Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Ongena heeft het woord.
Minister, ik ben blij dat we elkaar nog eens fysiek zien en dat we fysiek van gedachten kunnen wisselen.
Moet ik even schorsen? (Gelach)
U moet wel anderhalve meter afstand houden.
Absoluut, we gaan social distancing in acht nemen.
We hebben elkaar wel al van wat dichterbij gesproken.
Minister, ik denk dat het hier al overvloedig aan bod is gekomen: de coronacrisis zorgt niet enkel voor emotioneel leed, maar snijdt ook onverbiddelijk hard in onze economie. Alle overheden van dit land, zowel de federale als de Vlaamse, maar ook heel veel lokale overheden, proberen dat waar mogelijk te verzachten. Minister, met de hinderpremie, de compensatiepremie en ook andere maatregelen die we daarnet hebben gehoord, hebt u natuurlijk ook al heel wat gedaan om veel zelfstandige handelaars en horeca-uitbaters in de mate van het mogelijke te helpen. Behalve die zelfstandigen en die handelaars zijn echter natuurlijk ook heel veel werknemers getroffen. Ze zijn vaak noodgedwongen in technische werkloosheid gezet. Ook daar zijn er wel al maatregelen genomen, het bedrag is opgetrokken door de Federale Regering, maar het is natuurlijk zo dat je daar een hele pool aan technisch werklozen hebt.
Minister, u was zo handig om te proberen die pool in te schakelen voor zogenaamde coronavacatures, voor wat vandaag echt wel nodig is in de land- en tuinbouw, de zorgsector en dergelijke meer. Nu lezen we echter dat heel wat van die technisch werklozen hun werkloosheidsuitkering niet krijgen door de problemen die er zijn bij de – federale, voor alle duidelijkheid – Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen. Dat is natuurlijk ook een probleem voor u als minister van Werk, want in die omstandigheden zult u op die technisch werklozen of tijdelijk werkzoekenden natuurlijk weinig een beroep kunnen doen om uw coronavacatures in te vullen. Daarom mijn vraag: kunt u de Hulpkas helpen? Kunt u iets doen zodat die problemen daar opgelost geraken? Natuurlijk is dat in de eerste plaats voor die mensen zelf, zodat ze zekerheid krijgen over hun statuut, maar dus vooral ook om uw eigen ambitie om die coronavacatures ingevuld te krijgen door die mensen, waar te kunnen maken. Alvast bedankt.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Ongena, u had het over het helpen van de Hulpkas. We hebben ons eventjes geïnformeerd over het probleem, want het is natuurlijk vervelend in de krant te lezen dat er een aantal mensen zijn die hun tijdelijke werkloosheidsvergoeding nog niet hebben gekregen. Het probleem is nu onder controle. Men heeft me meegedeeld dat de oorzaak was dat werkgevers soms het dossier nog niet hadden ingediend. Men vroeg soms ook aan de mensen zelf om terug te bellen. Die deden dat dan niet. Er is echter geen vraag gesteld aan Vlaanderen om krachten ter beschikking te stellen. We hebben vanmiddag nog eens gebeld naar het federale kabinet om te vragen of daar nog noden zijn. Men heeft ons gezegd dat dat niet zo is, dat het onder controle is en dat dit alles wordt opgelost. Dat is dus oké, denk ik.
We hebben wel aan de mensen die zich bij VDAB aanmelden om in het systeem te stappen, gemeld dat het besluit hopelijk snel zal worden gepubliceerd. Dat is immers nog altijd niet gepubliceerd. VDAB kan dus op zijn website nog altijd niet zeggen dat men mag komen, dat men zeker zijn recht op tijdelijke werkloosheid niet zal verliezen als men nu bij de boer gaat helpen. Het is beslist, maar dat moet dan natuurlijk gepubliceerd raken, en dat is nog niet gebeurd.
Er wordt wel mondeling meegegeven dat, ook al heb je je tijdelijke werkloosheid nog niet gekregen, het niet zo is dat je je recht op een of andere wijze verliest omdat je bijvoorbeeld bij landbouwers gaat helpen. Dat lijkt me ook van het allergrootste belang.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik ben blij dat u er zelf ook mee achter zit dat die mensen toch snel worden geholpen, ook in het belang van die zogenaamde coronavacatures. Daarover zou ik toch een kleine bijkomende vraag willen stellen. We hebben het daarover al gehad in de commissie, en ik heb niet de ambitie om de besprekingen in de commissie opnieuw te voeren, maar we merken dat ook de uitzendsector, die vandaag zijn cijfers heeft bekendgemaakt, een aanzienlijke terugval kent. Die heeft natuurlijk ook heel veel ervaring met het snel opvullen van vaak kortlopende vacatures. In welke mate kan VDAB nu ook die uitzendsector volop inschakelen om de coronavacatures, die heel snel moeten worden ingevuld – want dat gaat over jobs die heel snel nodig zijn – mee ingevuld te krijgen?
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, ik lees in een aantal krantenartikelen dat er zo’n vierduizend mensen zijn die hun tijdelijke werkloosheidsuitkering van maart zelfs vandaag nog altijd niet hebben gehad, en het is intussen toch eind april. Vaak gaat dat toch om hardwerkende mensen, bij wie de facturen zich opstapelen en die vaak ook geen financiële buffer hebben om die periode te overbruggen. Voor dergelijke mensen heeft dat dus wel verstrekkende gevolgen. Als u zegt dat het probleem is opgelost, dan denk ik dat de meest logische en concrete vraag is: wanneer mogen die mensen dan uiteindelijk hun uitkering van maart verwachten?
Ik weet wel dat dat niet volledig uw bevoegdheid is, maar niemand die op dit moment problemen heeft om zijn rekeningen te betalen, ligt er wakker van wie daarvoor bevoegd is. Die mensen willen gewoon hun uitkering op hun rekening zien zodat zij hun facturen kunnen betalen. Wanneer mogen ze die uitkering van maart precies verwachten? Indien het probleem inderdaad de administratieve rompslomp is, kunnen de werkgevers dan proactief worden gecontacteerd om dat allemaal een beetje vlotter te laten verlopen voor de komende maanden?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Het feit dat de vraag moet worden gesteld, is eigenlijk hemeltergend. Als je tijdelijk werkloos bent, heb je de keuze om ofwel naar de vakbond te gaan, want dan krijg je onmiddellijk je geld, ofwel naar de Hulpkas te gaan, dat een staatsbedrijf is, maar dan kunnen er problemen ontstaan. Als je dan ook nog ziet dat blijkbaar het medebeheer van de Hulpkas onder andere ook bij de vakbonden zit, dan begin je je daar op den duur wel wat vragen bij te stellen.
Het is voor ons onaanvaardbaar dat mensen die ervoor kiezen om niet aan te sluiten bij een vakbond, gestraft zouden worden voor deze vrije keuze. Ook zij moeten op tijd hun rekeningen kunnen betalen, ook zij hebben recht op een tijdige uitbetaling van een vervangingsinkomen. Dat de overheid er zelf voor zorgt dat tijdelijke werklozen, die elke euro goed kunnen gebruiken, in financiële problemen komen, kan echt niet.
Het is uiteraard geen Vlaamse bevoegdheid, minister, daar ben ik het 100 procent mee eens. Maar u kunt dat misschien toch wel eens aankaarten bij uw federale collega's. Wij pleiten er nog altijd voor om te streven naar een onafhankelijk systeem met een onafhankelijk bestuur zodat daar de corporate governance ook onafhankelijk kan zijn, los van vakbonden en werkgevers.
De eerste vraag was van de heer Ongena over de samenwerking met de uitzendkantoren. Mijnheer Ongena, in de hele crisis die er nu is, zie ik ook elke dag het grote belang van de uitzendkantoren. Er is een uitstekende uitwisseling van informatie tussen VDAB en de uitzendkantoren. Heel veel van de vacatures – ik heb daar vorige week cijfers over gegeven in de commissie – worden ingevuld dankzij de interimkantoren, een aantal andere niet. Maar je voelt dat dit een voorbeeld is van samenwerking tussen overheid, VDAB en de privé die op een uitstekende wijze verloopt en die nu zijn meerwaarde aantoont. Als de vraag is of die mee worden betrokken: absoluut. Ik krijg nu en dan een sms’je van sommige mensen van interimkantoren die vragen om hen meer mee te nemen in de communicatie als ik over VDAB en de vacatures spreek, want zij helpen daar ook aan mee. Voilà, bij deze is dat vandaag dan ook gebeurd.
De vraag van de betalingen gaat mij zwaar ter harte. Ik stel voor dat we hieromtrent niet zwartepieten want dat heeft echt totaal geen zin. Maar het basisprobleem is wel correct. Wie in tijdelijke werkloosheid zit, moet zijn werkloosheidsvergoeding krijgen. Als daar een achterstand is, moeten we zoeken hoe dat komt. Uiteraard hebben wij vragen gesteld. Ik heb aan collega Ongena gezegd dat er vanmiddag nog is gebeld om te vragen of het probleem misschien mankracht of vrouwkracht is, want dat we gerust mensen willen zoeken die willen helpen. Maar men zegt ons dat het probleem erin zit dat een aantal dossiers onvolledig zijn, dat de werkgever niet terugbelt of dat men gegevens nodig heeft van een bepaalde werknemer maar die niet heeft en men dus niet kan storten. Het zijn allemaal dossiers die individueel moeten worden bekeken en op individuele basis moeten worden uitbetaald.
Iedereen zal het verslag kunnen lezen, ik zal jullie suggesties overmaken aan onze federale collega’s. Ik stel vast dat men ook bij de RVA heel ernstig meedenkt en zoekt hoe we die dossiers, die vaak vrij kleine problemen hebben maar die niet opgelost geraken, snel kunnen oplossen. Maar de basisstelling die hier geponeerd wordt dat eender waarbij je aangesloten bent, je recht op uitkering overal even groot is en je recht op een spoedige behandeling ook even groot is, daarmee ben ik het absoluut eens.
Ik ga helemaal akkoord dat we in deze uitzonderlijke tijden niet te veel met de vinger moeten wijzen maar vooral de handen in elkaar moeten slaan. Daarom is het goed, minister, dat u contact hebt genomen. Want uiteraard volg ik de collega’s wanneer ze zeggen dat mensen die vandaag tijdelijk werkloos vallen, tegen hun wil, recht hebben op de vergoeding en dat er dus geen excuses zijn om die niet te krijgen. Wanneer er problemen blijken te ontstaan, moeten we allemaal samen zoeken naar oplossingen zodat die mensen worden geholpen.
Minister, ik ben blij dat u ook op die lijn zit en dat we geen spelletje zwartepieten spelen maar vooral samen zoeken naar oplossingen en op die manier perspectief geven aan mensen. Dat is onze job als politicus.
De actuele vraag is afgehandeld.