Verslag plenaire vergadering
Verslag
Opheldering over de stand van zaken
Dames en heren, met toepassing van artikel 50 van het Reglement van het Vlaams Parlement heeft de heer Björn Rzoska bij motie van orde het woord gevraagd.
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, er is natuurlijk ook wel buiten dit parlement een hele samenleving die op een aantal zaken zit te wachten. Ik wil aan de hand van het reglement eigenlijk een stand van zaken en een opheldering krijgen.
Het is de eerste keer in de geschiedenis van dit parlement dat er een bijeenkomst is in september zonder dat er een Septemberverklaring is en zonder dat er een nieuwe Vlaamse Regering is. Dat is toch wel op zijn minst te betreuren, meer dan 110 dagen na de verkiezingen. Ik wil aan de zetelende Vlaamse Regering – ik kan niet anders: er is geen nieuwe Vlaamse Regering – toch wel een aantal punten ter opheldering vragen.
Ten eerste denk ik dat iedereen buiten dit parlement ondertussen weet dat er wat klimaat betreft grote uitdagingen op ons afkomen. We hebben niet enkel de betogingen van afgelopen vrijdag gehad, maar er is op dit moment ook een top bezig in New York, waar knopen doorgehakt moeten worden.
Ten tweede zijn er op sociaal vlak toch ook wel een aantal uitdagingen. Hét cijfer van de zomer voor mij: meer dan 153.000 mensen wachten in Vlaanderen op een sociale woning, dat is een stijging.
Ten derde, waar we tot 26 mei van de zetelende ploeg het riedeltje kregen dat de volgende ploeg meer dan 1 miljard euro beleidsruimte zou hebben in de volgende jaren, blijkt op 27 mei dat het tekort oploopt tot 600 miljoen euro. Het zijn voor mij allemaal urgente dossiers. Tel daarbij ook nog eens de aankomende brexit, waarover we de vorige jaren toch wel stevig gedebatteerd hebben, en de impact daarvan op de economie in Vlaanderen en op de begroting.
Het zijn allemaal dossiers die eigenlijk wel een antwoord verdienen. Voorzitter, daarom had ik verwacht dat de zetelende regering – we hebben toch nog altijd een regering met een meerderheid – toch tenminste een verklaring zou geven van wat ze nog aan dossiers van de afgelopen maanden gaat aanpakken, ook de volgende weken die er misschien nog aankomen. Ik vraag dus op basis van artikel 50 een opheldering en een stand van zaken. Het kan misschien wel zijn dat u graag woeling hebt in het parlement, maar er is ook heel wat woeling bezig in de samenleving. Daar hadden we vandaag, al was het maar van de zetelende Vlaamse Regering, een antwoord op moeten krijgen. Ik vind het beneden alle peil dat we nu snel snel overgaan tot de orde van de dag. Ik zie een aantal excellenties zitten, ik zie ook de tijdelijke minister-president zitten, en ik hoop toch dat we daar een antwoord op krijgen. Het is niet enkel dit parlement dat een antwoord moet krijgen, het is ook de samenleving die een antwoord moet krijgen op die uitdagingen. Dus vandaar, voorzitter, graag een opheldering en een stand van zaken van de punten die ik aangehaald heb. (Applaus bij Groen)
Dank u, collega, maar u weet natuurlijk net zo goed als ik dat we daar een aantal afspraken gemaakt hebben, want u bent ook lid van het Uitgebreid Bureau. Een ervan is dat de Septemberverklaring inderdaad uitgesteld wordt. Ik denk dat we allen hopen dat dit niet zo lang op zich zal laten wachten. We hebben ook afgesproken dat we nu woensdag, overmorgen, een vergadering van de Commissie ad hoc hebben, waar alle parlementsleden, ook de mensen die geen lid zijn van die commissie, vragen kunnen stellen aan de verschillende ministers of aan de regering. U weet dat daar 44 vragen en 2 interpellaties ingediend zijn. Blijkbaar is dat toch wel de mogelijkheid voor de collega’s om zich tot de regering te richten. U stelt het voor alsof u monddood bent, ik denk dat dat niet zo is en dat met name die commissievergadering van woensdag de kans biedt om alle mogelijke onderwerpen aan bod te laten komen. Klimaat is een van de onderwerpen die op de agenda staan, ook sociale aangelegenheden zoals sociale huisvesting. Die dingen kunnen daar zeker aan bod komen.
We hebben toch nog altijd een zetelende regering met een meerderheid. Die kan toch een verklaring geven van wat ze nu nog doet aan die dingen. Wat zijn die mensen aan het doen?
We hebben in het Uitgebreid Bureau afspraken gemaakt en nu houden we ons aan deze afspraken.
De heer Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Rzoska, ik begrijp natuurlijk uw statement wel, het showtje dat u hier wilt geven, maar het is zeer ondemocratisch om een verklaring te vragen aan de vorige, uittredende regering. Ik kan u verzekeren dat er hard gewerkt wordt op dit moment. We zullen u niet lang op uw honger laten zitten.
Zoals de voorzitter heel terecht heeft aangegeven: er is perfect de mogelijkheid voor al uw fractieleden om hun job te doen zoals het hoort. We gaan overmorgen in debat over alle mogelijke thema’s die u maar wilt. U hebt die allemaal kunnen indienen. Dus wat is precies het probleem?
Er wordt beleid gevoerd, er is een regering, een uittredende regering die nog wel steeds een meerderheid heeft. U kunt die ondervragen naar lieve lust. Dus ik zie niet in wat het grote probleem is. Ik geef u mijn woord – ik begrijp dat het een beetje in spanning afwachten is voor jullie – dat we jullie niet lang meer op uw honger laten zitten.
Goed, ik denk dat we het hierbij kunnen laten.
Het incident is gesloten.