Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het toenemende rechts-extremisme op school
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Weyts.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Dank u, voorzitter Homans, ambtsgenoten, minister Weyts, als we de politiek correcte media en politici mogen geloven – wat gelukkig steeds minder mensen doen – dan zijn de jaren 30 weer helemaal terug. Terwijl er nog geen dader is gevonden van de brand in Bilzen, wordt die brand uitgemolken om eenieder die geen asielcentrum wil, als fascist te bestempelen. Uw eigen collega Somers, minister Weyts, vergeleek mijn dierbare partij en Vlaams Belangfractie vorige week nog met nazi’s. Ook een Hitlergroet in Breendonk – wat natuurlijk totaal verwerpelijk is – wordt gretig misbruikt om de vele mensen die tegen massa-immigratie en islamisering strijden, te brandmerken als nationaalsocialist, terwijl het nota bene de islam is, waarvoor wij nu al decennia waarschuwen, die klemmende overeenkomsten heeft met het nationaalsocialisme.
Ik som ze voor u op. U moet het zelf maar eens opzoeken in de bronnen. Er is het Führerprincipe; er is het denken in termen van Über- en Untermensch, de moslim is superieur aan de niet-moslim; er is het totalitarisme, het totale gebrek aan vrijheid; er is de verovering en onderwerping van alles wat niet-islamitisch is; er is de virulente Jodenhaat en het behandelen van de vrouw als louter broedmachine. Het is de import van die islamitische cultuur en ideologie die zorgt voor de verlaging het niveau van ons onderwijs en voor bange leraren en leerlingen.
Nu zegt het deradicaliseringscentrum dat er groeiende moslimhaat is, en dat 'er wordt gedweept met uiterst of extreemrechts gedachtegoed'. Volgens de deradicaliseringsexperts ligt de oorzaak – natuurlijk, wie had iets anders verwacht? – bij het Vlaams Belang en bij de stoute Studio 100- en CD&V-burgemeester Walter De Donder.
Minister Weyts, bent u het ermee eens dat dat onze schuld is? Van het Vlaams Belang? Dat wij daartoe hebben geleid? Wat is uw visie op de geschetste problematiek?
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, het lijkt wel alsof ik een heel andere vraag ga stellen. De aanleiding is eenzelfde artikel waarin aan de alarmbel getrokken wordt door een aantal deradicaliseringsexperts. Ze zeggen dat het rechts-extremisme op scholen echt erg is toegenomen. Dat was al zo in de aanloop naar de verkiezingen, maar sinds 26 mei is het heel erg versterkt. Ik kreeg dat bevestigd door heel wat schooldirecties, pedagogische begeleidingsdiensten en leerkrachten, die ook aangeven dat dat gedachtegoed toch wel ingang begint te vinden in scholen.
Je krijgt daarop dan een tegenreactie van moslimjongeren, die ook weer extremer worden. Je krijgt een enorme wederzijdse polarisatie of radicalisering op school. Heel wat leerkrachten zitten met de handen in het haar. Zij willen dat wel aanpakken, maar weten niet goed hoe. Ze denken soms als het over extreemrechts gaat, dat het beter is om het te negeren. ‘Als we erover praten, gaan we het groter maken’. Of: ‘de kans bestaat ook dat we dan geïntimideerd worden’, zoals gebeurde in een school in Diksmuide die ineens protesten kreeg van het Vlaams Belang of Dries Van Langenhove die zich uit daarover. Of ze bedenken een andere oplossing: dit inhoudelijk weerleggen en een schooluitstap maken naar het Fort van Breendonk of in de geschiedenisles praten over de Holocaust. Zoiets is weinig rationeel te weerleggen. Het is een gevoelsmatig en dynamisch proces. Ze zijn op zoek naar de juiste handvatten.
We hebben wat expertise in ons land, bij de pedagogische begeleidingsdiensten, bij een aantal centra, er is een website. Minister, wat gaat u doen om die expertise te versterken om leerkrachten beter te ondersteunen en om hier een antwoord op te kunnen geven? Die vraag leeft heel hard.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik heb begrepen dat deze vragen geïnspireerd of gebaseerd zijn op een interview in De Standaard. Ik heb het artikel ook gelezen. Ik schrok wat van het gezwollen taalgebruik. Ik weet niet of dat ligt aan de geïnterviewde of aan de weergave. Er werden politieke oordelen geveld: dat is een goede politicus en dat is een slechte. Daarmee geraakte de boodschap van de communicators zelf ondergesneeuwd.
Maar goed, daar is wel een probleem. En wie stelt dat vast? Dat zijn niet diegenen in kwestie die werden geïnterviewd. Het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD) stelt dat ook vast. Het OCAD kun je van veel verdenken, maar toch niet van enige partijdigheid ter zake.
Het OCAD zegt dat er inderdaad een probleem is met moslimextremisme, en dat er ook een probleem is met gewelddadig rechts-extremisme. Wat ons betreft, maakt onze regering geen onderscheid ter zake. Wij vinden dat elk gewelddadig extremisme moet worden erkend en aangepakt. Het lijkt mij evident dat je niet zegt dat het ene belangrijker is dan het andere.
Het is wel een vaststelling dat het ene extremisme het andere voedt: de ene wil zich letterlijk wapenen tegen de andere. Dat willen wij effectief aanpakken. Vanuit mijn bevoegdheid Onderwijs werd er gevraagd wat wij doen om dergelijk extremisme – van welke aard dan ook – te bestrijden.
Ten eerste brengen we het ter sprake; we willen onze jongeren maximaal opvoeden tot kritische, mondige burgers, die weten wat racisme en onverdraagzaamheid is, van welke zijde dan ook. Dat zit ook vervat in de eindtermen en in thema’s als burgerschap en mediawijsheid.
Ten tweede: welke ondersteuning bieden we aan leerkrachten, mochten die niet meer weten hoe ze dat dienen aan te pakken? Wel, er zijn concrete handvaten. Die bestaan al, en die worden ook op regelmatige basis gecommuniceerd aan de scholen en de leerkrachten, onder andere via Schooldirect. Zij krijgen concrete tips over hoe ze hiermee moeten omgaan. Scholen kunnen ook een beroep doen op het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) en op referentiepersonen. Er zijn referentiepersonen per koepel. En er zijn ook aanspreekpunten per departement. Er zijn dus wel verschillende tools ter beschikking. Je hebt ook het platform KlasCement dat hier werk van maakt, en waarop je als leerkracht kunt rekenen.
We kunnen daar intern best wat meer ruchtbaarheid aan geven, maar er zijn wel tools voorhanden. Het lijkt mij belangrijk om te zorgen dat er niet wordt overdreven, maar we moeten wel een duidelijke lijn trekken, waarbij we zeggen dat we elke vorm van gewelddadig extremisme aanpakken – heel consequent, heel rechtlijnig.
Bedankt voor uw antwoord, minister. Ik hoor u zeggen dat het ene extremisme het andere voedt. Dan is de vraag natuurlijk wat er het eerst kwam: de kip of het ei. Welk extremisme voedt nu juist het andere? (Opmerkingen van minister Ben Weyts)
Welke vorm van extremisme is hier, sinds de jaren 1950-’60, in onze samenleving geïmporteerd? Dat is natuurlijk het islamitisch extremisme. Dat hebben onder andere uw partij, maar vooral de andere partijen, in onze samenleving geïnjecteerd.
Ik heb u een paar weken geleden nog gevraagd wat u zou willen doen aan de toename van het islamonderwijs in onze scholen. Maar daaruit bleek dat u daar niets aan wilt doen, en dat u die islamisering, die evolutie, niet wilt tegengaan. Vandaag zien we het resultaat: er komt radicalisering van de andere kant. Wie had dit niet kunnen voorspellen?
Minister, ik vraag u opnieuw om u eens te verdiepen in die ene vorm van extremisme: de islam. Verdiep u eens in die geschiedenis, kijk eens om u heen in de wereld, want overal waar de islam voet aan de grond krijgt, overal ter wereld, al veertien eeuwen; overal waar de islam wordt gezaaid, zullen uiteindelijk sharia, geweld en radicalisering worden geoogst. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Of hoe je een probleem van rechts-extremisme probeert om te draaien, heel eigenaardig.
Minister, u zegt dat er van alles voorhanden is, en u bent dus niet van plan om dat aanbod nog uit te breiden. Daar komt het op neer. Er is nochtans een heel duidelijke vraag van leerkrachten, die echt niet weten hoe ze precies met die wederzijdse polarisering moeten omgaan. Dat werd mij bevestigd door alle partijen van het onderwijsveld zelf; dat komt niet uit één krantenartikel.
Dan komt er vanuit de pedagogische begeleidingsdiensten de vraag om hen hierin te versterken, zodat zij op het terrein iets kunnen doen. Want een nieuwsbrief die zegt hoe je dat probleem theoretisch zou kunnen oplossen, dat doet het niet.
Je moet echt vanuit de praktijk ervaren hoe je die gesprekken kunt voeren, hoe je die polarisatie kunt ondermijnen – niet inhoudelijk, maar via een aantal methodieken die daarvoor nodig zijn. Het platform wij-zij.be is een samenwerking van allerlei universiteiten van de onderwijskoepels – onder andere ook van Kazerne Dossin – dat probeert om dat heel specifiek te doen. Zij bezoeken scholen, en ze proberen leerkrachten daarin te versterken.
Als je het lerarenberoep aantrekkelijk wilt maken, als je het voor leerkrachten houdbaar wilt maken, dan moet je daar echt extra initiatieven voor nemen – ook maatschappelijk – om te depolariseren. Want dat is zo fundamenteel, zo essentieel in onze maatschappij. (Applaus bij Groen)
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Wat je zaait, zul je oogsten. Met de haat die tegenwoordig online en offline wordt verspreid vanuit extreemrechtse hoek ben ik helaas zelfs niet verbaasd over die berichtgeving rond de toenemende moslimhaat op school. Meer nog, ik stel opnieuw vast, mijnheer Van Rooy, dat er zelfs partijen zijn in dit parlement die die haat verder oppoken. We hebben allemaal de krant gelezen: haat tegen asielzoekers, tegen moslims, tegen joden. Laat me heel duidelijk zijn: in een democratische samenleving gaan we geen enkele vorm van extremisme en geen enkele vorm van haat tolereren, tegen niemand. En dus vind ik heel zorgwekkend wat er vandaag op onze scholen gebeurt.
Minister, daarom vraag ik u nog eens heel expliciet om deze legislatuur aandacht te besteden aan de toenemende extreemrechtse radicalisering op school, in uw leidraad voor de scholen, via de pedagogische begeleidingsdiensten, de CLB’s, die daar dan ook de nodige middelen voor moeten krijgen. Dat is absoluut nodig. (Applaus van sp.a)
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Minister, we mogen de fout niet maken dat we een onderscheid gaan maken tussen de verschillende soorten van radicalisering. Tijdens de vorige legislatuur hebben we bijzonder lang en hard gewerkt om tot dat actieplan ter bestrijding van gewelddadige radicalisering te komen. Daar waren inderdaad heel wat meningsverschillen over de partijgrenzen heen. Als er één zaak duidelijk was, dan was het wel dat dat actieplan en die maatregelen moesten dienen om alle vormen van radicalisering te bestrijden. Ik begrijp dat sommigen dit hier aangrijpen om rechts-extremisme te belichten en anderen om moslimextremisme te benadrukken. Als we eerlijk zijn – en we hebben de vorige legislatuur de veiligheidsdiensten in onze commissie uitgenodigd – dan werd er wel bevestigd dat de dreiging die uitgaat van ideologisch geïnspireerde radicalisering, niet bijzonder groot is. Desondanks wil ik u toch oproepen om de maatregelen die we toen in ons actieplan hebben gegoten, te blijven inzetten tegen alle vormen van radicalisering. (Applaus van de N-VA)
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Het is een goede zaak dat dit thema hier aangekaart wordt en dat er verwezen wordt naar het actieplan ter preventie van gewelddadige radicalisering en polarisering, dat er wordt opgeroepen om onze commissie eventueel opnieuw bijeen te roepen, en vooral dat de actie ook wordt uitgebreid naar de preventie van extreemrechtse radicalisering.
Mevrouw Sminate, we zijn nu natuurlijk in een andere situatie dan voor 26 mei. Uit de verklaringen van het OCAD en uit de getuigenissen van de deradicaliseringsambtenaren… (Opmerkingen bij Vlaams Belang)
… en ja, dat blijkt ook als we zien wat de gevolgen zijn van de acties van jullie partij, van het Vlaams Belang. Jullie hebben het volste democratische recht om actie te voeren en om te tweeten, maar dan moeten jullie ook erkennen dat daar gevolgen aan verbonden zijn. We zien welke intimidaties daarop volgen, en dat is wel degelijk jullie verantwoordelijkheid.
Minister, u hebt een aantal acties uit het actieplan binnen het domein Onderwijs opgesomd. U merkt terecht op dat er geen onderscheid gemaakt mag worden tussen de twee vormen van extremisme en radicalisering, maar ik denk wel dat in de aanpak een andere methodiek nodig is om specifiek op die extreemrechtse radicalisering en polarisering in te gaan.
De heer Ongena heeft het woord.
Mijnheer Van Rooy, u doet wat lacherig over de experts die in de krant waarschuwen voor toenemende moslimhaat. Welnu, ik kan u zeggen: het instituut waarvan sprake, Ceapire, heeft een uitstekende reputatie en werkt nog altijd goed samen met onze veiligheidsdiensten. Het heeft een grote verdienste in de aanpak van moslimradicalisering, waar u ook aandacht voor vraagt. Als die mensen waarschuwen voor het feit dat de radicalisering ruimer wordt, moeten we die analyse ernstig nemen.
Minister, ik hoop dat u dat zal doen en u doet dat ook, want u verwijst naar extra maatregelen die u zal nemen om dat toenemend extremisme in het onderwijs aan te pakken. Ik vraag u dus om dat zeker verder te doen.
Ik stel ook de vraag aan het Vlaams Parlement om de commissie Radicalisering herop te starten, want daar beslissen we natuurlijk zelf over. Die commissie heeft zeer nuttig werk gedaan, maar er is een evolutie in de inhoud van radicalisering. Daarom moeten we die commissie heropstarten en ze de kans geven om het bestaande plan goed op te volgen in de strijd tegen moslimradicalisme, maar ook om na te gaan of we nu moeten bijsturen om de nieuwe vormen van rechts-radicalisme waar men duidelijk voor waarschuwt, aan te pakken. Dat is onze democratische plicht. (Applaus bij Open Vld)
Wat de heroprichting van de commissie Radicalisering betreft, dat is besproken in het Bureau, waar ook uw fractieleider aanwezig was, mijnheer Ongena. Het is niet aan de regering om te beslissen welke commissies er al dan niet worden opgericht, het is aan het parlement om dat te doen. Deze week hebben we op het Bureau besproken dat we dat volgende week opnieuw gaan bespreken nadat de verschillende fracties en fractievergaderingen zijn geconsulteerd.
Minister Weyts, u bent dus niet bevoegd voor het oprichten van commissies. (Gelach)
Minister Weyts heeft het woord.
Ik vond dat nochtans de meest zinvolle suggestie van de dag.
In heel deze discussie over links en rechts – what’s in a name – probeer ik de kerk in het midden te houden. Ik heb een overzicht gegeven van verschillende concrete maatregelen die we hebben genomen in het onderwijs. Vervolgens gaat het debat helemaal over radicalisering, wat een andere bevoegdheid is, maar waarvan ik heel duidelijk weet dat de maatregelen genomen inzake radicalisering, net gaan over het brede spectrum en alle vormen van extremisme die moeten worden aangepakt. De regering trekt daarin een heel concrete lijn.
De kip en het ei, wat voor een vraag is dat nu? Wat maakt het uit? De twee vormen blijken te bestaan, en misschien komt de ene vorm wat frequenter voor dan de andere, maar we moeten ze allemaal aanpakken. Trek daar gewoon een duidelijke lijn in en zeg samen met ons: we moeten alle vormen van rechts-extremisme aanpakken en dat nooit vergoelijken.
Als er een incident is in Breendonk, zeg dan niet dat het een kwajongensstreek is. Dat is geen kwajongensstreek. Een kwajongensstreek, dat is belletjetrek. Uzelf associëren met een regime dat heeft geleid tot miljoenen doden, dat is geen kwajongensstreek, dat is een criminele streek. Zeg dat dan ook als dusdanig.
Die lijn wil de regering alleszins heel duidelijk trekken. Alle vormen van extremisme moeten we aanpakken, heel kordaat en heel radicaal. (Applaus bij de meerderheid, Groen en sp.a)
Ik stel voor dat we dan ook het boeddhisme eens goed onder de loep nemen om dat gewelddadige radicalisme aan te pakken. Het is toch allemaal om het even, hoor ik van de N-VA.
Minister, uit een recente enquête blijkt dat 35 procent van de moslims vindt dat wie spot met de profeet Mohammed, mag worden gestraft. Als u dat op gelijke hoogte zet met het andere radicalisme, dan bewijst u net zoals de rest van de Vlaamse Regering en het grootste deel van dit parlement, dat u de islam niet begrijpt en niet kent. De realiteit is dat de islam het overneemt in onze scholen.
Wat is de realiteit? Leraren zitten met de handen in het haar. Er wordt hier gezegd dat we hun tools moeten geven. Maar leraren durven niet meer lesgeven over de Holocaust en over Darwin, vanwege moslims in hun klas. De realiteit is dat er leraren zijn die door moslims worden gepest omdat ze vuil zijn, en haram zijn omdat ze een broodje met ham eten of niet besneden zijn. De realiteit is dat er vrouwelijke leraren zijn die zonder respect worden behandeld.
Minister, dat is het gevolg van de islamisering en dat veegt u hier gewoon onder de mat. Knoop mijn waarschuwing dus maar goed in de oren: als dit zo voortgaat, als de islam en de islamisering niet worden gebannen uit onze samenleving en uit ons onderwijs, dan zal niet alleen de radicalisering aan beide kanten toenemen, maar dan zullen u en deze regering daarvoor verantwoordelijk zijn, en niet wij, die hier al decennialang voor waarschuwen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister, ik heb weinig concreets gehoord over hoe u de leerkrachten extra wilt versterken. Dat is net een expliciete vraag van leerkrachten omdat ze samen met u … Ik was wel heel tevreden over uw antwoord dat we om het even welke vorm van radicalisering moeten aanpakken, dat we iets moeten doen aan de polarisatie.
Ik ben blij dat u dat zegt. Ik wil u ook de hand reiken. Laten we met dit parlement inderdaad ook een ‘coalition of the willing’ oprichten, die zegt dat we willen stoppen met het versterken van die polarisering, dat we daaruit moeten geraken, dat we naar elkaar toe moeten groeien. Het is onze maatschappelijke, maar ook onze politieke verantwoordelijkheid om uit die polarisatie te geraken. Daar zijn instrumenten voor nodig. Daarvoor moeten we samenwerken met partners: met universiteiten, met mensen die daarover willen nadenken. Die polarisatie maakt onze maatschappij, maakt de samenhang in onze maatschappij immers kapot. U hebt een grote verantwoordelijkheid als minister van Onderwijs, maar het is een verantwoordelijkheid van ons allen, dus laten we daar alstublieft verder op inzetten, met diegenen die willen, en diegenen die niet willen, die laten we. (Applaus bij Groen)
De actuele vragen zijn afgehandeld.