Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, ik wil het vandaag even met u over de vergeten sectoren hebben. U weet wel, dat reisbureau waar je normaal gezien je welverdiende vakantie boekt, dat taxibedrijf dat je ’s nachts naar de luchthaven brengt of de toeleveranciers die ervoor zorgen dat je een maaltijd kunt nuttigen tijdens je vlucht. Deze vergeten sectoren, samen met vele andere – de fitnesscentra, de sauna’s, de foorkramers, de feestzalen, de kantines van sportclubs, cafés en restaurants – moesten op 14 maart 2020 als eersten de deuren sluiten voor de lockdown. Deze kleine, lokale zelfstandigen, die vaak op kleine winstmarges draaien, waren de eersten om te sluiten en zullen de laatsten zijn om te heropenen. Het water staat hen aan de lippen. De reissector geeft aan dat 42 procent onder hen de boeken zal moeten sluiten, indien deze situatie tot eind juni aanhoudt. In de evenementen- en recreatiesector dreigt bijna 40 procent failliet te gaan. De situatie wordt stilaan hopeloos en uitzichtloos. Het is nu vijf over twaalf. De kosten blijven lopen en er komt niets binnen, maar de overheid weigert pertinent om haar verantwoordelijkheid te nemen en een perspectief op heropening te bieden. Wij, als het Vlaams Belang, vrezen dan ook voor veel lijken op het kerkhof.
Daarom vragen we om werk te maken van een doordacht exitplan dat steunt op een aantal pijlers. Ten eerste, geef ons een geplande openingsdatum, waar in het geval van bijkomende besmettingen nog van kan worden afgeweken, zodat de sectoren zich kunnen voorbereiden op de heropening. Ten tweede, geef bijkomende steunmaatregelen om te voorkomen dat de helft van de bedrijven in kwestie failliet gaat, en verleng die steunmaatregelen tot minstens eind september. Geef nu de nodige financiële adem, zodat bedrijven kunnen overleven. Het is voor de ondernemers geen kwestie van winst maken, wel van overleven. U, als minister ,zult dus diep in de zakken moeten tasten om te voorkomen dat deze sectoren failliet gaan. Minister, ik vraag u: wanneer gaat u net als zoveel kleine zelfstandigen ’s nachts eens wakker liggen om te bepalen welke bijkomende steunmaatregelen u gaat nemen om deze sectoren te redden van de ondergang?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega. Normaal gezien doe ik het niet, maar ik heb een expressief gezicht en ik heb toch even mijn wenkbrauwen gefronst bij de vraag over wanneer ik hierover eens zal wakker liggen. Ik vind het eigenlijk niet zo aangenaam om iets dergelijks van u te horen.
U weet dat we met de Vlaamse Regering – of u weet het niet en dan zal ik het nog eens uitleggen – bij het uitbreken van de crisis onmiddellijk beslist hebben om voor alle sectoren, alle winkels en alle bedrijven die de deuren moesten sluiten, een hinderpremie toe te kennen van 4000 euro, met daarbovenop een premie van 160 euro per dag waarop de deuren gesloten blijven. Ook voor de markten, die nu weer toegelaten worden, hebben we tegen de marktkramers, die hun kraam nog niet kunnen opstellen door de beperking van vijftig kramen per markt, gezegd dat de premie blijft lopen. Voor bedrijven die wel geopend bleven, maar die zware omzetverliezen leden, hebben we het mogelijk gemaakt om een compensatiepremie aan te vragen.
De ene week krijg ik het verwijt dat die premies massaal misbruikt worden, de andere week wordt gezegd dat het allemaal op niets trekt en dat ik niets doe.
Die compensatiepremie is ondertussen al door meer dan 40.000 bedrijven aangevraagd. Die periode loopt nog, je kunt die aanvraag nog een hele tijd indienen.
Collega Malfroot, waar ik het wel mee eens ben, is dat er heel dringend perspectief moet komen. Ik heb het ook in mijn vorig antwoord gezegd: je moet perspectief krijgen over wanneer je weer in actie kunt schieten. Een restaurant moet weten wanneer het weer kan opengaan. Een café moet, mits duizend-en-een voorwaarden, weten wanneer het weer de ramen en deuren kan openzetten om mensen binnen te laten. De reissector idem dito. Ik heb alle begrip voor het deel van uw vraag dat gaat over het perspectief. Ik kan u ook melden dat we ook vandaag hebben samengezeten met de horecasector om te kijken hoe je geleidelijk aan kunt werken aan de exit.
Collega Malfroot, ik hoop dat we begin juli groen licht zullen krijgen op vele fronten. Ik kan u ook verzekeren dat al onze steunmaatregelen tot deze datum blijven lopen. Maar nu al zeggen dat het allemaal zal blijven lopen tot september, is te vroeg. Ik wil eerst weten op welke manier we dat perspectief kunnen bieden. Maar als het perspectief nog onvoldoende is om fatsoenlijk te kunnen opengaan, dan gaan we met de Vlaamse Regering uiteraard een extra steunpakket uitwerken.
Mevrouw Malfroot heeft het woord
Minister, ik ben wel degelijk op de hoogte van de steunpremies. De hinderpremie is inderdaad een goede maatregel. De compensatiepremie volstaat niet voor een aantal van deze sectoren, zoals de taxibedrijven, om uit de kosten te komen. Vandaar ook mijn vraag naar extra steun. Ik hoop dat u de noden van de sector volgt en dat u in samenwerking met uw collega's van Toerisme en van Mobiliteit toch nog ergens een steunfonds voor de taxibedrijven de bussector kunt toekennen voor deze resem aan zelfstandigen en coronaslachtoffers, die groep van 120.000 inactieven, zoals u ze noemt. Er rest ons nu één opdracht, en dat is werken aan het behoud van jobs.
Daarnaast las ik deze week ook een verontrustend artikel in Horeca Magazine, waarin stond vermeld dat waar corona bewezen wordt, dit juridisch vervolgd zal worden. Ik kan het u eventueel doorsturen.
Mevrouw Malfroot, u moet wel afronden.
Er zijn heel veel ondernemingen opgestart die fors geïnvesteerd hebben in veiligheidsmaatregelen, en andere staan te popelen om te mogen heropstarten. Lopen die bedrijven wel degelijk een risico op een juridische heksenjacht bij een eventuele besmetting buiten de eigen wil om, want wie gaat überhaupt bewijzen dat die besmetting daar plaatsvond?
Dat was een heel lange vraag.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Collega Malfroot heeft het over vergeten sectoren. Collega, ik denk dat er geen vergeten sectoren en geen vergeten bedrijven zijn. Als u naar de realiteit van het Vlaamse economische beleid kijkt, moet u toegeven dat elk bedrijf dat problemen heeft, een beroep kan doen op de Vlaamse overheid. Waar u honderd procent gelijk in hebt, en UNIZO ook, want u verwijst naar hun communicatie denk ik, is dat er veel verschillen zijn tussen de bedrijven en de sectoren wat betreft de impact van deze crisis. Bijvoorbeeld de horecasector, voor ons bijzonder belangrijk, heeft een aanpak op maat nodig en ook andere sectoren hebben dat nodig. Ik ben blij dat de minister in overleg is met Horeca Vlaanderen om een perspectief te bieden op een veilige heropening. Ik zie ook dat er federaal een btw-verlaging naar 6 procent aangekondigd wordt. Ook dat maakt een bijzonder belangrijk verschil voor de horeca. Minister, ik wil u vragen hoever u staat met de operationalisering van het akkoord rond de handelshuur, want ook dat is zeer belangrijk voor heel veel horecaondernemers om te kunnen overleven in deze crisisperiode.
De heer Ronse heeft het woord.
Ik was ook even verontwaardigd over die opmerking. Als er nu één minister en één regering is die er blijk van geeft wakker te liggen van de noden van de vele zelfstandigen in moeilijkheden, dan is het wel deze regering, deze minister en deze administratie. Ik vind dat we daar toch de puntjes op de i mogen zetten.
Los daarvan leef ik nu ook wel keihard mee met die sectoren, ik denk aan hoteliers, mensen die een avonturenpark uitbaten en noem maar op, die constant moeten wachten, wachten, wachten zonder enig uitzicht op wanneer ze opnieuw mogen doen waar ze gepassioneerd voor zijn, zijnde ondernemen, een zaak opendoen, opnieuw overleven.
Een aantal buurlanden, bijvoorbeeld Nederland, zijn een voorsprong aan het nemen op het heractiveren van sectoren. Ik zou er toch toe willen oproepen om, met respect voor wat de experts en de virologen zeggen en wat maatschappelijk verantwoord is, vanuit Vlaanderen maximaal een voluntaristische drive te geven aan het heropenen van wat kan worden heropend. Zeker als je ziet wat de relatie is tussen oversterfte en wat heropend is, bijvoorbeeld in Nederland, denk ik dat we echt moeten doorgaan.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega's, tot nu investeren wij 1,4 miljard euro in de directe economische steun aan onze ondernemingen. Dat is ongezien in Vlaanderen. Dat wil ik toch nog eens onderstrepen. Dat betekent, collega's, dat iemand die moet sluiten tot 8 juni 2020 meer dan 12.500 euro steun zal hebben gekregen. Dus alstublieft, zeg niet dat dat niets is. Dat zijn heel forse bedragen.
Is dat voldoende om alle schade te dekken? Maar neen, natuurlijk niet. Ook de minister-president heeft hier al meermaals gezegd dat wij niet alle schade kunnen dekken. Er wordt heel veel schade geleden, op vele terreinen, door vele mensen. Maar we willen wel vermijden dat handelszaken en ondernemingen die gezond waren voor de crisis, nu door de knieën gaan en kapot gaan door iets waar ze eigenlijk niets aan kunnen doen. Het is iets dat ons overkomen is. Dat is de reden waarom deze regering zich zo fors inzet.
Collega's, sowieso is het van belang dat we de maatregelen nemen die nodig zijn. Collega Bothuyne vroeg naar de handelshuur. Uiteindelijk zal het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) toch het loket zijn voor de handelshuur. De overeenkomsten worden op dit moment opgemaakt, zodat de gesprekken tussen huurder en verhuurder heel snel kunnen plaatsvinden.
Ik ben ook heel blij met de btw-verlaging in de horeca. Maar om echt blij te zijn met de btw-verlaging, moeten de restaurants en de cafés natuurlijk eerst weer open, want anders heb je daar natuurlijk niets aan. Maar het is een goede maatregel om ook in de eerste fase opnieuw wat zuurstof te geven.
Mijnheer Ronse, ik was heel blij met het complimentje dat ik daarnet heb gehoord. U hebt vriendelijk gevraagd of we initiatieven nemen richting de Nationale Veiligheidsraad. Dat is absoluut het geval. Samen met mijn collega’s, minister Zuhal Demir en minister Nathalie Muylle, zoeken we naar een goede strategie om onze cafés en restaurants, en ook die andere bedrijven die wel mogen openblijven, maar door de omstandigheden nagenoeg niets meer te doen te hebben, zoals de taxibedrijven waarnaar collega Malfroot verwijst, een goed perspectief te geven.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Wat we nu meemaken, is een nachtmerrie voor iedereen, zowel voor de werkgevers als voor de werknemers. Een starter kan dat financieel niet rondkrijgen en heeft een strop rond de nek. Een zelfstandige die dertig jaar dag en nacht heeft gewerkt om een buffer op te bouwen, ziet zijn jarenlange inzet nu in corona opgaan. We moeten dus verdere maatregelen nemen en vooruitzichten creëren om die aanhoudende onzekerheid aan banden te leggen.
Minister, ik wil u vragen om dat bericht over die juridische vervolging ingeval een coronabesmetting wordt bewezen, na te gaan. Want dat zou bij heel veel handelaars tot onzekerheid kunnen leiden. Indien dat zou gebeuren, dreigt er wel degelijk een sociaal bloedbad. Ik hoop dat we dat niet op ons geweten willen hebben. Ik wil u vragen om dat zeker na te gaan en om de maatregelen, zoals voor de taxibedrijven en andere sectoren, verder onder de loep te nemen, zodat die bedrijven niet failliet gaan. Ik dank u.
De actuele vraag is afgehandeld.