Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de impact van de recente wereldwijde uitbraak van het coronavirus op de Vlaamse toeristische sector en remediërende maatregelen ter zake
Actuele vraag over steun aan de reisbureausector wegens het coronavirus
Verslag
Collega’s, wie niet geïnteresseerd is in wat hier gebeurt, ga alstublieft naar de koffiekamer. Dat stoort ontzettend.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, het coronavirus is de afgelopen …
Dat geldt ook voor de regering. Dank u wel. (Applaus van de oppositie)
De koffiekamer is daar. Dank u wel. Het is ontzettend storend voor diegenen die een vraag moeten stellen, dat hier constant gepraat wordt. U hebt dat allicht ook al zelf mogen ondervinden. Er is niet voor niets een koffiekamer.
Mevrouw Talpe, begint u eraan en geniet ervan!
Het coronavirus is de afgelopen dagen niet uit de pers weg te slaan. Wereldwijd zijn er ondertussen 93.000 besmettingen, verspreid over zo goed als alle continenten. Ook ons land ontspringt die dans niet. De volksgezondheid is uiteraard onze hoofdbekommernis en federaal minister De Block is daar volop mee bezig en volgt de situatie op de voet.
Uiteraard is er ook een economisch luik. Zeker ook het toerisme in Vlaanderen zit mee in het bad. De toeristische sector zegt dat de reservaties worden geannuleerd, dat boekingen worden uitgesteld, dat mensen trager boekingen doen. Daar klinkt dan toch een luide alarmbel. Dat werd ondertussen bevestigd in verschillende steden, waaronder ook mijn eigen stad, en zeker in ook steden uit West-Vlaanderen, dat instaat voor 48 procent van de overnachtingen. De sector is bezorgd. De sector is goed voor 260.000 jobs. Voor die mensen moeten we zeker de nodige aandacht hebben.
De Vlaamse Regering nam heel terecht het initiatief om een taskforce op te richten waarin u zelf zetelt, maar ook minister Crevits, de minister-president, werkgevers- en werknemersorganisaties, Horeca Vlaanderen, het Vlaams netwerk van ondernemingen (Voka) en uiteraard ook Toerisme Vlaanderen. Het zal dus van groot belang zijn om de situatie heel nauw op te volgen en een open lijn te houden met de sector. Het is enorm belangrijk om daar voeten in de aarde te hebben. Zij kennen het terrein het best en zij kunnen de nodige input en expertise geven over bepaalde maatregelen die zouden moeten worden genomen.
Minister, toerisme zit onder uw vleugels. Ik reken dus op u om de belangen van de sector in deze woelige tijden te verdedigen binnen de taskforce, maar ook zeker daarbuiten. Dinsdag vond een eerste overleg plaats. Welke bezwaren heeft de toeristische sector daar op de tafel gelegd? Welke maatregelen plant u naast het vooruitschuiven van het promotiebudget richting buurlanden?
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Minister, het coronavirus geraakt nu ook in Europa en zelfs in Vlaanderen wijdverspreid. De toeristische sector is de eerste sector die daaronder lijdt. Het is dan ook goed om dit op de voet op te volgen, dat de taskforce er is en dat u daar ook aanwezig was om te luisteren naar de bezorgdheden van de hele toeristische sector, luchtvaartmaatschappijen, busmaatschappijen, maar ook hotels en horeca, en indirect de hele toeristische sector zoals de attracties die daar de gevolgen van zullen dragen.
Minister, het is belangrijk dat we geen paniek zaaien. Welke bijkomende maatregelen zijn er eventueel nodig? U hebt al aangegeven dat u het budget dat normaal is voorzien voor de promotie op China wil heroriënteren naar onze buurlanden omdat mensen misschien dichterbij op vakantie gaan. Dat lijkt mij al een goede zet. Kunt u concreet toelichten welke impact dit nu echt heeft op de toeristische sector? Welke eventuele bijkomende maatregelen zult u nog nemen?
De heer Vanryckegem heeft het woord.
Minister, corona is inderdaad in de eerste plaats een ernstig gezondheidsprobleem, maar stilaan ook een probleem met heel zware economische gevolgen. We moeten ons hoeden voor een vorm van massahysterie, we moeten rust prediken, maar tegelijk mogen we de ernst van de situatie zeker niet onderschatten.
De Vlaamse Regering riep gisteren voor het eerst de economische taskforce samen naar aanleiding van de uitbraak van dit virus. De minister-president, minister Crevits en uzelf waren aanwezig, samen met de vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties zoals de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV), Voka, Horeca Vlaanderen enzovoort.
Na afloop drukte de woordvoerder van de toeristische sector zijn tevredenheid uit over dit initiatief, maar benadrukte tevens dat de economische gevolgen snel voelbaar zijn in de toeristische sector omdat de winstmarges bijzonder beperkt zijn en ze amper buffers hebben.
Vooral de sector van de reiskantoren en reisorganisatoren lijken extra kwetsbaar omdat ze alle verplichtingen van de Europese richtlijnen pakketreizen en de Belgische reiswetgeving die de rechten van de reizigers waarborgen, moeten blijven uitvoeren. De winstmarges in de sector zijn al bijzonder klein, en die heeft nu ook te kampen met concurrentie uit de buurlanden en de onlineverkoop. De sector van de reiskantoren vreest dan ook een stijging van het aantal faillissementen als de coronacrisis enkele weken, laat staan enkele maanden zou aanhouden.
Tijdens de taskforce van gisteren werd bevestigd dat toeristische ondernemers voor de meeste economische steunmaatregelen in aanmerking zullen komen. Toerisme Vlaanderen zal hen daarbij ook zoveel mogelijk begeleiden en coachen.
Minister, bent u bereid om extra sectorspecifieke steunmaatregelen, zowel voor de horeca als voor de reissector, uit te werken?
Minister Demir heeft het woord.
Bedankt voor jullie vraag, collega’s. De meesten van jullie hadden daar een maand geleden ook al een vraag over gesteld in de commissie. Zoals ik toen ook heb gezegd, staat de volksgezondheid voorop. Maar ik vind het goed dat we met de Vlaamse Regering die taskforce hebben opgezet, om te kijken hoe we de economische gevolgen in kaart kunnen brengen en welke maatregelen we kunnen nemen.
Toerisme zorgt voor 4,4 procent van ons bruto binnenlands product. Dat is goed voor 260.000 arbeidsplaatsen. Die sector is dus echt belangrijk. Daarom hebben we ook bekeken hoe we de schade kunnen beperken.
Laten we even kijken naar de impactkaart van vandaag. Azië zorgt voor ongeveer 1,5 procent van de overnachtingen, dus vanuit Azië zal de impact veeleer klein zijn. 90 procent van onze overnachtingen komt vanuit Europa. Het is dus vooral daar dat we op moeten inzetten en waakzaam moeten zijn. We zien dat er al een dalende trend is. Als we kijken naar de vluchten die vanuit Italië komen, zien we een daling met 50 procent. Voor vluchten uit China gaat het om een daling met 37 procent. Dat is wat we vandaag weten.
In het geval van een virus als dit denk ik dat mensen wel nog op vakantie willen gaan, maar dat ze dichter bij huis willen gaan. Daarom wil ik de budgetten wijzigen en vooral promotie maken in onze buurlanden: Nederland, Duitsland, Luxemburg enzovoort. Het budget van ongeveer 275.000 euro dat normaal voor Azië bestemd is, gaan we nu richten op de buurlanden.
Wat gaan we nog doen? Er zijn de ondernemers in de toeristische sector, zoals de reisbureaus, maar ook anderen, die het moeilijk hebben in deze fase of de fase die nog zal moeten komen. Wij hebben ervoor gepleit dat zij ook toegang moeten hebben tot die economische steunmaatregelen. We gaan dat ook begeleiden. Verder gaan we de noden in kaart brengen. Vrijdag is er een overleg met alle actoren vanuit toerisme en de horeca. Ook de reisbureaus zitten in dat overleg. Dan ga ik bekijken wat we nog bijkomend kunnen doen.
Wat ik nu in eerste instantie vooral doe, is de budgetten voor promotie van Vlaanderen als vakantieland richten op de buurlanden. We zijn ook aan het bekijken of we voor het Ensorproject, dat in mei opent, extra promotie kunnen maken in onze buurlanden, om toeristen naar hier te brengen.
Tot slot wil ik meegeven dat de grote evenementen die gepland zijn, zoals de World Choir Games in juli in Antwerpen, gepland blijven. Dat is een heel groot evenement. Wij zijn natuurlijk wel waakzaam. Op dit moment zien we nog geen reden om dat te annuleren. We volgen dat verder op. De taskforce komt ook verder om de twee weken samen. Als we vrijdag de sector zien, zullen we de noden die er nog zijn, eventueel meenemen naar dat overleg over twee weken.
Ik volg het dus echt wel op. Ik denk dat het heel goed is dat we met die budgetten schuiven, want ik denk wel dat men nog op vakantie zal gaan, maar dat men niet ver op vakantie zal gaan. We zullen het dus vooral van onze buurlanden moeten hebben.
Bedankt voor uw antwoord, minister, en ook voor uw betrokkenheid en bezorgdheid. Dat is meer dan terecht. Ik hoor trouwens ook heel wat positieve signalen over het overleg van gisteren. Het is goed dat iedereen daar aan hetzelfde zeel trekt. Dat is heel belangrijk, als we tot goede oplossingen willen komen.
Anderzijds moeten we er ook voor zorgen dat we geen paniek zaaien. De mensen moeten nog het gevoel hebben dat ze veilig op reis kunnen gaan. Anders zou dat de impact op de sector alleen maar vergroten, en dat is absoluut niet wenselijk.
Horeca Vlaanderen had ook gevraagd om de ondernemingen financiële zuurstof te geven tijdens deze moeilijke periode, en ook toegang tot de economische steunmaatregelen. Op dat vlak zijn er ondertussen al stappen gezet. De Vlaamse en de federale overheid zullen ter zake echt een tandem moeten vormen. Hebt u in aanloop naar de volgende taskforce, die pas over twee weken plaatsvindt, nog overleg gepland met uw federale collega’s?
Dank u wel, minister. Ik denk dat het ook belangrijk is dat we geen bijkomende paniek zaaien, maar dat we wel heel alert blijven en de vinger aan de pols houden, want ons toerisme is vooral op Europa gericht. We kennen daar enkele haarden waar het coronavirus zeer sterk aanwezig is, waardoor er wellicht die bijkomende impact zal zijn.
Het is ook goed dat we de bedrijven informeren over de steunmaatregelen die hierdoor geïmpacteerd worden, maar ik denk dat we wel het vertrouwen in de sector moeten behouden, want we hebben bij de aanslagen in 2016 gezien dat de impact op de toeristische sector onmiddellijk groot was, maar dat het ook een heel veerkrachtige sector is, die heel snel herstelt. We hebben toen ook de methode gebruikt om de troeven van Vlaanderen in de kijker te blijven zetten. Promotie in het buitenland voeren kan dus heel efficiënt zijn.
Ik heb wel nog een bijkomende vraag: hebt u zicht of de impact vooral groot is voor het recreatief toerisme of eerder voor het zakelijk toerisme? Is Vlaanderen meer geïmpacteerd dan onze andere buurlanden, of zien we daar dezelfde trends?
Dank u, minister, voor uw hoopgevend antwoord. Ik sluit me aan bij de opmerkingen van mijn twee lieve collega’s. Ik hoop dat u met de diverse sectoren zult blijven overleggen om die economische gevolgen zowel voor de horeca als voor de reissector tot het minimum te beperken.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Steeds meer mensen maken zich terecht zorgen over het coronavirus, en dat laat zich op verschillende vlakken voelen. De focus ligt vaak op het gezondheidsaspect, maar we moeten de economische gevolgen voldoende inschatten. Door de heersende angst dreigt er een economische crisis, mensen beginnen te hamsteren, toeristen blijven weg, enzovoort. In Brugge, en wellicht ook in andere grotere toeristische steden, voelt men al de gevolgen van het coronavirus. Hotels en restaurants krijgen al heel wat minder boekingen.
Moeten we voorzichtig zijn? Uiteraard. Moet er gesensibiliseerd worden? Absoluut. Wat er vooral niet gedaan moet worden, is onnodig angst creëren. De overheid moet de bevolking dan ook correct en op een uniforme manier blijven informeren zodat ook de toeristische sector hieronder niet nodeloos hoeft te lijden.
U hebt gezegd dat u zult praten met de sector, minister. Zal er ook een diepgaand overleg zijn met de verschillende grote toeristische steden in Vlaanderen?
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Het is waar dat we drie weken geleden al vragen voor u hadden, minister. Het blijft en zal blijven. Ik had ook een vraag voor u. Ik maak uit uw antwoord op dat u die promo in de buurlanden heel belangrijk vindt. Ik vind dat zeker ook, maar als ik u een suggestie mag meegeven, zou ik toch aanraden om de promo vooral te richten op het feit dat het veilig is om te reizen. Men weet onderhand dat de buurlanden mooi zijn, maar men is bang. Ik denk dat niet alleen de minister van Volksgezondheid op federaal niveau daarin een taak heeft, maar dat daarin ook voor u een taak ligt om toeristen te kalmeren en te zeggen dat het veilig is om te reizen.
Ik had nog een bijkomende vraag over die economische steunmaatregelen. Kunt u me zeggen wat het budget daarvoor is en kunt u garanderen dat die economische steunmaatregelen voor de sector niet drie jaar later worden uitbetaald, zoals dat al bij andere gevallen van overmacht is gebeurd?
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, ik denk dat we het allemaal met u eens zijn dat de volksgezondheid hier centraal staat en altijd prioriteit heeft, maar dat het inderdaad ook belangrijk is dat we in deze materie de vinger aan de pols houden. We weten niet wat er komt. We maken volgende week misschien al een totaal andere inschatting van de situatie, en dat kan in de twee richtingen zijn. Ik denk dat het belangrijk is om dat nauw op te volgen. Ik zit helemaal op uw lijn. Ik denk dat het goed is om van de gelegenheid gebruik te maken om dat nabije toerisme meer te promoten.
Misschien heb ik nog een extra insteek. We hebben een prachtig land, in beide regio’s. In die regio’s zijn er allerlei dingen te bezichtigen en te beleven. Er zal ook een mindere uitstroom zijn van toeristen naar andere regio's in de wereld. Het kan misschien interessant zijn om van de gelegenheid gebruik te maken zodat het binnenlands toerisme ook de gaatjes kan opvullen. Het is misschien een extra gelegenheid.
Collega's, ik dank u voor alle tussenkomsten. Ik denk dat we allemaal op dezelfde lijn zitten. We moeten vooral niet panikeren, want als wij panikeren, gaan de mensen ook niet komen.
Ik heb al gezegd dat ik wil nadenken over een positieve campagne in de buurlanden, bijvoorbeeld naar aanleiding van de opening van het Ensorhuis in mei, en te zeggen dat het veilig is om naar hier op reis te komen.
Ik heb ook al gedacht aan de mindere uitstroom van Vlaanderen naar het buitenland. Ik zal daarover een onderhoud hebben met de gedeputeerden van Toerisme. Vlamingen die van plan waren in de paasvakantie naar het buitenland te gaan, gaan misschien nu een weekendje naar Van Eyck in Gent of naar West-Vlaanderen of naar Limburg om te fietsen. We zullen dit samen met de gedeputeerden opnemen, want het is vooral hun bevoegdheid. Ik zal nagaan waar Vlaanderen mee kan ondersteunen.
We moeten inderdaad geen drie jaar wachten met economische steunmaatregelen, want anders is men misschien al failliet, en dat is niet de bedoeling. Er komt ook een overleg met de banksector – minister Crevits zal dat misschien ook al hebben gezegd – om na te gaan hoe we de toeristische ondernemers via Toerisme Vlaanderen kunnen ondersteunen. De toeristische ondernemers zijn ondernemers die zorgen voor 260.000 arbeidsplaatsen, 4,5 procent van het bruto binnenlands product. Dat is heel wat in termen van economische activiteit.
Het is goed dat we om de twee weken overleg hebben. De minister-president neemt die afspraken mee naar het federale overleg, waar hij mee aan tafel schuift en legt de bezorgdheden, zowel de economische als die van de toeristische sector, op tafel. Eind deze week is er een sectoroverleg en ik zal klaar staan om te luisteren naar de noden.
We zullen het niet loslaten want het is heel belangrijk voor Vlaanderen. We zullen alles op alles zetten. Ik ben blij dat de collega's ook mee aan de kar willen trekken.
Minister, ik dank u voor uw bemoedigend antwoord. We moeten inderdaad niet panikeren, maar we moeten er ook geen doekjes om winden. De impact op onze hotels, vakantiewoningen en horeca is voelbaar. Er zijn geannuleerde reservaties, mensen boeken later, en het einde is nog niet in zicht. Er zijn nog naweeën waarvan we niet kunnen inschatten hoe ze zullen evolueren.
U haalde daarnet ook de tewerkstelling aan: 260.000 jobs. Voor deze mensen hangt er een zwaard van Damocles boven hun hoofd. Het is inderdaad niet de eerste keer dat de toeristische sector wordt geconfronteerd met een terugval. Er waren de aanslagen van 2016. De sector heeft toen hevig geknokt en heeft zich goed hersteld. Ik heb er alle vertrouwen in dat, als we alert blijven, we dit samen met de sector, de federale en de Vlaamse overheid het hoofd zullen kunnen bieden.
Minister, we moeten goed blijven monitoren en de impact opvolgen. We moeten de vinger echt aan de pols houden.
Het is goed om de middelen te heroriënteren naar promotie in de buurlanden, maar het is ook een goede suggestie om het binnenlands toerisme aan te zwengelen. Dat is de taak van de provincies. Als we daar met z'n allen aan kunnen werken, dan doen we dat bijzonder graag. In elk geval hopen we dat we zeer veel mensen uit zowel Vlaanderen als de buurlanden en andere landen – als die nog durven te komen –, naar Ensor en onze mooie kust in Oostende krijgen.
Minister, ik dank u voor uw antwoorden. We zullen dat samen met de collega's blijven opvolgen. Laat ons vooral hopen dat zowel de binnenlandse als de buitenlandse gasten, zowel de toeristen als de zakenmensen die naar onze prachtige hotels in Vlaanderen komen, niet in hun kot zullen blijven.
De actuele vragen zijn afgehandeld.