Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Minister, er zijn vijf verenigingen die de Vlaamse Regering aanklagen bij de Raad van Europa omdat het Vlaamse woonbeleid er niet in slaagt om het recht op wonen te garanderen voor iedereen. Ik las uw reactie in de media: u was redelijk defensief ten opzichte van dit initiatief. Ik vond dat een beetje spijtig, want ik heb u beter leren kennen door uw interview in de laatste editie van ‘Fundamenten’ door te nemen. Daarin profileert u zich toch als een minister met een heel sterk engagement, de minister van Wonen die er echt voor wil gaan, die in dialoog wil gaan en die waarde hecht aan informatie en argumentatie.
U gaat deze periode 4,2 miljard euro investeren in sociale huisvesting. (Applaus bij de meerderheid)
Ik heb u zo leren kennen, maar, minister, spijtig genoeg zijn er wel 155.000 mensen die wachten op een sociale woning, evenveel als er wonen in een sociale woning. Minister, ik dacht en denk dat u eigenlijk partners kunt zijn: u en de organisaties die nu naar de rechtbank stappen om de Vlaamse overheid aan te klagen. U moet samen met hen één geheel vormen en hun argumentatie een stuk gebruiken om uw collega’s in de Vlaamse Regering aan te manen en te zeggen: ‘Een Vlaams woonbeleid is heel belangrijk.’
Minister, er moet meer gebeuren dan wat er nu gebeurt. Hoe gaat u het woonbeleid socialer maken en hoe gaat u de wooncrisis die er nu is, oplossen?
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u wel voor de vraag en voor de campagne. Ik zou mijn reactie niet defensief noemen maar eerder coulant. Zo zal ook mijn antwoord zijn.
Eerst en vooral heb ik geen zicht op de klacht zelf. Die hebben wij niet gekregen. We hebben telefonisch contact gehad met een van de verenigingen, maar een schriftelijke klacht hebben wij niet. We hebben enkel de media en het interview in De Ochtend van gisteren.
Ten tweede gaat het over het Europees Comité voor Sociale Rechten. Dat is een onderdeel van de Raad van Europa. Zij doen geen bindende uitspraken. Het is niet zo dat je daar als individu een of ander recht kunt gaan afdwingen. Zij dienen eigenlijk eerder voor het beoordelen van beleidsmaatregelen. Dat is een belangrijke nuance.
Daarbij is het belangrijk dat ik vooral betreur dat dergelijke internationale instanties daarvoor worden ingeschakeld. Als je effectief beleid wilt bijsturen, dan moet dat hier gebeuren, in dit huis. Hier moet het debat gevoerd worden en jullie zijn de mensen die voor het beleid instaan dat wij dan moeten uitvoeren. Ook mijn deur, net zoals die van jullie denk ik, staat altijd open om te praten over dat beleid, om overleg te hebben over dat beleid. We hebben met een of twee van de vijf verenigingen al contact gehad, maar met de andere nog niet. Maar we staan er altijd voor open om dat te gaan doen want deze procedure voor de Raad van Europa zal er op geen enkele manier voor zorgen dat er ook maar één baksteen meer geplaatst kan worden voor sociale woningen.
Laat het absoluut duidelijk zijn: ik geloof in het beleid dat we uitgetekend hebben voor de komende jaren. Ik geloof in wat in onze beleidsnota staat. Ik ga dat niet helemaal overlopen. U kunt dat daar terugvinden. Ik geloof hard in alle zaken die we gaan doen, zeker de investeringen in sociale woningen, waarbij we ons gaan richten op de kwaliteit, het evenwicht op de markt en het versterken van het eigenaarschap. Maar dat betekent niet dat alle ideeën welkom zijn. Door naar dat comité te gaan geloven die vijf organisaties blijkbaar dat landen als Moldavië, Turkije en Rusland misschien nog frisse ideeën kunnen aanbrengen voor ons woonbeleid. Ik sta daarvoor open, laat maar komen. We gaan de komende jaren 4,2 miljard euro investeren in sociale woningen alleen. Dat is het meeste ooit. Maar als zij weten hoe we bijvoorbeeld de komende vijf jaar aan 30 miljard zouden geraken, wat zogezegd nodig is om de volledige wachtlijst weg te werken, dan ben ik zeer geïnteresseerd in die ideeën.
Mevrouw De Martelaer, voor alle duidelijkheid, ik ga het belang van internationale organisaties niet onderschatten of geringschatten. Maar we hebben hier jaren geleden al iets uitgevonden, iets heel leuks, iets heel fijns, om ons beleid uit te stippelen en dat heet democratie. En democratie steunt op overleg. Dat moet gebeuren in dit parlement door middel van debat. Ik zou graag hebben dat we toch daarop kunnen focussen.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Door naar de Raad van Europa te stappen, denk ik dat die organisaties duidelijk een alarmsignaal geven, in de zin van: ‘hoor eens, het is niet alleen deze legislatuur maar ook al de voorbije jaren dat er heel veel mensen aan het beleid gezegd hebben dat er onvoldoende garantie op betaalbaar wonen is.’ Ook al investeert u nu veel, er gaat veel meer op een creatieve en innovatieve manier moeten worden omgegaan met onze huisvesting. Ik daag u uit om met de organisaties samen aan die oplossingen te werken.
Minister, er is een grote overlap met Welzijn. In welke mate hebt u met uw collega, minister Beke al bepaalde doelgroepen projecten op touw gezet?
De heer Brusselmans heeft het woord.
Minister, in eerste instantie wil ik u bijtreden dat het geen goed idee was om klacht in te dienen bij een Europese instelling. Er zijn genoeg middelen hier voorhanden. Maar dat neemt natuurlijk niet weg dat de reden waarom ze klacht indienen, ongegrond zou zijn. Vandaag stonden er weer getuigenissen in de krant, zoals die van de 65-jarige Rita die getuigt hoe ze maandenlang moest zoeken naar een betaalbare woning die op zijn minst een beetje bewoonbaar was, maar zich uiteindelijk tevreden moest stellen met een studiootje, “een voorschot groot”, en het “balkon hing er half af”.
Ja, dat zijn getuigenissen die wij dagelijks horen, minister. En dat duidt er toch echt op dat er een probleem ís. En dat hoeft ook niet te verbazen, na het jarenlange wanbeleid. In dit land wordt de rode loper al jaren uitgerold voor vreemdelingen, terwijl de eigen mensen het na veertig jaar werken moeten doen met een plaatsje op een of andere wachtlijst en een pensioen dat om te lachen is.
Minister, wat wij van u vragen, is rechtvaardig beleid. En dat zien wij in de verste verte nog altijd niet.
Mevrouw Joke Schauvliege heeft het woord.
Voor alle duidelijkheid, ik denk dat het ieders democratisch recht is om de rechtsmiddelen die er zijn, te gebruiken en op die manier een bepaalde ambitie in de markt te zetten. Maar ik vind het ook wel jammer dat het zover is moeten komen. Ik ben heel blij dat de minister zegt dat hij openstaat voor overleg, dat zijn deur openstaat. Want ik ben ervan overtuigd dat wat men vraagt, de ambitie die men onderschrijft, dezelfde ambitie is die deze Vlaamse Regering heeft. Dat blijkt ook uit het regeerakkoord.
De minister heeft het daarnet ook heel terecht gezegd. Er wordt 4,2 miljard euro uitgetrokken om verder te investeren in sociale huisvesting. Er komt ook meer efficiëntie: één woonactor per gemeente. Dat is ook niet te onderschatten. Dat heeft ook als bedoeling om ervoor te zorgen dat meer mensen betaalbaar kunnen wonen. Een ander belangrijk punt zijn de plannen rond reglementeringen en investeringen in noodwoningen. Dat zijn dus tal van ambities. Dezelfde ambitie wordt nu onderschreven in het regeerakkoord en – daarvan ben ik overtuigd – ook in het Vlaams Parlement.
We moeten het ook ruimer zien: je kunt het niet los zien van de algemene verarming van een deel van onze bevolking, maar evenmin van de betaalbaarheid van de woningen op de private markt. (Applaus bij CD&V)
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, er is iets dat mij na aan het hart ligt. We hebben 150.000 sociale woningen. De huurders betalen daarvoor een huurprijs die ongeveer 22 procent van hun inkomen bedraagt. Ik zeg het nu wat simpel, maar het komt daarop neer in het decreet. Maar vandaag staan er evenveel mensen op de wachtlijst. En daarvoor doen we eigenlijk heel weinig. De discrepantie is groot. Wat bedoel ik daarmee? Er zijn vandaag heel veel mensen in de stad of in de dorpen die gaan werken voor een loon van 1500 euro. Theoretisch gezien hebben zij ook recht op een sociale woning, want de toelatingsvoorwaarden in verband met het inkomen werden destijds verhoogd. Maar deze mensen moeten huren op de private markt, aan 600, 700 of 800 euro. Die mensen hebben het dus ook heel moeilijk. De discrepantie tussen de prijs die wordt betaald voor een sociale woning – 300 of 400 euro – en de mensen in dezelfde omstandigheden, die 700 of 800 euro moeten betalen, is veel te groot.
Minister, ik weet dat u dit niet alleen kunt oplossen.
Mevrouw Van Volcem, kunt u afronden of een vraag stellen? Want volgens mij probeert u het decreet dat u zelf heb geschreven, te verkopen. (Gelach)
Een woonproblematiek is altijd een inkomensproblematiek. Minister, de vraag is hoe we die discrepantie tussen de wachtenden en diegenen die een sociale woning huren, kunnen verminderen, zodat iedereen die zich in gelijkaardige omstandigheden bevindt, een gelijke huurprijs betaalt. (Applaus bij Open Vld)
De heer Veys heeft het woord.
Wij zijn het ermee eens dat er meer sociale woningen nodig zijn. Dat is wel duidelijk, als je alle experten in het veld hoort. Er is meer beton nodig. Daarover hebben we het al vaak gehad in de commissie. Alleen is het jammer dat u telkens enkel een bedrag formuleert, maar nooit een doelstelling. En laat dat nu net zijn wat dat Europees Comité voor Sociale Rechten u zal vragen, zodra de klacht is neergelegd. Want dat gaat over programmatorische rechten. Wat is de achteruitgang of wat is de vooruitgang in het woonbeleid? En daar zien we de stijging van die wachtlijsten. Ik denk dat het plaatje zeer duidelijk is.
Wat zult u doen aan die wooncrisis, daar waar ze het ergst is, op die private woonmarkt? Wat zult u doen om privaat huren in het onderste segment betaalbaarder te maken? En komt u nu alstublieft niet af met die marktwerking waarover u het had in het artikel. Want wat zien we vandaag? De markt zorgt er niet echt voor dat het betaalbaar wordt, wel integendeel.
U vertegenwoordigt de overheid. U bepaalt de regels van die markt. Daarom wil ik pleiten voor actie. Er is actie nodig die voor betaalbaar wonen zorgt. Er is actie nodig voor lagere huurprijzen, actie van de Vlaamse Regering. Wat zult u doen op die private huurmarkt? Want voorlopig zien we daarvan geen enkel spoor in de beleidsnota. (Applaus bij sp.a)
De heer De Meester heeft het woord.
Mijnheer Diependaele, de klacht van die organisaties lijkt me zeer helder te zijn. Die organisaties zeggen dat er veel te weinig sociale woningen zijn en dat de huurprijzen op de private markt veel te hoog zijn. En ze hebben verdorie gelijk. Probeer maar eens in een grote stad als Gent of Antwerpen een betaalbare huurwoning te vinden voor een gezin onder de 800 of 900 euro. Probeer dat maar eens te doen als alleenstaande moeder met drie kinderen. Probeer dat maar eens te doen.
U zegt in de krant dat de huurmarkt een economische markt is en dat u als overheid de prijzen niet gaat plafonneren. Waarom niet? Dat is natuurlijk uw ultraliberale logica. Dat is het Vlaanderen waar u van droomt. Maar in veel andere Europese landen, mijnheer Diependaele, worden de huurprijzen wel gereguleerd. Daar zijn ze slimmer dan u. In Luxemburg is de huurprijs beperkt tot de investeringskost en 5 procent rendement. Nederland, waar 95 procent van de huurmarkt gereguleerd is, zegt aan de hand van een puntensysteem hoeveel huur je mag vragen. En in Zweden mag de private huurprijs maximaal 5 procent hoger liggen dan bij de sociale woningen. Dat is precies het omgekeerde systeem van hier, want hier gaan we de prijs van sociale woningen enten op de private huurmarkt.
Bent u bereid, mijnheer Diependaele, om te leren van die buitenlandse voorbeelden? Of gaat u zich hier blijven opsluiten onder deze glazen stolp?
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Ik ben hier getuige van een zeer absurde en contradictorische situatie: ‘Als we de verkiezingen niet winnen, dan sturen we maar wat linkse partijen het veld in naar de rechter of naar een internationale instelling om zo wat steun te krijgen, de steun die je in het stemhokje niet hebt.’ In geen enkele tussenkomst gaat het nog over de klacht zelf, mevrouw De Martelaer, maar zijn we dus het democratische debat aan het voeren op de plaats waar dat moet, hier in het parlement.
Misschien hebt u iets te zeggen aan die verenigingen. Zeg hen dan ook dat hier de macht van het volk zit, dat hier de democratie zich afspeelt, dat de discussie over het sociaal woonbeleid, waar inderdaad een recordbedrag van 4,2 miljard euro in wordt gepompt voor sociale woningen, hier moet worden gevoerd. De klacht gaat trouwens ook volledig voorbij aan de realiteit. Het aantal sociale woningen is onder de vorige Vlaamse Regering gestegen met maar liefst 7500 woningen. Dat de wachtlijsten desalniettemin verder stijgen, dat debat moeten we ook wel eens ten gronde voeren. Met cijfers kun je alles vastleggen. Ik zou daar heel graag ten gronde eens met u over spreken. De discussie gaat hier over de klacht, niet over hoe we de wachtlijsten wegwerken. Ik zou het daar heel graag met u eens over hebben, maar wel hier in het parlement en niet voor een of andere instelling. (Applaus bij de N-VA)
Bedankt voor alle tussenkomsten. Ik ben al heel blij dat niemand gezegd heeft dat die procedure ook maar enige zoden aan de dijk gaat brengen. Niemand heeft beweerd dat die procedure ons een stap verder zal brengen. Het debat hier, dat is wat we moeten voeren. En we moeten kijken hoe we ons beleid in de markt zetten. Wat dat beleid betreft, zijn er twee zaken die we kunnen doen.
Ultraliberaal, alstublieft zeg. De markt werkt nu eenmaal zoals hij werkt. Er zijn inderdaad verschillende dingen die je als overheid kunt bijsturen, mijnheer Veys. Maar als je die echt gaat reguleren, dan ga je pas een ramp veroorzaken op die huurmarkt. Dan ga je er pas voor zorgen dat je die onderuithaalt. Er zijn twee zaken waar wij op inzetten. Er wordt 4,2 miljard euro ingezet voor sociale huisvesting. Nog nooit is daar zoveel op ingezet. Mijnheer Veys, we hebben het er al over gehad in de commissie, en ik kan het blijven herhalen. We gaan daar inderdaad een bedrag in steken. U bent zelf voorzitter van een sociale huisvestingsmaatschappij. Het zal aan die huisvestingsmaatschappijen zijn om te bepalen hoeveel er wordt ingezet op nieuwbouw en hoeveel op renovatie. Want in een andere vraag zult u dan onmiddellijk weer zeggen dat er ook op de woningkwaliteit moet worden gelet. Welja, die renovaties zijn ook nodig. Dat bedrag zal dus niet alleen naar nieuwbouw gaan, want we moeten ook letten – onder andere ook op uw vraag, en we staan daar helemaal achter – op woningkwaliteit. Kom dus niet doen alsof dat tegenstrijdige zaken zijn. We moeten op alle twee inzetten.
Wat de private huurmarkt betreft, zijn de uitdagingen absoluut bekend. De grootste uitdaging is dat we het evenwicht tussen de twee in het oog moeten houden. Zodra we uw recepten gaan toepassen, mijnheer De Meester, gaan we er pas voor zorgen dat mensen hun eigendom van de huurmarkt halen, dat ze niet meer gaan investeren. Dan krijgen we van de heer Veys weer vragen omdat de woningkwaliteit niet is gegarandeerd. We moeten ervoor zorgen dat we elke partij op de huurmarkt op een correcte manier kunnen bedienen en aan hun trekken kunnen laten komen. Ik ben er me zeer goed van bewust dat het ook betekent dat we ons voor de huurders moeten inzetten. Ik denk dat we de komende vijf jaar meer dan voldoende maatregelen nemen om daarvoor te zorgen. (Applaus bij de N-VA)
De samenwerking met Welzijn is opgestart. Het overleg W-kwadraat loopt op dit moment.
U sprak ook over alarmsignalen die afgaan. We zullen het rapport afwachten, want we hebben natuurlijk nog de kans om ons te verdedigen bij het comité. We zullen dat ook doen. In alle eerlijkheid is het een beetje jammer dat we daarin energie moeten steken, maar we zullen dat met verve doen om het woonbeleid van de komende jaren en van het verleden te verdedigen.
Ik weet niet of Welzijnszorg, de Vlaamse Huurdersbond, de Verenigingen waar armen het woord nemen, kortom de organisaties die klacht indienen, graag onder ‘linkse’ organisaties worden gecatalogiseerd.
Ik wil enkel zeggen dat men in 2018 1074 dagen moest wachten op een sociale woning, dat 80 procent van de 20 procent laagste inkomens problemen heeft met betaalbaarheid op de private markt, dat betaalbaar wonen investeren is in armoede.
Ik heb daarnet geciteerd uit de laatste editie van 'Fundamenten'. Ik ga er ook mee eindigen. Als titel staat er: ‘In een warm Vlaanderen moet iedereen ook goed kunnen wonen.’ Minister, ik zou zeggen: voeg de daad bij het woord. (Applaus bij Groen)
De actuele vraag is afgehandeld.