Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Minister, vorige week bereikten ons de berichten dat verschillende IS-vrouwen uit Syrische kampen zijn ontsnapt en intussen Turkije bereikt hebben. Turkije heeft laten weten dat het die vrouwen aan ons land zal uitleveren. Wat er met die vrouwen moet gebeuren, lijkt mij duidelijk: zij zullen opgepakt worden, zij zullen opgesloten worden en wat mij betreft kunnen zij niet zwaar genoeg gestraft worden, vanwege de steun die zij aan het IS-regime hebben gegeven, maar ook, en vooral, om wat ze hun eigen kinderen hebben aangedaan. Het gaat om kinderen tussen 6 maanden en 7 jaar. Dat zijn heel jonge kinderen, die vaak heel traumatische gebeurtenissen hebben meegemaakt. Het lijkt mij duidelijk dat ons land, en in dit geval ook Vlaanderen, klaar moet zijn om die kinderen op te vangen.
Mijn vraag is: wat hebben uw diensten al ondernomen om die kinderen goed te omkaderen? Ik weet dat er een actieplan en een stappenplan zijn om die kinderen op te vangen. Ik wil van u dus geen opsomming van de procedure, maar ik wil wel weten of de rondetafel voor deze casussen al is opgericht.
Minister Beke heeft het woord.
Zoals u zegt, is er de voorbije jaren een stappenplan ontwikkeld. Die uitdaging is niet nieuw, er is een roadmap uitgewerkt om in dit soort gevallen een antwoord te geven.
Wat de concrete dossiers betreft waarover uw vraag gaat, hebben we inderdaad weet van de nakende terugkeer van twee vrouwen uit Turkije. Onze diensten staan hierover in nauw contact met het OCAD. Het gaat over twee vrouwen met elk drie kinderen. De terugkeerdatum is momenteel voor ons niet bekend. Desalniettemin heeft de sociale dienst jeugdrechtbank in Antwerpen al rond de tafel gezeten met de betrokken partners, zoals jeugdhulp, pleegzorg, experten van de gerechtelijke instanties, en dit op basis van de informatie waar men op dit ogenblik over beschikt. Dat maakt dat er een concreet voorstel op tafel ligt rond de verdere opvang en begeleiding zodra die kinderen in ons land zouden binnenkomen. Er is bovendien proactief per dossier ook reeds een consulent van de sociale dienst jeugdrechtbank aangeduid. Ze hebben contact met het netwerk hier alsook met de in dit plan betrokken diensten. Wanneer ze zouden komen, zal dit voorstel, eens ze geland zijn in België, natuurlijk wel finaal moeten worden bekrachtigd door de betrokken jeugdrechter op vordering van het Openbaar Ministerie.
Minister, dank voor uw heel duidelijk antwoord. Dat staat in contrast met de antwoorden die we in het verleden kregen in dergelijke gevallen. Dat ligt waarschijnlijk aan het feit dat in die procedure beschreven staat dat de rondetafel pas kan samenkomen op het moment dat de jeugdrechter wordt gevorderd. Daarover moeten we toch nadenken, of dat wel de juiste volgorde is.
U zegt dat u die rondetafel wel hebt laten samenkomen, en dat is een zeer goede zaak, zodat we die terugkomst al gaan voorbereiden voordat die kinderen in ons land toekomen. Ook alweer alle hulde daarvoor, minister. We moeten wel nadenken of we die procedure dan niet moeten herschrijven om ervoor te zorgen dat die rondetafel effectief kan en mag samenkomen voor de jeugdrechter is gevorderd.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Mevrouw Sminate, ik begrijp uw insteek, maar we moeten wel de echte vraag durven stellen. In dit debat moeten we in de eerste plaats stilstaan bij het feit dat we toelaten dat jihadisten terugkeren naar ons land. Dat kinderen meekomen, is daarvan een rechtstreeks gevolg. Vaak zijn ze gebrainwasht, en dat moeten we durven toegeven.
Minister, bent u bereid om bij de federale overheid aan te sturen op het verbod op terugkeer van gelijk welke persoon die letterlijk en figuurlijk een aanslag wil blijven plegen op onze westerse samenleving? Voor het Vlaams Belang kan dat absoluut niet.
Mevrouw Partyka heeft het woord.
Minister, ik ben blij te horen dat Vlaanderen goed voorbereid is op de terugkeer van die minderjarigen. Ik zie eerlijk gezegd geen tegenspraak met eerdere discussies daarover, zowel met de minister-president als met voormalig minister Vandeurzen, die uiteindelijk het hele systeem op poten heeft gezet. Voor elke teruggekeerde minderjarige staat er een rondetafel en een draaiboek klaar om hem of haar te begeleiden bij de integratie in onze maatschappij.
We zeggen absoluut niet dat er geen risico's zijn bij de terugkeer van die IS-strijders, maar wat Vlaanderen betreft, is het onze plicht om de kinderen opnieuw te integreren. Ik ben dan ook blij te horen dat alles klaarstaat om ze effectief opnieuw te integreren in onze samenleving.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Wij zijn van mening dat de Belgische kinderen in de Syrische kampen naar België moeten terugkeren. Die kinderen kunnen nooit verantwoordelijk worden gesteld voor de daden van hun ouders. Ook ben ik blij te horen dat er inderdaad plannen op tafel liggen, want natuurlijk moet Vlaanderen dan zijn verantwoordelijkheid nemen om ervoor te zorgen dat ze zeer goed worden begeleid en omkaderd als ze terug zijn. Ik vraag me dan ook af of daar in de begroting de nodige middelen voor zijn uitgetrokken.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Minister, het is heel goed dat u al hebt overlegd. Het is heel belangrijk dat er nu al wordt gekeken vooraleer de kinderen terug in België zijn. Het zijn zeer kwetsbare kinderen die heel veel hebben meegemaakt, wiens fysieke en mentale gezondheid sterk is aangetast. Een goede omkadering zal zeker en vast nodig zijn. We kunnen die kinderen zeker niet veroordelen voor de daden van hun ouders.
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, voor ons is het vrij duidelijk, dit is gewoon een humanitair probleem. We hebben ons voorbereid op hun terugkeer en dat is heel goed. Het zijn Belgische kindjes, het grootste deel is onder de vijf jaar. We hebben de erfzonde achter ons gelaten. Een kindje is niet verantwoordelijk voor de acties van zijn ouders. We vinden het dan ook vanzelfsprekend dat met de rechten die ze hebben als een Belgisch-Vlaams kind, er toegankelijke hulp, traumabegeleiding en zorg bijkomt. Naast psychische omkadering is er dus ook een fysieke omkadering, want veel van die kindjes zijn ziek. Dat u daarop bent voorbereid, daar is onze fractie blij om. We zullen u steunen om hen de best mogelijke hulp te bieden.
Ik dank de diverse fracties voor de steun aan het beleid dat daaromtrent in Vlaanderen is uitgestippeld, om diegenen die hier zijn op een zo goed mogelijke manier te begeleiden, te integreren in de samenleving, hun trauma’s te leren verwerken en op het rechte pad te brengen.
Ik merk dat het debat een beetje is verschoven naar de vraag of we die kinderen al dan niet actief moeten repatriëren vanuit de kampen in Syrië. Dat is natuurlijk een discussie die aan de overkant van de straat wordt gevoerd. Mijn standpunt daarover is altijd heel duidelijk geweest. Als je mensen naar ginder moet sturen om in conflictgebied die kinderen terug te halen, dan ga je er natuurlijk ook voor zorgen dat de ouders terugkomen, want de band tussen ouder en kind kan nooit worden verbroken. Op dat vlak zijn wij altijd heel duidelijk geweest.
Minister, misschien nog een laatste suggestie, als ik mag. Aan die rondetafel zullen enkel experts deelnemen die aan de kant van Welzijn staan. Dat zijn mensen vanuit de jeugdhulp, dat zijn deradicaliseringsambtenaren enzovoort. Daar staan echter geen experts wat het veiligheidsaspect betreft. Nochtans is veiligheid een van de doelstellingen van die rondetafel. Ik zou dus toch willen suggereren dat ook veiligheidsdiensten kunnen deelnemen aan die rondetafel.
De actuele vraag is afgehandeld.