Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer De Gucht heeft het woord.
Voorzitter, minister, in recent onderzoek van Pimento, het expertisecentrum met betrekking tot pesten op school, geeft 47 procent van de leerlingen van de eerste graad aan ooit al gepest geweest te zijn.
Dat betekent zowel offline als online, en zowel verbale als fysieke agressie. Jongeren geven aan dat ze bang zijn om gepest te worden en dat ze ook niet altijd weten op welke manier ze voor zichzelf of een medeleerling die gepest wordt, moeten opkomen.
In uw beleidsnota stelt u: “Ik ondersteun en versterk scholen bij het ontwikkelen en uitvoeren van hun antipestbeleid. Hieronder valt ook een sociaal mediabeleid waar er bijzondere aandacht is voor cyberpesten.”
Jongeren vinden vandaag dat de acties die ondernomen worden niet altijd even doeltreffend zijn, en dat de leraren en leerlingenbegeleiders niet altijd juist op de hoogte zijn over de manier hoe ze daarmee moeten omgaan.
Wat is uw reactie op wat leerlingen binnen het onderzoek aangeven? Op welke manier zult u in de toekomst hiervoor acties ondernemen?
Minister Weyts heeft het woord.
Deze schrikbarende cijfers van 47 procent hebben vooral te maken met de manier van vraagstelling. De vraag luidde: “Bent u ooit al geconfronteerd geworden met pestgedrag?” Uit andere onderzoeken blijkt dat als je daar een termijn opplakt – bijvoorbeeld tijdens het laatste jaar – je met cijfers van 10 tot 20 procent zit, maar het is wel degelijk een belangrijke problematiek.
Hoe proberen we daartegen op te treden? Natuurlijk structureel. Dat hebben we vervat als doelstelling in het kader van de eindtermen en sleutelcompetenties, waarop scholen ook moeten inzetten en waarop ze worden gecontroleerd in welke mate ze dat doen. Belangrijker is nog de steun voor de scholen via brochures, het overlegplatform en nu via de antipestslang die gisteren via de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) is goedgekeurd, met heel concrete tips over hoe je preventief met pesten moet omgaan, maar ook hoe je hiermee op het vlak van herstel moet omgaan. Vanuit de Vlaamse Onderwijsraad is dit een heel concreet initiatief. Ik voeg hier nog aan toe dat ik deze week nog een initiatief heb goedgekeurd. We zullen de Week tegen Pesten ondersteunen met 10.000 euro.
Daarnaast geven we ook de ouders ‘tips and tricks’. Hoe moeten zij omgaan met kinderen die gepest worden, maar ook met kinderen die zelf pesten? Hoe kunnen ze daar het best op reageren?
Tot slot, en niet onbelangrijk, richten we ons ook op de leerlingen. De antipestslang is geïnspireerd door de concrete ervaringen van onder andere de leden van de Vlaamse Scholierenkoepel (VSK). Kinderen weten zelf veel meer over pesten dan de beleidsmakers. Ik heb hen ook opgeroepen om met concrete voorstellen en acties te komen. Zij hebben die mee in de antipestslang gegoten, waarmee we aan de slag kunnen en waarmee we vooral naar de klasvloer kunnen.
Ik vind de stappen die u onderneemt belangrijk. Toch heb ik een bijkomende vraag. Ik volg uw redenering om ouders van gepeste leerlingen en van pestende leerlingen aan te geven hoe ze hiermee moeten omgaan. Maar op welke manier ziet u dit terugkomen in de opleiding van de leraren en leerlingenbegeleiders? Hoe kunnen we de mensen die we opleiden om morgen onze jonge mensen te begeleiden, voorbereiden om daarmee op de juiste manier om te gaan?
Daarnaast geven jongeren ook aan dat het verkeerd zou zijn om pesters eenmalig te straffen, en dat men eerder naar een dialoog moet streven. Dat betekent ook dat we daarvoor extra mensen en middelen moeten vrijmaken. Op welke manier kijkt u daarnaar?
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, in uw beleidsnota konden we één zinnetje over pesten lezen. Er stond: “Ik ondersteun en versterk scholen bij het ontwikkelen en uitvoeren van hun antipestbeleid.” Dat is weinig concreet, zeer algemeen en we kunnen daar niet veel uit afleiden. Nochtans is de problematiek echt wel groot en is er de vraag naar langdurige trajecten. Heel concreet is er ook de vraag van het Kinderrechtencommissariaat om een kenniscentrum op te richten waardoor praktijkontwikkeling gedeeld kan worden en scholen echt versterkt kunnen worden met enerzijds een theoretisch kader en met anderzijds goede voorbeelden die werken.
Bent u bereid om dat te bekijken? Ik heb dat nergens kunnen terugvinden, noch in de begroting, noch in de beleidsnota.
De heer Daniëls heeft het woord.
Pesten is inderdaad een belangrijk thema. In hetzelfde onderzoek waar collega De Gucht naar verwijst, lezen we dat leerlingen op zoek zijn naar iemand die ook autoriteit uitstraalt en dat ze niet altijd het gevoel hebben een gepast antwoord te krijgen. We hebben in het antipestbeleid heel lang een no-blameaanpak gehad, maar als je als slachtoffer van pesten niet ondervindt dat je echt gesteund wordt of dat er niet krachtdadig wordt opgetreden tegen de pester, dan voel je je twee keer in de steek gelaten. De antipestslang van de Vlor bevat alle aspecten, ook het pesten aanpakken, vandaar de vraag naar een antipestbeleid op school, gedragen, eenduidig, waarbij slachtoffers altijd worden gesteund en nooit aan hun lot worden overgelaten. Dank u wel.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, wat we konden lezen en horen, is eigenlijk ook al in heel wat andere studies bevestigd. Ik denk onder andere aan een recente studie van de UGent in opdracht van het Vlaams Netwerk Kies Kleur tegen Pesten van 2018. En ook het Vlor-advies van 2015 zit in die lijn.
Minister, voor CD&V is het heel belangrijk dat we herstelgericht werken, vanuit een verbindend schoolklimaat. U haalde de link met de Vlaamse Scholierenkoepel al even aan, die het project ‘De Conflixers’ heeft opgestart. Daarbij worden jongeren gecoacht om bemiddelaar te zijn. Ondersteunt u dat project? En erkent u dat het belangrijk is dat scholen ook altijd vanuit hun eigen context kunnen kiezen met welk project ze aan de slag kunnen gaan?
We integreren inderdaad steeds meer aspecten in de lerarenopleiding: omgaan met diversiteit en met gedragsproblemen, maar ook met dit. Dat lijkt me wel essentieel voor het welbevinden in de klas, dat ook leraren op dat vlak worden geschoold om om te gaan met pesten en vooral hoe men dat kan verhinderen.
Er werd hier een suggestie gedaan van een expertisecentrum, maar de expertise zit net vooral bij de kinderen en de leerlingen. Zij hebben ook mee inspiratie gegeven aan de antipestslang van de Vlor, waarbij ze concrete suggesties doen, zowel over hoe je pestgedrag kunt verhinderen als over hoe je moet optreden om dat te herstellen. Een van de pistes op dat vlak is de dialoog – nog scherper gesteld: misschien ook de confrontatie. Want pesten en gepest worden, dat zit soms in een en dezelfde persoon verweven. Je moet kinderen en jongeren soms een spiegel voorhouden, om te zien wat hun gedrag aanricht in de concrete leefwereld en wat dat misschien bij henzelf tevoren ook heeft aangericht.
Dat zijn concrete richtlijnen en expertise waarop we ons in de eerste plaats kunnen beroepen. Daarom heb ik hen ook de hand gereikt, los van het project dat ik ondersteun met 10.000 euro rond de Week tegen Pesten. En aan de Vlaamse Scholierenkoepel zeg ik heel concreet: blijf ons voeden met uw concrete expertise, met maatregelen, met richtlijnen, waarmee we in de school aan de slag kunnen.
Bedankt, minister. Een van de voordelen van onze commissie is dat het allemaal mensen zijn die het zo goed mogelijk voor hebben met waar we naartoe gaan met ons onderwijs in de volgende jaren. Dit is een bijzonder belangrijk gegeven. Het wordt af en toe wel eens naar voren gehaald in de media, op het moment dat er iets gebeurt. Maar eigenlijk is dit iets waar we echt elke dag op moeten letten, om ervoor te zorgen dat de mensen die bij ons school lopen, dat op een zo goed mogelijke manier kunnen doen, ook op psychisch vlak.
De juiste kennis daaromtrent en de juiste opleiding van de leraars zijn daarin cruciaal. Ik kijk dan ook uit naar hoe u daar verder rond gaat werken in de volgende maanden en jaren. Ik noteer alvast dat u daar positief mee wilt omgaan en dat u er echt werk van wilt maken. Ik dank u alvast.
De actuele vraag is afgehandeld.