Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, De Tijd – u allen bekend – had het vorig weekend uitvoerig over het verontrustend cocaïnegebruik hier in Vlaanderen. Het artikel in kwestie had het onder meer over de marktwerking bij de cocaïnehandel tussen de dealer en de gebruiker, over dealers en gebruikers die zelfs volledig digitaal gaan, met recensies over de kwaliteit van de cocaïne die online geplaatst werden. Kortom, cocaïne die eigenlijk sneller geleverd wordt dan een pizza. Liberale marktwerking op zijn best, denk ik.
Collega’s, alle gekheid op een stokje: dit is echt niet om mee te lachen. Het is volgens mij echt wel een zeer problematische situatie. We zien niet alleen dat het gebruik van cocaïne meer en meer genormaliseerd wordt, we zien ook dat, terwijl in het verleden het cocaïnegebruik zich vooral beperkte tot het uitgaansleven en de rijkere gebruikers, nu het cocaïnegebruik meer en meer zijn weg vindt naar alle lagen van deze samenleving, naar de gebruiker die professioneel alles uit zichzelf wil halen en daarom een grammetje cocaïne gebruikt. Dat grammetje cocaïne, dat op den duur niet meer voldoende is, waardoor men meer en meer grammen verslavende cocaïne per dag nodig heeft.
Uit onderzoek blijkt – als ik me niet vergis – dat 8,3 procent van de mannen tussen 25 en 34 jaar onlangs nog cocaïne gebruikt heeft. Het algehele gebruik van cocaïne is de laatste tien jaar meer dan verdubbeld. Dat gaat van 0,8 procent naar 1,7 procent. Beste collega’s, dat gaat over bijna twee op de honderd mensen die cocaïne gebruiken.
Minister, mijn concrete vraag aan u luidt als volgt. Ondanks het Vlaams preventiebeleid, zien we toch wel een forse toename van het cocaïnegebruik. Vindt u dat het huidige preventiebeleid in Vlaanderen nog voldoende toereikend is? Hoe gaat u dit, indien nodig, veranderen?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, het drugsgebruik is verontrustend. U hebt het zelf ook aangegeven. De cijfers stijgen. De gemiddelde cijfers zijn een pak lager dan die voor mannen tussen de 25 en 34 jaar, maar desalniettemin stijgen ze. Dus moeten we daar ook naar handelen.
Dat vraagt een totaalaanpak, want het zit bij preventie, bij veiligheid, bij de aanpak van de drugshandel, bij de bestraffing, enzovoort. Wij hebben een thematische vergadering ‘Drugs’. Ik zal daar dat thema aan bod laten komen, samen met de collega’s, over de verschillende bevoegdheden heen, om uit te zoeken hoe we daar verder kunnen naar handelen.
Zelf gaan we onze beheersovereenkomst, die we hebben met het Vlaamse expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD) en die ik deze week nog voor 2020 heb vernieuwd, voor 3,3 miljoen euro, ook in de toekomst evalueren, om te zien waarop we de komende periode verder moeten bijsturen. Het gaat over het gebruik van drugs op het werk, in het uitgangsleven, op andere plaatsen. Het is dus een veelzijdige problematiek en een bezorgdheid van ons allemaal. We zullen dit thema, met het oog op de vernieuwing van de beheersovereenkomst en de doelstellingen die we daarin willen formuleren, mee aan bod laten komen.
Minister, dank u voor het duidelijke antwoord. U noemt al een aantal maatregelen en initiatieven op. Ik ben daar heel blij mee. Ik ben ook blij dat u het probleem erkent, want het is zeker bij bepaalde doelgroepen in deze maatschappij echt wel een probleem.
De verschillende maatregelen mogen niet versnipperd raken. Is het een optie om de maatregelen te bundelen in een soort van globaal actieplan en daar dan mee van start te gaan?
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Uiteraard is het stijgende cocaïnegebruik bij adolescenten en jonge volwassenen een grote bezorgdheid, waar we zeker rekening mee moeten houden. Ik denk dan vooral aan het gemak waarmee die drugs te verkrijgen zijn.
Minister, u verwijst naar de studie van VAD. Daarin werd ook een leerlingenbevraging georganiseerd. Daaruit blijkt dat bij jongeren van 12 tot 18 jaar een verontrustend gebruik van cocaïne is vast te stellen. Bij de 7500 bevraagde jongeren bleken er 45 het afgelopen jaar cocaïne te hebben gebruikt. Dat lijkt misschien niet veel, maar het is toch verontrustend. Je geraakt er gemakkelijk aan en blijkbaar is ook de kostprijs van 50 euro voor 1 gram niet onoverkomelijk.
Minister, welke bijkomende maatregelen kunnen we nog nemen, in samenspraak met VAD, om in het bijzonder de jongeren te sensibiliseren voor de gevaren en de risico’s van het druggebruik? Ik hoop dat u op de overlegmomenten die zullen plaatsvinden, ook het aspect van preventie bij jongeren uitvoerig kunt behandelen.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
We zien het druggebruik inderdaad steeds toenemen. Er is ook een verschuiving van het type drugs dat wordt gebruikt. Er lijkt een normalisering van cocaïnegebruik te zijn. We beseffen onvoldoende de risico’s van cocaïne. We moeten vooral daarop inzetten. Als je in je omgeving een aantal mensen dat ziet gebruiken, denk je: ‘Och ja, waarom zou ik dat niet eens proberen?’ Als we onze jonge mensen meer die risico’s willen doen beseffen, is het onze taak om een sensibilisering door te voeren.
De heer Annouri heeft het woord.
Als er één stad is die het hardst lijdt onder de cocaïnehandel, dan wel Antwerpen. We hebben al vaak, over alle partijgrenzen heen, gediscussieerd over wat we daaraan moeten doen. Je moet enerzijds de aanbodzijde en anderzijds de vraagzijde hard aanpakken. De aanbodzijde zorgt voor misdaad en voor het infiltreren van misdaadgeld in de economie. Dat moet op federaal niveau hard worden aangepakt. Minister, als het gaat over de vraagzijde, dan wil ik u vragen om dit te behandelen als een prioritaire gezondheidskwestie. Probeer te achterhalen waarom mensen gebruiken, wat de mechanismen zijn achter hun gebruik, welke profielen zij hebben en hoe dat beter in kaart kan worden gebracht. En dan moeten we weten welke gezondheidswinsten we willen realiseren. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat er minder vraag is, dat mensen cocaïne minder normaal vinden, dat ze doorhebben dat het gebruik ervan echt wel problematisch is, en dat ook de vraagzijde vermindert? Ook dat is nodig als we die strijd willen winnen.
De heer De Reuse heeft het woord.
Voorzitter, het stijgend cocaïnegebruik verontrust ons uiteraard ook. We weten dat 10 tot 15 procent van de bevolking na eenmalig gebruik vatbaar is voor een verslaving. We spreken dan nog niet over het meermalig recreatief gebruik. Dat moet ons zorgen baren.
Het cocaïnegebruik brengt heel wat gezondheidszorgen met zich mee, zowel op korte als op lange termijn. Daarnaast zijn er nog heel wat maatschappelijke problemen. Daarnet is al verwezen naar het functioneren in onze maatschappij, maar ook naar de criminaliteit. Verslaafden moeten voorzien in middelen om hun verslaving te kunnen bekostigen.
Minister, het is in eerste instantie belangrijk dat er, naast een strenge bestraffing van de dealers en de invoerders, een goede zorg is voor de slachtoffers van de criminaliteit. Dat brengt me bij de Vlaamse bevoegdheden. Naast een betere preventie zouden we ook graag een groter aanbod zien van zowel vrijwillige als verplichte ontwenningstherapie. Dat moet dringend omhoog, want er zijn te weinig plaatsen. Zo kunnen we de slachtoffers van deze smeerlapperij helpen. Wat zijn uw plannen in dit verband?
Drugs is een probleem. Zoals daarnet is gezegd, wijzigt de manier waarop drugs worden gebruikt. Dit is een maatschappelijk probleem en we moeten in eerste instantie als maatschappij ageren en reageren. Drugs gebruiken, is niet normaal. Het is voor niets goed. Het is niet goed voor de persoonlijke ontwikkeling, voor de gezondheid, voor de samenleving, voor de veiligheid en voor al die machinerieën die erachter zitten en daar winsten mee boeken. Het is maar voor één zaak goed, en dat is voor de criminaliteit. Ik denk dat we het erover eens zijn dat we een stevige aanpak moeten hebben.
Zoals ik heb vermeld, omvat de interministeriële conferentie een thematische vergadering over drugs. We zullen dat thema daar opnieuw aan bod brengen. VAD speelt een belangrijke rol met betrekking tot de manier waarop we ten aanzien van jongeren moeten communiceren, sensibiliseren en preventie aan bod brengen. Dat is natuurlijk ontzettend belangrijk. We zullen dat samen doen met het Vlaams Instituut Gezond Leven, want er is natuurlijk een gezondheidselement. Het tast de gezondheid fysiek en mentaal op alle vlakken aan. Wanneer we de nieuwe beheersovereenkomst maken en onze beleidsdoelstellingen op dit vlak formuleren, zullen we, samen met het Vlaams Instituut Gezond Leven en VAD, nagaan welke bijkomende acties we in dit verband kunnen nemen.
De drugsproblematiek gaat natuurlijk veel verder dan wat ik hier net heb aangehaald, maar ik denk dat we in het Vlaams Parlement van de gelegenheid gebruik moeten maken om te praten over zaken die we met de bevoegdheden van het Vlaams Parlement kunnen aanpakken.
Minister, u had het net over de gezondheid, en daar hebben ook andere sprekers het over gehad. We leven nu eenmaal in een tijd waarin iedereen heel gezond wil leven. We willen meer bewegen, meer sporten en gezond eten. Deze maand is het ook Tournée Minérale en willen we geen alcohol drinken. Toch zien we dat het gebruik van cocaïne en andere drugs erop vooruitgaat. Ik vind dat een gevaarlijke tendens. Ik heb er alle vertrouwen in dat u dit zult aanpakken.
Mevrouw Verheyen, ik feliciteer u met uw eerste actuele vraag. (Applaus)
De actuele vraag is afgehandeld.