Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorstel tot spoedbehandeling
Dames en heren, vanmiddag heeft de heer Wilfried Vandaele bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van resolutie van Karl Vanlouwe, Vera Jans, Gwendolyn Rutten, Joris Nachtergaele, Karin Brouwers en Maarten De Veuster over het conflict over Nagorno-Karabach.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Voorzitter, tijdens deze coronacrisis die ons land en de hele wereld teistert, blijkt dat er ook conflicten heropflakkeren, zeer ernstige conflicten. Met dit voorstel van resolutie wensen wij opnieuw de aandacht te vestigen op de situatie van Nagorno-Karabach, ook wel bekend als Artsach.
De spanningen in dit bevroren conflict in de zuidelijke Kaukasus laaien opnieuw stevig op. Sinds ongeveer 27 september zijn er gewapende aanvallen, voornamelijk vanuit Azerbeidzjan. Het voorbije weekend was er een wapenstilstand beklonken in de nacht van 9 op 10 oktober, maar die is na enkele uren jammer genoeg opnieuw geschonden. Ik wil hier benadrukken waarom dit echt wel hoogdringend is.
Ik werd geïnformeerd dat er ook deze namiddag aanvallen zijn gebeurd op hospitalen in Nagorno-Karabach. Er is escalerend geweld in de regio tussen Armenië en Azerbeidzjan, en het lijkt dan ook erg belangrijk dat we een duidelijk signaal geven vanuit het Vlaams Parlement. Daarom vragen wij de spoedbehandeling van dit voorstel van resolutie, ook in deze coronatijden.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Dan stemmen we nu bij zitten en opstaan over het voorstel tot spoedbehandeling.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot spoedbehandeling wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik sta op’.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot spoedbehandeling niet wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik blijf zitten’.
Het voorstel tot spoedbehandeling is aangenomen. Dan stel ik voor dat het voorstel van resolutie van Karl Vanlouwe, Vera Jans, Gwendolyn Rutten, Joris Nachtergaele, Karin Brouwers en Maarten De Veuster over het conflict over Nagorno-Karabach onmiddellijk wordt behandeld.
Is het parlement het daarmee eens? (Instemming)
Het incident is gesloten.
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van resolutie van Karl Vanlouwe, Vera Jans, Gwendolyn Rutten, Joris Nachtergaele, Karin Brouwers en Maarten De Veuster over het conflict over Nagorno-Karabach.
De bespreking is geopend.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Ik zal proberen om kort te zijn, maar het is natuurlijk een lang aanslepend conflict. Het conflict over de regio gaat eigenlijk terug op de beslissing in de jaren twintig door de communistische dictator Jozef Stalin. Hij besliste in 1921 om het overwegend door Armeniërs bevolkte gebied over te dragen van de Armeense naar de Azerbeidzjaanse republiek. Als gevolg van deze beslissing werd in 1923 het autonome gebied of de autonome oblast Nagorno-Karabach opgericht binnen de Sovjetrepubliek Azerbeidzjan. Daar werd eigenlijk de kiem gelegd van de beweging die streeft naar de unificatie van Nagorno-Karabach met Armenië. De spanningen tussen de regio en Azerbeidzjan escaleerden vanaf het einde van de jaren tachtig in daadwerkelijk geweld en in een burgeroorlog.
Toen het parlement van de autonome oblast Nagorno-Karabach in 1989 op democratische wijze een verzoek tot eenmaking met de Armeense Sovjetrepubliek stemde, werd dit jammer genoeg door de Sovjet-Unie geweigerd. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie herwonnen zowel Armenië als Azerbeidzjaan hun onafhankelijkheid. Nagorno-Karabach bleef officieel bij Azerbeidzjan, maar verklaarde zich al gauw onafhankelijk. Het riep zich uit tot een onafhankelijke republiek op 2 september 1991. Dat was een democratische beslissing. In 2017 nam men trouwens een nieuwe naam aan: de Republiek Artsach, een Armeense benaming.
De oorlog in Nagorno-Karabach duurde tot 1994 toen er een wapenstilstand werd bereikt onder de auspiciën van Rusland, gefaciliteerd door de zogenaamde Minskgroep van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Deze wapenstilstand bleek bijzonder broos. In 2008, 2010, 2014, 2015 en 2016 namen de spanningen telkens opnieuw toe en laaide het geweld weer op.
De gevechten die vandaag opnieuw plaatsvinden, zijn onrustwekkend voor de hele stabiliteit van de regio, niet in het minst door de rechtstreekse betrokkenheid van Turkije, een traditionele bondgenoot van Azerbeidzjan. Op 27 september lanceerden Azerbeidzjaanse strijdkrachten verschillende aanvallen op Nagorno-Karabach en ook vandaag waren er aanvallen op ziekenhuizen in Nagorno-Karabach. De voorbije dagen waren er ook aanvallen op de hoofdstad Stepanakert. Ik hoop daar trouwens ooit nog naar terug te gaan. Ik ben er in het verleden al geweest met onder andere mijn collega Piet De Bruyn. De hoofdstad Stepanakert werd dus aangevallen en de dag nadien kwam aan het licht dat Turkije zo’n duizend Syrische jihadisten gerekruteerd had om Azerbeidzjan te ondersteunen in de strijd tegen Nagorno-Karabach en Armenië. Men heeft dus jihadistische terroristen in dit conflict geïmporteerd en daardoor wordt dat een bijzonder gevaarlijke cocktail voor de hele regio.
De rechtstreeks inmenging van Turkije ging op 27 september nog verder toen een Armeens gevechtsvliegtuig door een Turkse F16 werd neergeschoten boven Armeens grondgebied. In de nacht van 9 op 10 oktober werd door Russische bemiddeling toch een staakt-het-vuren overeengekomen en dit moest toelaten om gevangenen en gesneuvelde soldaten uit te wisselen onder toezicht van het internationale Rode Kruis. Armenië en Azerbeidzjan engageerden zich tot het vredesoverleg onder toezicht van de OVSE. Helaas werd dit bestand bijna onmiddellijk geschonden door bombardementen op de hoofdstad Stepanakert van de republiek Artsach.
De geopolitieke belangen in de regio maken het conflict bijzonder explosief, zeker ook door de aanwezigheid van jihadistische rebellen die gesteund en mogelijk zelfs betaald zouden worden door Turkije. Dat er in Stepanakert overblijfselen zijn gevonden van clusterbommen toont aan dat dit conflict een totaal onaanvaardbare richting uitgaat en dat dit in strijd is met het internationaal recht.
Vanuit de Minskgroep van de OVSE, de EU en de VN kwamen er dan ook al oproepen tot een onmiddellijk staakt-het-vuren. Ook in het Europees Parlement heeft men een debat gevoerd over Artsach/Nagorno-Karabach. Er is echter wel geen resolutie goedgekeurd. Ik hoop dat het Europees Parlement ook dit initiatief zal nemen. Ondertussen weet ik dat er in andere lidstaten wel degelijk resoluties zijn goedgekeurd. Ik meen dan ook dat dit opportuun is voor dit Vlaams Parlement, goed wetend dat er hier een Armeense gemeenschap is, mensen die reeds dertig jaar geleden gevlucht zijn uit Armenië, uit Nagorno-Karabach, en die zeggen dat hun volk in de steek wordt gelaten en dat er al te gemakkelijk wordt weggekeken.
Daarom veroordelen wij in dit voorstel van resolutie ten strengste het geweld in de regio. Wij roepen op tot een staakt-het-vuren én een terugkeer naar de onderhandelingstafel. Politieke conflicten los je niet op met oorlog en geweld, maar wel door dialoog en onderhandelingen. De Minskgroep van de OVSE heeft hierin een bijzonder belangrijke rol te spelen. Het zal u niet verbazen dat voor mijn partij bij de principes die men hanteert tijdens de onderhandelingen, het recht op zelfbeschikking een van de belangrijkste pijlers is. Het is trouwens ook een van de beginselen van de Minskgroep. De lokale bevolking moet haar eigen toekomst kunnen uitstippelen. Ze mag niet langer worden misbruikt als geopolitieke speelbal. Dit is cruciaal om tot een vredevolle oplossing te komen, niet alleen voor de stabiliteit in de regio, maar vooral om deze humanitaire crisis boven op de coronacrisis, omdat het volk van Artsach/Nagorno-Karabach het recht heeft op een veilige toekomst.
Ik hoop dan ook op de voltallige steun van dit parlement. (Applaus bij de meerderheid)
Mijnheer Vanlouwe, u hebt eigenlijk een volledige geschiedenis van het gebied gegeven en ook heel het voorstel van resolutie letterlijk voorgelezen. Volstaat dat voor de andere collega’s? Neen?
Mevrouw Rutten heeft het woord.
Collega Vanlouwe heeft een goed overzicht gegeven. Misschien toch een paar puntjes op de i. Nagorno-Karabach heeft de naam ‘Republiek Artsach’ aangenomen. Ze hebben dat helemaal zelf gedaan. Het is tot nader order niet erkend als onafhankelijke staat. Dat is wel belangrijk voor ons woordgebruik, denk ik.
Dit is een van de zogenaamde ‘bevroren’ conflicten, een uitloper van het uiteenvallen van de USSR. Van bevroren conflicten mag je hopen dat ze ontdooien. Hier is het niet ontdooid: het vuur is opgelaaid. De regio is een speelbal van geopolitieke krachten: Rusland aan de ene kant, Turkije aan de andere kant. Ik hoef u niet in herinnering te brengen dat Turkije dan ook nog een NAVO-lidstaat is.
Wij vragen uw steun voor dit voorstel van resolutie, in de eerste plaats omdat het oplaaien van dit conflict onaanvaardbaar is voor de plaatselijke bevolking. Er vallen burgerslachtoffers. Het gaat hier om mensen die daar niet om hebben gevraagd, mensen die hier ook vrienden en familie hebben. Vanuit humanitair oogpunt is dat op zich al voldoende reden. Een tweede reden is natuurlijk dat, als je daar geopolitieke armworstelingen krijgt, niet alleen de regio instabiel is, maar meteen de halve planeet aan het schudden gaat. Het heeft dus ook rechtstreeks een impact op onze situatie. Bij dezen dus onze volledige steun voor dit voorstel van resolutie. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Na de uitgebreide uitleg van collega Vanlouwe over het gewapende conflict in Nagorno-Karabach wil ik gewoon kort meegeven dat dit oplaaiende conflict ook de CD&V-fractie grote zorgen baart. Burgers worden niet gespaard. Vooral de actieve inmenging van een NAVO-lidstaat als Turkije is ronduit gevaarlijk en onaanvaardbaar. Wij steunen dus uiteraard dit voorstel, dat oproept tot een onmiddellijk en onvoorwaardelijk staakt-het-vuren en waarbij ook wordt verwezen naar de Minskgroep om een duurzame oplossing te zoeken.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Collega’s, net zoals collega Vanlouwe heb ik zelf ook al Stepanakert bezocht, de hoofdstad van Artsach, natuurlijk beter bekend als Nagorno-Karabach. Ik ben ook bezorgd om de situatie daar. Het is een bevroren conflict, dat is daarnet al aangehaald. Het is een restant van het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. Het is ook, zoals Jonathan Holslag nog niet zolang geleden in Knack beschreef, een soort van proxyoorlog. Rusland en Turkije staan daar tegenover elkaar. Dit is geen garantie om een conflict goed op te lossen, vooral als je het bekijkt vanuit het standpunt van Turkije.
Collega’s, gisteren heb ik over de situatie van Turkije twee vragen om uitleg gesteld, een over de Middellandse Zee en een over de situatie in Nagorno-Karabach. Dat ontslaat mij van de plicht om de geschiedenis van het conflict hier opnieuw weer te geven, voorzitter, want collega Vanlouwe heeft net herhaald wat ik gisteren in de commissie heb gezegd. Toch vond ik het nodig om, ter accentuering van dit voorstel van resolutie, dat ik trouwens een goed voorstel van resolutie vind, er toch wel drie amendementen op in te dienen. Ze zijn ondertussen ook al rondgedeeld bij de collega’s. Ik wil daar toch even wat commentaar bij geven.
Mijn eerste amendement wil een toevoeging zijn met de uitspraak van de Franse president Emmanuel Macron, die stelde dat Turkije met de inzet van jihadistische strijders een rode lijn overschreed. Ik denk dat alle collega’s, in het bijzonder mijnheer Vanlouwe, het daarmee eens zullen zijn aangezien hij zich zelf met veel klem zwaar heeft uitgesproken tegen de inzet van jihadistische strijders door Turkije. Ongetwijfeld zal op zijn minst collega Vanlouwe mijn eerste amendement goedkeuren. Diverse Europese regeringsleiders stellen duidelijk dat Turkije een lijn heeft overschreden door zich actief te mengen in het conflict tussen Armenië en Azerbeidzjan omtrent Nagorno-Karabach. Maar de Franse president heeft dit heel expliciet gezegd. Ik zie dat in het voorstel van resolutie in de overwegingen wordt verwezen naar uitspraken van de heren Borrell, Guterres en de Russische minister van Buitenlandse Zaken Lavrov, maar men mag hier toch ook wel de heel stringente uitspraak van president Macron aanhalen.
Het wordt steeds duidelijker dat de Turkse regering zich actief politiek en militair mengt in het conflict. Ik wil in een tweede amendement verwijzen naar straffe uitspraken van president Erdogan van Turkije. In een agressieve speech op 26 augustus 2020, die bol stond van de historische onwaarheden, en die de gedwongen verwijdering van etnische Grieken uit Anatolië verheerlijkte, stelde president Erdogan alles te zullen doen wat politiek, economisch en militair nodig is om de zogenaamde Turkse belangen te verdedigen. Collega’s, vandaar dat tweede amendement: het wordt steeds duidelijker dat de Turkse regering zich actief, politiek en militair, mengt in het conflict. Het is duidelijk dat Turkije zich meer en meer opstelt als de erfgenaam van de Ottomaanse Staat en met diezelfde Ottomaanse ambities nu deze eeuw duidelijk verder wil evolueren.
In een derde amendement dat ik hier wil voorleggen, wil ik oproepen tot het volledige stopzetten van de toetredingsonderhandelingen tussen Turkije en de EU. Hiervoor verwijs ik naar een debat dat we gisteren hadden over de problemen in de Middellandse Zee. Collega Joris Nachtergaele zal mij hierin zeker kunnen steunen, want in dat debat zei hij: “Wij bepleiten als fractie heel duidelijk dat de toetredingsonderhandelingen met Turkije nu eindelijk eens zouden mogen worden stopgezet.” Einde citaat. Ik citeer uit het verslag dat we, dankzij de diensten, zeer snel hebben. We mogen ook wel eens een complimentje naar de diensten gooien want we hebben vandaag dit verslag van een debat van gisteren ter beschikking.
Mijnheer Nachtergaele, ik ben het hier volledig mee eens. Het Vlaams Belang gaat volledig akkoord met uw stelling. U sprak gisteren namens uw fractie. Daarom hebben we een derde amendement ingediend dat, naar aanleiding van uw uitspraken gisteren, ongetwijfeld door heel uw fractie zal worden ondersteund. Ik vraag niets meer of niets minder dan wat u gisteren in de commissie hebt verklaard. Er is zoiets als verklaringen afleggen en achteraf die verklaringen onderschrijven, vandaar dit derde amendement. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Voorzitter, ik bedank de indieners in de eerste plaats voor het initiatief. Ze zijn uiteraard welkom om met ons op voorhand samen te werken, maar dat is niet per se nodig. Initiatieven mogen ook alleen worden genomen. We zullen ons daar, voor alle duidelijkheid, met volle overtuiging achter scharen. We hebben elkaar net gevonden met betrekking tot het Amazonewoud en nu opnieuw met betrekking tot dit. We delen dezelfde bezorgdheden die de meerderheid in dit voorstel van resolutie naar voren brengt.
Mevrouw Rutten, het gaat om het conflict in Nagorno-Karabach. Dat is een humanitaire ramp, maar daarnaast is er ook, zoals u in uw statement hebt gezegd, een veel grotere internationale geopolitieke dreiging. De impact zou veel breder kunnen zijn. We moeten dan ook bezorgd zijn. Om die reden vinden we het belangrijk ons met spoed in te schakelen in een internationale beweging die het conflict tracht in te dammen en bij te sturen. We zullen dit voorstel van resolutie duidelijk mee ondersteunen.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Voorzitter, als sp.a betreuren we uiteraard de nieuwe escalatie langs de internationale grens tussen Armenië en Azerbeidzjan, alsook de slachtoffers. We veroordelen het geweld tussen die twee landen en we betreuren de escalatie van het conflict op een moment waarop landen zich zouden moeten verenigen om het coronavirus te bestrijden.
Wij pleiten voor een onmiddellijk staakt-het-vuren en een vreedzame oplossing. Er is absoluut geen plaats of wenselijkheid om een militaire oplossing te forceren, al zeker niet voor de mensen ter plaatse. We roepen de betrokken partijen op om dringend de dialoog te hervatten en om de onderhandelingen over een conflictoplossing in de Minskgroep van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) te hervatten. Zoals iedereen kan horen, steunen we dit voorstel van resolutie ten zeerste.
Mijnheer Vaneeckhout, ik treed u bij. Het zou mooi zijn dergelijke zaken vooraf, over de partijgrenzen heen, met zijn allen in een voorstel van resolutie voor te leggen. Als het goed is, komt het krachtiger over als we het samen doen. Hiervoor breek ik een lans. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Voorzitter, ik hoor dat er brede steun is voor dit voorstel van resolutie, waarvoor mijn dank aan alle fracties.
Mijnheer Deckmyn, ik wil heel kort op uw amendementen ingaan.
Volgens mij wordt aan uw eerste amendement al tegemoetgekomen. U hebt verwezen naar de uitspraken van de Franse president. In punt 4° van de ‘gelet op’ van het voorstel van resolutie verwijzen we uitdrukkelijk naar de verklaringen van de Russische minister Lavrov, de Franse minister van Buitenlandse Zaken Le Drian en de Amerikaanse minister Pompeo. Die uitspraken wijzen op en veroordelen ten strengste het ongezien en gevaarlijk escalerende geweld. Zij roepen op tot een staakt-het-vuren.
Het tweede amendement heeft betrekking op de inmenging van Turkije. Volgens ons wordt dit reeds opgevangen in punt 7° van de ‘overwegende dat’ van het voorstel van resolutie. Daarin staat een verwijzing naar de geopolitieke belangen die de regio dreigen te destabiliseren.
Uw laatste amendement, tot slot, is zeker een debat waard. We hebben vorig jaar reeds een uitvoerig debat over de toetredingsonderhandelingen gevoerd. Ik weet dat de Europese Raad twee weken geleden heel uitdrukkelijk standpunten heeft ingenomen en de verhoudingen tussen de EU en Turkije heeft geëvalueerd. Ik denk dat dit losstaat van deze situatie. Ik hoop wel degelijk dat we hierover nog een debat kunnen voeren, maar de tekst gaat wel degelijk in op de problematiek van de verhouding met Turkije.
Ik hoop dat het voorstel van resolutie, zoals het thans voorligt, kan worden goedgekeurd, zo mogelijk unaniem.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Voorzitter, ik wil toch even reageren. Bij het eerste amendement was er een argument van de heer Vanlouwe, wat ik eigenlijk wel verwacht had. Ik denk dat president Macron toch net iets zwaarder weegt dan een Franse minister. Men kan daar zeker met de nodige argumentatie zeggen dat dit amendement op zijn plaats is.
Het andere argument, voor het derde amendement, om dit niet te weerhouden, is een beetje hypocriet, collega. U moet toch weten dat het niet losstaat van dit debat. Kijk naar de rol van Turkije als assertieve, agressieve natie in Kaukasische conflicten. De stand van zaken wat de toetredingsonderhandelingen betreft, dat blijft aanmodderen. Men weet niet waarin of waaruit. Deze zaak moet in elk debat betrokken worden. Ik kan alleen maar opnieuw verwijzen naar het debat van gisteren rond de agressieve houding van Turkije in de Middellandse zee. Toen ik mijn vraag om uitleg stelde, bracht uw collega van de N-VA, de heer Nachtergaele, dit thema ook in het debat. Als het daar kan, waarom kan het dan hier niet? Het is hier inderdaad op zijn plaats. Ik handhaaf dus zeker mijn amendement ter zake.
Ten slotte, mevrouw Lambrecht, ben ik heel blij – heel blij – dat u betreurt dat we over de grenzen heen van meerderheid en oppositie niet tot een consensus kunnen komen om dit samen in te dienen. Ik hoop dat u in de toekomst samen met mij ook nog een voorstel van resolutie zult indienen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de amendementen en over het voorstel van resolutie houden.