Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Maertens heeft het woord.
De vraag naar de gegarandeerde dienstverlening leeft al jaren bij mijn partij, maar ook bij de uwe. We hebben dat tijdens de vruchtbare regeringsonderhandelingen kunnen vaststellen. Die zijn uitgemond in een passage in het regeerakkoord, maar ook in uw beleidsnota over de invoering van die gegarandeerde dienstverlening. Ik ben een pragmaticus: ik vind het goed dat we met de sociale partners overleggen, maar als er binnen de zes maanden met hen geen akkoord wordt gevonden, moet de regering zelf een systeem van gegarandeerde dienstverlening invoeren.
Begin dit jaar waren de onderhandelingen nog niet gestart omdat het niet gezond leek om dat voor de sociale verkiezingen te doen. Die zouden in het voorjaar plaatsvinden, maar door de coronacrisis is dat niet gebeurd. Ze zouden nu eind november plaatsvinden. Ik hoorde de afgelopen donderdag de directeur-generaal van De Lijn zeggen dat hij het afraadt om in de aanloop naar die sociale verkiezingen sluitende afspraken over de gegarandeerde dienstverlening te willen maken.
Ik kan daarin voor een stuk volgen, maar ik denk dat we dit debat niet eindeloos kunnen blijven rekken. Minister, hoe ziet u de verdere procedure om tot een systeem van gegarandeerde dienstverlening bij De Lijn te komen?
Minister Peeters heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Maertens, de gegarandeerde dienstverlening is opgenomen in het regeerakkoord en in mijn beleidsnota. Dat gaat terug in de tijd naar een resolutie van november 2016 hier in het parlement goedgekeurd. Daarin is iedereen vragende partij om binnen De Lijn naar analogie met de NMBS de gegarandeerde dienstverlening uit te rollen, omdat de reiziger die stilstaat aan een bus- of tramhalte moet kunnen rekenen op de stiptheid en betrouwbaarheid van het openbaar vervoer. Daar staan we nog altijd met ons allen achter.
2019 was geen goed jaar voor De Lijn. Dat kwam in de commissie uitgebreid aan bod. Er waren heel wat stakingsdagen, heel wat mensen bleven in de kou staan. Bij de jaarwisseling 2019-2020 hadden we opnieuw heel wat stakingen. Toen hebben we resoluut gezegd: we versturen de brief naar De Lijn met de vraag om het overleg te regelen voor de gegarandeerde dienstverlening. We hopen nog altijd dat het via sociaal overleg tot stand kan komen.
Sinds maart zitten we met de coronacrisis met heel wat noodmaatregelen. Iedereen binnen De Lijn en binnen de sociale organisaties heeft zich zeer welwillend opgesteld om te zorgen dat de essentiële verplaatsingen bij De Lijn konden gebeuren. Ik vind het dan ook niet zeer gepast om juist nu – vandaag zijn die zes maanden verstreken – onmiddellijk werk te maken van die gegarandeerde dienstverlening. Ik hoop dat het sociaal overleg daar alle kansen kan benutten en dat De Lijn straks zelf met een voorstel inzake gegarandeerde dienstverlening komt, het liefst van al tegen eind dit jaar. Dat zullen we zelf verder evalueren.
Minister, stiptheid en betrouwbaarheid, dat zijn voor mij ook de cruciale factoren die zorgen voor vertrouwen in ons Vlaams openbaar vervoer, en bij uitbreiding voor vertrouwen in de Vlaamse overheid. Dat is cruciaal. Dat is de reden waarom we de gegarandeerde dienstverlening echt wel willen doorvoeren.
Ik heb het al gezegd: ik ben een pragmaticus, ik heb begrip voor het feit dat we de sociale verkiezingen liever afwachten. Maar als die sociale verkiezingen maar blijven uitgesteld worden, komen we wel in de problemen. Stel dat we in onderhandeling gaan met de sociale partners en er wordt geen akkoord bereikt, welke invulling zult u dan geven aan het concept van gegarandeerde dienstverlening?
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, minister, goede collega's, dit is ‘la Belgique à papa’. In het syndicale bolwerk bij uitstek, het spoor, de NMBS, bestaat de gegarandeerde dienstverlening sedert 2018, en dat brengt daar twee belangrijke principes in de praktijk: het recht op staken, een grondrecht, en het recht op werken, dat wordt daar ook gerespecteerd. Ik ben altijd vragende partij, ook tijdens de regeringsonderhandelingen, en samen hebben we ervoor gezorgd dat dat ook wordt ingevoerd bij de Vlaamse openbaarvervoermaatschappij De Lijn.
We hebben daar een kader rond gecreëerd. Vorige week nog, bij de bespreking van het jaarverslag 2019, heb ik de directeur-generaal, Roger Kesteloot, ondervraagd. Hij bracht daar een zeer behartenswaardige tip: speel nu niet bij de syndicaten de radicale kaart door dat nu proberen af te dwingen. Laat de sociale verkiezingen inderdaad eerst passeren. Die zijn vastgelegd voor het tweede deel van november. Ze waren aanvankelijk voorzien voor de maand mei. Daarna, dan speelt het regeerakkoord voluit, krijgen die syndicale partners zes maanden de tijd. Als ze dat binnen dat halfjaar, binnen die ruime tijdspanne, niet geregeld krijgen, dan moet de politiek, de Vlaamse Regering, haar volle verantwoordelijkheid nemen en zorgen dat in Vlaanderen eindelijk dat principe van de gegarandeerde dienstverlening bij De Lijn waarheid wordt.
Ik vind het doel belangrijker dan het tijdstip. Of dat nu heel snel of redelijk snel gebeurt, als het maar eindelijk gebeurt. Dat is in het belang van alle reizigers, denk ik.
De heer Claes heeft het woord.
Minister, u hebt het er eigenlijk al vaak over gehad en ik denk dat we het er allebei over eens zijn: het gaat over stiptheid en betrouwbaarheid. Want het succes van ons openbaar vervoer hangt af van de vraag of er goede dienstverlening is. Als het daar hapert, zullen we ook geen reizigers kunnen blijven overtuigen om tram of bus te nemen.
Stakingen kunnen daarbij roet in het eten gooien, maar ik denk dat we vandaag ook in de krant hebben kunnen lezen dat er veel ritten onlangs werden afgelast door technische problemen, of door een gebrek aan technisch personeel om die problemen bij De Lijn op te lossen. Ik heb daar toch ook een beetje een bedenking bij.
Uit een antwoord op een schriftelijke vraag die ik aan u had gesteld, heb ik kunnen afleiden dat De Lijn weldra de overschakeling zal maken naar elektrische bussen. Er worden 925 bussen besteld op korte termijn. Ik vraag mij af of er voor dat type voortuigen dan wel voldoende technisch personeel beschikbaar is bij De Lijn. En is er op de arbeidsmarkt sowieso personeel te vinden om eventueel aan te werven om die problemen aan te pakken? Want zoals daarnet al is gezegd is stiptheid en betrouwbaarheid belangrijk: ook bij technische problemen moet er snel een oplossing komen, moeten die problemen snel aangepakt worden. Anders kunnen we geen reizigers blijven overtuigen. Ik dank u.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Collega Maertens, u zei in het begin van uw vraagstelling dat uw partij en de partij van de minister de gegarandeerde dienstverlening altijd hebben vooropgesteld. Wel, ik denk dat u ook in onze partij een partner vindt, en dat wij dit ook in het regeerakkoord mee hebben onderschreven, voor alle duidelijkheid.
Nu, het werd al gezegd, maar de stakingen zijn nefast voor het imago en de betrouwbaarheid van De Lijn. Het jaagt de mensen weg van het openbaar vervoer, terwijl we dat net willen bewerkstelligen. We hebben vorige week inderdaad het jaarverslag van De Lijn besproken in de commissie – Marino Keulen heeft er al naar verwezen. Daar stelde De Lijn toch vast dat er een record aantal klachten waren: 38 procent meer dan in 2018.
De klachten gingen vooral over het afschaffen van bepaalde ritten. Een groot deel van de afgeschafte ritten ging over stakingsdagen. Er waren in 2019 maar liefst 31 stakingsdagen. We begrijpen dat een dergelijk plan voor gegarandeerde dienstverlening het best wordt opgemaakt in overleg met de vakbonden. Maar de sociale verkiezingen worden of werden natuurlijk uitgesteld, alle begrip daarvoor. Minister, we vragen toch ook dat u hier niet te lang mee wacht. Een goed akkoord is beter dan een snel akkoord, maar we kunnen dat niet nog eens op de lange baan schuiven. Als we echt willen gaan naar een modal shift, gaan we ook hier een tandje moeten bij steken, en ervoor zorgen dat er op redelijk korte termijn een heel goed akkoord is rond gegarandeerde dienstverlening.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, ik ben blij dat er ten minste nog één collega uit de meerderheid, collega Keulen, het stakingsrecht ook benoemt als een fundamenteel recht. Want ik moet zeggen dat uw partijgenoot Kathleen Verhelst afgelopen weekend nogal sterk de moeite heeft gedaan om te zeggen dat staken passé is, en dat dat iets is voor in de vrije tijd. Ik hoop dat u dat vanuit uw partij stilaan uitklaart. Misschien kan u daar wel op antwoorden.
Collega’s, laat het heel duidelijk zijn: voor de Groenfractie is beleid er niet in de eerste plaats op gericht om stakingen in te perken maar vooral om stakingen te vermijden. Minister, het is echt onze oprechte overtuiging dat de reizigers en de werknemers eigenlijk dezelfde doelstellingen hebben: een performant, sterk openbaar vervoer dat voor iedereen aantrekkelijk is.
Stakingen vermijden doen we niet door per se in de eerste plaats een basisdienstverlening in te voeren. Dat doen we vooral door andere dingen te doen: investeren in De Lijn. Dat hebben we al die jaren nagelaten, en dat klagen die medewerkers ook keer op keer bij stakingen aan. Het is dat pijnpunt, die fundamentele reden voor stakingen die we moeten aanpakken. Daarom doe ik een oproep om inderdaad te investeren in sociaal overleg, om alternatieve actievormen zoals een betaalstaking te onderzoeken, maar vooral om meer dan ooit te investeren in De Lijn. Het is nodig, onze reigers en onze medewerkers verdienen dat. Ik dank u.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, de helden van de coronacrisis waren naast het zorgpersoneel toch wel alle Vlamingen die het land draaiende hielden. En daar zitten de buschauffeurs zeker bij. Zij bleven in heel moeilijke omstandigheden rijden. Ze verdienen onze steun, ze verdienen onze waardering.
Daarom was ook mijn hoop vandaag dat een vraag over De Lijn zou gaan over betere werkomstandigheden en loon naar werken voor deze buschauffeurs.
Minister, ik heb dan ook maar twee vragen voor u.
U mag er eigenlijk maar een stellen.
Minister, ik heb één vraag voor u. Wat zult u doen om stakingen te vermijden en om de werkomstandigheden voor al die buschauffeurs structureel op lange termijn te verbeteren?
Collega’s, dank u wel voor de bijkomende vragen en de opmerkingen. Eerst, er is inderdaad een recht op staken. Er is ook een recht op werk. Opnieuw, ik denk dat onze reizigers allemaal wel degelijk recht hebben op een performant overheidsbedrijf voor openbaar vervoer. Die hebben wel degelijk recht op stipte en betrouwbare dienstverlening.
Ik heb daarstraks al gezegd dat 2019 geen goed jaar was. Dat hebben we vorige week ook uitgebreid besproken in de commissie. Zoals mevrouw Fournier al zei, er waren inderdaad niet minder dan 31 stakingsdagen. Die stakingen kunnen meerdere redenen hebben, maar we moesten toch ook wel vaststellen dat het heel vaak één vakbond was die overging tot staking, terwijl de andere die stakingen niet volgden. Dat wil ik hier toch ook heel even mee onderschrijven. Er werd immers zonder meer gesteld dat die stakingen te wijten zijn aan slechte werkomstandigheden of aan te weinig technisch personeel. Er is een krapte op de arbeidsmarkt, zowel inzake chauffeurs als inzake personeel, maar we weten ook dat De Lijn er vorig jaar in is geslaagd om niet minder dan achthonderd nieuwe mensen te rekruteren. Dat is dus een pluim voor de organisatie van De Lijn. Als dat geen gegeerde werkgever zou zijn, zou dat ook niet zijn gelukt, maar dat is wel degelijk gelukt.
Dus, dat de werkomstandigheden of dergelijke niet goed zouden zijn en dat men daarom overgaat tot staking, durf ik hier toch wel in twijfel te trekken, zeker omdat niet alle vakorganisaties tot een staking zijn overgegaan.
Die 31 stakingsdagen waren er alleszins veel te veel, en opnieuw, de reiziger is telkens de dupe ervan. Dat is wat ons allen aanbelangt: die reiziger die recht heeft op een stipte en betrouwbare dienstverlening. Daar moeten we inderdaad allemaal werk van maken.
Wil ik nu die gegarandeerde dienstverlening op de lange baan schuiven? Neen, absoluut niet. Ik denk dat we wel degelijk werk moeten maken van wat in ons regeerakkoord staat. In het regeerakkoord staat expliciet dat er enerzijds een kans moet worden gegeven aan het sociaal overleg, dat dat overleg alle kansen moet kunnen krijgen, maar het lijkt me geen goede zaak om de kwestie van de gegarandeerde dienstverlening alleen het voorwerp te laten uitmaken van de nakende sociale verkiezingen van november.
Uitstel is zeker geen afstel in dezen, temeer omdat in de beheersovereenkomst die de Vlaamse Regering met De Lijn heeft gesloten en die recentelijk met een jaar werd verlengd, ook in het kader van de benchmarkstudie, duidelijk staat dat De Lijn er op dit ogenblik zelf al voor kan zorgen dat er voor de prioritaire lijnen minstens een verschuiving van personeel is, zodat minstens daar kan worden gereden. Dat is misschien een softe vorm van gegarandeerde dienstverlening, maar dit is er op dit ogenblik al wel. Daarvan kan men wel degelijk gebruikmaken in het kader van de beheersovereenkomst.
Opnieuw, ik hoop alleszins dat we in het najaar zelf een voorstel zullen krijgen van De Lijn, nadat ze daaromtrent heeft overlegd met de sociale partners, maar mocht dat te lang uitblijven, dan is er natuurlijk altijd nog de volgende stap, en die is ook expliciet omschreven in het regeerakkoord. Als er na het sociaal overleg geen voorstel komt van De Lijn inzake gegarandeerde dienstverlening, dan kan de Vlaamse Regering alsnog zelf een voorstel uitwerken en dat vervolgens ter goedkeuring voorleggen hier in het Vlaams Parlement.
Opnieuw, er is misschien wel enig uitstel, maar zeker geen afstel. We zullen erop blijven hameren dat De Lijn alleszins een gegarandeerde dienstverlening zal organiseren en dat de reizigers alleszins niet in de kou blijven staan.
Minister, dank u. Ik heb eigenlijk geen antwoord gekregen op mijn vraag hoe u die gegarandeerde dienstverlening dan concreet ziet, maar ik heb er begrip voor dat u vandaag geen uitspraken wilt doen, ook om de sociale verkiezingen niet te bemoeilijken.
Ik doe het niet graag, maar ik denk dat we ons moeten spiegelen aan de federale overheid en aan de NMBS, zoals collega Keulen daarnet zei, waar er een duidelijk systeem is waarbij werknemers drie dagen op voorhand te kennen geven dat ze zullen staken en dat er dus geen dienstverlening van hunnentwege zal zijn. En dan kan de NMBS 24 uur voor de dag waarop er wordt uitgereden, zeggen welke lijnen wel en niet beschikbaar zullen zijn. Ik denk dat we ons daaraan moeten spiegelen. Ik wil u die tip meegeven.
U wijst heel terecht op het recht op staken, absoluut. Er is het recht op werk. Er is ook het recht op een goede dienstverlening. En dat is heel belangrijk, die stiptheid en die betrouwbaarheid. Dat is voor ons cruciaal. Ik wil dan ook niet dat we dit zeer lang laten liggen en dat we dat blijven rekken. Als ik reken vanaf november plus zes maanden, kom ik in mei uit. Ik ben niet meteen een heel gelovig man, maar het regeerakkoord is voor mij als een bijbel, dus laat ons dan misschien op Pasen mikken.
De actuele vraag is afgehandeld.