Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de problemen binnen de Kazerne Dossin
Actuele vraag over het ontslag van de leden van de wetenschappelijke raad van de Kazerne Dossin
Actuele vraag over het ontslag van tien leden van de wetenschappelijke raad van Kazerne Dossin
Actuele vraag over het ontslag van wetenschappers binnen de wetenschappelijke raad van Kazerne Dossin
Actuele vraag over de problemen in de Dossinkazerne
Verslag
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister-president, Kazerne Dossin is een instelling die aan herinneringseducatie over een zeer donkere bladzijde in onze Vlaamse geschiedenis. En ze doet dat op een zeer goede manier. Het is niet zo gemakkelijk om herinneringseducatie rond dergelijke problematieken, dergelijke donkere bladzijden, die voer voor heel wat discussie vormen en ook gevoelig liggen, op een brede en stevige manier neer te zetten. En toch is Kazerne Dossin daar tot over een paar maanden geleden zeer goed in geslaagd. Het is een gerenommeerde instelling, het is een wetenschappelijk internationaal georiënteerde instelling, het is een instelling die we met zijn allen moeten koesteren in Vlaanderen. Hulde aan de voorgangers, vaak ook ministers-presidenten, die dat dossier persoonlijk vorm hebben gegeven.
Maar de laatste dagen en weken – het was bijna de kroniek van een aangekondigd ontslag – was er heel wat maatschappelijk debat rond Kazerne Dossin. Een aantal wetenschappers hebben Kazerne Dossin met slaande deuren de rug toegekeerd, omdat zij zich zwaar zorgen maken over het mismanagement binnen de instelling. En dat zijn niet van de minsten. Bruno De Wever en Herman Van Goethem zijn zeer bekend. Maar er is ook archivaris Karel Velle. Er is Nico Wouters, de directeur van het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij (CegeSoma) en er is Frank van Vree, de directeur van het Nederlandse NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies.
Minister-president, ik heb gisteren met een vergrootglas naar uw reactie zitten zoeken, maar ik heb ze niet gevonden. Nochtans bent u de bevoegde minister. Ik heb wel een zeer spijtige reactie gezien van Michael Freilich, uw N-VA-collega in de Kamer, die ik onaanvaardbaar vind en waarvan ik hoop dat u er afstand van neemt. Maar uw reactie heb ik dus niet gelezen. En dus is mijn concrete vraag aan u: wat is uw reactie op het feit dat tien gerenommeerde mensen de wetenschappelijke raad verlaten vanwege het mismanagement en het misbestuur binnen de Kazerne Dossin?
De heer Van Rooy heeft het woord.
Dank u, voorzitter Homans. Lieve fractiegenoten, ambtsgenoten, minister-president Jambon, ‘good riddance’, opgeruimd staat netjes: dat was te horen vanuit N-VA-hoek nadat bekend werd dat het overgrote deel van de wetenschappelijke raad van de Dossinkazerne collectief ontslag had genomen. Ondertussen gaat het al om niet minder dan tien academici, de een al wat politiek correcter dan de ander. Eind vorig jaar was er al het ontslag van directeur Christophe Busch. Sindsdien is er een vertrouwensbreuk met het dagelijks bestuur, bestaande uit Diane Verstraeten, Claude Marinower en André Gantman.
Op 12 december 2019 was er een incident toen dit dagelijks bestuur in de Dossinkazerne op het nippertje een prijsuitreiking wist af te gelasten. De linkse anti-Israëlische activiste Brigitte Herremans zou daar door de ngo Pax Christi gelauwerd worden als Ambassadeur voor de Vrede. Dat is een beetje zoals het geven van de Nobelprijs voor de Vrede aan de antisemitische moslimterrorist en Jodenmoordenaar Yasser Arafat.
Minister-president Jambon, u hebt recent een bezoek gebracht aan het concentratiekamp Auschwitz-Birkenau, waar ongeveer 1,1 miljoen mensen, vooral Joden, werden vergast of anderszins vermoord. U weet dus, denk ik, zeer goed waarover het gaat. Aangezien de Dossinkazerne volledig met Vlaams geld wordt gefinancierd, is mijn vraag aan u dus of u op zijn minst uw steun wilt uitspreken voor het bestuur van de Dossinkazerne in deze toch wel heel moeilijke periode.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Afgelopen maandagavond heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen de raad van bestuur van Kazerne Dossin en de leden van de wetenschappelijke raad. Na dat gesprek hebben tien leden van de wetenschappelijke raad hun ontslag aangeboden. Ze hebben hun ontslag aangeboden nadat er eerder onenigheid was met het dagelijks bestuur over het ontslag van voormalig directeur Christophe Busch en over de manier waarop de weigering voor die prijsuitreiking voor de vrede aan de zeer gerespecteerde – zeer gerespecteerde, mijnheer Van Rooy – academicus Brigitte Hermans werd geweigerd.
Aan de grondslag van die twee discussiepunten ligt er een meer fundamenteel probleem, een discussie of een verschil in visie over de brede decretale opdracht die Kazerne Dossin heeft en hoe die wordt ingevuld. Die opdracht is tweeledig: enerzijds is de kazerne een herdenkingsmuseum voor de Holocaust, anderzijds is het een wetenschappelijke instelling die werkt rond antidiscriminatie en mensenrechten.
De voorbije dagen en weken is er heel veel over gezegd en geschreven door leden van dat dagelijks bestuur, die geacht worden om die brede decretale opdracht volledig uit te voeren, door collega-federale parlementsleden, door columnisten die nog nooit in de Dossinkazerne waren geweest, maar toch zichzelf als experts zagen en door leden van de wetenschappelijke raad. Kort gezegd: de sereniteit in het debat is momenteel volledig weg.
Volgens de opgestapte leden van de wetenschappelijke raad is er een probleem met het functioneren van het dagelijks bestuur, maar ook met de ruimere totale structuur van het memoriaal. Minister-president, deelt u deze analyse? Welke acties zult u concreet ondernemen om de sereniteit te laten weerkeren in zowel het bestuur als de organisatie van Kazerne Dossin?
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister-president, de feiten zijn gekend en zijn hier door mijn voorgangers geschetst. Een essentieel element hierin is het statuut van Kazerne Dossin. Het is een Vlaams initiatief dat de herdenking van de Holocaust en de waakzaamheid voor massageweld met elkaar verbindt, en daarmee beide versterkt. Het ene illustreert het andere, en het andere moet ons waakzaam houden voor het ene.
Laat nu net daarover blijkbaar een conflict zijn ontstaan over de manier van werken, over de manier waarop een reservatie en de huldiging van de professor in kwestie zou hebben plaatsgevonden. Er is dus een conflict. In tegenstelling tot één voorganger hier ga ik u niet vragen om kamp te kiezen. Kamp kiezen in dit soort debatten, daar verliezen de Dossinkazerne, onze herinneringseducatie en onze strijd voor de mensenrechten aan.
Minister-president, mijn vraag is vanzelfsprekend, de Dossinkazerne valt onder onze en uw voogdij. Wat kunt u doen om ervoor te zorgen dat dit conflict in alle sereniteit wordt gesmoord en opgelost geraakt zodat de reputatie van de kazerne en van ons palmares inzake waakzaamheid voor massageweld in alle eer op het schavot kan worden getild?
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Beste collega's, ik ben blij dat we hier vandaag met zoveel vraagstellers staan. Dat illustreert duidelijk dat iedereen zich zorgen maakt over de gebeurtenissen in de Dossinkazerne en het ontslag – de context is al geschetst – van de tien wetenschappers. Iedereen, behalve de N-VA-fractie. Die heeft natuurlijk geen vraag ingediend, maar ons bij monde van de heer Freilich al laten weten dat ‘opgeruimd netjes staat’. (Opmerkingen bij de N-VA)
Als je dergelijke uitspraken doet over wetenschappers, heb je wat mij betreft nog heel veel lessen te leren uit de geschiedenis.
Maar ik vind het vooral bijzonder triest te moeten vaststellen dat vandaag die mechanismen van polarisering, waartegen de Dossinkazerne wat ons betreft moet vechten, hun ingang hebben gevonden binnen de Dossinkazerne zelf. Want daarover gaat het inderdaad. De vraag is: waarom zijn die wetenschappers opgestapt? Omdat zij vinden dat de raad van bestuur en het dagelijks bestuur de missie van de Dossinkazerne om te werken rond mensenrechten, rond mechanismen van polarisering, van massageweld, eigenlijk compleet en tot hun grote frustratie naast zich neerleggen. Nochtans – ik heb het nog eens nagekeken – staat heel duidelijk in het missionstatement, de oprichtingsverklaring: “(...) engageren de vier oprichtende partijen zich om in Mechelen een nieuw verruimd historisch museum en een memoriaal en documentatiecentrum over de holocaust en mensenrechten te realiseren.”
Minister-president, ook op 27 november 2019, toen er hier al vragen kwamen over het ontslag van directeur Busch, verklaarde u heel duidelijk dat u ervoor zou zorgen dat er werd vastgehouden aan dat oorspronkelijke missionstatement van de Dossinkazerne. Mijn vraag is heel concreet en heel duidelijk: welke stappen hebt u, onder andere via de vertegenwoordiger in de raad van bestuur, tot dusver genomen om ervoor te zorgen dat die missie inderdaad wordt gerespecteerd? (Applaus bij sp.a)
De heer De Meester heeft het woord.
Voorzitter, ik ben verontrust, als burger en als historicus. Want wat hier gebeurd is, is ongezien. Tien van onze meest vooraanstaande historici – u zult het met mij eens zijn, voorzitter, u bent ook historica – de ‘crème de la crème’, stapt op uit de wetenschappelijke raad van de Kazerne Dossin. En waarom? Ik citeer Bruno De Wever: “Mijn conclusie is dat er binnen het bestuur krachten spelen die de Jodenuitroeiing als een instrument beschouwen in het huidige conflict tussen Israël en Palestina.” En de historici gaan verder: “We mogen absoluut niet de indruk wekken dat we uitgerekend op deze plaats, waar 25.000 joodse slachtoffers worden herdacht, dit zouden instrumentaliseren in een politiek conflict waar zij niets mee te maken hebben.” Minister-president, dit is toch wel zeer straffe taal van die historici.
Wat is de reactie van de N-VA? Inderdaad, de enige reactie: ‘opgeruimd staat netjes’. Eerlijk gezegd, daar zakt mijn broek van af. Want hoe durft de heer Freilich dat eigenlijk te zeggen, minister-president? (Opmerkingen van minister-president Jan Jambon)
Minister-president, ik zou daar toch niet al te lacherig over doen. Ik had gehoopt dat u hier vanmiddag die uitspraken van uw partijgenoot Freilich streng zou veroordelen. En ik wil vooral graag van u weten hoe u nu zult ingrijpen in Kazerne Dossin. Want laat ons een kat een kat noemen: André Gantman van de N-VA legt in het dagelijks bestuur zeer duidelijk zijn koers op, en wij laten dat zomaar gebeuren. Minister-president, ik vraag u wél om kant te kiezen. Ik vind wél dat u kant moet kiezen. Er zijn namelijk twee keuzes. Dit gaat over onze normen en waarden. Ofwel staan wij toe dat in Kazerne Dossin de Holocaust geïnstrumentaliseerd wordt door één bepaalde stroming, gebruikt wordt om de politiek van Israël te legitimeren. Ofwel bevestigen wij de dubbele opdracht van het museum opnieuw: enerzijds het memoriaal voor de Holocaust en anderzijds een breed museum voor de mensenrechten, dat ook inzoomt op actueel massageweld en hedendaags extremisme. Minister-president, ik vraag u om kant te kiezen. (Applaus bij de PVDA)
Minister-president Jambon heeft het woord.
Voorzitter, talrijke collega's, ik dank u voor uw vragen. Eerst en vooral wil ik graag zeggen dat ik betreur wat er deze week is gebeurd in een van de organen van het museum Dossin.
Namens de Vlaamse Regering kan ik de opdracht die Kazerne Dossin had van bij zijn ontstaan, bevestigen. In het kader van dit debat, waar veel mensen naar kijken, lijkt het mij goed om die opdracht nog eens te herhalen. Voorzitter, ik maak graag gebruik van dit papier – wat anders verboden is – om te citeren.
Dat mag u.
Ik dank u.
De opdrachtverklaring van de Kazerne Dossin, opnieuw bevestigd door de Vlaamse Regering, is de volgende: “Kazerne Dossin vertrekt vanuit het historische verhaal van Jodenvervolging en de Holocaust in relatie tot de Belgische casus, om te reflecteren over hedendaagse fenomenen van racisme en uitsluiting van bevolkingsgroepen en over discriminatie omwille van afkomst, geloof, overtuiging, huidskleur, geslacht, geaardheid. Daarnaast wil Kazerne Dossin ook een analyse maken van groepsgeweld in de samenleving, als mogelijke opstap naar genocides. Aldus opgevat, draagt” – Kazerne Dossin – “fundamenteel bij tot een educatief maatschappelijk project waarin burgerzin, democratische weerbaarheid en verdediging van individuele basisvrijheden centraal staan.”
Ik herhaal dus dat de Vlaamse Regering hier op geen enkele manier ook maar enige toegeving doet ten opzichte van die opdrachtverklaring. Dat is één.
Twee, we worden nu geconfronteerd met de situatie zoals ze nu is. Ik heb in de volgende dagen de vier vertegenwoordigers van de Vlaamse Gemeenschap in de raad van bestuur bij mij ontboden. Ik zal hun twee vragen stellen: eerst en vooral wat hun inschatting is van de situatie, en vervolgens dat zij bij de leden van de wetenschappelijke raad, zowel diegenen die hun ontslag hebben aangeboden als de anderen, nagaan of iedereen nog achter die dubbele opdrachtverklaring staat. Wie zei dat het een dubbele opdrachtverklaring is, heeft gelijk. Ik wil ook weten wat er nodig is om tot een verzoening te komen in die raad van bestuur.
Ik wil een oproep doen aan iedereen om geen ronkende verklaringen af te leggen die polariseren, noch in de ene noch in de andere richting. Een oplossing moet mogelijk blijven. De opdracht van deze Vlaamse instelling is te waardevol om in gekrakeel te laten verloren gaan.
Ik zal dus de volgende dagen inspanningen doen om te proberen de sereniteit rond deze instelling te herstellen. (Applaus bij de N-VA)
Minister-president, ik waardeer dat u genuanceerd reageert en dat u zegt niet polariserend te zullen optreden. Maar dat is wat gebeurd is, en het is niet de eerste keer dat u die vragen krijgt. Wat deze week is gebeurd, is de kroniek van een aangekondigd ontslag. Ik denk dat u toch ook wel de kranten hebt gelezen, niet enkel die van vandaag en gisteren en de afgelopen dagen, maar ook die van de afgelopen maanden. Sinds het ontslag van de zeer gewaardeerde directeur Christophe Busch stormt het in Kazerne Dossin.
Ik moet u eerlijk zeggen dat het, wat mij betreft, een beetje een mager antwoord is: ‘Ik ga de vertegenwoordigers van de raad van bestuur op mijn kabinet ontvangen.’ Het zijn de wetenschappers die naar u kijken. Zij kijken naar u en naar de Vlaamse Regering. Herman Van Goethem, Bruno De Wever en alle anderen hebben aan u één vraag gesteld: zorg ervoor dat Kazerne Dossin weer op de sporen geraakt. Dat is de opdracht van de Vlaamse Regering. Ik verwacht dus van een bevoegd minister veel meer actie, en zeker vanuit de Vlaamse Regering, om toch een van die belangrijke plaatsen rond erfgoed op een goede manier te managen. Dat gaat voor mij verder dan gewoon het uitnodigen van de vertegenwoordigers in de raad van bestuur. (Applaus bij Groen en de PVDA)
Ik hoor hier verklaringen dat de Dossinkazerne niet mag worden geïnstrumentaliseerd. Maar dat gebeurt al, hé, en dat gebeurt al jaren. Ik heb een bericht ontvangen van een dame die recent de Dossinkazerne heeft bezocht. Zij zegt: “Dit schisma zat eraan te komen. De gids in Dossin beloofde het niet over politiek te hebben, maar vervolgens liet hij toch niet na om constant naar de hedendaagse politiek te verwijzen.” Mijnheer Jambon, ik ben er ooit zelf geweest. Ik heb toen foto’s gezien van migranten uit de 21e eeuw. Wat heeft dat in hemelsnaam met de Holocaust te maken? Niks. Het wordt geïnstrumentaliseerd, en het wordt geïnstrumentaliseerd tegen partijen zoals de mijne, die immigratie- en islamkritisch zijn.
Ik hoor Herman Van Goethem met afgrijzen vaststellen dat – ik citeer – “het bestuur vindt dat de focus meer op de Holocaust moet komen te liggen”. Stel u voor: een herdenkingsplek en museum over de Holocaust, waar de focus ligt op de Holocaust! Dat is toch niet meer dan logisch? Het bestuur heeft in dezen gelijk. En ik wil u dus nogmaals verzoeken om deze schandalige bagatellisering van de Holocaust, die bezig was in de Dossinkazerne, krachtig te veroordelen en u te scharen aan de kant van het bestuur. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister-president, ik dank u voor uw heel duidelijk antwoord. U blijft met de Vlaamse Regering heel duidelijk en ondubbelzinnig achter de dubbele opdracht van Kazerne Dossin staan. Ik denk dat het een goede zaak is dat u zult samenzitten met de raad van bestuur, het dagelijks bestuur en de wetenschappelijke raad.
Nogmaals, het meest acute probleem vandaag zijn de structuur en het statuut van het museum en dan vooral de verhouding tussen het dagelijks bestuur, de raad van bestuur en de directie, waarbij de directie met een dagelijks bestuur drie schoonmoeders heeft die toezien op de werking en die werking in het verleden blijkbaar ook hebben belemmerd, toen men volop wilde inzetten op het werk met betrekking tot mensenrechten. Als u gaat samenzitten, moet u ook aandacht hebben voor de structuur.
In dat dagelijks bestuur zitten ook vier vertegenwoordigers van de Vlaamse Gemeenschap, waaronder de heer André Gantman, die niet zo lang geleden een heel duidelijk standpunt heeft ingenomen, namelijk dat Kazerne Dossin voornamelijk als museum voor de herdenking van de Holocaust moet dienen. Als u hier nu zegt dat de Vlaamse Regering zich volop achter die dubbele opdracht schaart, dan moet u er ook op toezien dat alle vertegenwoordigers van de Vlaamse overheid in Kazerne Dossin volledig op die lijn zitten.
Minister-president, hebben de vertegenwoordigers van de Vlaamse overheid binnen het bestuur van Kazerne Dossin zich ook in het verleden aan deze decretale opdracht gehouden en zullen ze dat in de toekomst zeker ook blijven doen?
Minister-president, sereniteit en terughoudendheid zijn iets anders dan zwakte of passiviteit. Het is mijn oproep om in alle sereniteit te bekijken wat er moet gebeuren om opnieuw de missie te verzekeren die u hebt voorgelezen, want die missie is perfect. Dat is waarover het gaat. Het gaat er niet over of die of die persoon gekapitteld moet worden. Het gaat erover of wij in Vlaanderen een sterk memoriaal kunnen hebben dat aan mensenrechteneducatie doet, dat ons waakzaam blijft houden voor de individuele vrijheden en voor het gevaar van massageweld. Heeft de ene gelijk of heeft de andere gelijk? Moet die raad van bestuur herschikt worden? Ik weet het niet. Dat zult u met de regering beslissen. Dat zullen we van u vernemen.
Dit thema is alleszins te belangrijk voor de Vlaamse Regering om weg te kijken. Dus opnieuw, breng sereniteit, maar laat u er niet toe verleiden om daar terughoudendheid aan te koppelen. (Applaus bij Open Vld)
Minister-president, ik ben blij dat u die dubbele missie bevestigt, maar het was natuurlijk wel een kroniek van een aangekondigde malaise. Het was al heel lang duidelijk dat er heel veel spanningen zaten binnen de Dossinkazerne. Mijn vraag was heel concreet of u sinds uw verklaringen van november – over die dubbele missie van de Dossinkazerne als Holocaustmemoriaal maar ook als baken van mensenrechten in onze samenleving – nog contact met hen hebt gehad? Hebt u hun specifiek gevraagd om die missie nog eens te verdedigen binnen de raad van bestuur, onder andere aan uw partijgenoot André Gantman? Want we weten allemaal dat hij daar in het verleden duidelijk andere uitspraken over heeft gedaan.
Vandaag is de malaise compleet en dat is zo jammer. We zitten ook met een ongelooflijk verlies aan expertise. Ik heb gisteren het interview gezien met de heer Van Goethem in De afspraak. Hij hield een bijzonder waardig pleidooi voor een Dossinkazerne die zijn rol opneemt om ook mechanismen van massageweld en polarisering te detecteren in een samenleving waarin we daar steeds meer mee geconfronteerd worden. Wat zult u nog concreet doen om die mensen met een ongelooflijke staat van dienst toch aan boord te houden? Want we hebben die absoluut nodig. (Applaus bij sp.a, Groen en de PVDA)
De heer Van Rooy heeft er, zoals gewoonlijk, weer niets van begrepen. Het museum heeft een dubbele rol: de Holocaust herdenken maar ook een breed museum zijn over mensenrechten. Daar wordt dus ook gesproken over hedendaags extremisme en ik begrijp dat uw partij, mijnheer Van Rooy, zich dan een beetje aangesproken voelt, maar dat is nu eenmaal de taak van het museum. Dus ja, daar wordt ook over vluchtelingen gesproken, want – het zal u misschien verbazen – vluchtelingen hebben ook rechten. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Het is heel logisch dat dat in dit museum aan bod komt. (Applaus bij de PVDA)
Minister-president, ik ben blij dat u de dubbele opdracht van het museum herbevestigt. Ik hoop alleen dat u beseft dat u een zeer harde woordenwisseling zult hebben donderdag met de heer Gantman, die een radicaal andere lijn oplegt aan het museum. Mijn vraag blijft of u de lijn verwerpt dat de Dossinkazerne wordt geïnstrumentaliseerd als een soort van legitimatie van de politiek die Israël voert? Ik heb u ook geen afstand horen nemen van de woorden van uw partijgenoot Freilich.
De heer Muyters heeft het woord.
Ik betreur het gebrek aan sereniteit in dit dossier, en ja, ook het gebrek aan sereniteit in de uitspraken van collega Freilich, terwijl sereniteit in een dossier als dit voor mij en mijn partij essentieel is. Ik wil het ook positief bekijken. Ik zie namelijk dat dat dagelijks bestuur, die raad van bestuur en die wetenschappelijke raad zich wel allemaal achter de dubbele opdracht scharen die de minister-president nog eens duidelijk naar voren heeft gebracht. Ik zag dat ook in het persbericht dat de raad van bestuur naar buiten gestuurd heeft en dat unaniem goedgekeurd werd. Ik zag dat ook in de acties die vandaag nog altijd bestaan.
Ik ben een man die corporate governance, goed bestuur, hoog in het vaandel draagt. Ik denk dat iedereen zijn rol heeft. De rol van een management verschilt van die van een dagelijks bestuur, van die van de raad van bestuur, en ook van die van een wetenschappelijke raad. Als een wetenschappelijke raad, die advies geeft over de inhoud, al eens gefrustreerd kan zijn als dat advies niet gevolgd wordt en daar dan eventueel een actie aan koppelt als ontslag nemen, dan kan ik dat begrijpen.
Ik denk dat we, als iedereen achter de missie blijft staan – en u zult dat ondervinden als u de volgende dagen de gesprekken voert –, een oproep kunnen doen. Ik denk ook – als ik iedereen die hierover is tussengekomen, beluister – dat die oproep kan zijn dat we zoeken hoe ieder vanuit zijn eigen rol kan bijdragen aan die missie. Blijkbaar staan we zo goed als allemaal achter die missie.
Minister-president, mijn vraag aan u is: wilt u er mee uw schouders onder zetten opdat er opnieuw gezamenlijk actie wordt ondernomen om die missie te realiseren? Ik denk dat ik, tussen de lijnen van uw antwoord, al een ‘ja’ heb kunnen horen. (Applaus bij de N-VA)
Dank u voor jullie inbreng, collega’s. Ik ga niet in op de discussie van de extremen, van extreemlinks en extreemrechts. Discussiëren jullie vooral verder onder elkaar.
Mijnheer Rzoska, toen ik daarnet zei dat ik de volgende dagen zou gaan spreken met de Vlaamse vertegenwoordiging in de raad van bestuur, dan is dat natuurlijk het begin van het traject. Ik bedoel daar niet mee dat we er na dat gesprek mee stoppen. Ik heb gevraagd om antwoorden op twee vragen. De eerste vraag is: ga na of alle leden van de wetenschappelijke raad inderdaad de dubbele opdracht, zoals bepaald door de Vlaamse Regering, onderschrijven. Ten tweede: ga na waar de pistes van verzoening kunnen liggen om die dingen bijeen te brengen. Dat is het begin van een traject, en niet het einde van een traject.
Minister-president, ik vind het goed dat u zelf ook mee het terrein op stapt, want het is natuurlijk wel zo, collega Muyters, dat dit niet de eerste vragen zijn die gesteld worden. We hebben die vragen altijd, vind ik, op de meest serene manier gesteld, en stap na stap. Dit was een dossier dat zich aan het opbouwen was.
Ik ben het met u eens. Ik ben het ook eens met diegenen die zeggen dat we zeer goed moeten opletten met de gevoeligheden die rond dat museum leven. Maar je kunt ook niet ontkennen dat de mensen die met hun ontslag een heel duidelijk signaal hebben gegeven, daar ook inspanningen voor hebben geleverd. Dat zijn mensen met een zeer grote verdienste, die vaak op onderzoeksterreinen hebben gewerkt die bijzonder gevoelig liggen in Vlaanderen en die daar de wetenschap met mijlslaarsgrote stappen vooruit hebben gebracht.
Dus ja, voor een Vlaamse Regering die eigenlijk zegt dat een van de prioritaire projecten in het regeerakkoord een Vlaamse canon is, is dit een stresstest. Ook dit is een onderdeel van de canon rond het verleden in Vlaanderen. De manier waarop we daarmee omgaan, is wat mij betreft een zeer belangrijke taak, zeker voor de minister-president van Vlaanderen. (Applaus bij Groen, sp.a en de PVDA)
Ik hoor de minister-president hier zeggen: ‘geen ronkende verklaringen afleggen’. Maar u zou eens moeten gaan kijken naar de Twittertijdlijn van die ex-directeur, Christophe Busch; dat leest werkelijk als een propagandablad van die linkse partijen hier achter mij: Groen, PVDA en sp.a. Hij pleit onder meer voor het terughalen van Syriëjihadisten, vandaag de grootste vijanden van de Joodse gemeenschap. Busch vergeleek zelfs, en ik citeer, “de verzetslieden die in 1943 een transport naar Auschwitz hebben tegengehouden” met zijn medewerkster, die vier vijfde is gaan werken om zich in te zetten voor een zogenaamde vluchteling. Laten we dus blij zijn dat dat de éx-directeur is.
Maar hij heeft wel overduidelijk aangegeven, mijnheer Jambon, dat die zogenaamde wetenschappelijke raad bezig was met het kapen van de Dossinkazerne voor een politiek-ideologische agenda, tegen partijen zoals het Vlaams Belang, die immigratie- en islamkritisch zijn. En zij misbruiken – en ik til daar zeer zwaar aan – de dode Joden van de Holocaust, terwijl ze nota bene zelf met hun propaganda de grootste vijanden van de vandaag levende Joden massaal willen binnenhalen, via massa-immigratie. Dus inderdaad: ‘good riddance’, opgeruimd staat netjes. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister-president, ik hoop nu vooral dat die sereniteit kan terugkeren en daarom is het goed dat u het gesprek met het bestuur van Kazerne Dossin zult aangaan, zodat iedereen zich opnieuw volop achter die decretale opdracht kan scharen en het museum haar werking zo verder kan uitrollen. Maar dat moet ook – ik herhaal het nogmaals – binnen een goede en werkbare structuur gebeuren, waarbij alle vertegenwoordigers zich achter die opdracht scharen.
Kazerne Dossin is zo’n belangrijke herdenkingsplaats voor die verschrikkelijke zaken die er 75, 80 jaar geleden zijn gebeurd en het trauma dat er daardoor nog altijd leeft onder de joodse gemeenschap. Tegelijkertijd moeten we op een wetenschappelijke manier leren uit het verleden, zodat die fouten nooit meer opnieuw gebeuren en dat we op basis van die ervaring kunnen werken rond deradicalisering, discriminatie een halt kunnen toeroepen en mee kunnen strijden voor de mensenrechten. Want het werk van Kazerne Dossin is zo waardevol dat het niet mag leiden onder de huidige perikelen binnen het bestuur.
Minister-president, dank u voor uw antwoord. Mijn slotwoord richt ik aan mijn collega's. U hebt hier vandaag een aantal mensen gehoord die heel ingehouden en ingetogen geprobeerd hebben te vragen naar de stand van zaken om een conflict op te lossen rond een van de meest precaire delen van onze geschiedenis en hoe ons dat kan helpen om in de toekomst dergelijke atrociteiten in kaart te krijgen. Dan zien we hier collega's die het niet kunnen laten om exact dat te doen wat met de herdenking in Kazerne Dossin en de dubbele missie te allen tijde bestreden wordt. Ik vind het schabouwelijk dat hier zo'n taal wordt gebruikt, langs links en langs rechts. Er zijn veel momenten ... (Opmerkingen van Sam Van Rooy)
Collega Van Rooy, collega Schiltz heeft het woord.
Ik heb u ook niet onderbroken, mijnheer Van Rooy. (Opmerkingen van Sam Van Rooy)
Wat u zegt, doet mij geen pijn! Het enige wat mij pijn doet is dat u een abominatie bent voor de herdenking van het Holocaustmuseum! Dat u hier denkt te kunnen rechtstaan om als grote voorvechter van de joodse geschiedenis en de mensenrechten te kunnen optreden! Ik zal niet tolereren dat dat museum en die kostbare erfenis op die manier misbruikt wordt! Nu niet, morgen niet, nooit niet! (Applaus bij Open Vld, de N-VA, CD&V, Groen, sp.a en de PVDA)
Collega's, ik denk dat de Dossinkazerne inderdaad een waardig en sereen debat verdient. Natuurlijk en altijd zal zo’n kazerne een memoriaal zijn van het onnoemelijke lijden van de joodse gemeenschap en moet ze een rol spelen om de herinnering daaraan levend te houden. Maar, ik heb het al gezegd, ze moet voor ons ook een rol spelen om het debat over het belang van mensenrechten levend te houden, om ervoor te zorgen dat die mechanismen van geweld, polarisering en extremisme worden blootgelegd en dat er wordt gewaarschuwd voor de gevaren. Ik reken dus op u, minister-president, om de rust te laten wederkeren. Dat is voor mij niet alleen een kwestie van respect voor het verleden; ik vraag u dat ook in het belang van een verdraagzaam Vlaanderen in de toekomst. (Applaus bij Groen, sp·a en PVDA)
Minister-president, ik noteer dat u geen afstand neemt van de bewoordingen ‘opgeruimd staat netjes’ van de heer Freilich. U bent als minister-president eindverantwoordelijke van dat museum. Dat is een uitspraak die niet alleen totaal ‘not done’ is, maar die hier door collega Van Rooy ter plekke wordt overgenomen en bijna tot persoonlijk motto wordt verheven. Ik vraag u dus opnieuw om daar alstublieft afstand van te nemen. Het zou een goede kans zijn om een beetje sereniteit in het debat te brengen.
Minister-president, ik begrijp niet goed hoe u mijn pleidooi voor de focus op mensenrechten extreem kunt noemen en in dezelfde zak kunt steken als de schabouwelijke uitspraken van collega Van Rooy. Misschien moet u mij dat straks in de koffiekamer eens uitleggen, maar ik begrijp dat totaal niet. Als u sereniteit wil brengen in het debat, minister-president, dan had u hier kunnen beginnen.
Ik sluit af met opnieuw een oproep om niet alleen te bemiddelen met de verschillende partijen in dit conflict, minister-president, maar om in te grijpen en ervoor te zorgen dat het dagelijks bestuur van kant verandert en opnieuw de dubbele opdracht van het museum uitvoert; het zou er eigenlijk toe verplicht moeten zijn. (Applaus bij de PVDA)
De actuele vragen zijn afgehandeld.