Verslag plenaire vergadering
Voorstel van resolutie betreffende de instelling van een maximumplafond voor de vergoedingen, wedden en presentiegelden toegekend aan ministers van de Vlaamse Regering
Verslag
Voorstellen tot spoedbehandeling
Dames en heren, vanmiddag heeft de heer Jos D’Haese bij motie van orde voorstellen tot spoedbehandeling gedaan van een voorstel tot wijziging van het statuut van de Vlaamse volksvertegenwoordiger, houdende de instelling van een maximumplafond voor de vergoedingen, wedden en presentiegelden toegekend aan de leden van het Vlaams Parlement, en van een voorstel van resolutie van Jos D'Haese, Tom De Meester, Kim De Witte en Lise Vandecasteele betreffende de instelling van een maximumplafond voor de vergoedingen, wedden en presentiegelden toegekend aan de ministers van de Vlaamse Regering.
De heer Vandaele heeft het woord.
Ik kan uitleggen waarom het volgens ons geen spoedbehandeling behoeft.
Ik denk dat we deze week, en de meeste mensen weten dat, in het Bureau … (Opmerkingen van Jos D'Haese)
Mijnheer D’Haese, u had het woord niet gevraagd.
Als hij eerst de hoogdringendheid wil toelichten, mag dat. We geven de jeugd een kans.
De heer D’Haese heeft het woord.
Collega’s, morgen bespreken we in dit halfrond de begroting van 2020. We weten allemaal dat jullie van plan zijn om te stemmen over heel wat besparingen die een grote impact hebben op het leven van mensen in Vlaanderen. Er wordt gezegd dat iedereen moet besparen, maar blijkbaar is er één groep die vooralsnog niet moet besparen, en dat zijn de parlementsleden zelf, die netto meer dan 6000 euro per maand verdienen. Al die besparingen gaan in op 1 januari, over minder dan twee weken dus. Wij hebben wat rondgevraagd, maar blijkbaar heeft hier nog nooit iemand aan die lonen willen prutsen en de procedure is ook niet zo helder. (Opmerkingen)
Collega’s, de heer D’Haese heeft het woord. Maar het gaat enkel over de spoed.
Het lijkt me dan ook het beste dat we dit in dit halfrond bespreken. Dit is de laatste gewone plenaire vergadering die we hebben voor het ingaan van die besparingen en dus het moment om iets te doen aan de lonen van de parlementsleden. Wanneer we in dit parlement zeggen dat we in de eerste plaats naar onszelf kijken, lijkt het me dan ook niet meer dan logisch dat we dat ook doen. Daarom hebben wij een voorstel ingediend om het statuut aan te passen.
Dit is inhoudelijk.
Wij willen nu het statuut aanpassen.
Het is duidelijk wat u wilt.
Wij vragen de hoogdringendheid, zodat daarover kan worden gestemd voor de besparingen ingaan.
Dat betreft de spoedbehandeling, dat is goed.
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, we hebben ons deze week in het Bureau gebogen over deze problematiek. Collega D’Haese, u maakt geen deel uit van het Bureau, maar u weet dat ongetwijfeld. U hebt de voorzitter het voorstel gedaan dat het Vlaams Parlement 6 procent zou besparen op de werkingskosten en op de bedragen die vanuit dit parlement worden doorgeschoven naar de partijen, de dotaties. Daarover is, na wat overleg over en weer, een consensus bereikt tussen alle partijen, meerderheid en oppositie. Gisteren heeft collega Schiltz ook het voorstel gedaan om extra besparingsmogelijkheden tegen het licht te houden. Het Bureau is ingegaan op dat voorstel van collega Schiltz en heeft zich ertoe geëngageerd om de komende weken werk te maken van het bekijken van wat mogelijk is. Het is natuurlijk een behoorlijk technische materie, collega D’Haese. En daarom willen we daar niet holderdebolder mee aan de slag, maar willen we dat grondig doen. Maar het engagement om hier op korte termijn werk van te maken, is er.
Voorzitter, die hoogdringendheid lijkt ons, rekening houdend met de realiteit en de al genomen beslissingen in het Bureau, enerzijds rond de 6 procent die u hebt voorgesteld en anderzijds rond verdergaande voorstellen onder impuls van collega Schiltz, niet aan de orde.
In het Uitgebreid Bureau was er gisteren inderdaad consensus over die 6 procent. Maar dat komt morgen wel aan bod. Dat debat zullen we nu niet voeren. Maar langs de andere kant heb ik gezegd dat wij alle voorstellen met open blik zullen bekijken, niet alleen de twee voorstellen waaraan hier wordt gerefereerd. Alle voorstellen mogen op tafel komen.
De heer D’Haese heeft het woord.
Voorzitter, zoals collega Vandaele terecht zegt, zit ik niet in het Uitgebreid Bureau. Ik krijg die verslagen – waarvoor dank – met een week uitstel. Ik heb de verslagen van deze week dus ook nog niet kunnen bekijken. Tot op heden staat er morgen ook niets op de agenda waarin het gaat over de lonen, de vergoedingen van de parlementsleden.
En het mag niet holderdebolder gaan, want het is moeilijk en technisch. Maar het is nooit moeilijk en technisch wanneer het gaat over besparingen op sociaal werk, cultuur of middenveld. Het is alleen moeilijk en technisch als het gaat over de eigen lonen. (Opmerkingen)
Dat is de inhoud, collega D’Haese.
Nee, nee, het gaat over de spoedbehandeling. Als er spoed nodig is om het sociaal werk …
Nee, collega D’Haese, sorry, maar dat is inhoud.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Dan stemmen wij bij zitten en opstaan over de voorstellen tot spoedbehandeling.
De volksvertegenwoordigers die de voorstellen wensen aan te nemen, wordt verzocht op te staan.
De tegenproef.
De voorstellen tot spoedbehandeling zijn niet aangenomen. Derhalve blijft het voorstel van resolutie van Jos D’Haese, Tom De Meester, Kim De Witte en Lise Vandecasteele betreffende de instelling van een maximumplafond voor de vergoedingen, wedden en presentiegelden toegekend aan ministers van de Vlaamse Regering, naar de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie verwezen.
Het incident is gesloten.