Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, ik hoor op het terrein van zorg en welzijn op veel plekken dat er een diep ongenoegen over uw beleid is. Het ongenoegen is zo diep dat, na de acties die in december 2019 zijn gevoerd, op 5 maart 2020 opnieuw een betoging aan uw kabinet in Brussel is gepland om te trachten u op andere ideeën te brengen.
In december 2019 bent u al op enkele besparingen teruggekomen. U hebt de besparingen op de Zelfmoordlijn 1813 en op enkele andere preventieve gezondheidsprojecten teruggedraaid, maar het gaat veel breder dan dat. U bent nu ongeveer vier maanden minister en u bent erin gevlogen met forse besparingen. U hebt altijd gezegd dat u zou besparen, maar dat we dat op het terrein niet zouden voelen.
Ondertussen horen wij week na week signalen vanuit datzelfde terrein dat de besparingen die u doorvoert, groot effect hebben op het terrein en op de dienstverlening. Mijn vraag is: wanneer gaat u beginnen te luisteren naar die mensen op het terrein?
Ik kan heel veel getuigenissen brengen, maar omdat het vandaag dag van de psychologen is, zal ik het hebben over psychologen bij de centra algemeen welzijnswerk (CAW’s). Dat zijn mensen die psychologische zorgen verlenen aan hen die nergens anders terechtkunnen. Zij zetten zich dag in dag uit hard in om die mensen te kunnen helpen, maar zien nu dat hun dienstverlening afgebouwd wordt door uw besparingen.
U hebt vorige week toegegeven dat uw besparingen toch voelbaar zijn op het terrein, maar u hebt niet geantwoord op de vraag waar die mensen die momenteel op de wachtlijst staan voor psychologische hulp bij de CAW’s, naartoe moeten. Waar moeten die mensen naartoe? Dezelfde verhalen horen we bij mensen met een handicap, in de woonzorgcentra, bij de schuldhulpverlening, bij sociaal werkers, bij de steunpunten van sociaal werkers. En toch blijft uw mantra keer op keer: ‘reculer pour mieux sauter’. Minister, die mensen op het terrein staan al met hun rug tegen de muur; ze kunnen geen stap meer achteruit zetten. Mijn vraag is: wanneer gaat u naar die mensen luisteren?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, ik doe niets anders dan luisteren naar die mensen. Ik heb de voorbije weken van de verschillende sectoren zowel zorgverstrekkers als vertegenwoordigers van het personeel ontvangen, gezien en gehoord en ik heb hun ook uitgelegd wat we de komende jaren van plan zijn. Ik zal niet ontkennen dat er soms ongerustheid is en een stuk van die ongerustheid kan ik ook nog wel begrijpen. Op vraag van de voorzitter van het parlement heb ik eind december een powerpointpresentatie meegegeven over het nieuw beleid. U hebt die gevraagd, omdat er cijfers circuleerden over het nieuw beleid en jullie die wilden zien. Dat was geen enkel probleem. Ik zou graag hebben dat u die cijfers nu ook laat circuleren en niet alleen focust op de besparingen of inspanningen die we vragen.
Vragen we inspanningen aan de gehandicaptensector? Ja, voor ongeveer 41 miljoen euro. Daartegenover staat – en ik heb de powerpoint hier weer bij – 295 miljoen euro aan bijkomende investeringen in diezelfde sector. Vragen we inspanningen aan de jeugdhulp? Ja, voor ongeveer 2,8 miljoen euro, maar daartegenover staat 92 miljoen euro die we investeren in de jeugdhulp. Vragen we inspanningen van de mensen in de kinderopvang? Ja, voor ongeveer 5 miljoen euro, maar daartegenover staat 60 miljoen euro aan investeringen. U spreekt over de ouderenzorg, maar daarin gaan we 280 miljoen euro investeren. Dat is wat we de komende jaren gaan doen. De bijkomende middelen bedragen 1,2 miljard euro, zonder indexeringen. Dat staat tegenover 90 miljoen euro aan besparingen.
Ik heb nooit gezegd dat die besparingen ficties zouden zijn. Dat heb ik nooit gezegd. Maar tegenover die 90 miljoen euro aan effectieve besparingen staat wel 1,2 miljard euro uitbreidingsbeleid, los van de indexering. Alles samen realiseren we de komende jaren 2 miljard euro groei. En ik zal in overleg met de verschillende stakeholders, de zorgverstrekkers en diegenen die het personeel vertegenwoordigen, kijken op welke manier we die middelen het beste kunnen inzetten, zodat alle Vlamingen met grote of kleine hulpvragen zo goed mogelijk geholpen worden.
Minister Beke, ik denk dat het belangrijk zal zijn dat er op 5 maart veel volk is. Wat ik problematisch vind, is dat u hier als een boekhouder blijft jongleren met allerlei cijfers: die cijfers hier, die cijfers daar, we investeren een beetje. Vandaag bouwt u dienstverlening af en u erkent dat ook, wat u lange tijd niet gedaan hebt. U bouwt dienstverlening af. Die mensen die op de wachtlijst staan voor psychologische hulp bij een CAW en die geen middelen hebben om elders te gaan of die met hun problematiek nergens anders terechtkunnen, waar moeten die mensen naartoe? U hebt nog altijd niet op die vraag geantwoord. Zorg en Welzijn gaat niet over cijfers, maar over mensen, mensen die hulp nodig hebben. En die hulpverleningen bouwt u vandaag af.
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, u blijft beweren dat u op structuren bespaart en niet op mensen. U zegt dat mensen dat niet zullen voelen. Wij weten dat dat onzin is. De mensen in de sector weten dat dat onzin is. Gisteren kregen we in de commissie Welzijn de Kinderrechtencommissaris op bezoek, met haar lezing van uw beleidsnota Welzijn. En het eerste punt dat zij daarin aanhaalt, is dat ze bezorgd is omdat die besparingen die u zult doorvoeren kinderen, jongeren en hun ouders wél zal treffen, en wel hier en nu. En dat is waarom die mensen uit de zorgsector op straat komen. Zij komen op straat omdat er in de vorige legislatuur al zo hard bespaard is dat het water hen aan de lippen is komen te staan en u hen nu kopje onder zult duwen. En die mensen staan daar niet alleen voor zichzelf, maar vooral omdat de armoede in Vlaanderen blijft stijgen en omdat zij voelen dat de mensen op het terrein, de mensen waarvoor zij het doen, nu nog verder de dieperik in zullen worden geduwd.
Dus stop met dat te beweren. Ga écht luisteren naar de mensen in de sector. Ga er op 5 maart misschien zélf naartoe. Luister naar die mensen en stel uw beleid fundamenteel bij. (Applaus bij sp.a)
De heer Van Rooy heeft het woord.
Mevrouw Vandecasteele, ik vond het zeer leuk toen ik u vorige week een keuze heb voorgelegd. Ik vroeg wat u zou kiezen. Het gaat natuurlijk om geld. U zit zeer in met de zorgsector. Het is niet de eerste keer dat u hier staat. Ik zit ook zeer in met de zorgsector. En we zijn allemaal – nietwaar, minister Beke? – op zoek naar geld. Daar gaat het uiteindelijk altijd om.
Dus ik geef u opnieuw een concrete keuze. De Vlaamse overheid geeft de komende vijf jaar 25 miljoen euro uit aan Malawi, een land in Afrika. Vindt u dat goed? Of zegt u: ‘Nee, zoiets kan niet. Ik vind dat dat geld, die 25 miljoen, moet worden geïnvesteerd in onze eigen zorgsector.’ Want alle beetjes helpen, nietwaar?
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Minister, de CAW's moeten 5 miljoen euro besparen. Dat betekent dat 52 voltijdsequivalenten moeten gaan. In verband met samenlevingsopbouw, lazen we vorige week dat de pionier van het straathoekwerk ontslagen werd en dat ook in andere provincies mensen ontslagen werden. We weten ook dat er moet worden bespaard op de overheadkosten van de zorginstellingen. Zij besparen niet op de verwarming, ook daar moeten mensen afvloeien.
Je kunt je op den duur afvragen of we nog in staat zullen zijn om zorggarantie te geven, kwaliteitsvolle zorg. Minder mensen aan het werk betekent minder cliënten. Dat betekent ook een veel hogere werkdruk en meer problemen rond burn-out. U zegt wel dat u heel veel zult investeren. Maar mocht de sector dat geloven, zouden zij op 5 maart niet de straat op gaan.
Minister, ik denk dat er op dit moment genoeg alarmbellen afgaan. Binnenkort hebt u de begrotingsbesprekingen, de controle erop. Kunt u deze boodschap meenemen?
Collega, als de mensen op 5 maart komen, dan zal ik hen ontvangen. Ik zal naar hen luisteren en met hen spreken. Want veel van wat hier vandaag wordt verteld, veel van wat die mensen en die organisaties vertellen, creëert absoluut nodeloos ongerustheid. Als we de komende twee jaar 2 miljard euro zullen investeren in Welzijn, zoals we de voorbije vijf jaar ook 2 miljard euro in Welzijn hebben geïnvesteerd, dan gaat dat telkenmale over de vraag hoe we mensen in kwetsbare posities maximaal kunnen helpen. Hoe kunnen we de organisaties het best daarop afstemmen? Dat is wat we in het verleden hebben gedaan en dat is ook hetgeen we in de toekomst zullen doen.
Collega, wat de CAW's betreft, heb ik inderdaad eind vorig jaar hier in dit parlement gezegd dat we ze, wat 2020 betreft, soelaas bieden en dat we in overleg zullen gaan. We zullen met hen spreken over de opdrachten die ze in de toekomst nog zullen doen en hoe ze die opdrachten het best kunnen vervullen.
U spreekt over het steunpunt Mens en Samenleving (SAM). Ik heb deze week samengezeten met de nieuwe directie van SAM. Dat was een zeer positief en constructief gesprek, over de vraag hoe we ervoor kunnen zorgen dat de ondersteuning in de toekomst het best kan geschieden. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat dat het meest effect zal hebben op het terrein? Met het oog op de nieuwe beheersovereenkomst zijn we daarover aan het spreken en mee aan het onderhandelen.
Maar aan de ene kant vraagt het parlement telkens: ‘Gebruik overleg, ga met de mensen spreken, ga luisteren, neem er uw tijd voor.’ En aan de andere kant zegt men: ‘We willen nu weten, hier en daar en waar, dat die middelen, die bijkomende middelen van 1,2 miljard euro, de komende jaren zullen worden ingezet.’ Ik zal er mijn tijd voor gebruiken. Ik zal er mijn tijd voor gebruiken om rustig met hen te spreken, rustig te luisteren en te kijken wat de prioriteiten zijn. En ik zal voor elke euro opnieuw vechten.
Dat hebben we gedaan bij de regeringsonderhandelingen: 550 miljoen euro. Dat hebben we gedaan bij de opmaak van onze beleidsnota en de meerjarenplanning: 600 miljoen euro erbij. In totaal is dat bijna 1,2 miljard euro. Dat hebben we gedaan toen de eenmalige middelen moesten worden besteed: opnieuw, 4,75 miljoen euro. Dat zullen we telkenmale doen als we de kans en de gelegenheid daarvoor hebben, en daarbuiten. (Applaus bij de meerderheid)
Het is werkelijk ongelooflijk, ik vind het zelfs verbijsterend, hoe u doof blijft voor de signalen vanop het terrein. Dat was mijn tussenkomst. Daar ben ik mijn tussenkomst mee begonnen. Ik heb u heel concreet gevraagd wat die mensen moeten doen die op de wachtlijst staan, wat die mensen moeten waarvan de dienstverlening vandaag wordt afgebouwd. Waar moeten die mensen vandaag naartoe? U blijft spreken over cijfers. U blijft spreken over zogezegd uitbreidingsbeleid. Wat u doet, is een uitbreidingsbeleid van wachtlijsten, en dat is niet wat de mensen in Vlaanderen nodig hebben. U moet naar de mensen kijken, niet naar de cijfers. U bespaart. U moet luisteren naar het terrein. Daar wordt de dienstverlening afgebouwd, en daar moet worden ingegrepen.
Er zal veel volk moeten zijn op 5 maart om tot u te laten doordringen dat die besparingen moeten worden gestopt. (Applaus bij de PVDA en Groen)
De actuele vraag is afgehandeld.