Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Ronse heeft het woord.
Voorzitter, minister, dank u wel voor deze unieke kans om nog een actuele vraag te stellen. Ik had die niet zien aankomen, maar toen ik die zag, heb ik die met beide handen gegrepen.
We zijn allemaal in campagne, en ik denk dat ik niet alleen voor mezelf of mijn eigen partij mag spreken als ik zeg dat, wanneer we ondernemers, maar ook werknemers tegenkomen, iedereen toch aangeeft op zijn tandvlees te zitten. Terwijl we de legislatuur zijn begonnen met een werkzaamheidsgraad in Vlaanderen van ongeveer 71 procent, zitten we nu aan ongeveer 75 procent. We zijn in de richting van 80 procent aan het gaan, maar dat heeft ook zijn keerzijde. Er zijn ongeveer 40.000 vacatures die permanent openstaan hier in Vlaanderen. We hebben de voorbije weken ook een aantal artikels de revue zien passeren, bijvoorbeeld over een tekort aan verpleegsters. Vorige week nog gaf de Confederatie Bouw aan dat orders en projecten niet meer kunnen worden ingevuld, niet alleen door het tekort aan personeel, maar ook soms omdat materiaal te laat aankomt omdat er in die keten dan weer een tekort aan personeel is. In mijn eigen provincie, West-Vlaanderen, belooft Plopsaland een tekenpremie voor mensen van – hou u vast – om en bij 10.000 euro.
Nochtans hebben we hier de voorbije jaren hard gewerkt. We hebben ons versnellingsplan voor langdurig werklozen, we hebben ons competentiebeleid op het niveau van VDAB, we hebben het duaal leren uitgerold en zijn ook intensief bezig met betrekking tot de hooggeschoolden, waarbij we ook zelf actieve arbeidsmigratie in de scope plaatsen.
Minister, vandaar mijn vraag: wat zijn uw inzichten en welke maatregelen moeten er volgens u asap worden genomen om die krapte tegen te gaan?
Minister Muyters heeft het woord.
Voorzitter, collega Ronse, u hebt al een aantal maatregelen opgesomd die ik in het verleden heb genomen: het versnellingsplan, het duaal leren. Er is ook de vereenvoudiging en de activering van het instrumentarium: van een passief instrumentarium gericht op de subsidie van werkgelegenheid zijn we gegaan naar een activerend en competentieversterkend instrumentarium. Ik denk aan het maatwerk dat VDAB steeds meer aan het leveren is. Ik denk aan het stimuleren van het ondernemerschap, wat ook heel belangrijk is. Dat zijn allemaal instrumenten waaraan we heel wat wijzigingen hebben aangebracht de afgelopen jaren. Dat heeft ook resultaten gehad. We hebben de laagste werkloosheidsgraad ooit. Met elke nieuwe telling zijn er meer startende ondernemingen, die natuurlijk ook mensen willen hebben om bij hen te komen werken. Dat is een positieve zaak. Er is ook qua ondernemerschap een mentaliteitswijziging gebeurd: er zijn nog nooit zoveel mensen geweest die ondernemerschap als een mogelijkheid, als een carrière voor zichzelf zien. Zoals u ook hebt aangehaald, hebben we de hoogste werkzaamheidsgraad ooit, van bijna 75 procent. De toch wel uitdagende doelstelling van 76 procent voor 2020 is nu toch echt wel realiseerbaar.
We hebben in dit verband een aantal maatregelen genomen. Ik denk dan aan het geven van tijdelijke werkervaring aan de leefloongerechtigden, aan de samenwerking tussen VDAB en het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) met betrekking tot langdurig werklozen, aan de koppeling van de databank van het onderwijs aan de databank van VDAB met betrekking tot neetjongeren (not in education, employment or training), aan de WIJ!-trajecten (Werkinleving voor Jongeren) en de social impact bond (SIB) die voor jongeren zijn bedoeld en aan een aantal ESF-oproepen (Europees Sociaal Fonds). Ik denk dat we in Vlaanderen de nodige stappen hebben gezet.
Volgens de arbeidsmarktspecialisten zijn nog een aantal maatregelen nodig. Het gaat dan om de afschaffing van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT), om de afschaffing van het brugpensioen, om de beperking van de uitkeringen in de tijd en om de modernisering van het arbeidsrecht en ons sociaal overleg.
Hoewel de activering van de mensen duidelijk een Vlaamse bevoegdheid is, is het raar dat de vier zaken die de arbeidsmarktspecialisten het meest vermelden, federale maatregelen zijn. Indien de volgende Federale Regering op dat vlak stappen zet, ben ik ervan overtuigd dat we in Vlaanderen tot een werkzaamheidsgraad van 80 procent kunnen groeien. Zo kunnen we tot de Europese top behoren.
Minister, we hebben het hier de voorbije jaren ook over de arbeidsdeal gehad. De Vlaamse Regering heeft een insteek gegeven, en die deal omvat een aantal belangrijke zaken. Welke volgens u absoluut noodzakelijke zaken zijn nog niet gerealiseerd?
Mevrouw Libert heeft het woord.
Minister, ik wil even aansluiten op wat u net hebt gezegd. We stellen vast dat VDAB steeds meer maatwerk levert, maar we missen de nodige streefcijfers. We zien hoeveel knelpuntberoepen er nog zijn. Ik denk dan aan de horeca, waar de laatste jaren nog meer vacatures niet ingevuld geraken. We vragen om de streefcijfers duidelijk naar voren te brengen, zodat de doelstelling van VDAB beter kan worden afgetoetst.
We missen ook nog de rol van VDAB als regisseur. Hoe kan de samenwerking met de interimkantoren verlopen? U hebt het over de stille arbeidsreserve gehad. In onze buurlanden gaat het om 18 procent, maar in Vlaanderen bedraagt de stille arbeidsreserve nog steeds 26 procent. Dat is verschil is enorm. U hebt een aantal maatregelen opgesomd, maar we vragen u hier nog meer werk van te maken. Een verschil van 8 procent is te groot en we vragen u in dat verband nog meer maatregelen te nemen.
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Voorzitter, het wordt tijd dat de Vlaamse bevoegdheden veel beter worden benut. We moeten de betere economische conjunctuur beter benutten, in plaats van gewoon mee te surfen met de golf.
Minister, voor ons zijn er vier prioriteiten die in de volgende legislatuur veel ambitieuzer moeten worden ingevuld. Ten eerste moet er een ambitieus opleidingsbeleid zijn. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) benadrukt dat dit de grote uitdaging voor onze arbeidsmarkt is. Ten tweede moeten laaggeschoolden en langdurig werkzoekenden veel beter worden geactiveerd. U weet dat ik het een absoluut foute beslissing vond de aanwerving van langdurig werkzoekenden veel duurder te maken. Die lasten moeten lager en de activering en begeleiding moeten intensiever worden. Ten derde is er het werkbaar werk. Ik heb niemand horen spreken over het probleem van de ongelooflijke toename van de langdurig zieken. Dat is een groot knelpunt, want er is nu een shift van werkenden naar zieken. Vlaanderen heeft op dat vlak een rol te spelen. Ten vierde mogen we niet vergeten dat de discriminatie op de arbeidsmarkt een knelpunt is. Dat is niet enkel zo ten aanzien van personen met een migratieachtergrond, maar ook ten aanzien van ouderen. Lippendienst is niet voldoende. Er zijn instrumenten, zoals de praktijktesten, om op dat vlak vooruitgang te boeken.
De heer Annouri heeft het woord.
Voorzitter, het is goed dat de werkzaamheidsgraad is gestegen, maar er zijn toch drie prioriteiten die in de volgende legislatuur moeten worden aangepakt. Sommige punten zijn daarnet al aangehaald.
Ten eerste is de activering van de langdurig werkzoekenden een alarmsignaal. Hier moet nog veel meer op worden ingezet. Ten tweede is er de afstand van mensen met een migratieachtergrond tot de arbeidsmarkt. Dat is laaghangend fruit. De cijfers zijn in Vlaanderen een beetje verbeterd, maar het blijft nog altijd een groep die veel meer kan worden geactiveerd. Hier moet meer op worden ingezet. Ten derde klopt het punt dat mevrouw Kherbache net heeft gemaakt. We moeten er natuurlijk eerst en vooral voor zorgen dat mensen niet uitvallen met burn-out of stress. Dat is een enorm probleem dat de samenleving ontzettend veel geld kost. We verliezen daar goede arbeidskrachten mee. We moeten veel meer werken aan een arbeidsmarkt die ervoor zorgt dat mensen niet uitvallen. Als mensen toch zijn uitgevallen, moeten we hen helpen op de arbeidsmarkt te re-integreren.
Collega Kherbache, ik moet eerlijk zeggen: als we gewoon zouden meesurfen op de golf, kunt u me dan uitleggen waarom het in Brussel en Wallonië blijkbaar niet lukt, en wel in Vlaanderen? (Applaus bij de N-VA)
Als wij het niet goed doen voor allochtonen, kunt u dan uitleggen waarom in Vlaanderen de werkzaamheidsgraad van allochtonen in een jaar tijd met 6 procent is gestegen, en in Wallonië en Brussel is gedaald? Ik denk dan dat het beleid in Vlaanderen niet meesurft, maar ervoor heeft gezorgd dat we de positieve conjunctuur maximaal hebben meegenomen en maatregelen hebben getroffen die maken dat de mensen die willen werken, effectief aan werk zijn geraakt.
Iedereen moet toegeven dat VDAB – Europa zegt dat ook – sterk werk levert, dat ervoor zorgt dat er steeds meer maatwerk is. Is er niets gebeurd in die jaren? Zeker en vast wel. We verbeteren het systeem continu. Als ik alleen al kijk naar de langdurig werklozen, dat we vanaf september 2018 elke langdurig werkloze screenen, dat we kijken naar wat hij kent en wat hij kan en naar wat hij moet bijleren om op een pad naar werk te geraken, dan is dat de goede manier. Bedrijven werven geen mensen aan omdat ze goedkoop zijn, ze werven mensen aan omdat ze die kunnen inzetten in hun bedrijf. Dan moet je die mensen stages, opleidingen en werkervaring geven.
Helpt mijn manier van aanpakken? Ik zeg heel duidelijk: ja. De laatste werkloosheidscijfers tonen dat aan. Langdurig werklozen die langer dan twee jaar werkloos zijn: min 6,1 procent. U kunt dan misschien zeggen dat het vooral gaat over mensen die twee jaar werkloos zijn. Neen, het gaat over mensen die vier tot vijf jaar werkloos zijn: min 6,2 procent. Drie tot vier jaar werkloos: min 15,1 procent. En zo kan ik nog wel even doorgaan.
Ik denk dus dat onze aanpak er effectief voor zorgt dat langdurig werklozen kansen krijgen. Dat is nog niet zo lang zo, neen, maar we zijn ook nog niet zo lang uit de crisis. We hebben die maatregelen genomen binnen VDAB en de resultaten zijn er. De resultaten zijn er bij de allochtonen. De werkzaamheid stijgt met 6 procent in een jaar. Laat ons dat doortrekken. De werkloosheid van langdurig werklozen daalt al maanden op een rij fameus. Dit is dan ook de manier waarop we dat moeten voortzetten.
Dat er nog bijkomende maatregelen zouden kunnen worden genomen, die bezorgdheid deel ik met u. Daarom ook hebben we een akkoord gesloten met de sociale partners over de hervorming van het instrumentarium voor opleidingen. Die is nu uitgevoerd en die kan nu in werking treden.
Over laaggeschoolden heb ik het gehad, maar ook over werkbaar werk hebben we met de sociale partners een deal gesloten. Een van de elementen daarbij is de werkbaarheidscheck, waarbij kmo's en grote bedrijven de mogelijkheid krijgen om met een externe partner te bekijken welke acties ze kunnen ondernemen voor de werkbaarheid in hun bedrijf. Er gebeurt niet alleen een screening van het bedrijf, er is ook een actieplan. Kmo’s kunnen daarbij een beroep doen op een kmo-portefeuille om dat actieplan uit te rollen.
Collega Kherbache, we hebben daarvoor de nodige stappen gezet. Inzake discriminatie doen we datgene waarvoor wij bevoegd zijn. Met de sectorakkoorden zijn we ook daarin heel actief geweest.
Collega Libert, ik weet niet wat u precies bedoelt met de streefcijfers. Soms wordt dat verkeerd voorgesteld. Het lijkt alsof er veel openstaande jobs en veel werklozen zijn. Regel dat maar en met wat opleidingen is het klaar. Neen, dat is een verkeerde voorstelling. Als er een groot tekort is aan ingenieurs, dan is niet iedereen geschikt om ingenieur te zijn. Als er een groot tekort is aan verplegend personeel, dan is niet iedereen geschikt om verplegend personeel te zijn. Je moet de capaciteit hebben om de stap naar dat werk te zetten. Waar het kan, proberen we dat met maatwerk te doen.
Als je streefcijfers naar voren schuift, moet je weten welke mensen beschikbaar zijn en welke capaciteiten en competenties ze hebben. En die moeten dan ook nog matchen. Soms lukt dat niet, collega Libert. En dan gaan aan we economische migratie doen. Dan zoeken we mensen buiten Vlaanderen, eerst binnen België, dan binnen Europa en uiteindelijk in de wereld, om die mensen naar hier te krijgen om die jobs in te vullen waar wij de mensen, zelfs met opleiding en vorming, niet naartoe kunnen brengen.
Meer werkzaamheidsgraad: ik heb zelf gezegd dat ik het daar helemaal mee eens ben. We moeten naar 80 procent gaan. De minister-president heeft dat al gelanceerd als streven. Ik heb ook gezegd wat de arbeidsmarktspecialisten op dat vlak naar voren schuiven. Laat ons er samen voor gaan om effectief SWT af te schaffen, om de uitkeringen te beperken in de tijd, om de arbeidswetgeving eindelijk eens fatsoenlijk te moderniseren en om het sociaal overleg te moderniseren. En dan gaat dat lukken. (Applaus bij de N-VA)
Collega Annouri en collega Kherbache, ik heb de voorbije vijf jaar heel graag met u samengewerkt en heb ook heel veel respect voor u, maar ik denk niet dat wij lessen van u te leren hebben omtrent arbeidsmarktbeleid, als ik zie met welke Franstalige vrienden u de laatste weken op campagne trekt en wat die voorstellen. Die stellen voor om de arbeidsduur te verkorten. Die stellen voor om de robotisering aan te pakken via een robottaks. Die stellen voor om in het onderwijs de examenplicht af te schaffen. Denkt u werkelijk dat u daarmee de arbeidskrapte zult oplossen? Denkt u dat werkelijk?
Collega's, ik denk dat we nood hebben aan meer Philippe Muyters in Vlaanderen op het vlak van arbeidsmarkt en aan zeer doortastende maatregelen, want dit Vlaamse beleid is tegen de limieten van zijn bevoegdheden aangelopen. De werkelijke hefbomen liggen inderdaad bij de beperking van die uitkering in de tijd. Ik woon in West-Vlaanderen. Ik zie Noord-Fransen naar onze vele vacatures komen, maar ik zie amper mensen uit Wallonië komen. Weet u hoe dat komt? Dat komt doordat zij een werkloosheidsuitkering krijgen die ongelimiteerd is in de tijd. En als u het over langdurig zieken hebt, laat ons dan ook eens spreken over een minder vrijblijvend kader, om die te gaan activeren. Dan pas gaan we die arbeidskrapte kunnen oplossen. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.