen, inrichtende machten rond de tafel gezeten en ze hebben bijgesteld. U spreekt daar uzelf al tegen.
We moeten ook oppassen met het debat over ‘scholen openhouden’. Uiteraard gaan we de scholen openhouden. Er is iets anders en daar gaat het over, en dat is: leerlingen op school, leerlingen fysiek op school. Daar gaat het uiteindelijk over. Ik kan u trouwens allemaal een artikel in The Financial Times van vandaag aanraden. Men heeft een aantal metastudies vergeleken, ook van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Men zegt dat strikte hygiënische maatregelen, ook het mondmasker, en het lesgeven in vaste groepen, belangrijke zaken zijn om het virus in te dijken.
Laat dat nu net zijn wat beslist werd. Eén, de mondmaskers. Ik deel uw bekommernis, bij jongeren wordt niet altijd een mondmasker gedragen. Dat is waar. Ook niet op de speelplaats. Eigenlijk zeggen we het hen nu zelf: ofwel is het mondmasker ofwel is het 1,5 meter. Ze kunnen niet allebei weigeren. We kunnen niet zeggen: geen mondmasker en geen 1,5 meter. Dat gaat niet. Dat geven we mee. Zowel voor die jongere, maar ook voor gezinnen, en ook voor de leerkrachten.
Waar we ook naar kijken, daar spreekt u zelfs niet over, zijn de eetmomenten op school. In de refter zouden ze ook heel dicht bij elkaar kunnen zitten. Daar zijn ook heel duidelijke afspraken over. Het kan in de klas. Ofwel is het per klas in die refter om niet te mengen, ofwel zijn er glijdende maaltijden. De scholen zijn dat aan het organiseren op dit moment. Dat gebeurt.
Een derde issue, daar spreekt u ook niet over in uw voorstel van resolutie, is dat in het personeelslokaal, in de leraarskamer, nog besmettingen gebeuren. De minister heeft met alle partners afgesproken dat daar de veiligheidsmaatregelen nauwgezetter moeten worden toegepast. Scholen bouwen de refter om tot leraarskamer om de leerkrachten meer plaats te geven, en de leerlingen eten hun boterhammen op in de klas. Op die manier kunnen ze de les waarborgen, in de klas en in die school.
Mevrouw Meuleman, u kunt toch niet ontkennen, ik heb ook heel veel contact met het veld, dat er ongerustheid is. Dat is waar.
Maar, collega's, als ik hier rondkijk in dit parlement, denk ik dat er niemand echt op zijn gemak zit. Niemand. Hier zijn mensen uit lokale besturen, parlementsleden, schepenen, ouders, mantelzorgers. Wij allemaal hier, we hebben allemaal zoiets van dat we ons niet op ons gemak voelen. En dat is absoluut ook waar in de school, maar ook in rusthuizen, ook bij de mensen van De Lijn. Ook als ik naar de Colruyt ga, ook daar zijn die mensen niet op hun gemak voor mensen die te dicht komen. In andere grootwarenhuizen dragen mensen fluohesjes om aan te duiden: blijf alsjeblieft iets verder van mij.
Dus zijn ze ongerust? Ja, absoluut. Dat onderschrijf ik. Maar in de maatregelen die genomen zijn, wordt dat ook meegenomen. Nog een die we opnemen, zijn de essentiële derden. We beperken wie er allemaal binnen- en buitenloopt op die school. Lo-lessen worden door de protocollen van sport meegenomen. Dus dat wordt allemaal opgenomen, om te zorgen dat het daar beter gaat. Ik denk dus dat we daar eigenlijk al tegemoetkomen aan uw voorstel van resolutie.
Maar ik ga nog even verder op een aantal zaken die u vraagt, en wat eigenlijk wel wat raar is. U vraagt in uw voorstel van resolutie dat scholen de kans krijgen om te bekijken hoe zij zelf afstandsonderwijs willen organiseren. Dat is het zesde punt uit het voorstel van resolutie. Ik kan u geruststellen, mevrouw Meuleman: dat is beslist. Dat is afgelopen maandag beslist, twee dagen voor u uw voorstel van resolutie hebt ingediend. Er staat letterlijk in dat alle leerlingen in principe vijf dagen les hebben, maar dat scholen voor de leerlingen van de tweede en/of de derde graad secundair onderwijs afstandsonderwijs kunnen aanbieden, desgevraagd in akkoord met het bevoegde onderhandelingscomité en op voorwaarde dat alle leerlingen kunnen worden bereikt. Voilà. Met andere woorden: dat is gerealiseerd. U moet niet doen alsof dat naar aanleiding van de actualiteit is, want uw voorstel van resolutie is twee dagen later ingediend dan dat die maatregelen naar voren zijn geschoven.
Langs de andere kant zegt u dan dat we toch een uniforme regeling moeten hebben en dat dat Vlaams moet worden opgelegd. Wat is het nu? In uw eigen voorstel van resolutie vraagt u dat scholen zelf invulling kunnen geven, maar langs de andere kant zegt u: neen, Vlaanderen moet code oranje opleggen, en code oranje is met afstandsleren in tweede en derde graad. U moet wel weten wat u wilt. U spreekt uzelf gewoon heel de tijd tegen.
Wat de herfstvakantie betreft, zegt u: we verlengen die. ‘We zetten efkes alles stil’, zegt u. Weet u wel wat u zegt tegen al die ouders? Want alles, dat is kleuter- en lager onderwijs. Die ene week vakantie, dat hebben we ongeveer wel geregeld als ouders. En ik kijk naar collega Anaf, in de hoop dat de crèche en alles openblijft.
Dat hebben we ongeveer onder controle. Maar als u nu zegt: ‘We doen daar nog een weekske bij’... Ja, ik zie ook alle jonge ouders en ook een aantal grootouders in deze zaal al naar mij kijken: ‘Ge zijt bedankt’. Organiseer het maar. Zo de mededeling ‘we pakken dat er efkes bij’, collega Meuleman, laat ons eerlijk zijn, dat is niet ‘er efkes bij pakken’. En ik voeg er nog iets aan toe: dan zet u die weer thuis. En thuis is net de plaats waar we geen contact hebben. Thuis is net de plaats waar we geen onderwijs kunnen geven.
U zou nog het artikel van de heer Goossens kunnen aanhalen, waarbij Het Laatste Nieuws een titel heeft waarvan u zegt van: ah, dat sluit aan bij wat we zeggen. Maar eigenlijk zegt hij: we weten het niet. Wat we wel weten uit alle cijfers, is dat de besmettingen op die scholen beperkt zijn. Wat er in die school gebeurt, dat weten we wel. En we moeten ook vragen om voor die maatschappij erbuiten – dat heeft de minister daarnet gezegd – maximaal maatregelen te nemen zodat het virus zich daar niet verspreidt. En er zijn draconische maatregelen genomen. Dat is waar. En dat we ook aan grootouders zeggen: ‘Pas op om met die kinderen om te gaan’, dat is absoluut ook waar. Maar met alle respect, mevrouw Meuleman, als we uw voorstel van resolutie bekijken, kunnen we eigenlijk zeggen: u hebt ze ingediend twee dagen nadat al heel veel beslissingen genomen zijn die daarin staan, en in het voorstel van resolutie spreekt u uzelf constant tegen.
En als u er dan toch van overtuigd bent dat het lokale moet beslissen: ik heb nog eens nagevraagd of schepen Decruynaere van Groen effectief gevraagd heeft om de scholen in Gent te sluiten of er andere regimes toe te passen, en die aanvraag is tot op dit moment niet binnengekomen. Niet. Dus als u dat hier komt bepleiten, dan neem ik aan dat uw eigen schepenen, bevoegd voor Onderwijs, minstens die maatregelen nemen waarvan ze dan toch zo overtuigd zijn dat ze nodig zijn.
Dus, mevrouw Meuleman, we hebben de hoogdringendheid gesteund omdat we dachten dat het belangrijk is om dat hier te bespreken, om inderdaad aan te geven dat op dit moment belangrijke stappen gezet zijn om maximaal onderwijs – niet alleen de scholen open maar ook de klassen open en de leerlingen op school – te hebben; om op die plaatsen te kunnen schakelen; om bijkomende veiligheidsmaatregelen in te schrijven, zowel voor de leerkrachten als voor de leerlingen; om het onderwijs maximaal open te kunnen houden. Om die redenen gaan wij helaas uw voorstel van resolutie niet kunnen steunen.
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Voorzitter, het heeft zo zijn nadelen om na mijnheer Daniëls te komen, want het meeste is uiteraard gezegd. Wij gaan het voorstel van resolutie ook niet steunen.
Ik wil nog eens benadrukken dat uit de cijfers van het CLB blijkt dat de besmettingen bij de oudere tieners niet op de school plaatsvinden, dus is de school een veilige omgeving.
Ik wil ook benadrukken dat er nood is aan meer fijnmazige cijfers en aan betere testing. Er is, zoals ik al zei: de vergelijking met de topsporters. Onze leerkrachten moeten beter worden getest.
Met betrekking tot de verlenging van de herfstvakantie steun ik de heer Daniëls volledig. Het is zo al heel moeilijk voor ouders om alles georganiseerd te krijgen. Als men daar nu nog eens een paar dagen of een week aan toevoegt, is dat een kleine ramp.
Mevrouw Meuleman had het over de digitale kloof die er nog steeds is. Ik ben wel benieuwd hoe het nu staat met de bedeling van de laptops. Maar dat zullen we te gepasten tijde aan de minister vragen.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Ook mijn fractie heeft het voorstel van resolutie goed gelezen. Ik zie er een drietal zaken in terugkomen.
Ten eerste wordt er gevraagd om wat al beslist is nog een keer te beslissen, bijvoorbeeld afspraken als uitgangspunt nemen. Ik vernam dat men samen met de onderwijsverstrekkers vertrokken is van de bestaande draaiboeken, en dat men op die manier regel per regel alles is gaan bespreken en gaan bekijken wat we, nu de cijfers slechter zijn, kunnen aanpassen en wat haalbaar is voor de scholen. Dat is inderdaad gebeurd.
Het lokaal vertalen van de Vlaamse regels. We hebben maandag in de coronacommissie de oproep gehoord van de twee directeurs en de zorgcoördinator om echt vertrouwen te hebben in de lokale scholen en de lokale directeurs die aan de slag gaan met alle materialen en alle input die ze krijgen. Het voorstel van resolutie straalt wantrouwen uit ten aanzien van de scholen: eigenlijk moeten ze ‘Vlaamsbreed’ opgelegd krijgen wat er mogelijk is. Mijn fractie heeft altijd geprobeerd om de lokale context mee te nemen in het vertalen van de Vlaamse voorschriften.
Komt daarbij – en mijnheer Daniëls haalde het ook aan – dat ik soms het voorstel van resolutie niet echt consequent vind. Jullie derde vraag aan de regering luidt als volgt: “voor de ouderejaars in het secundair wel degelijk te schakelen naar code oranje, maar samen met de koepels en de bonden bekijken of de afgesproken maatregelen en draaiboeken met de extra kennis die inmiddels verworven is kunnen worden bijgesteld”. Dan denk ik: dat is wat gebeurd is. Daar zijn we eigenlijk aan tegemoetgekomen.
Dan is er de tweede vraag: om zaken die beslist zijn te herroepen. Dat is uw volste recht. Maar ik volg de collega’s die stellen dat het misschien niet zo’n goed idee is om de herfstvakantie te verlengen. Aanvankelijk dacht ik dat we daar misschien eens over moesten nadenken. Dat is misschien een goede piste. Maar als lokaal bestuurder kan ik u verzekeren dat het een hele uitdaging is om in deze coronatijden spelmomenten te realiseren, in allerlei zaken te voorzien, zoals kampjes, om op coronaveilige wijze kinderen op te vangen. Dan kun je vragen om alles stil te leggen, maar er zijn toch opvangmogelijkheden nodig? Is dat dan wel stilleggen?
U vraagt ook om zo snel mogelijk te schakelen. Het is opnieuw het lokale niveau dat beslist. We moeten de scholen de tijd geven om zich te organiseren, zodat ze niet holderdebolder moeten handelen. Het zijn de scholen die, als we overschakelen naar het afstandslesgeven, ervoor moeten zorgen dat alle leerlingen kunnen volgen. Als we nu opleggen om dat zo snel mogelijk te doen, vrees ik dat we daar niet in slagen.
Mevrouw Meuleman, de derde categorie door u aangehaalde zaken zou ik catalogeren onder de noemer ‘het kan geen kwaad iets soms eens te herhalen’. De bussen zijn hier vandaag al vaak besproken. Op dat vlak kunnen we u volgen, maar er zijn te veel zaken die bij ons vragen oproepen. Zo is er de vraag om het sociaal contact tussen jonge mensen te stimuleren. Niemand in deze zaal trekt die vraag in twijfel, maar kunnen we dit met deze cijfers wel realiseren? Ik heb het bericht gezien dat het jeugdwerk er echt over nadenkt bepaalde zaken wat in te perken, zeker in de regio’s waar de cijfers slecht zijn. Een laatste punt is dat de jongeren hierbij moeten worden betrokken. De leerlingen worden gehoord. De Vlaamse Scholierenkoepel (VSK) zit zeker mee aan tafel.
Ik denk dat we niemand met de vinger mogen wijzen, niet de jongeren of de ouderen, niet de blanken of de zwarten. Niemand is de oorzaak van dit virus. Om die reden kunnen we dit voorstel van resolutie niet goedkeuren.
De heer Schiltz heeft het woord.
Mevrouw Meuleman, op zich is het niet erg dat uw voorstel van resolutie een aantal zaken bevat die de minister vandaag heeft bevestigd. Dat betekent dat er sinds het akkoord van afgelopen maanden een brede consensus is over een aantal zaken die moeten gebeuren. Of het nu om code oranje-light of om code oranje mits aanpassingen van een aantal draaiboeken gaat, daar lig ik minder van wakker. De resultaten en wat is beslist, liggen heel dicht bij wat u voorstelt. In die zin lijkt dit me, zoals andere sprekers al hebben aangehaald, wat overbodig. Ik moet u helaas ook op een aantal inconsistenties in de tekst wijzen, maar die zijn wat ze zijn.
Het belangrijkste punt dat nog niet in het akkoord tussen het onderwijs en de minister staat, betreft natuurlijk de herfstvakantie. Ik ben zeer bezorgd. Als we de herfstvakantie met een week zouden verlengen, zouden al die jongeren thuiszitten. De 16-jarigen een week thuis houden, is niet zo simpel. Tegelijkertijd zouden we ervoor moeten zorgen dat ze genoeg sociale contacten hebben. Ook dat is niet zo eenvoudig te controleren. De vriendjes en vriendinnetjes die ze op school hebben, vormen net een belangrijk aandeel van het sociaal leven van jongeren.
Even aan de rem trekken om het virus in te dijken, is exact wat het Overlegcomité heeft beslist. De horeca is platgelegd. We moeten alle niet-essentiële contacten en onze sociale contacten met zijn allen tot het minimum beperken. De mokerslag die we opnieuw hebben moeten bovenhalen, betekent net dat we even aan de rem trekken om het virus in te dijken. De strategie is duidelijk dat we de scholen maximaal openhouden. Ik denk dat een verlenging van de herfstvakantie hier niet aan tegemoet komt. Om die reden kunnen we het voorstel van resolutie niet steunen.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Mevrouw Meuleman, het voorstel van resolutie bevat natuurlijk een aantal zaken waarmee we het volmondig eens zijn. Voorbeelden zijn de aangepaste invulling van het coronaveiligheidsbeleid, dat rekening moet houden met de mogelijkheden van een scholengemeenschap, en het feit dat dringend versneld werk moet worden gemaakt van het ter beschikking stellen van laptops aan alle scholen en leerlingen. Ik heb het er in mijn actuele vraag daarnet nog over gehad. Leerlingen moeten beter bij het beleid worden betrokken, zowel op het niveau van de Vlaams overheid als op het niveau van de school. Om de leerlingen tijdens het voor- en natransport beter te spreiden, moeten er meer bussen zijn. Daar we absolute voorstanders van en dus ook uw medestanders.
Ik heb echter ook een aantal bedenkingen bij het voorstel van resolutie. Ik zie enige tegenstrijdigheid tussen het eerste punt, waarin u duidelijk stelt dat de voor de zomer gemaakte afspraken het uitgangspunt voor nieuwe maatregelen moeten zijn, en de vraag om de draaiboeken toch aan te passen.
Als we heel het voorstel van resolutie lezen, hebben we toch wat te veel de indruk dat u het afstandsonderwijs als een evidentie beschouwt. Voor ons moet dat echt een uitzondering blijven. Scholen die echt geen andere keuze maken dan de omschakeling naar het afstandsonderwijs. Met het oog op de leerachterstand, willen we dat dit pas kan als er absolute garanties zijn dat alle kinderen worden bereikt. Ik heb er daarnet nog een actuele vraag over gesteld. Het contact met de school is belangrijk. Ik weet dat ik daarvan absoluut niet moet overtuigen. Het is net mijn verwijt aan de minister dat we bang zijn dat die garanties er nu veel te weinig zijn.
En dan heb ik een tweede bedenking, over de herfstvakantie. Het verbaasde mij eigenlijk een beetje dat u opeens zelf spreekt over de 'overweging' om de herfstvakantie te verlengen, omdat ik u in de pers toch een aantal uitspraken heb horen doen over het feit dat u eigenlijk de herfstvakantie wilt verlengen. Wat ons betreft moet het in ieder geval ook een overweging zijn, en is er in ieder geval verder overleg nodig met ouderverenigingen en de scholen zelf. Want wij stellen ons toch ook heel erg die cruciale vraag: wie gaat dan voor de opvang zorgen, wie gaat dat regelen? Ik denk dat u, net zoals ik, beseft dat het voor veel ouders niet evident is om een aantal dagen extra opvang te regelen. Die moeten allemaal gaan werken. Laat ons ook hopen dat dat zo blijft, en dat de bedrijven open blijven.
Om die redenen gaan we ons op dit voorstel van resolutie onthouden.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Collega’s, ik dank jullie voor de respectvolle en inhoudelijke bespreking van ons voorstel van resolutie. Ik geef misschien eerst een paar antwoorden.
Eerst en vooral: als ik het nu zie en lees snap ik wat jullie als tegenspraak ervaren: enerzijds afspraken honoreren en anderzijds toch aanpassen. Wat bedoelen we daarmee? Met dat honoreren van die afspraken in code oranje werd ervan uitgegaan dat er deeltijds afstandsonderwijs zou zijn. Dat was het uitgangspunt van oranje in de draaiboeken. Maar daar stond ook dat dat week om week zou zijn.
Wat vinden wij van vasthouden aan het principe? Dat je deeltijds afstandsonderwijs organiseert in oranje. Maar waar willen wij aanpassen? Dat je scholen niet verplicht om het week om week te doen. Volgens ons is dat niet de beste manier om het te doen, want dan zit je met kinderen die je een week mogelijks niet kunt bereiken. Pas een week later komen ze dan terug, dus die periodes daartussen zijn te groot. We denken dat het bijvoorbeeld een veel beter systeem zou zijn om dat afstandsonderwijs dag om dag te organiseren.
Voor de kinderen in die hoogste graden zijn we er wel van overtuigd dat de meesten dat ten eerste kunnen, en dat ten tweede ook wel willen. Je ziet dat ook bij de bevraging van de scholierenkoepel. Die vormen van blended learning zullen ook de toekomst zijn, we gaan daarnaartoe. Dit is nog niet weg. We moeten dat op een bepaald moment ook uitwerken, met aandacht voor de meest kwetsbaren: leerlingen die vooral praktijkvakken hebben en leerlingen die we absoluut voltijds bij ons moeten hebben, omdat we weten dat we ze anders verliezen. Daarom leggen we daar ook de nadruk op in ons voorstel van resolutie. Dat zit daar ook in. Die tegenspraak is dus eigenlijk geen tegenspraak, maar het is misschien niet helemaal goed neergeschreven. Al mochten jullie natuurlijk ook altijd amenderen.
Een tweede tegenspraak is er ook een die er geen is. Jullie zeggen dat we enerzijds een uniform kader vragen, en dat we anderzijds de vrijheid aan de scholen willen laten. En het klopt dat de minister dat nu ook doet. Dat is ook de vraag van heel veel scholen: geef ons een kader, geef ons een houvast, geef ons duidelijkheid. De scholen vragen dat we zeggen: jullie moeten allemaal naar afstandsonderwijs gaan. Dan is daar geen discussie meer over. Het gaat dan om deeltijds afstandsonderwijs voor de hogere graad, dat moet ik er altijd bij zeggen.
In het onderwijs gebeurt dat vaak: de Vlaamse Regering beslist ‘wat’, en de scholen bekijken dan ‘hoe’: hoe gaan we dat doen, hoe gaan we moeilijke groepen proberen te bereiken? Wie willen we altijd op school? Hoe gaan we dat organiseren, doen we dat met glijdende uren of dag om dag? Dat ligt bij de scholen. Maar wij scheppen het kader, zodat daar duidelijkheid over is, dat daar houvast over is. Dat is geen kwestie van wantrouwen, dat is een kwestie van duidelijkheid in moeilijke tijden. Scholen vragen die duidelijkheid, die richtlijnen, en ze vragen dat die verantwoordelijkheid niet helemaal in hun schoenen wordt geschoven. Dat is dus een ander punt.
Wat die herfstvakantie betreft: waarom staat er 'overwegen'? Wij willen wel meegaan in dat scenario om te zeggen dat we doorgaan tot na 11 november. Dat is ook wat in Franstalig België werd beslist. 11 november is sowieso een verlofdag, dus dat betekent dat we twee brugdagen overbruggen. Dat geeft ons een langere periode van stillegging. Het zorgt ook dat ouders, die nu toch verplicht zijn om thuis te werken, niet te veel tijd verliezen maar wel die twee extra dagen kunnen invullen. En natuurlijk kan er ook opvang worden georganiseerd voor die mensen die echt wel moeten werken. We hebben dat ook in de vorige lockdown gezien. Dat is ook in de paasvakantie gebeurd, dat is ook in de vorige lockdown gebeurd.
En wat zag je dan? Kinderen uit het secundair hadden die opvang niet nodig, en er waren ook heel weinig kinderen uit het lager die dat nodig hadden. Maar ze konden wel terecht op school. Er waren dus grote groepen die konden thuisblijven.
Het verhaal dat onze jongeren dan allemaal gaan rondhangen op pleintjes en zich daar niet aan zullen houden, stoort me een beetje. Ik denk niet dat dit zal gebeuren, ik denk dat we ook een beetje vertrouwen moeten hebben. Als we uitleggen dat de situatie zo ernstig is dat de scholen een aantal extra dagen gesloten blijven, zullen zij beseffen dat zij ook hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Er zullen altijd mensen zijn, ook volwassenen, die zich daar niet aan houden. Zo zijn er de lockdownfeestjes en de barbecues waar mensen aan meedoen die eigenlijk oud en wijs genoeg zouden moeten zijn en die niet tot de categorie van de jongeren behoren. Laat ons het vertrouwen hebben dat een groot deel op die leeftijd wijs en verantwoordelijk genoeg is om te begrijpen waarom de scholen anderhalve week stilliggen.
Dit voorstel van resolutie is nu nog relevanter omdat de nieuwe teststrategie ook extra gevaren met zich meebrengt. Wanneer we leerlingen en leerkrachten zonder symptomen niet meer testen, dan betekent dit dat veel asymptomatische gevallen, leerlingen zonder symptomen, wel naar school zullen gaan of nog in quarantaine zullen zitten omdat ze niet getest worden. We zien dat nu al gebeuren. Het gevoel van onveiligheid is dus nog toegenomen en ik denk dan ook dat we het signaal moeten geven aan alle mensen die werkzaam zijn in het onderwijs dat we dit ernstig nemen en dat we serieuze maatregelen nemen die een effect zullen hebben.
Ik denk niet dat je zomaar kunt zeggen dat wat in het voorstel van resolutie staat grotendeels is beslist door minister Weyts. Er zijn wel degelijk fundamentele verschillen. Het fundamentele verschil is het kader dat je schept voor afstandsonderwijs voor de tweede en de derde graad, deeltijds, voor iedereen, en door dat goed in te vullen. Dat is verschillend van wat minister Weyts zegt. Verder willen we die herfstvakantie verlengen en willen we extra aandacht voor kwetsbare leerlingen door die laptops ter beschikking te stellen. We hebben momenteel nog altijd geen zicht op wie die heeft en of er voldoende zijn. Dit moet versneld worden bekeken.
Wat het psychisch welzijn betreft dat in de draaiboeken staat, zijn die safe places plekken waar de leerlingen te allen tijde terecht kunnen om in alle rust te kunnen studeren, ook bij een absolute lockdown. Dat moet een plek zijn waar ze veilig kunnen zijn en waar ze iemand in veilige omstandigheden kunnen ontmoeten wanneer ze het psychisch moeilijk hebben. Dat is iets wat in de draaiboeken staat maar volgens mij nog niet is uitgewerkt, het is dus ook geen herhaling of iets dat vanzelfsprekend is en goed is om nog eens te herhalen, mevrouw Vandromme, want volgens mij is dat er nog niet en moet er werk van wordt gemaakt.
Volgens mij staat er geen herhaling in en gaat het wel degelijk om nieuwe dingen. Het kan misschien lijken dat er een tegenstelling in zit maar dat is gewoon omdat het niet goed is uitgeschreven. Daarop mag geamendeerd worden maar ik denk dat de principes juist zijn. Misschien kunt u dus toch nog overwegen om het voorstel van resolutie goed te keuren. Dat zou mijn tweede heel mooie verrassing zijn.
De heer Daniëls heeft het woord.
Mevrouw Meuleman, met alle respect, maar u hebt eerst wekelijks gepleit voor de invoer van oranje. Vervolgens zei u dat oranje moest worden bijgestuurd. Nu vindt u oranje wel goed maar moet dat centraal worden vastgelegd om dan te zeggen lokale autonomie… Met alle respect maar u draait en u keert. Ik heb net even in mijn agenda gekeken en ik weet niet wanneer 11 november bij u valt, maar bij mij is dat op een woensdag en dat wil dus wel degelijk zeggen dat het over twee brugdagen gaat. Ik ken heel veel mensen die geen twee brugdagen hebben met 11 november.
Mevrouw Meuleman, ik kan u eigenlijk maar een ding aanraden, en dat is om u te abonneren op Schooldirect en te lezen wat er is beslist. U hebt dat niet gelezen, u doet hier alsof dat afstandsonderwijs niet mogelijk is maar dat is wel mogelijk. U doet hier alsof een school niet kan kiezen hoe ze dat moet doen maar dat is mogelijk. Lees alsjeblieft wat er staat. Ik vind het jammer. In het begin was het nog oké en ik vind het fijn dat u toegeeft dat er inconsequenties zitten in uw eigen voorstel van resolutie maar wat u dan begint uit te leggen, sorry, maar dat maakt het alleen maar erger.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Collega, u sprak me aan. Ik denk dat niemand twijfelt aan de noodzaak van veilige plekken voor jongeren op school, zeker die jongeren die moeilijkheden hebben en in een kleine plaats moeten overleven, in een klein appartement, die geen plaats hebben om ‘uit te breken’. Leg me niet in de mond dat ik er geen voorstander van zou zijn om dit toe te passen. Ik wil echter gewoon de vergelijking maken. Het jeugdwerk is voor sommige leerlingen, voor sommige kinderen ook wel een veilige plek. Dat doet ook inspanningen. Ik denk dat we een standpunt hebben dat duidelijk is: zeker ook voor die leerlingen zoeken we een plek. Leg me echter niet in de mond dat ik niet wil dat leerlingen die het moeilijk hebben, een ‘safe place’ hebben.
De heer Schiltz heeft het woord.
Voorzitter, ik ga na het herfstreces een wijziging van het reglement indienen waardoor iedereen die zegt ‘met alle respect, maar’ en vervolgens de persoon die hij uitspreekt de mantel uitveegt, of degene die zegt ‘collega’s, ik ga het kort houden’ en vervolgens een heel betoog afsteekt, strafpunten krijgt. Ik zal hoogstpersoonlijk voor een ‘Beschränkungsmeister’-prijs zorgen aan het einde van de legislatuur voor het parlementslid met de minste strafpunten.
Collega Schiltz, ik kijk uit naar uw initiatief.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
Hoofdelijke stemming
Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie.
Stemming nr. 1
Ziehier het resultaat:
120 leden hebben aan de stemming deelgenomen;
13 leden hebben ja geantwoord;
90 leden hebben neen geantwoord;
17 leden hebben zich onthouden.
Dientengevolge neemt het Vlaams Parlement het voorstel van resolutie niet aan.
De redenen voor onthouding zijn daarnet al toegelicht.