Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het Vlaams herstelplan voor de economische relance na de coronacrisis
Actuele vraag over het solvabiliteits- en herstelplan
Verslag
De heer Bothuyne heeft het woord.
We hadden het daarnet over de horeca, die hopelijk binnenkort weer open mag gaan. Je zou er in deze weersomstandigheden warempel dorst van krijgen. Maar ik wil het hebben over een ander soort dorst, een dorst naar kapitaal en werkingsmiddelen voor onze Vlaamse kmo’s en bedrijven, die middelen nodig hebben om de lonen van hun mensen uit te keren, om de facturen van hun leveranciers te kunnen uitbetalen, om investeringen te kunnen financieren, of eventueel zelfs nieuwe investeringen te kunnen doen in de komende maanden. Dat is niet evident in deze economisch bijzonder zware en moeilijke tijden. Een beetje hulp vanuit de Vlaamse overheid kan daarbij zeker helpen.
Minister Crevits heeft maandag samen met de collega’s uit de Vlaamse Regering een viergangenmenu aangekondigd, een vierluik: een herstelplan met een welvaartsfonds, dat middelen uit de privésector wil combineren met overheidsgeld, om te investeren in onze Vlaamse bedrijven, een ‘vriendenaandeel’, een beetje naar analogie van de Winwinlening, het optrekken van de waarborgcapaciteit, en ook nog eens de capaciteit optrekken voor achtergestelde leningen voor onze Vlaamse kmo’s. Dat zijn vier bijzonder belangrijke maatregelen, die niet alleen overheidssteun in het vooruitzicht stellen, maar die ook het activeren van het spaargeld in Vlaanderen als instrument gaan hanteren. Dat zijn aanbevelingen die we ook in de hoorzittingen vaak gehoord hebben van de experten die langskwamen in de commissie Economie en Werk van dit parlement.
Het komt er nu op aan om die maatregelen versneld en zo snel mogelijk uit te rollen, het vertrouwen te winnen van de Vlaamse spaarders om mee te gaan investeren en het vertrouwen te winnen van de Vlaamse kmo's om gebruik te maken van die instrumenten. Minister, op welke manier en op welk moment zult u die instrumenten operationeel kunnen maken, promoten en tegelijk ook afstemmen met de collega's van de federale overheid, die ook een aantal steuninstrumenten in het vooruitzicht stellen?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Collega's, we hebben op het federale niveau inderdaad een bazooka 1 gehad, die vooral ging over uitstel van betalingen, overbruggingskredieten, met de waarborgen tot een jaar. Wij hebben ook een bazooka 2 gezien, met vooral fiscale maatregelen, zoals de ‘carry-back’. Laten we dat allemaal stoppen onder de noemer: korte termijn en goed voor de cashpositie en liquiditeit. Dat was ook het eerste dringende probleem dat er was.
Op Vlaams niveau hebben we inderdaad ook van in het begin heel snel ingezet op de korte termijn en op de liquiditeit en de cashpositie, met de hinderpremie, de compensatiepremie, de handelshuurlening. Er werd ook uitstel verleend, bijvoorbeeld voor onroerende voorheffing. Maar tegelijkertijd zijn we ook zaken beginnen te creëren om de solvabiliteit van onze bedrijven, de kapitalisatie van onze bedrijven, te versterken en te verbeteren, zodat we de fundamenten voor onze bedrijven ook op lange termijn kunnen uitbouwen, met de achtergestelde lening op drie jaar, die is uitgebreid, met de waarborgcapaciteiten van 3 miljard euro voor PMV/z en Gigarant, met de Winwinlening enzovoort.
Er zaten echter nog een paar hiaten in, minister. En die hiaten hebt u nu, met de persconferentie van maandag, voor een goed stuk opgevuld. PMV zal kijken voor een welvaartsfonds, een solvabiliteitsfonds van 500 miljoen euro, waarin zowel particulieren als institutionelen kunnen beleggen. Maar dat is niet enkel voor start-ups en scale-ups. Ik vind dat zeer belangrijk. Ik heb daar al verschillende malen op aangedrongen: niet enkel voor de kroonjuwelen en de parels, maar ook voor de innovatieve bedrijven.
Minister, het gaat er ook om dat u bijkomend in 250 miljoen euro voorziet voor de achtergestelde leningen. Dat is ook belangrijk. Er is een uitbreiding van de Winwinleningen, maar vooral ook van wat u het ‘vriendenaandeel’ noemt. U weet dat ik daar al verschillende keren op heb aangedrongen. Mensen kunnen hierdoor participeren in het kapitaal van een kmo. Het is duidelijk dat we zo gezinnen de kans geven, zonder ze te verplichten, om fiscaal vriendelijk in kmo’s te investeren.
Mijnheer Gryffroy, hoe luidt uw vraag?
Mijn vraag is eigenlijk relatief eenvoudig. Dit is aangekondigd. Wanneer zal het operationeel worden?
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Voorzitter, zoals al is gezegd, kreunen de ondernemingen onder de coronacrisis. Ze zitten krap bij kas en we hebben nood aan een diepgaande economische relance. Die zal er echter pas komen als we investeren, want dat is sparen voor morgen. Het gaat dan zowel over publiek investeren, met publieke middelen, als over privaat kapitaal mobiliseren aan gunstige voorwaarden.
Minister, daarvoor hebt u vanuit sp.a alle steun, maar we denken dat het welvaartsfonds, dat het privaat kapitaal voor ondernemers moet mobiliseren en dat de spaarders-investeerders een fiscaal voordeel geeft, pas echt tot een economische relance kan bijdragen indien ook voorwaarden worden gekoppeld aan de sectoren en aan de activiteiten die de ondernemingen zullen ontplooien. We hebben natuurlijk nood aan een Vlaamse verankering, maar vooral ook aan een ‘new social deal’, aan een economische relance die ook klimaatdoelstellingen nastreeft, en aan grote publieke investeringen die de Vlaamse samenleving opnieuw vooruithelpen. Wat ons betreft, knelt daar het schoentje.
Minister, overtuig ons van het tegendeel.
Minister Crevits heeft het woord.
Voorzitter, ik ben bijzonder blij dat de Vlaamse Regering een groot herstelplan heeft voorgesteld. Dit herstelplan situeert zich tussen twee fases. De eerste fase is de fase waarin we acute maatregelen moesten nemen. De compensatiepremie en de hinderpremie bevinden zich in die fase. De vraag was toen hoe we de directe noden van de bedrijven konden lenigen. De derde fase is de relancefase. Er zijn twee comités die nu een aantal relancemaatregelen opstellen. De maatregelen die we nu nemen, passen in dat herstel en in het financieel slagkrachtig houden van onze bedrijven.
Zoals al is gezegd, zijn vier elementen van belang. Er zijn de waarborgen via PMV/z en via Gigarant, waarover we het al uitgebreid hebben gehad. Er zijn de achtergestelde leningen via PMV met een looptijd van drie jaar. Die leningen sluiten zeer mooi aan bij wat de federale overheid nu doet, en ik hoop dat dit in de toekomst zo zal blijven. Er is de Winwinlening, waarvoor we de plafonds optrekken. Tot slot is er iets nieuws: het vriendenaandeel. We hebben dit niet het win-winaandeel genoemd, want het gaat natuurlijk om een participatie in een bedrijf en dat leidt niet noodzakelijk tot een win-winsituatie. Daar zitten altijd risico’s aan vast en dus hebben we dit het vriendenaandeel genoemd. We geven een fiscaal voordeel aan mensen die bereid zijn om een kapitaalparticipatie te nemen in een bedrijf dat ze kennen. Die mogelijkheid wordt nu geopend, maar dat is langs parlementaire weg al herhaaldelijk gevraagd en de Vlaamse Regering is hierop ingegaan. Verder is er nog het welvaartsfonds, dat volledig in de steigers moet worden gezet. Daar is een fiscaal voordeel aan verbonden, maar ook een voordeel door middel van de erfenisrechten.
Mevrouw Gennez, het klopt dat we een doelgroep hebben afgebakend. Daar is daarnet al naar verwezen. Die doelgroep is vrij ruim, maar er komt zeker een ethisch kader. De vraag is dan hoe welke bedrijven kunnen worden gesteund. Dit was een van de amendementen van sp.a vorige week. Het is de bedoeling naar een aantal zaken te kijken, bijvoorbeeld de tewerkstelling in Vlaanderen. Het is uiteraard niet de bedoeling vanuit dat fonds zwaar in buitenlandse bedrijven te participeren. PMV moet dat kader en de daaraan gekoppelde voorwaarden de komende weken uitwerken.
Wat de timing betreft, is voor het welvaartsfonds en het vriendenaandeel een decreetswijziging nodig. Dit is ook nodig voor de aanpassing van de plafonds voor de Winwinlening. Dit wordt nu voorbereid en ik hoop hiermee heel spoedig naar het Vlaams Parlement te kunnen komen.
Een aantal zaken worden decretaal verankerd. Ik wil iedereen herinneren aan de discussie over de waarborg van Gigarant die we een aantal weken geleden hebben gevoerd. Bepaalde zaken maken deel uit van een akkoord. Tijdens de dossierbehandeling moet worden gekeken naar de voorwaarden die moeten worden vervuld.
Als je natuurlijk een fiscaal voordeel geeft, dan moet je dat decretaal verankeren. Ik hoop dat ik de volgende weken met het ontwerp van het decreet naar de Vlaamse Regering kan gaan. Ik hoop ook op u aller steun voor deze twee kapitaalversterkende maatregelen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Dank u, minister. We zijn bijzonder blij met de instrumenten die u in stelling brengt en we zullen er, denk ik, vanuit het parlement eensgezind aan werken om die hier zo snel mogelijk goedgekeurd te krijgen.
U verwijst er al naar dat er ook op het federale niveau het een en ander in beweging is. Uw collega, minister De Croo, had met veel tromgeroffel een bazooka aangekondigd, maar blijkbaar hapert dat instrument links of rechts nog een beetje. Ik ben blij dat de Federale Regering aan dat bazooka-instrument de nodige herstelwerkzaamheden zal doen. Ik hoop tegelijkertijd dat de federale collega’s niet op het terrein van de Vlaamse instrumenten komen, die hier in stelling worden gebracht. Het is noodzakelijk om in deze crisistijd onze overheden parallel en complementair te laten werken en niet in elkaars vaarwater te laten terechtkomen.
Hebt u hierover overleg gepleegd met uw federale collega en ook met de banken, want die zijn cruciaal voor de financiering van onze bedrijven en kmo’s?
De heer Gryffroy heet het woord.
Dank u, minister, voor het uitgebreide antwoord. Ik wil wat verder ingaan op de bezorgdheid van mijn collega, de heer Bothuyne. Ik denk dat het logisch is dat het federale niveau, met de instrumenten dat het heeft of nog heeft, zich vooral inzet voor de liquiditeit en korte termijn. Als we het over solvabiliteit hebben, gaat het over kapitalisatie en dan komen we op het regionale – lees: het Vlaamse – niveau. Ik denk inderdaad dat we dit heel duidelijk moeten maken, ook aan de ondernemers. Straks zullen zij zeggen dat ze door de bomen het bos niet meer zien. Moeten ze op het federale of Vlaamse niveau zijn? Die vraag is ook heel cruciaal als het over de solvabiliteit en de lange termijn gaat. Dat kun je niet oplossen door in de belastingaangifte een fiscaal voordeel te geven via een ‘carry back’-maatregel, maar wel door win-winleningen, waarborgen, vriendenaandelen en het welvaartsfonds.
Mijn vraag sluit dus wat aan bij die van de heer Bothuyne. Wordt er duidelijk overleg gepleegd met het federale niveau, zodat die scheidingslijn heel transparant en heel zuiver gemaakt kan worden?
Mevrouw Gennez heeft het woord.
We zijn ervan overtuigd, minister, dat onze welvaart versterkt zal worden door een combinatie van twee dingen. Eerst en vooral stropen duizenden kleintjes de mouwen op om effectief te investeren, te innoveren en voor die new social deal te zorgen. Anderzijds moet er natuurlijke een bazooka aan publieke investeringen komen. Op dat vlak valt het op dit moment toch wat tegen. Als je kijkt naar wat de Vlaamse Regering voorziet, namelijk 1,65 miljard euro tot 2024, dan is dat een peulschil van wat we nodig hebben om Vlaamse bedrijven, bijvoorbeeld in de bouwsector, zuurstof te geven. Trek die investering naar voren en zorg dat u meer investeert om de toekomst in Vlaanderen vorm te geven. Zo kunnen we meer jobs creëren en de economische groei herstellen. Op dit moment is dit geen herstelplan, laat staan een relanceplan, dat echt voor de uitweg uit de crisis kan zorgen.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik denk dat de relance enorm belangrijk is. Over de geluiden die ik bij de collega’s van de linkerzijde hoor, maak ik me toch wel wat zorgen. Ik hoor daar vooral de oplossingen van het verleden, in plaats van die voor de toekomst. Wat is er door de federale collega’s de voorbije weken niet allemaal gezegd: er moeten voor 192 miljard euro extra overheidsschulden gemaakt worden, ontslagen moeten onmogelijk gemaakt worden, het brugpensioen moet opnieuw bespreekbaar worden, volgens de PVDA moeten sectoren opnieuw genationaliseerd worden… We moeten daar eerlijk in zijn: dat zijn geen oplossingen voor de toekomst. Het geld van de overheid is niet oneindig. We moeten daarin onze verantwoordelijkheid nemen, want we zitten nu al met een gigantische put. Volgens de laatste voorspellingen gaat het op het federale niveau over een put van 46 miljard euro, met bovendien een overheidsbeslag dat tot een van de grootste ter wereld hoort. Dat zijn samen de twee slechtste dingen die je kunt hebben. We moeten daar heel eerlijk in zijn: de oplossingen kunnen niet allemaal van de overheid komen. Gerichte investeringen zijn goed, maar we moeten vooral het private initiatief stimuleren en ervoor zorgen dat mensen opnieuw de vrijheid krijgen om te gaan werken, zonder dat ze dood belast worden; dat ze kunnen ondernemen, zonder administratieve rompslomp.
Uw vraag luidt?
Ik ben er zeker van dat de economische experten die mening delen in het relanceplan. Laten we hen als Vlaamse Regering volop volgen. Laten we niet terugkeren naar de oplossingen van het verleden. Daarvoor hebben we de volgende jaren ook simpelweg geen geld voor.
De heer Annouri heeft het woord.
Voorzitter, minister, het is ongelooflijk goed dat er zal worden geïnvesteerd, het is nog belangrijker waarin men gaat investeren. U hebt zelf enkele criteria aangegeven: Vlaamse verankering, ethisch. Het moet de komende weken nog verder worden uitgewerkt door PMV. Ik heb in de commissie al een paar keer gezegd dat er voor mij geen onderscheid is tussen het economische, het ecologische en het sociale. Ze kunnen elkaar versterken en het is ‘the way out’ naar de toekomst wanneer het gaat over relance.
Ik zou u dan ook met aandrang willen vragen dat, als het over criteria gaat, het duurzame en het sociale expliciet worden opgenomen, zodat de dingen die we willen doen groeien en de piste die we willen bewandelen, ervoor zorgen dat de maatschappij en de economie die we vormgeven, passen in een samenleving die socialer en duurzamer zal zijn, zoals ook veel experten vragen.
Mevrouw Sterckx heeft het woord.
Minister, de maatregelen die zijn genomen in het kader van de relancestrategie van de Vlaamse Regering, dienen de bedrijven van zuurstof te voorzien door de injectie van privékapitaal. Onze partij heeft in het verleden reeds gepleit voor een corona Equity Fund, een kapitaalfonds waarin de gewone spaarder kan participeren en dit onder toezicht van de Nationale Bank. Het is voor ons echter cruciaal dat hardwerkende Vlamingen die hun spaargeld in de economie pompen, de zekerheid krijgen dat hun geïnvesteerde geld aan het einde van de rit terug op hun rekening staat. Het fiscale voordeel, verbonden aan de maatregelen van de regering, zijn positief, maar de garantie dat de kleine spaarder zijn geïnvesteerde kapitaal integraal zal terugkrijgen, wordt niet gegarandeerd.
We vinden het als fractie geen goed idee om kapitaal met een groot risico op te halen bij de mensen die het risico niet goed kunnen inschatten. Om financiële katers te vermijden, zijn duidelijke voorwaarden en een toezichtmechanisme nodig. Zo moet worden uitgesloten dat ondernemingen met een zeer hoog faillissementsrisico het geld gebruiken om uitstaande schulden terug te betalen en hierdoor de burger vervolgens laten opdraaien voor het verlies.
Minister, hoe gaat de Vlaamse Regering de burger garanderen dat hij of zij zijn of haar zuurverdiende geïnvesteerde centen aan het einde van de rit terugziet?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega's, ik dank u voor de grote interesse voor deze vraag.
Collega Bothuyne en collega Gryffroy, artikel 39 van de grondwet heeft heel duidelijk bepaald waarvoor de regio's bevoegd zijn en daar hoort de kredietverschaffing en de hinderpremie bij. Ik kan me niet inbeelden dat men nu plots concurrentiële maatregelen zou gaan nemen. We hebben er trouwens heel goed voor gezorgd – en ik heb er persoonlijk over gewaakt – dat het Bankenplan eerst federaal tot stand is gekomen en dat wij er vervolgens de blokken naast hebben gebouwd om net de complementariteit te garanderen. Ik hoop dat die ook de komende periode kan worden gevrijwaard.
Er is vorige week een interministerieel overleg geweest waar de federale ministers van Economie en Financiën aan deelgenomen hebben en ook de ministers van Economie en Financiën van alle regio's. We hebben daar informatie uitgewisseld. Natuurlijk zijn de vragen van Brussel, Wallonië en Vlaanderen een beetje anders. Wij hebben een sterk uitgebouwd kredietverleningssysteem en heel sterke participatiemaatschappijen. Vandaar dat er mogelijk wel andere vragen komen vanuit de diverse regio’s en dat we samen een compromis zullen moeten zoeken. In elk geval is de bevoegdheidsverdeling duidelijk.
Er is deze ochtend ook een bankenoverleg geweest. Er is afgesproken – en dat is wel positief – dat de banken, maar ook de werkgeversorganisaties, de nieuwe instrumenten actief mee zullen promoten. Je kunt wel zeggen dat we een vriendenaandeel hebben of een fonds waarin we samen kunnen participeren, maar als niemand er iets over zegt, zal het natuurlijk ook niet worden gebruikt en net die twee instrumenten kunnen van belang zijn om het kapitaal bij ondernemingen te versterken. (Lawaai van vallende vuilbak)
Ik hoop dat dit niet betekent dat u het niet met mij eens bent, collega Vande Reyde. (Gelach. Opmerkingen)
U hebt dringend een terrasje nodig, want er is enige agressie in uw gedrag merkbaar. Het is een publieke vuilnisbak, maar hij is nog heel.
Collega Vande Reyde deed daarnet een poging om de publieke investeringen op te trekken, maar het is hem niet gelukt, want er is geen krasje te bemerken.
Collega's, ik denk dat dit debat – en ook de opmerking van collega Annouri past hierin – zal worden gevoerd in de beide relancecomités. Want nu stellen we natuurlijk twee financiële maatregelen voor, maar er zal meer nodig zijn om onze economie in gang te trekken. Ik ben het eens met de manier waarop collega Annouri het formuleert. Je moet de economische groei en de maatschappelijke transities met elkaar verweven. De breuklijnen die er waren voor de crisis, zijn niet weg. Als we nu dus een relance nemen, moeten we ervoor zorgen dat het duurzame en het ecologische meegenomen wordt. Maar we mogen de sociale aspecten zeker niet uit het oog verliezen.
Collega Sterkx, wat dat equity fund betreft – het kind moet een naam hebben, bij ons is dat het welvaartsfonds – ben ik het niet eens met uw stelling. U zegt dat wie investeert in een kapitaalparticipatie, altijd de garantie moet hebben dat hij zijn inleg volledig terugkrijgt. Dat is natuurlijk een verschil. Je kunt ook een win-winnlening toestaan die moet worden terugbetaald. Daar zit dan een waarborg op. Maar als het gaat over een participatie in het kapitaal van het bedrijf, dan stimuleren we dat door een belastingvoordeel te geven. Maar het is dan de bedrijfsactiviteit die zal bepalen of er al of niet iets wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders.
Het ene luikje is de vriendenparticipatie, omdat het om een bedrijf gaat dat je kent. Dat vraagt dus wel enige kennis. Het tweede luik gaat samen met PMV. We hebben daar een professioneel fonds mee, net om de betrouwbaarheid voor een stuk te verhogen. Iedereen die kijkt naar de manier waarop PMV de voorbije jaren werkte of heeft gewerkt, weet dat dat goed loopt. Zij zullen dus ook hun expertise inzetten. Maar we hebben ervoor gekozen om geen waarborg te geven als overheid, wat dat betreft.
Collega’s, ik besef dat er nog veel stappen nodig zullen zijn. Ik ben mijn uiteenzetting gestart met de melding dat dit financiële maatregelen zijn, een financieel herstel. De relance waar ook een aantal van jullie aanzetten toe hebben gegeven, komt eraan. Dat zal debat nummer 3 worden, na de directe maatregelen en de maatregelen voor het financieel herstel. Ik dank u.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Collega’s, ik denk dat we werk moeten maken van een slimme relance, een slimme relance waarbij we een beroep doen op de 283 miljard euro op de Vlaamse spaarboekjes. We moeten het Vlaamse spaargeld maximaal inzetten, in combinatie met intelligente overheidsmaatregelen. Het Vlaamse welvaartsfonds, die regeling rond het vriendenaandeel, is een goede hefboom. Het zijn Vlaamse hefbomen om kapitaal in te zetten voor onze Vlaamse kmo’s, om op die manier zoveel mogelijk jobs te gaan redden.
Daarnaast is er inderdaad ook nood aan gerichte publieke investeringen die de economie herlanceren en tegelijk het klimaat vooruithelpen. Ik denk aan investeringen in de energietransitie, in emissievrije mobiliteit, in de renovatie van onze woningen en dergelijke meer. Maar bovenal is er nood aan samenwerking: samenwerking op de vloer, tussen werkgevers en werknemers, tussen overheid en privé, en uiteraard tussen de Europese, federale, Vlaamse en lokale overheden. Alleen samen kunnen we deze crisis aan.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik zou willen eindigen met drie puntjes. Ten eerste: u hebt terecht gezegd dat we complementair moeten zijn en dus niet concurrentieel. Ik denk dat dat inhoudelijk ook heel duidelijk is. Waar het federale niveau het vooral heeft over liquiditeit en de korte termijn moeten wij het hebben over solvabiliteit en de lange termijn en moeten we de fundamenten van de bedrijven uitbouwen.
Ten tweede is het vriendenaandeel en het welvaartsfonds volgens mij een zeer goed initiatief, zeker als je kijkt vanuit het perspectief van de Vlaamse Regering, die op deze manier probeert om zoveel mogelijk bedrijven te redden die ook voor corona gezond waren. Bovendien geven we de consumenten, de burgers, de kans om ook iets te doen. Het moet of zal dus niet enkel van de overheid komen.
Ten derde wil ik toch even waarschuwen. De sp.a-fractie wil meer geld voor het noodfonds, meer geld voor dit en dat en voor allerlei zaken rond economie. Ik heb daar allemaal geen probleem mee, maar je kunt ook pas meer geld uitgeven aan al die zaken – welzijn, onderwijs, het noodfonds – als je een gezond economisch beleid hebt en gezonde economische bedrijven die zorgen voor toegevoegde waarde. Wat wij moeten doen in ons relancebeleid is een goed kader creëren waardoor die bedrijven inderdaad gezond worden. Dan kunnen ze de overheid helpen om bepaalde zaken te doen.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Ik hoor dat de N-VA sp.a gelijk geeft door te zeggen dat de overheid moet zorgen voor een katalysator op die economische relance. En ik denk dat dat kan, minister, door heel concreet bindende voorwaarden decretaal te verankeren die garanties bieden op dat vliegwiel: investeer in innovatie, zorg dat de relance duurzaam is, werk een grootscheeps renovatieprogramma uit en zorg ervoor dat de bedrijven die gebruik maken van de garanties, ook effectief een engagement nemen inzake tewerkstelling en productie in Vlaanderen.
Dan kunnen overheid en bedrijven samen zorgen voor die economische relance.
De actuele vragen zijn afgehandeld.