Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Ampe heeft het woord.
Collega’s, minister, uit onderzoek blijkt dat een op de vijf jongeren zich rotslecht voelt op school. Een op de vijf. Hun schoolresultaten lijden daaronder. Veel mensen liggen daar trouwens wakker van. Kijk naar Rode Neuzen Dag, dat nu vrijdag duizenden vrijwilligers mobiliseert. Ik vernam dat alle ministers van de Vlaamse Regering vrijdag ook iets zullen doen. Ze zullen lesgeven aan de jongeren. Of de jongeren daar vrolijk van worden, dat is natuurlijk iets anders. Maar serieus, ik vind het goed dat de Vlaamse Regering haar betrokkenheid toont. Open Vld wil het tij echter keren door jongeren permanent te ondersteunen en door hun methodes aan te leren die ervoor zorgen dat ze zichzelf mentaal sterker kunnen maken, zodat ze gelukkiger zijn en natuurlijk ook betere schoolresultaten behalen.
Minister, ik heb voor u dus eigenlijk maar één vraag: wat gaat u permanent ondernemen om ervoor te zorgen dat die jongeren gelukkiger zijn en zich beter in hun vel voelen?
Minister Weyts heeft het woord.
Je kunt het belang van de campagne niet onderschatten, enerzijds omdat de ruchtbaarheid die wordt gegeven aan de thematiek, die bespreekbaar maakt, omdat bekende, geslaagde personen, BV’s daarover getuigen. Dat kan je overkomen, maar je kan daar ook over komen. Anderzijds is er ook het feit dat die campagne ondertussen structureel is geworden, dus weerkerend en niet eenmalig is. Dat is heel goed.
Het gaat over welzijn. Het spreekt natuurlijk voor zich dat de bevoegdheid Welzijn in dezen ook betrokken is. We werken ter zake goed samen, bijvoorbeeld in het kader van het suïcidepreventieplan. Heel specifiek inzake onderwijs moeten we ervoor zorgen dat kinderen maximaal veerkrachtig, weerbaar worden gemaakt voor de thematiek. We hebben dat ook structureel ingebed. We hebben er namelijk voor gezorgd dat dat in de nieuwe eindtermen, die worden uitgerold, ook een element is, waarop ook wordt gecontroleerd. De inspectie controleert in welke mate die doelstellingen effectief door de scholen worden geïmplementeerd.
Daarnaast hebben we echter ook heel praktische maatregelen. Zo maken steeds meer scholen in dat kader werk van stilteruimtes, waar je je eens kan terugtrekken. Dat heeft meerdere voordelen. Er wordt ook werk gemaakt van vertrouwenspersonen bij zowel leerkrachten als leerlingen, zodat men ergens terechtkan. Ook dat zijn structurele zaken, maar dit is ook vervat in de sleutelcompetenties, in de eindtermen. Uiteindelijk gaat het ook om vertrouwen geven aan de scholen over hoe ze dat aanpakken. De doelstellingen zijn duidelijk geformuleerd. Ze krijgen ook concrete tips, goede praktijken meegedeeld. Hoe ze dat dan in concreto gaan toepassen, dat is hun zaak, maar ze worden ook wel gecontroleerd op dat welzijn van die kinderen.
Minister, dank u. Uw antwoorden stemmen me hoopvol, maar ik kijk natuurlijk uit naar de resultaten.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, beste collega’s, jullie weten dat we in de voorbije legislatuur tot tweemaal toe een voorstel van resolutie hebben ingediend met een heel integrale aanpak van de strijd tegen pesten.
Ik sta nog altijd achter die resolutie, die heel omvangrijk en volledig is, en ik wil de collega’s oproepen om tijdens deze legislatuur samen te bekijken of we nu eindelijk werk kunnen maken van een slagkrachtige, integrale aanpak in de strijd tegen pesten, want we winnen die momenteel niet, integendeel, we verliezen die.
De heer Daniëls heeft het woord.
De vraag over pesten op school is daarnet aan bod gekomen, en daar heeft de minister een duidelijk antwoord op gegeven. Ik deel de bezorgdheid van mijn fractie over het psychisch welbevinden van jongeren ,maar ik wil toch vragen om erover te waken dat we niet te veel verrommelen. Momenteel zijn mensen op heel veel verschillende domeinen daarmee bezig en ook op school weet men soms niet meer tot wie men zich moet wenden en wie dan moet optreden. Vandaar mijn zeer expliciete vraag, minister, om goed met de minister van Welzijn af te spreken wie welke taak op zich neemt. Ik denk dat we tegen leerkrachten moeten durven zeggen dat leerlingen ook welbevinden, plezier en een goede drive kunnen halen uit het op school zijn op zich en uit hun prestaties op school.
De heer Brouns heeft het woord.
Minister, wij waren op 15 november samen te gast bij de Vlaamse Scholierenkoepel. Meer dan 120 jongeren vertelden ons daar wat ze heel belangrijk vinden in het dagelijkse leven op school. De conclusie was dat jongeren zich goed in hun vel willen voelen. Dat kan onmogelijk overschat worden, en we zijn dan ook heel tevreden dat dit als basis is gebruikt bij het bepalen van de eindtermen die nu al vastliggen voor de eerste graad en die ook zullen worden meegenomen voor de tweede en derde graad.
Voor CD&V mag dan ook elke Vlaamse school een Rode Neuzen school zijn, met als doel om die fysieke, mentale en sociale weerbaarheid van de leerlingen te verhogen. Omdat lachen gezond is – ik heb me laten vertellen dat het zelfs beter is dan botox – en ondanks het feit dat rood niet mijn kleur is, zet ik vrijdag mijn rode neus op. Ik stel voor dat we vrijdag heel Vlaanderen donkerrood laten kleuren.
Collega’s, aansluitend bij de actie waarnaar verwezen is, daag ik u allemaal uit om vrijdag de zotste foto van uzelf te maken met die rode neus en die door te sturen naar mevrouw Homans.
Wablief? Ik zet uw micro uit, want u bent al 22 seconden over tijd.
We sturen die door naar u, voorzitter, omdat u een expert bent in non-verbaal gedrag, in het trekken van gekke bekken. Dat is als grap bedoeld, voorzitter.
Nu zet ik uw micro echt uit. Kunt u uw vraag stellen?
De vraag is aan u gericht. Ik stel voor dat u de zotste foto selecteert en die veilt voor het goede doel.
Dat is goed.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, het is belangrijk dat u maatregelen neemt voor meer welzijn op school, maar even belangrijk is het discours dat u hanteert. Als u blijft zeggen dat we moeten excelleren en dat de lat omhoog moet, en dat dat haaks staat op pamperen en aandacht voor welzijn op school, dan maakt u een grote fout. Het is heel belangrijk dat u als minister van Onderwijs benadrukt dat aandacht voor welzijn niet haaks staat op prestaties en excellentie, integendeel, dat schoolse prestaties zullen verbeteren wanneer kinderen zich goed voelen op school. En in tegenstelling tot het discours dat uw partij de voorbije jaren heeft gevoerd, vraag ik dat u als minister van Onderwijs heel duidelijk stelt dat aandacht voor welzijn op school niet haaks staat op schoolse prestaties maar dat het een voorwaarde is en dat ze hand in hand gaan.
Collega’s, wat de oproep van de heer Brouns betreft, wil ik u vragen om u te beperken tot foto’s van uw neus.
Minister Weyts heeft het woord.
Mevrouw Meuleman, uw tussenkomst is echt onheus, u probeert een artificiële tegenstelling op te kloppen, alsof wij zouden zeggen dat het niet de evidentie zelve is dat investeren in het welbevinden van leerlingen een goede zaak is. Als je je goed voelt, zul je beter presteren, en dat leidt tot een beter onderwijs, dat kan excelleren. Dat spreekt voor zich, dat is geen tegenstelling.
Maar ik hoop dat u ze ook niet maakt en dat we dus met zijn allen kunnen zeggen dat we de lat hoger moeten leggen. Onderwijskwaliteit is een probleem, we moeten daarop inzetten. We mogen dat niet uit het oog verliezen en zeggen dat we niet de ambitie voor excelleren mogen formuleren omdat dat zou kunnen ingaan tegen het welbevinden. Dat is een tegenstelling die er bij ons alleszins niet bestaat.
De suggestie om een dag in het jaar rood te dragen: ja, die ene dag, waarom niet. De rest van het jaar doen we een andere kleur aan. Maar de beste aanpak als het gaat over welbevinden en welzijn op het vlak van onderwijs, formuleren we heel duidelijk als overheidsbeleid, namelijk dat we ten aanzien van de scholen duidelijke doelstellingen formuleren via onder andere de eindtermen, en hun daarnaast ook instrumenten, tools en tips bieden waarmee ze aan de slag kunnen. We geven hun ook vertrouwen om ervoor te zorgen dat ze die doelstellingen volgens eigen inzichten en volgens eigen specifieke lokale omstandigheden expliciet realiseren. Maar opnieuw, aan het einde van de rit zorgen we ervoor dat ze erop gecontroleerd en geïnspecteerd worden, maar we geven hun wel het volle vertrouwen.
Ik zou zeggen, zet hem maar op, die rode neus. Ik kijk uit naar de resultaten van uw beleid, want daar zal het op aankomen.
De actuele vraag is afgehandeld.