Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, bij haar aantreden heeft de regering zich sterk gemaakt dat ze eerst zou snoeien om nadien te groeien, dat er structureel zou worden bespaard om vervolgens beleidsruimte vrij te maken voor de komende jaren. In de laatste meerjarenplanning was er een vooruitzicht dat tussen 2019 en 2024 de vrije beleidsruimte waarmee de volgende regering beleid kan voeren, zou oplopen tot maar liefst 1 miljard euro. Men zou dus kunnen zeggen dat dit goed beleid is, want we zorgen dat de volgende regering met een frisse lei van start kan gaan en budget heeft om de cruciale uitdagingen van de toekomst aan te vatten. Maar, volgens de eerste prognoses zijn er berichten, en een voorlopig rapport, dat die beleidsruimte toch geen 1 miljard euro zou bedragen.
Minister, ik vraag aan u als minister van Begroting in lopende zaken tegen wanneer we een accurate planning kunnen verwachten en of het klopt dat de voorziene 1 miljard euro allicht zou moeten worden bijgesteld?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, ik zal hier niet over het Open Vld-programma communiceren, maar ik zal antwoorden als minister in lopende zaken.
Mijnheer Schiltz, ik dank u voor uw bezorgdheid over de budgettaire toestand van de Vlaamse begroting. U hebt het al gezegd: mijn voorganger, de heer Tommelein, heeft op het einde van 2018 duidelijk aangekondigd dat er in de volgende meerjarenplanning een beleidsruimte van 1 miljard euro zou zijn. Die beleidsruimte geldt voor de periode van 2019 tot 2024.
In het artikel in De Tijd waar u naar verwijst, staan ook een aantal positieve elementen. Deze Vlaamse Regering heeft ondanks besparingen en minder fiscale opbrengsten toch ook enorm geïnvesteerd in nieuw beleid voor een bedrag van 1,5 miljard euro. Die investeringen waren voornamelijk in de zorg en de economie. In dit artikel lees ik ook dat deze Vlaamse Regering wel degelijk haar budgettaire beloftes heeft waargemaakt.
Ik wil nog even met u teruggaan in de tijd. In 2014 hadden we een tekort van ongeveer 6 miljoen euro. In 2015 en 2016 werd het begrotingstekort lichtjes weggewerkt. In 2017 noteerden we al een begrotingsoverschot. Ook in 2018 was er een begrotingsoverschot van ongeveer 367 miljoen euro. Zo was het in het verleden. Ik neem aan dat de toekomst voor u belangrijker is. Zoals ik al zei, is er een beleidsruimte van 1 miljard euro aangekondigd. Daar kan men heel fier op zijn. Men toont op die manier aan dat men de uitgaven heeft kunnen beheersen en dat men tegelijkertijd ook een nieuwe beleidsruimte heeft doen ontstaan, ondanks de mindere opbrengsten door de taxshift en talrijke lastenverlagingen die we hebben doorgevoerd.
De administratie heeft intussen een nieuwe evaluatie gemaakt van de meerjarenplanning. Ik heb nog geen zicht op deze nieuwe plannen. Die zouden ook nog niet in een finale fase verkeren. Die planning heeft men opgemaakt voor de nieuwe beleidsploeg die straks, in de loop van volgende week, aan de slag kan gaan. Ik heb daar op dit ogenblik geen zicht op, maar als ik naar de laatste cijfers kijk die nu op tafel liggen en waarover we zekerheid hebben, denk ik toch dat we een gunstige vertrekbasis hebben voor de nieuwe beleidsploeg die straks aan zet is.
De heer Schiltz heeft het woord.
Een meerjarenplanning is natuurlijk een inschatting die probeert rekening te houden met de impact van het toekomstige beleid. Het is logisch dat er regelmatig wordt gecheckt of die planning nog klopt. Ik denk dat het van cruciaal belang is om zo snel mogelijk duidelijkheid te verschaffen, zij het dan niet vóór de verkiezingen, maar dat er bij de onderhandelingen voor een volgende regering snel duidelijkheid is over de budgettaire ruimte. We moeten er ook rekening mee houden dat er best wel wat kosten op ons afkomen. Ik denk dat het ondertussen aanvaard is dat de kosten voor de Oosterweelverbinding buiten de evenwichtsoefening worden gehouden. Die wordt wel gefinancierd, maar op Europees vlak niet meegenomen in de evenwichtsoefening. Dat moeten we vasthouden, al moeten die centen wel betaald worden. Daarom is het heel belangrijk om nauwgezet op te volgen hoe groot de budgettaire ruimte zal zijn zodat de belangrijke werven die de volgende regering moet opstarten met een proper budgettair blaadje kunnen beginnen.
De heer Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Schiltz, u bent net tussengekomen om een beslist beleid – iets wat u zelf mee hebt beslist – weg te zetten als campagne, maar u bent blijkbaar al bezig met de onderhandelingen, want daarop is uw vraag volledig gericht. U verwijst ook naar een rapport. Dat rapport moet dus ergens beschikbaar zijn. Wij zouden die cijfers ook graag zien. Of wordt er vanuit uw administratie gelekt, minister?
De bottomline is in elk geval dat we er met deze regering voor gezorgd hebben dat we de volgende regering met een propere lei kunnen laten starten. Dat lijkt mij het belangrijkste signaal naar de Vlaming. We hebben voor ruimte om te investeren gezorgd, ook in de toekomst.
Een meerjarenraming is in essentie natuurlijk een levend document, dat voortdurend moet worden bijgesteld, afhankelijk van de wisselende parameters. We weten dat de economische groei is bijgesteld. Dat die raming de volgende jaren zal veranderen, is de logica zelve. Ik zou daarom zeer graag weten wat dit rapport nu precies zegt en of we daarin inzage kunnen krijgen.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Een meerjarenraming is natuurlijk een schatting. Dat bedrag van 1 miljard euro is berekend voor een periode van vijf jaar en niemand kan vandaag exact zeggen wat de budgettaire ruimte over vijf jaar zal zijn. Het belangrijkste is – en dat staat wel vast – dat deze regering op budgettair vlak een propere lei doorgeeft aan de volgende regering, dat ze een begroting in evenwicht achterlaat en dat ze geen facturen doorschuift naar de volgende regering of generatie. Dat is het belangrijkste. Voorts ga ik me buiten het gehakketak houden over welke raming het nu juist zou zijn.
Collega’s, ik denk inderdaad dat dat het belangrijkste is. We leggen positieve cijfers voor aan de volgende beleidsploeg.
Ik wil nog heel concreet antwoorden op de vragen of er nu een rapport voorhanden is en of ik daar inzage in heb. Ik kan heel duidelijk stellen: ik heb geen rapport en ik denk dat collega Schiltz er ook geen heeft. Dat is reglementair ook zo bepaald. Het Departement Financiën en Begroting maakt in alle onafhankelijkheid een rapport op voor de beleidsploegen en dit op basis van de tendensen die ze nu kunnen inschatten en op basis van voortgezet beleid. Ze maken daaromtrent een rapport op dat ze na de verkiezingen zullen voorleggen aan de volgende beleidsploegen en/of aan de onderhandelaars die na de verkiezingen rond de tafel zullen zitten.
Ik houd niets voor jullie achter. Volgens mij heeft niemand op dit moment dat rapport in handen, behalve de administratie zelf, en die moet in alle onafhankelijkheid kunnen werken. Ik denk wel dat we het er allemaal over eens kunnen zijn dat we een gunstige vertrekbasis hebben. Eind 2018 hebben we gezien dat de komende beleidsploeg vrije beleidsruimte krijgt ten belope van ongeveer 1 miljard euro. Dat bedrag wordt nu misschien bijgesteld en zal ook afhankelijk zijn van nieuwe beleidsprioriteiten, maar er is in elk geval een gunstige vertrekbasis, een veel gunstigere basis dan in 2014. Die boodschap is vandaag de belangrijkste.
Mijnheer Diependaele, ik heb verwezen naar een artikel uit De Tijd en ik heb daar ook uit geciteerd. Zoals u ook gelezen hebt, zou er een voorlopig rapport zijn waaruit bepaalde zaken zouden blijken, onder voorbehoud weliswaar. Minister Peeters heeft daar een pertinent antwoord op gegeven. Ik heb ook geen rapport in mijn zakken zitten, anders zou ik het wel met u gedeeld hebben.
Wat lopende zaken betreft, denk ik dat het nogal wiedes is dat ik de regering in lopende zaken bevraag over wat ze nu doet. Als de regering in lopende zaken immers een loopje begint te nemen met de begrotingsakkoorden en plots een put slaat in de begroting, dan heeft dat een impact op de volgende regering. Ook bij het einde van de legislatuur doe ik dus mijn werk als parlementslid door te informeren hoe de regering in lopende zaken de budgettaire toestand opvolgt, zodat de volgende regering met een propere lei kan beginnen. Het is niet meer dan dat.
Ik dank u allen voor de aandacht en interesse. (Applaus bij Open Vld)
Voorzitter, ik vraag even het woord om het volgende uit te klaren. (Opmerkingen van de voorzitter)
Ik wil heel duidelijk stellen dat deze regering niet in lopende zaken is. Deze regering heeft volheid van bevoegdheid en het bewijs daarvan is dat dit parlement nu nog bijeenkomt en ons ook kan ondervragen of interpelleren. Dit parlement is niet ontbonden en dus hebben wij ook nog volheid van bevoegdheid. Twee weken geleden hebben we een zeer belangrijke beslissing genomen voor de nieuwe sluis in Zeebrugge. Vorige week hebben we een beslissing genomen rond een nieuw dok in Antwerpen en een oplossing voor het dorp Doel. Wij besturen verder. Vorige week stonden er meer dan tachtig punten op de agenda.
Voorzitter, onze begroting is niet alleen in evenwicht, maar, dixit de Hoge Raad van Financiën, ze is ook de enige begroting met een structureel evenwicht. Wat er in De Tijd stond, laat ik voor rekening van De Tijd, maar ik kan u wel zeggen, zoals minister Peeters ook zegt, dat de taxshift en de daling van de erfbelasting volledig ingecalculeerd zijn in de meerjarenraming. (Opmerkingen van de voorzitter)
Voorzitter, regeringsleden mogen te allen tijde het woord vragen.
De economische situatie kan wel nog enigszins bijgesteld worden. Zoals jullie weten, publiceert het Planbureau in juni naar jaarlijkse gewoonte de nieuwe economische parameters. De volgende regering zal daar rekening mee moeten houden. (Applaus bij de meerderheid)
Mijnheer Schiltz, wilt u graag het laatste woord? (Instemming)
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw verheldering. Inderdaad, formeel is het parlement niet in lopende zaken. Maar u gaat mij toch niet vertellen dat wij hier drie of vier dagen voor de verkiezingen een normaal debat kunnen voeren, alsof er niets aan de hand is? Ik wíl dat wel. Ik wíl dat wel, maar ik hoor hier plots slogans en ronduit platte verkiezingspraat. En dat is wat ik een beetje humoristisch heb aangekaart. Mijn vraag was strikt beperkt tot wat de regering vandaag aan het doen is. (Opmerkingen van Matthias Diependaele)
En als de regering in volheid van bevoegdheid is, dan is het toch normaal, mijnheer Diependaele, dat ik vraag hoe de regering deze begroting bewaakt. Zo vermijden we dat er, terwijl we campagne voeren, terwijl er een nieuw parlement wordt verkozen, ongelukken gebeuren, ‘en cours de route’. Dat is de reden van mijn vraag naar de stand van de begroting.
En, minister-president, u hebt absoluut gelijk: er is geen verschil wat betreft de appreciatie van het werk van de minister van Begroting. We hebben een degelijk parcours gelopen en ervoor gezorgd dat er ruimte vrij zal zijn, misschien geen 1 miljard euro, maar het zal niet veel schelen. Dat is het enige dat we wilden zeggen.
En uiteraard bewaakt het parlement te allen tijde de manier waarop de regering met het beleid omgaat. Ik dank u. (Applaus bij Open Vld en Bart Caron)
Bij dezen had het parlement dus weer het laatste woord.
De actuele vraag is afgehandeld.