Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Daniëls heeft het woord.
Op 13 juli, twee dagen geleden, trok de Vlaamse vereniging voor arts-specialisten in opleiding (VASO) aan de alarmbel. Ik zou zeggen nogmaals. Omdat op federaal niveau het koninklijk besluit (KB) dat de contingentering voor 2026 vastlegt, nog altijd niet is genomen tot de dag van vandaag. Dat is niet zomaar iets want het gaat om de vraag of we in Vlaanderen voldoende artsen en tandartsen hebben. Deze coronacrisis heeft minstens aangetoond dat we die nodig hebben. Let op, het gaat natuurlijk niet over de subquota, maar wel over de totaliteit van artsen. Dan pas kun je verdere subquota gaan bepalen.
Ten tweede gaat het over kwalitatieve en betaalbare gezondheidszorg. In 1996 heeft men beslist dat, als er te veel artsen zijn, er dan overconsumptie is. Dat is niet goed voor de kosten van de gezondheidszorg en ook niet voor de kwaliteit van de gezondheidszorg. Dat was in 1996. In 1997 zei Vlaanderen dat men een toelatingsexamen zou doen. Wallonië, meer bepaald de Franse Gemeenschap is in 2017, 20 jaar later, ook tot dat idee gekomen. Maar al die tijd heeft men daar blijvend RIZIV-nummers kunnen krijgen, telkens in overtal. En in Vlaanderen bouwde men een achterstand op. Afhankelijk van de berekening is de achterstand 1531 dan wel 1040 RIZIV-nummers die we veel minder hebben. Dat zou dan afgebouwd worden over 21 jaar. Vlaanderen heeft gelukkig zelf quota vastgesteld die kunnen starten en die beoogt al de achterstand niet op 21 jaar, maar op 12 jaar in te halen. Dat stond ook in het Vlaamse regeerakkoord, minister, u hebt de nodige initiatieven al genomen, waarvoor dank.
Minister, mijn concrete vraag naar aanleiding van de vaststelling dat dat KB nog altijd niet is genomen, is of dat gevolgen heeft voor het toelatingsexamen dat eind augustus wordt georganiseerd? Ja dan neen? Hebt u dat al aangekaart of zult u dat aankaarten bij de federale minister van Volksgezondheid?
Minister Weyts heeft het woord.
Misschien eerst een wat geruststellende correctie, namelijk ik las ook in de persberichtgeving dat er werd gesteld dat de afwezigheid van dat federale KB maakt dat het toelatingsexamen voor eind augustus juridisch wankel is en gebaseerd is op los zand. Dat is gelukkig niet waar.
Voor alle duidelijkheid, de Vlaamse Regering bepaalt autonoom het aantal studenten dat mag deelnemen aan de opleiding arts-tandarts. We hebben dat al gedaan in december. We hebben dat aantal studenten ook verhoogd. Hoe hebben we dat gedaan? Een beetje zoals vroeger, namelijk op grond van het advies van de federale opleidingscommissie en het KB van vorig jaar.
Daarbij hebben we wel een correctie toegepast, namelijk de federale regering heeft zelf gezegd dat Vlaanderen een historisch tekort van 1040 RIZIV-nummers heeft en Vlaanderen mag dat historisch tekort inlopen op een termijn van 21 jaar. We hebben neen gezegd tegen 21 jaar. De noden zijn wel iets groter en acuter. We willen dat tekort inlopen op 12 jaar, met als gevolg dat we het contingent, het aantal deelnemende studenten aan de opleiding arts-tandarts hebben verhoogd met respectievelijk 11 procent en 22 procent.
Net vandaag, deze namiddag, hebben wij alle kandidaat-studenten die deelnemen aan het toelatingsexamen, dat zijn er ongeveer vijfduizend voor arts en duizend voor tandheelkunde, een mail gestuurd waarin wij hen uitnodigen voor deelname aan het toelatingsexamen. We hebben dat nu anders georganiseerd: in coronatijden doen we dat niet langer op één centrale plaats, de Heizel. Vijfduizend à zesduizend mensen samenbrengen is een slecht idee. We doen het nu gedecentraliseerd, namelijk op maar liefst 105 locaties waarbij we ook van de nood een deugd maken door een modernisering in te voeren en het examen digitaal te organiseren. We stellen trouwens vast dat het aantal deelnemers kleiner is dan de afgelopen jaren. Dat heeft vooral te maken met het feit dat we degenen die vandaag in het vijfde jaar secundair onderwijs zitten hebben opgeroepen om niet deel te nemen. We zorgen er wel voor dat het examen onmiddellijk digitaal beschikbaar is voor iedereen. Zij kunnen bij wijze van proef dus deelnemen van thuis.
Dat federale KB is wel belangrijk omdat het zekerheden biedt aan wie nu de studie start. Zo weten ze zeker dat wanneer zij in 2026 afstuderen, zij wel degelijk kunnen starten als arts of tandarts met de terugbetaling via het RIZIV. Dat is dus wel essentieel. En dan is het natuurlijk wel problematisch dat enerzijds de Federale Regering heeft beslist dat studenten van de Franse Gemeenschap die eigenlijk dit jaar afstuderen, bovenop het wettelijk bepaalde contingent, wel RIZIV-nummers krijgen en dat er anderzijds nog geen beslissing is genomen voor wie nu de studie aanvat.
Ik moet vaststellen dat dit opnieuw het klassieke verhaal is van de Franse Gemeenschap die alle regels aan haar laars lapt en beloond wordt en dat alle anderen die zich houden aan de wettelijke context en hun verantwoordelijkheid nemen, worden gestraft. Dat vind ik een imminente onrechtvaardigheid. Dat is eigenlijk een discriminatie, en ik hoop dan ook dat daar snel aan tegemoet wordt gekomen. Dat is trouwens ook ten bate van de federale gezondheidszorg en van een goede verstandhouding tussen de gemeenschappen.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is alvast geruststellend voor degenen die nu starten aan het toelatingsexamen dat ze daar niet voor hoeven te vrezen. Het is een goede zaak dat u dat hier nog eens duidelijk stelt en dat op 105 locaties digitaal wordt getest. Dat u het examen onmiddellijk ter beschikking stelt van de vijfdejaars, zodat ze kunnen oefenen en niet naar het echte examen moeten komen, kan alleen maar onze appreciatie wegdragen.
Ik deel absoluut uw grote verbazing over wat er op federaal vlak gebeurt. Ik kijk naar alle collega's van alle partijen hier aanwezig in het parlement om eenieder die aan welke onderhandelingstafel dan ook federaal aanschuift, op te roepen om deze manifeste onrechtvaardigheid voor Vlaanderen eindelijk te stoppen.
Minister, ik heb nog een concrete vraag voor u in het kader van die Vlaamse planningscommissie. Is die intussen opgestart? Wanneer wordt die opgestart of zou die resultaten moeten opleveren?
De heer Laeremans heeft het woord.
Uiteraard vinden wij dit een pertinente vraag van de heer Daniëls en sluiten wij ons volledig aan bij de conclusies. We stellen vast dat dit probleem, dit abces eigenlijk, elk jaar opnieuw opspeelt en dat dit in Vlaanderen al lang opgelost zou zijn. Want wij willen dat oplossen en we hebben de redelijkheid die speelt bij alle partijen op dat vlak, maar in België kan dat niet door de manifeste onwil van de Franstaligen. Dat is voor ons nog maar eens een argument om dit onzalige land te splitsen, en alvast minstens alles wat te maken heeft met gezondheidszorg, RIZIV enzovoort op te splitsen.
Wat ons echter een beetje verbaast, is dat Vlaanderen sinds 14 februari die quota al heeft vastgelegd. We zijn nu vijf maanden verder. Minister, hebt u een verklaring waarom het zo lang duurt? Is het minister De Block die dwarsligt? Is het de Federale Regering die niet wil?
Is het corona dat ertussen zit? Of is het schrik om zich te smijten in een nieuw regeerakkoord? Wat is uw appreciatie daarvan?
De heer Warnez heeft het woord.
Investeren in de zorg is natuurlijk ook investeren in de toekomst van de zorg, in dit geval in onze toekomstige artsen en tandartsen. We steunen uiteraard de oproep en vragen ook aan minister De Block om hier snel werk van te maken. Het zorgt misschien niet voor juridische rechtsonzekerheid, als ik de minister hoor – en ik hoor dat graag – maar toch wel voor onzekerheid bij de artsen en tandartsen in opleiding. We hebben er nu wel vertrouwen in dat dit snel in orde komt.
Ik vind het toch wel belangrijk om nogmaals te benadrukken dat de Vlaamse overheid hier al lang haar verantwoordelijkheid in neemt, niet alleen vanwege de maatschappelijke verantwoordelijkheid maar ook voor de toekomst van de kandidaat-studenten zelf. We steunen dus de oproep en zijn blij, minister, dat u die weg verder bewandelt.
De heer Bex heeft het woord.
Collega’s, ook wij vinden het belangrijk dat dat KB er komt en dat er duidelijkheid komt over de toekenning van de RIZIV-nummers aan die 10 procent extra kandidaat-artsen en 20 procent extra kandidaat-tandartsen die in Vlaanderen de studie zullen kunnen aanvatten.
Minister, op 25 juni hebben we in de commissie ook gesproken over de planningscommissie die in het regeerakkoord staat, waarin niet alleen de subquota voor specialismen vastgelegd zouden worden maar ook de quota. Ik denk dat het belangrijk is dat Vlaanderen helder kan zeggen op basis waarvan we bepaalde noden definiëren. Ik vroeg me dus af of u erin geslaagd bent om voor het zomerreces de oprichting van die planningscommissie in tweede lezing te laten goedkeuren door de regering, de hoop die u uitsprak in de commissievergadering van 25 juni.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Ik sluit me aan bij wat hier gezegd is, in die zin dat ook wij denken dat het hoog tijd is dat dat federaal KB over de contingentering wordt voltooid, zodat er duidelijkheid komt en zodat studenten die beginnen aan de studie geneeskunde of tandgeneeskunde weten dat ze als ze afstuderen ook een RIZIV-nummer krijgen en dus hun beroep kunnen uitoefenen.
Waar het inderdaad ook hoog tijd voor is, minister, is die Vlaamse planningscommissie die subquota moet vastleggen voor soorten artsen, zodat we met objectieve cijfers over de noden in Vlaanderen naar het federale niveau kunnen trekken om de discussie te voeren over het optrekken van die contingenten. Dat lijkt ons een veel beter idee dan dat zomaar te doen op eigen houtje. Mijn vraag is dezelfde als die van de collega’s. U hebt aangekondigd dat die planningscommissie er nog voor het zomerreces zou komen. Hoe staat het daarmee?
Ik ben natuurlijk blij dat we er hier kamerbreed allemaal akkoord mee gaan. Als het geen coronatijden waren, konden we samen rond het kampvuur kumbaya zingen. We steunen allemaal de vraag aan de federale regering om een beslissing te nemen. Wat is de oorzaak van het probleem? Wel, er moet een koninklijk besluit genomen worden, geen ministerieel besluit. Dat wil zeggen dat de voltallige ministerraad dit moet goedkeuren. Ongetwijfeld bestaat daarover politieke discussie en ligt daar het politieke kalf gebonden. Meer verantwoordelijkheid voor de deelstaten op dat vlak zou dus misschien ook een goede zaak zijn, vanzelfsprekend niet alleen voor de quota maar voor de totale gezondheidszorg.
Wat de Vlaamse planningscommissie betreft, had ik de ambitie dat de Vlaamse Regering hierover nog voor het reces een beslissing zou nemen. Dat staat op de agenda van de eerstvolgende ministerraad, overmorgen. Ik verwacht daar geen problemen meer. Ik denk dat we dit uitgediscussieerd hebben. Voor alle duidelijkheid: de Vlaamse planningscommissie heeft twee hoofddoelen. Enerzijds is dat het vastleggen van de subquota. Aan welke specialisaties hebben we nood? Naar welke specialisaties moeten we studenten – die eigenlijk al arts zijn – toeleiden? Anderzijds moet er een advies gegeven worden aan de Vlaamse Regering met betrekking tot het totale aantal studenten dat kan deelnemen aan de opleiding arts en tandarts. Dat staat op de agenda voor vrijdag. Ik verwacht dat de Vlaamse Regering dit zal goedkeuren.
Minister, het is goed nieuws dat die Vlaamse planningscommissie uit de startblokken kan schieten. Ik denk dat dat belangrijk is.
Iets dat ik nog altijd niet begrijp, is dat men federaal roept dat de kosten van de gezondheidszorg ontsporen, en dat men dan aan de andere kant van de taalgrens veel meer artsen toelating geeft om te starten, om dan te hopen, denk ik, dat Vlaanderen die overconsumptie dan maar zal betalen. Het zou inderdaad veel gemakkelijker zijn, mocht dat allemaal in één hand zitten. Minister, ik heb inderdaad ook begrepen dat het Vlaams Belang, CD&V, sp.a en wij als N-VA luidop steunen dat die Federale Regering die beslissing moet nemen. Ik neem aan dat de collega’s van Open Vld dat ook stilzwijgend hebben gesteund. Dat wil dus zeggen dat we vanuit Vlaanderen één krachtig signaal kunnen geven aan die Federale Regering: maak dat KB, zodat die onzekerheid er in 2026 niet moet zijn voor degenen die in augustus een examen zullen afleggen.
De actuele vraag is afgehandeld.