Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, deze kwestie betreft de artsen, en meer bepaald de Vlaamse studenten die tot de artsenopleiding worden toegelaten. Ik geef een aantal cijfers mee: dit jaar hebben er 5505 toekomstige studenten deelgenomen aan het toelatingsexamen. Daarvan waren er 1491 geslaagd, en werden er uiteindelijk 1205 toegelaten, gunstig gerangschikt, om aan de opleiding te mogen beginnen. Voor de snelle rekenaars in de zaal: dat zijn 286 studenten die hebben deelgenomen en die geslaagd waren, maar die toch niet aan de opleiding mogen beginnen, vanwege de zogenaamde contingenten.
Collega’s, we kunnen veel zeggen over die examens. In de vorige legislatuur probeerden we ze zo moeilijk mogelijk te maken, zodat we net uitkwamen op het aantal studenten dat mocht beginnen. We hebben dat dan omgevormd naar een toelatingsexamen – onze fractie was daar vragende partij voor – dat beter in lijn ligt met wat de studenten in het middelbaar leren. Dat maakt natuurlijk dat je meer geslaagden hebt, en dat is een aangenaam gevoel. Maar dan krijg je vervolgens te horen dat je niet mag starten, en dat wringt natuurlijk een beetje.
Die 286 studenten die wel geslaagd zijn maar niet mogen starten, overwegen nu om naar de rechtbank te stappen, om te zeggen dat ze ongelijk behandeld zijn. Want als ze in Wallonië hadden gewoond, dan had gewoon iedereen kunnen starten die geslaagd was. En op het einde van de rit krijgen we weer een 20 jaar durende ‘lissage’ – je had niet mogen starten en je had niet mogen afstuderen, maar op het einde krijg je toch een RIZIV-nummer (Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering).
Die studenten voelen zich ongelijk behandeld, en ik kan daar eigenlijk wel ergens begrip voor opbrengen. Want op die manier heeft Wallonië door de jaren heen 1531 artsen te veel, en Vlaanderen 1040 artsen te weinig. Daarom hebben we in het regeerakkoord een passage ingeschreven, om daar een eigen planning op toe te passen.
Kunt u op dit moment al iets doen aan die bekommernis? Is er een mogelijkheid om al iets te ondernemen voor die 286 studenten?
Minister Weyts heeft het woord.
Er zijn hier twee discussies die samenlopen. Je hebt enerzijds de onrechtvaardigheid, de ongelijkheid van de bestaande situatie, waarbij de Franse Gemeenschap al jaren aan een stuk de federale quota aan haar laars lapt, en daar uiteindelijk altijd voor wordt beloond, door toch de RIZIV-nummers te krijgen die men verlangt. Men laat dus alle studenten aan die studies deelnemen. Dan zeggen wij heel duidelijk dat we daar niet meer aan meedoen. Want de braafste van de klas – de Vlamingen – wordt altijd in de hoek gezet.
Wij gaan het aantal studenten bepalen op basis van de Vlaamse noden, en op basis van onze eigen inzichten ten aanzien van die noden. We doen dat dus, ipso facto, op basis van een contingent, een numerus fixus. We zijn inderdaad afgestapt van de numerus clausus. Want als je gewoon een numerus clausus toepast, dan zeg je dat iedereen die geslaagd is, mag deelnemen aan de studie. En dan heb je geen controle op het aantal studenten dat deelneemt en uitstroomt, en heb je geen controle over de vraag of het aantal studenten overeenstemt met onze Vlaamse noden. Dat willen we niet.
We willen er net zo snel mogelijk voor zorgen dat we het aantal deelnemende studenten contingenteren, op basis van de reële noden die bestaan in Vlaanderen. En ‘zo snel mogelijk’ betekent hier vóór het volgend academiejaar, in de mate van het mogelijke.
De heer Daniëls heeft het woord.
Ik ben blij dat u zegt: ‘zo snel mogelijk’. Want het is niet goed dat we deze situatie blijven aanhouden. Wallonië zegt dat zij een contingent hebben, en dat zij niet meedoen. Het is eigenlijk wel straf dat Vlaamse studenten naar een rechtbank stappen, tegen Vlaanderen, omdat Wallonië zich niet houdt aan jarenlange regels. Dat is, wat mij betreft, toch een vrij schizofrene situatie.
Maar ik begrijp ook dat u zegt dat u niet zomaar iedereen toelaat. We kunnen nu niet zeggen dat we die 286 studenten er maar bij nemen, want we beschikken niet over de objectieve gegevens om het aantal artsen te bepalen. We gaan dus niet voor nattevingerwerk, en daar kan ik mij zeker in vinden.
Hebt u al een zicht op welke criteria u zou gebruiken om daar in de toekomst, richting het volgende academiejaar, toch een beter zicht op te hebben?
De heer Slagmulder heeft het woord.
De problematiek van de artsenquota is hier al enkele keren besproken. 286 Vlaamse studenten die geslaagd zijn voor de opleiding geneeskunde, kunnen dit jaar niet starten. In Wallonië kan dat wel, en dat blijkt ook dit jaar weer zo te zijn. Uit uw antwoord op mijn schriftelijke vraag, minister, blijkt dat dit jaar 958 geslaagde deelnemers aan de Franstalige opleiding geneeskunde mogen beginnen, terwijl er een federaal quotum van slechts 505 beschikbaar is.
Collega’s, deze Vlaamse studenten worden gediscrimineerd, niet alleen ten opzichte van Waalse studenten, maar ook ten opzichte van buitenlandse artsen, die in ons land gemakkelijk een RIZIV-nummer krijgen. Zo’n 35 procent van de nieuwe RIZIV-nummers komt van buitenlandse artsen, terwijl de buitenlandse studies geneeskunde niet altijd hetzelfde niveau blijken te hebben als de Vlaamse. Komt daarbij ook vaak nog eens het gebrek aan voldoende kennis van de Nederlandse taal.
Enkele studenten stappen naar de rechtbank, terecht, om deze discriminatie aan te klagen. Collega’s, er zijn in Vlaanderen artsen te kort en toch zijn er 286 geslaagde Vlaamse jongeren die arts willen worden en die over voldoende competenties beschikken en niet mogen starten.
Het Vlaams Belang wil de minister nogmaals oproepen om, in afwachting van de quota, alle geslaagde studenten toch toegang te geven tot de studie geneeskunde, want dat ze bekwaam zijn, hebben ze intussen wel al bewezen.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, met uw voornemens rond bindende toelatingsexamens voor het hoger onderwijs hebt u op zijn zachtst gezegd al heel wat reacties geoogst. Maandag heeft de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) een white paper voorgelegd over de lerarenopleiding, en die gaat regelrecht in tegen uw plannen voor een bindende proef voor die lerarenopleiding, en trouwens ook voor het schakeljaar dat u na de humaniora voorziet. Wat betreft die toelatingsproef voor de geneeskundestudenten, we hebben natuurlijk alle begrip voor die 286 studenten die nu vragen om toch die opleiding te mogen starten, maar we zien dit verhaal breder.
Wij willen een meer toegankelijke opleiding, want de huidige proef is elitair en selecteert niet enkel op basis van kennis en vaardigheden, maar vooral ook op de sociaal-economische situatie van studenten. Dat zeg ik niet, een studie van de VUB heeft dat aangetoond. De huidige toegangsproef schrikt af en er is een bijkomende financiële drempel bij de voorbereiding. Bovendien winnen andere kerncompetenties dan deze die vandaag gemeten worden, steeds meer aan belang voor het geneeskundig beroep.
Hoe gaat u, in lijn met wat u zelf zegt in uw beleidsnota, ervoor zorgen dat wanneer we meer studenten toelaten tot die opleiding er ook meer diversiteit in de studentenpopulatie geneeskunde en tandarts zal zijn?
De heer Brouns heeft het woord.
Minister, wij scharen ons in dezen ook volledig achter het regeerakkoord, waarin zeer duidelijk staat dat we in Vlaanderen moeten kijken naar de reële zorgnoden en dat de quota daarop moeten worden afgestemd. De Vlaamse planningscommissie moet zo snel mogelijk in gang schieten om dat te kunnen realiseren, die nieuwe quota.
We delen het ongenoegen dat leeft en dat gedeeld wordt door de Vlaamse decanen, over het feit dat Wallonië dat feitelijk allemaal aan zijn laars lapt.
Wat die quota betreft, minister: het gaat hier toch wel degelijk over de subquota die we in Vlaanderen kunnen bepalen rond de specialisaties? Of gaat het over de totale algemene quota inzake artsen en tandartsen?
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Ik wil ook met een cijfer beginnen. Van de 589 gemeenten die België telt, zijn er vandaag een 300-tal met een tekort aan huisartsen. Een oplossing, mijnheer Daniëls, is een herverdeling of betere verdeling van de schaarste aan huisartsen. De oplossing is echt niet een opbod van Vlaanderen tegen Wallonië. De oplossing is: meer artsen in België, zodat iedereen toegang krijgt tot de huisarts. De quota moeten op federaal niveau serieus verhoogd worden.
Ik ben het ermee eens dat het toegangsexamen ondemocratisch is. De studenten geneeskunde zelf zijn ook niet tevreden met de oplossing die u biedt van toch maar over de quota te gaan die wij krijgen, want dat wil zeggen dat er elk jaar een goodwill moet zijn van de minister om meer RIZIV-nummers uit te delen dan ze heeft. Zij vragen ook om het totale aantal RIZIV-nummers uit te breiden. Er is nood aan meer huisartsen, niet aan een nieuw spelletje communautair gehakketak tussen Vlaanderen en Wallonië.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Natuurlijk is dat erg voor mensen die wel geslaagd zijn voor hun toegangsexamen maar niet hoog genoeg gerangschikt zijn om te mogen beginnen. Maar dat is natuurlijk de essentie van een numerus fixus. Volgens ons is het toch echt geen goed idee om terug te gaan naar zoals het vroeger was, met een numerus clausus. Toen werd het examen altijd maar moeilijker gemaakt om er toch maar voor te zorgen dat er niet te veel mensen zouden slagen. Dat werkt volgens ons de uitsluiting alleen maar in de hand. Maar wat zeker geen goed idee is – en die discussie hebben we al gevoerd – is om die quota los te laten. Dat is absoluut niet de oplossing. Dat betekent dat je studenten in de onzekerheid stort. Na zeven jaar studeren heb je dan niet de garantie dat je een RIZIV-nummer krijgt. Dat zeggen trouwens niet alleen wij, dat zeggen ook de decanen van de opleidingen voor geneeskunde en de studentenvertegenwoordiging Vlaams Geneeskundig StudentenOverleg (VGSO).
Wat is de oplossing dan wel? Subquota via de Vlaamse planningscommissie, zodat we inderdaad met het federale niveau kunnen onderhandelen over een eventuele aanpassing. Maar om nu de boel kinderachtig te blokkeren, dat lijkt mij geen goed idee. (Applaus bij de oppositie)
Communautair gehakketak, of wat men er ook van maakt – de realiteit is wat ze is. De Vlaamse brave leerling wordt altijd de dupe van zijn heel brave Lamme Goedzak-gedrag. Daar willen we niet langer in meestappen. Dan is de oplossing heel simpel: we gaan het aantal beginnende studenten afstemmen op de Vlaamse noden. Zo revolutionair is dat allemaal niet, vind ik. Ik zal een advies vragen aan de administratie. En dan zitten we zo snel mogelijk samen met de belanghebbenden, de zogenaamde stakeholders, om dat advies te bespreken en om ervoor te zorgen dat we effectief een contingent vastleggen. Je kunt niet zeggen dat je het aantal deelnemende studenten gaat afstemmen op de Vlaamse noden, en vervolgens pleiten voor een numerus clausus. Het ene impliceert automatisch dat je gaat voor een numerus fixus, zodat je controle hebt op het aantal deelnemende studenten en op het uiteindelijke aantal afstuderende kandidaat-artsen. Dat lijkt mij de logica zelve. We proberen daarin zo snel mogelijk vooruit te gaan.
Minister, ik ben blij dat u zegt dat we zo snel mogelijk de eigen Vlaamse noden vaststellen, zodat we zelf kunnen beslissen hoeveel we extra nodig hebben.
Collega’s, er is een oplossing in heel die formule van het koninklijk besluit van 5 mei 2019: de aantallen erin moeten worden aangepast. Nu duurt het 20 jaar tegen dat het overaantal van Wallonië, die 1531, is opgelost. En het duurt 15 jaar tegen dat de 1040 te weinig in Vlaanderen is opgelost. Collega’s, dan denk ik toch dat het veel beter is dat we in dit Vlaams Parlement de Vlaamse noden in kaart brengen en daar zo snel mogelijk aan tegemoetkomen. Nu zitten we in de volledig maffe situatie dat Vlamingen naar de rechtbank stappen omdat zij zich ongelijk behandeld voelen omdat Wallonië zich niet aan de regels houdt. Laat die zin even tot u doordringen. Iedereen die binnenkort op het federale niveau mee onderhandelt, kan ik alleen maar vragen om ervoor te zorgen dat dit geregeld wordt.
In de white paper van de VLOHRA ging het erover dat als je toelatingsproeven doet – men noemde dat intakeproeven – je daar iets aan koppelt. Daar zijn de hogescholen wel vragende partij voor want ze krijgen het niet opgelost gedurende de opleiding.
De actuele vraag is afgehandeld.