Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister-president, eergisteren formuleerde u, samen met minister Demir, het voorstel om tweedeverblijvers zo snel mogelijk naar hun stacaravan, hun appartement of hun huis te laten komen. Dat sluit aan bij het standpunt van de kustburgemeesters, het standpunt dat ik zelf ook al enkele keren naar voren schoof hier in het halfrond. Daarbij pleiten we voor een stappenplan. We zeggen: laat eerst de eigenaars en de mensen met een lang huurcontract komen, vervolgens diegenen met een korter huurcontract en uiteindelijk, als de restaurants weer open zijn, ook de dagjestoeristen.
Minister-president, bij het begin van de crisis, voor de paasvakantie, hebben we er aan de kust alles aan gedaan om de mensen af te raden om te komen. Dat moest, want we moesten natuurlijk eerst zelf orde op zaken stellen. Sommigen zetten zelfs drones in om mensen te verjagen, collega’s. Stel u voor!
Vandaag zitten we in een heel andere context. We zien dat er overal versoepelingen komen. Daarom is het vandaag logisch dat ook de tweedeverblijvers en straks ook de toeristen kunnen terugkeren.
Ik heb dan ook de volgende vraag, minister-president. Ik weet dat u het voorstel niet alleen hebt voorgelegd, maar ook sterk hebt verdedigd bij de Groep van Experts belast met de Exitstrategie (GEES) en in de Veiligheidsraad. Hebt u nieuws voor ons?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Vandaele, inderdaad, na de oproep die we gedaan hebben, is op 18 mei, twee dagen geleden dus, het Overlegcomité bijeengekomen via een conference call. Er was inderdaad een consensus binnen het Overlegcomité, dus tussen de Federale Regering en de ministers-presidenten van de deelstaten, dat tweedeverblijvers weer naar hun tweede verblijven mochten. Wat verstaan we onder tweede verblijven in dezen? Dat zijn natuurlijk de eigenaars, maar ook de huurders op lange termijn. Met lange termijn bedoelen we een jaar. Het gaat dan over vakantiehuisjes, appartementen, stacaravans. Er was dus een consensus over diegenen die iets voor een jaar huren of er eigenaar van zijn.
Vanmorgen, echt wel vanmorgen, vond er in de vorm van een videoconferentie een vergadering van de Nationale Veiligheidsraad plaats, waarin de politieke aftoetsing gemaakt werd met de federale overheid en de vertegenwoordigers van de deelstaten om die vraag voor te leggen. Daar was unanimiteit. Normalerwijze zouden vandaag in de loop van de dag zowel het ministerieel besluit als de beruchte frequently asked questions aangepast moeten worden. Tot nog toe is dat niet gebeurd. Dat is een beetje verwonderlijk, want daar bestond consensus over.
Ik heb zelfs begrepen dat men – ik weet niet wie – via de gouverneur een bevraging van de burgemeesters heeft gestart. In elk geval, de Nationale Veiligheidsraad is met unanimiteit van oordeel dat die zaken zouden moeten worden geopend. Ik verwacht – en dat is toch de afspraak – dat er vandaag in de loop van de dag een ministerieel besluit (MB) van de Federale Regering komt en dat ook de publicatie in het Staatsblad vandaag nog zou gebeuren.
Ik wil daar wel direct het volgende aan toevoegen. Ik ga ervan uit dat die stappen vandaag nog worden genomen en dat de volgende dagen de mensen dus opnieuw naar hun tweede verblijf aan de kust kunnen, maar het is ruimer dan de kust. Mijnheer Vandaele, het zal u misschien verwonderen maar bij ons in Brasschaat zijn er ook weekendverblijven. Dat bestaat overal, ook in de Ardennen. Overal gelden dezelfde regels als bij u thuis. Al die verplicht opgelegde voorzorgsmaatregelen – het afstandscriterium, de regel dat als je ziek bent je niet buiten komt… – gelden ook in de tweede verblijven.
Kunt u besluiten, alsjeblieft?
Ik kan besluiten met te zeggen: als u daar goesting in hebt, ga naar uw tweede verblijf, maar houdt u vooral aan de regels die ook bij u thuis, in uw kot, gelden.
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister-president, dank u. Als ik het goed begrijp, moeten we toch nog even de adem inhouden. Niet te lang, want dat is ongezond. Wij moeten nog even afwachten wat er vanmiddag nog gebeurt. Ik denk dat we er allemaal klaar voor zijn, ook aan de kust en op de andere plaatsen, om fasegewijs – niet allemaal tegelijk, want dan is het moeilijk – onze tweedeverblijvers opnieuw te verwelkomen. Uiteraard op een veilige manier, daarover zijn we het altijd eens.
Minister-president, de campings en vakantieparken verdienen bijzondere aandacht. Daar hebben we niet zozeer te maken met particulieren die naar hun eigendom willen gaan, maar met echte bedrijven, met mensen die leven van hun uitbating. Soms is het een heel gezin dat van een camping leeft, of een hele familie zelfs. Als je met een stappenplan werkt – zoals ik het van u heb begrepen – kunnen alvast in die eerste stap ook de mensen met een stacaravan of een chalet of een vissershuisje terug. De tweede categorie betreft mensen met een korter huurcontract, bijvoorbeeld iemand die een caravan heeft die slechts zes maanden op de camping staat. Is daar ook al iets van bekend? Of is het nog iets te vroeg?
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Collega’s, wat we in dit dossier vooral nodig hebben, is duidelijkheid. Hoe en wanneer kunnen mensen opnieuw naar zee? Dan heb ik het niet alleen over die tweedeverblijvers, maar ook over dagtrippers: mensen die de voorbije weken heel hard hebben gewerkt en die graag een paar dagen zouden uitwaaien aan de zee.
Die duidelijkheid was er tot vandaag allerminst. Er werd in het wilde weg gecommuniceerd. We hadden een beetje de indruk dat dat veel te maken had met de profileringsdrang van een aantal kustburgemeesters. En als ik de kranten mag geloven, werden er in dit dossier ook politieke spelletjes gespeeld. Dat moet echt stoppen. Dat zorgt alleen maar voor frustratie.
Minister-president, ik ben blij dat er nu vanuit de Nationale Veiligheidsraad een goed standpunt zit aan te komen. Maar dat mag natuurlijk niet stoppen bij de tweedeverblijvers. Wij vragen u dat alle mensen een perspectief krijgen om zo snel mogelijk weer veilig naar de kust te kunnen.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister-president, wij pleiten ook voor een snelle heropening van het kusttoerisme. Ik ben dus blij te horen dat er vandaag een stroomversnelling is in het dossier en in de besluitvorming. Wij vonden ook dat de voorbije weken het gehakketak in de media tussen dezen en genen over hoe het nu allemaal juist moest verlopen het dossier niet vooruitgeholpen heeft. Het is goed dat het plan er nu komt en dat iedereen daar kan achter staan, zodat het ook voor de burgers duidelijk is hoe ze op een gefaseerde en veilige manier opnieuw het kusttoerisme kunnen aanvatten. Hoe zit het juist met de timing voor wat u de kortere huurcontracten noemt? Dat is belangrijk voor het sociale evenwicht in het pakket.
De heer D’Haese heeft het woord.
Ik begrijp dat mensen met een appartement of een caravan daar graag naartoe willen, dat begrijp ik perfect. We lopen allemaal de muren op en dan kan het deugd doen om eens uit te waaien. Maar de gretigheid waarmee ministers en parlementsleden zich over regeringen en partijgrenzen heen als een soort vakbond hebben opgeworpen voor mensen met een tweede verblijf, en dat terwijl er ondertussen mensen zijn zonder een eerste verblijf, huurders in de problemen komen, er mensen in armoede zitten, interimmers zonder werk vallen en kunstenaars in de kou blijven staan, dat vind ik schokkend. Als het gaat over kinderen in armoede, dan moeten we wachten op het maatschappelijk relancecomité, maar als de lobby van de tweedeverblijvers van zich laat horen – en laat ons eerlijk zijn, collega’s, het zijn niet de eigenaars van caravans in vakantieparken die de sterkste lobbyisten zijn –, dan wordt onmiddellijk met vereende krachten naar een oplossing gezocht en worden er hier zelfs vragen het parlement in getelefoneerd om dat bekend te maken. Ik vind dat dat heel veel zegt over de prioriteiten van deze regering in deze coronacrisis. Ik begrijp de vraag van de tweedeverblijvers heel goed, maar de prioriteiten die gesteld worden, daar stel ik me serieus vragen bij.
De heer Janssens heeft het woord.
Wat de kust en het overleg tussen de kustburgemeesters betreft, zie ik die burgemeesters nadien vooral vechtend en twitterend over straat rollen, dus ik zou daar niet al te veel rekening mee houden. Ik zou er wel over waken dat er een uniforme regeling komt voor de kustgemeenten, waarbij er ook ruimte is voor mensen uit het binnenland die wat zon, zee en strand willen.
De kwestie van tweedeverblijvers gaat uiteraard over meer dan de kust, maar ook over de Kempen, Limburg, de Westhoek en de Ardennen. Dat gaat over mensen die naar hun caravan of appartementje willen trekken, meestal geen grote kapitalisten, maar wel mensen die hun kleine huis of appartement willen ontvluchten om wat gezonde lucht op te snuiven. Het zijn bovendien geen vakantiegangers, maar eigenaars van die stekjes waar ze naartoe willen gaan. In tegenstelling tot vorige week, toen minister Demir, nochtans bevoegd voor het toerisme, van krommenaas gebaarde en muisstil bleef toen wij vroegen om die tweedeverblijvers terug naar hun stekje te kunnen laten gaan, ben ik blij dat de Vlaamse Regering nu wel overstag is gegaan. Ik heb wel nog een concrete vraag: u zegt dat u nog wacht op de publicatie van het ministerieel besluit. Wanneer dat gepubliceerd wordt, kunnen we er dan van uitgaan dat het verbod voor die tweedeverblijvers de dag zelf ook wordt opgeheven, in de feiten dus vanaf morgen?
De heer Schiltz heeft het woord.
Collega’s, ik denk dat dit niets te maken heeft met lobbying, maar alles met gezond verstand. Hier wordt aan niemand geld gegeven, collega D’Haese. Aan de tweedeverblijvers wordt geen geld gegeven. De vorige keer is beslist dat mensen zich mogen verplaatsen en dus langs hun huis mogen rijden, eens mogen snuffelen binnen, maar er niet mogen verblijven. Daarom hebben wij er vorige week voor gepleit om voor een stappenplan te zorgen dat de veiligheid vooropstelt, maar wel die anomalie wegwerkt. Ik heb begrepen dat dat er nu zit aan te komen en we kijken daar dus ook naar uit.
Zonder gezond verstand, collega’s, raken we deze crisis niet uit.
Minister-president, u hebt deze keer zes minuten.
En die ga ik zeker niet helemaal benutten, voorzitter.
U had er daarnet eigenlijk al twee te veel gebruikt, dus u hebt er nog vier.
Dat was een voorafname.
Inderdaad, waarover gaat het hier? Het gaat hier over zaken waarvoor we eerst de schroef hebben aangespannen en waarvoor we de schroef nu lossen. Dit heeft totaal niets te maken met relancemaatregelen, met de economie of met manieren om mensen te helpen. Dat zijn twee verschillende zaken. Dit heeft ook niets met lobbying te maken. We hebben een hele reeks maatregelen genomen, we hebben een bijna totale lockdown afgekondigd; nu proberen we die lockdown langzaam aan te lossen. Iedere keer als we zeggen – en dat heb ik al meerdere malen gezegd – dat iets terug mag, zullen er mensen zijn die net uit de boot vallen en die zullen vragen: ‘En waarom ik niet?’ Wel, de volgende keer zullen zij er wel bij zijn. Dat heeft niets te maken met lobbying of met andere mensen middelen te ontnemen. Dat zijn twee totaal verschillende zaken. Enerzijds is er de vraag hoe we de schroef langzaam kunnen lossen om langzaam terug te keren naar de normale gang van zaken, anderzijds is er de vraag wie er geleden of gestreden heeft tijdens de coronacrisis en wie we dus tegemoet moeten komen. Dat zijn twee totaal verschillende zaken die met lobbying niets te maken hebben.
Wat de volgende fase in het verhaal betreft, is het zo dat er op dit moment een plan ter advies bij de GEES op tafel ligt voor een geleidelijke opstart van de sport-, cultuur-, toerisme- en evenementensector. Mijns inziens zal een volgende vergadering van de Nationale Veiligheidsraad daar korte- en langetermijnperspectieven voor geven.
Waarom horen die samen? Om de evidente reden dat je moet zorgen dat je daar een zekere consistentie in hebt. Ik geef een absurd voorbeeld: zeggen dat de voetbaltribune opnieuw vol mag zitten, maar dat dat niet in de concertzaal mag, heeft niet veel zin. Dat moet samen consistent worden beslist.
Die vier dossiers liggen nu bij de GEES op tafel, allemaal in consensus tussen de verschillende gemeenschappen of gewesten, naargelang de bevoegdheid. Dat zal het onderwerp zijn van de volgende fase. Daar komen ook het dagjestoerisme, excursies en dergelijke toestanden in naar voren. Dat is een antwoord op uw vraag, mijnheer Janssens, en op de vraag van vele anderen. Op de volgende Nationale Veiligheidsraad gaan we dus voor de verschillende sectoren zien hoe die geleidelijk worden heropgestart. Maar het gaat erom dat mensen een zeker eigendomsrecht hebben. De virologen zeggen ons dat er geen enkel probleem is om mensen opnieuw naar hun tweede verblijf te laten gaan, op voorwaarde – dat kan ik niet voldoende herhalen – dat ze ook in hun tweede verblijf de opgelegde maatregelen nakomen. Daar mag geen verschil in zijn. Dit zal geleidelijk verder evolueren in de nabije toekomst.
De heer Vandaele heeft het woord.
Sorry, voorzitter, de heer Janssens heeft gevraagd wanneer dat ingaat. Het ministerieel besluit (MB) zoals het door de Nationale Veiligheidsraad bepaald is, gaat in met onmiddellijke ingang. Ik heb u gezegd dat het nu op de tafel van de Federale Regering ligt. Daar heb ik geen verantwoordelijkheid. Maar het MB dat goedgekeurd is in de Nationale Veiligheidsraad, praat over de onmiddellijke ingang.
De heer Vandaele heeft het woord.
Collega D'Haese, u stelt het voor alsof het hier enkel gaat om mensen uit de hogere, de betere klasse. U weet toch ook dat precies in die toeristische sector heel veel laaggeschoolde mensen werken, voor wie dit van levensbelang is. Dit is voor hen een dossier van levensbelang. U lijkt daaraan voorbij te gaan.
Minister-president, ik denk dat u samen met minister van Toerisme, Zuhal Demir, de voorbije weken uitstekend werk hebt geleverd door dit dossier op die manier vlot te trekken. Als kustburgemeester heb ik u en minister Demir de voorbije weken niet alleen informatie bezorgd, maar u ook op alle mogelijke en onmogelijke momenten van de dag lastiggevallen. Excuus daarvoor. U bent daar dus bijna vanaf. Ik denk dat wij aan de kust en op andere plaatsen ook stilaan kunnen overgaan tot de orde van de dag. Bij ons ligt de leuze klaar: ‘Veilig welkom in De Haan.’
Dat is genoteerd, collega Vandaele.
De actuele vraag is afgehandeld.