Verslag plenaire vergadering
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister-president Jambon.
De heer Pieters heeft het woord.
Minister-president, zoals iedereen hier in het halfrond weet, kregen we in Vlaanderen de voorbije zomerperiodes, ondertussen vier op een rij, te maken met zeer langdurige droogte. De negatieve gevolgen voor de Vlaamse landbouw, de industrie en de bevolking zijn door iedereen gekend. Reeds in 2018 vroeg de provinciegouverneur van West-Vlaanderen aan uw voorganger om een dringend volwaardig droogtenoodplan Vlaanderen uit te vaardigen zodat veel efficiënter zou kunnen worden ingegrepen in geval van extreme droogte. In 2019 waarschuwde het Vlaams netwerk van ondernemingen (Voka) op haar beurt dat acht op de tien Vlaamse bedrijven die veel water gebruiken, nog steeds geen individueel noodplan hebben om in te grijpen in het productieproces tijdens perioden van grote droogte. Nog volgens Voka vreest meer dan de helft van die bedrijven dat hun productie bij een watertekort gedeeltelijk zal stilvallen en dat er bovendien veiligheidsproblemen van kunnen komen.
Intussen kondigen zich voor 2020 reeds een nieuwe extreem droge lente en zomer aan. Iedereen verwacht van u dat u concrete acties onderneemt om de waterbevoorrading en de veiligheid bij grote droogte te garanderen. Waarom hebt u tot op heden nog steeds nagelaten om enerzijds algemeen een droogtenood- en afschakelplan Vlaanderen uit te vaardigen en anderzijds grote waterverbruikers te verplichten tot het opstellen van een individueel nood- en afschakelplan?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega Pieters, ik heb begrepen van de vakminister dat zij al regelmatig in de commissie hierover geantwoord heeft. Maar goed, we kunnen die antwoorden hernemen in de plenaire vergadering, want 'repetitio est mater studiorum.' Dat zal ons allen helpen.
Zoals u terecht stelt, worden we dit jaar inderdaad opnieuw geconfronteerd met een periode van lange droogte. Minister Demir volgt de situatie nauw op, samen met de vele experts en met haar diensten. Gisteren nog heeft de droogtecommissie aan de provinciale droogte-overleggen, onder leiding van de gouverneurs, het advies gegeven om het beheerniveau op te schalen van niveau één, zijnde code geel, naar niveau twee, code oranje; een captatieverbod in te stellen voor de ecologisch kwetsbare oppervlaktewaters in hun provincie en de verdere voorbereidingen te treffen voor het eventueel invoeren van een verbod op niet-essentiële toepassingen van water. Nog deze namiddag zullen zij een communicatie verspreiden over de huidige toestand en de concrete maatregelen voor hun provincie. De waterwegbeheerders namen al een aantal preventieve waterbesparende maatregelen. Minister Demir heeft ook AquaFlanders, de koepel van de drinkwaterbedrijven, expliciet gevraagd naar hun bevoorradingszekerheid. Zij hebben ons verzekerd voorbereid te zijn om de waterbevoorrading deze zomer maximaal te kunnen garanderen.
Maar we moeten natuurlijk geen gekke dingen doen. Minister Demir wil iedereen er graag toe oproepen om spaarzaam om te springen met ons drinkwater. Want ook al is onze drinkwaterbevoorrading verzekerd - daar kunnen we van uitgaan –, onze natuurgebieden verdrogen en de kans lijkt groot dat ook onze landbouwers opnieuw problemen zullen ervaren door de droogte. Daarom heeft minister Demir ook al aangekondigd dat het de hoogste tijd is dat we van de strijd tegen de droogte een prioriteit maken. We hebben daarvoor de basis gelegd in het regeerakkoord en ook in de waterbeleidsnota. We zullen de diverse acties en de maatregelen die daarin – zowel in het regeerakkoord als in de waterbeleidsnota – zijn opgesomd, op korte termijn verder uitwerken en uitvoeren.
De heer Pieters heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik vat het even samen. De situatie is ernstig. U hebt het over het oppervlaktewater. We hebben het daarover inderdaad al gehad in de commissie. Maar er is natuurlijk ook het grondwater. En niet alleen de landbouw, maar ook de industrie heeft daar veel last van. Het Actieplan Droogte en Wateroverlast werd uitgevaardigd, met meer dan zestig actiepunten. Het merendeel van deze actiepunten zijn niets meer dan studies en maatregelen om een idee te krijgen van hoe droog het nu eigenlijk wel is en zal worden in Vlaanderen. Veel mensen weten ondertussen dat het dramatisch droog is in Vlaanderen en dat de droogtetoestand niet zal verbeteren. Ik heb het dan specifiek over de industrie, in verband met het plan om daarin een regeling te treffen.
Minister, bent u bereid om omgevingsvergunningen voor het oppompen van grondwater voortaan steeds verplicht in de tijd te beperken? Zo kan er in functie van toekomstige droogteperioden op vergunningsniveau tijdig worden bijgestuurd, om uitputting of te zware belasting van onze Vlaamse grondwaterlagen te voorkomen.
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister-president, u zegt dat u gewoon herhaalt wat collega Demir al heeft gezegd in commissies in dit parlement. Ik snap dat wel, maar anderzijds zitten we opnieuw bij iets dat iedereen had kunnen voorzien: opnieuw een periode van droogte. Na zovele jaren lijken we op Vlaams niveau nog altijd niet klaar met het huiswerk. We kondigen veel aan, maar ondertussen zien we dat de aanpak van die droogte bijna een soort van knip- en plakbeleid is van verschillende, vaak lokale overheden, die dan nog extra maatregelen opleggen. En dus komen landbouw, maar ook bepaalde natuurgebieden toch wel sterk in de problemen.
Minister, we hebben die droogtecommissie. U hebt er zelf naar verwezen. Is het niet vijf over twaalf om die meer slagkracht te geven, zodat alle dingen die daar worden samengebracht, dwingend en bindend kunnen worden opgelegd? Want ik denk dat we stilaan in een periode terechtkomen waarin het geen zaak meer is om goede plannen te maken, maar om ze ook in de praktijk af te dwingen.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Volgens sommige experts riskeren we jammer genoeg de droogste lente in 120 jaar te beleven. In de beleidsnota werden een aantal maatregelen aangekondigd tegen deze zomer 2020. In de commissie hebben mijn collega's al herhaaldelijk gezegd dat ze wensen dat er sneller wordt ingegrepen of dat er althans wordt gesensibiliseerd om het huishoudelijk waterverbruik onder controle te krijgen, zeker nu zoveel mensen thuis zijn door de lockdown. Zo willen ze vermijden dat een aantal prioritaire sectoren, zoals de voedingssector, die moet zorgen voor de goede aanlevering van onze levensmiddelen en ons voedsel, in de problemen zouden komen.
Dus wij roepen de minister op om zo snel mogelijk actie te ondernemen om deze droogte te bekampen.
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, we kennen het probleem, en het verergert inderdaad. We moeten veel robuustere systemen hebben om water in de bodem te laten sijpelen, vast te houden en te bufferen. Maar dat is niet in een-twee-drie geklaard, collega’s. We weten dat we jarenlang akkers hebben gedraineerd, grote oppervlakten hebben verhard, waterlopen hebben rechtgetrokken en we blijven ook nog altijd te veel grondwater oppompen. We hebben dus nood aan een robuust plan, minister-president, en ik denk dat het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen daarvoor een aantal sterke hefbomen aanreikt. Ik hoop dat, zodra corona iets minder van onze energie opslorpt, we daar opnieuw werk van kunnen maken met dit parlement.
De heer Anaf heeft het woord.
Zowel ikzelf als de heer Tobback hebben er in de commissie al een aantal vragen over gesteld omdat dit inderdaad dramatisch lijkt te worden. Het zijn historische toestanden, helaas, en dit zou wel eens de volgende grote crisis kunnen zijn na de coronacrisis. Ik wil een kleine parallel trekken met de coronacrisis: er zullen wellicht moeilijke maatregelen moeten worden genomen, maar wanneer die, zoals bij de coronacrisis, over het hele land worden genomen, zien we dat die makkelijker te beheersen en te controleren zijn.
Ik zie de gouverneurs uit de verschillende provincies momenteel verschillende dingen doen. Uiteraard hebben zij die bevoegdheid maar het zou goed zijn dat, wanneer echt moeilijke maatregelen worden genomen, die voor heel Vlaanderen gelden, waardoor ze ook beter kunnen worden opgevolgd.
De heer D’Haese heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de bezorgdheden over de droogte en het feit dat daar de afgelopen jaren zeer weinig aan is gebeurd.
Mijnheer Pieters, ik kan niet meer volgen. Jullie vinden toch dat het Vlaams Belang altijd een heel rechtlijnige partij is geweest? Mijnheer Janssens, mevrouw Malfroot? Waarom vraagt u hier dan in godsnaam om een droogteplan? Uitgerekend u, Leo Pieters, Vlaams Parlementslid voor het Vlaams Belang en in bijberoep klimaatontkenner en kruisvaarder tegen de linkse klimaatkerk. Sinds ik hier in het parlement zit, hoor ik van u en uw collega’s van het Vlaams Belang, wanneer het over het klimaat gaat, niets anders dan hysterie: linkse klimaatkerk, populistische praat van klimaatfanaten. Maar u lijkt zelf wel een klimaatfanaat vandaag. U hebt het over vier zomers met langdurige droogte en een extreem droge lente en zomer. Niet zo lang geleden zei het Vlaams Belang nog in dit Vlaams Parlement dat er vandaag te veel twijfel is, zowel over de temperatuur van de aarde als over het klimaat in zijn geheel. En vandaag komt u hier vragen naar een actieplan tegen droogte, dit terwijl al jaren wordt aangekondigd dat de klimaatverandering die we overal zien, zal leiden tot deze toenemende droogte.
Ik vraag me dan ook af, mijnheer Pieters …
U moet uw vragen aan de minister-president stellen.
Voor de gelegenheid kies ik eens iemand anders. Mijnheer Pieters, laat u zich niet te veel meeslepen door al die klimaathysterici? Is deze droogte niet gewoon een hausse van de linkse klimaatkerk of zijn jullie drogargumenten tegen de klimaatverandering gewoon even snel aan het opdrogen als onze waterreserves?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Pieters, ik zal niet in uw plaats antwoorden, maar ik neem aan dat u geen klimaatontkenner bent maar hoogstens een klimaatveranderingsontkenner, dat moet u zelf maar weten in te vullen. Het klimaat ontkennen, mijnheer D’Haese, moet zelfs voor u een brug te ver zijn in de heilstaat van de arbeiders.
Mijnheer Pieters, ik denk niet dat we de omgevingsvergunningen zullen beperken, integendeel, maar ze eerder minder complex, gemakkelijker en sneller zullen maken. Water, watervoorziening en watergebruik moeten daar in elk geval onderdeel van uitmaken.
Mijnheer Rzoska, u suggereerde de droogtecommissie bindend te laten maken. Wij verschillen op dat vlak van mening. Ik ben nogal voor het primaat van de politiek en ik vind dat er binnen de Vlaamse administratie te veel macht aan allerlei commissies en dergelijke wordt gegeven. Dus gewoon vanuit een principiële benadering zegt ik: neen, die commissie wordt niet bindend. Ik wil me er wel toe verbinden om van de droogtebestrijding en de watervoorziening een prioriteit te maken die politiek wordt gedragen, zoals ook minister Demir dat naar voren schuift.
De heer Pieters heeft het woord.
Ik zal me niet verlagen door te reageren op de PVDA, integendeel.
Minister-president, het wordt tijd dat er actie wordt ondernomen, want het moet gezegd dat het aanleggen van waterbekkens, ontziltingsinstallaties geen overbodige luxe is. Hier of daar is er wel sprake van geweest om de prijs van het water te verhogen, maar daar helpt men de situatie niet mee. Hooguit creëert men daar wat bewustzijn bij de mensen mee, maar meer ook niet. Het is dus nodig om actie te ondernemen om toch aan de gang te kunnen blijven.
De actuele vraag is afgehandeld.