Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mijnheer De Croo, ik dank voor het opstarten van onze werkzaamheden. Als éminence grise van de parlementaire democratie is dit op uw lijf geschreven. Sommigen durven beweren dat u er ook bij was toen het allereerste parlement van start ging. Dat durf ik niet te geloven maar velen onder ons hebben niet anders geweten dan dat Herman De Croo lid was van een parlement. (Applaus)
Dames en heren verkozenen, talrijk publiek, kijkers thuis, in 1995 werd dit parlement voor het eerst rechtstreeks verkozen. Bruno Tobback, Marino Keulen en ikzelf waren er toen voor het eerst bij. Die rechtstreekse verkiezing van dit parlement was een belangrijke stap in de Vlaamse natievorming. Goed negen maanden later verhuisden we naar dit prachtig parlementsgebouw. De glazen koepel stond en staat symbool voor transparantie en openheid en met de introductie van hoorzittingen en verzoekschriften werd dit huis het politiek, democratisch centrum van Vlaanderen. Ons uniek bezoekerscentrum ligt naadloos in die lijn om van dit huis het huis van alle Vlamingen te maken. En dan denk ik niet alleen aan de stenen en de infrastructuur maar ook aan onze vele medewerkers en diensten die dagelijks voor ons klaar staan.
Beste collega-volksvertegenwoordigers, vandaag legden wij de eed af, voor velen onder u de eerste keer. U mag daar gerust fier op zijn. U stak, samen met veel andere kandidaten op 26 mei uw nek uit. U kreeg het vertrouwen van uw kiezer. Het is aan u om dat mandaat nu in eer en geweten in te vullen. Laat van je horen, doe je werk, onderbouwd, met begeestering, maar bovenal: blijf steeds jezelf. Dat ik hier vooraan mag plaatsnemen en het vertrouwen daarvoor van u krijg, doet me iets. Ik zie in een flits vele gezichten van collega’s met wie ik heb mogen samenwerken en met wie ik vaak lief en leed heb gedeeld. Want ja, over de fracties en partijgrenzen heen, zijn we vele uren samen, en dat creëert een band, dat creëert vriendschappen.
Ik ben vereerd op deze stoel plaats te mogen nemen, de stoel van waarop Norbert De Batselier, Marleen Vanderpoorten en Jan Peumans dit parlement een gezicht gaven, in binnen- en in buitenland. Drie voorzitters die ik goed kende en waarvoor ik het diepste respect heb. ‘De lat ligt hoog’, komt men mij vertellen, en in sommige media sprak men al van ‘grote schoenen die ik zal moeten vullen’. Collega Peumans heeft maat 40, ik 41. Dus wat dat betreft, zullen de schoenen snel gevuld zijn. Maar neen, alle gekheid op een stokje. We gaan ons best doen, en indachtig de wapenspreuk van de Brugse Gruuthusefamilie: ‘Plus est en vous.’
Beste volksvertegenwoordigers, maak er vijf boeiende jaren van. Samen gaan we Vlaanderen verder uitbouwen, waar mensen waardig kunnen wonen en leven, waar ondernemingen kunnen floreren, waar de toekomst voorbereid wordt, waar we ons allemaal thuis voelen. Ik zou zeggen: waar wachten we op? Dank u wel. (Applaus)
En even buiten de regie: het doet wel iets. (Gelach)