Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Keulen heeft het woord.
Vandaag heeft De Lijn haar derde stakingsdag ingezet. Het volk mort, want het staat in de kou. Dit conflict tussen werkgever en werknemer wordt afgewenteld op de kap van de reiziger. Die heeft daartegen geen verweer.
Ik denk nochtans dat mensen wel sympathiseren met bepaalde punten waarrond de staking draait. Mensen die een hele dag moeten werken, hebben uiteraard en evident het recht om een schaftpauze of een sanitaire stop in te lassen. Aan de andere kant blijft vandaag die reiziger in de kou staan. Vandaar toch opnieuw mijn betoog, minister, om die gegarandeerde dienstverlening in te voeren, zoals die vandaag al bij de NMBS bestaat. De federale NMBS heeft dat concept. Dat werkt vandaag en het is bovendien betrouwbaar. De reiziger weet 24 uur op voorhand welke cruciale assen nog worden bediend, waar er verbindingen zijn en waarop de reiziger zich kan instellen. De Lijn heeft daar een zachtere variant op. Je weet pas ’s morgens welke lijnen er worden afgeschaft.
Hoe staat u tegenover dat concept van de gegarandeerde dienstverlening bij De Lijn, maar dan zoals het vandaag al bij de NMBS bestaat?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik denk dat we met De Lijn wel al een stapje vooruit gezet hadden in de praktijk, in die zin dat ik al bij de opmaak van de beheersovereenkomst gevraagd had om werk te maken van een dienstverlening die er bij aangekondigde acties voor zorgt dat het beschikbare personeel geconcentreerd wordt op de hoofdassen. Zo heeft De Lijn dat ook aangepakt en ik denk dat dat ook met goed gevolg gebeurd is in de voorgaande gevallen. De afspraak daarbij zou bijvoorbeeld kunnen zijn om de reizigers tegen 6 uur te melden welke bussen zeker niet zullen rijden en om tegen 7 uur te melden welke bussen wel zullen rijden.
Dat is natuurlijk het geval bij aangekondigde acties. De actie in Limburg waar u naar verwijst, was dat niet. Als het gaat om wilde of onaangekondigde stakingen, dan verloopt het allemaal iets moeilijker. Desondanks heeft De Lijn in de mate van het mogelijke geprobeerd om de voorgaande logica ook door te trekken naar onaangekondigde acties, ten behoeve van de reiziger.
Net zoals u betreur ik de actie. We hoeven dat debat hier natuurlijk niet te voeren, want je hoort maar één klok, maar de grond van de zaak gaat over rij- en rusttijden, meer bepaald over de uitzonderlijke situatie waarbij men vier uur aan een stuk zou moeten rijden en dan een extra rusttijd toegekend zou krijgen en over de vraag of je na een volledige shift twintig of dertig minuten rusttijd moet krijgen. Daarover gaat heel de discussie. Ik wil hier niet in detail treden, maar ik denk dat men toch vrij snel tot een redelijke overeenkomst zal moeten komen.
De overheidsdiensten, voorzitter en goede collega’s, zullen maar zijn in de mate dat ze betrouwbaar zijn. De kernopdracht van elke overheid is net om dienstverlener te zijn en diensten aan te bieden, hetzij zelf, hetzij via een uitbesteding. Daarvoor zitten we hier.
Dan kom ik eigenlijk toch bij de klassieke vaststelling dat de stakingsbereidheid bij het personeel van De Lijn rond de 80 of 90 procent ligt, terwijl de stakingsbereidheid bij het personeel van de pachters terugvalt tot 10 à 15 procent. Die laatsten bedienen nochtans vaak minder aangename trajecten en worden zeker niet beter betaald. In de 20e eeuw had je syndicale heilige huisjes waar niemand aan durfde te komen, maar in de 21e eeuw stellen mensen zich de vraag of ze dit nog langer moeten verdragen, want mensen die belastingen betalen voor die diensten, staan nu in de kou.
Minister, wat is uw reactie op de vaststelling dat er een verschrikkelijk groot verschil in stakingsbereidheid is tussen medewerkers van De Lijn en medewerkers van de pachters?
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Collega Keulen, wanneer de bussen niet uitrijden, dan mort het volk uiteraard. Dat begrijp ik ook, want heel veel mensen zijn afhankelijk van het openbaar vervoer. Ik ervaar echter dat ook chauffeurs meer dan ooit morren. Minister, ik heb de laatste weken heel wat meldingen gekregen van chauffeurs uit mijn regio, uit Kalken, Destelbergen, Gentbrugge, Oudenaarde, die klagen over het steeds hogere aantal bussen dat uitvalt en langdurig in panne staat door een tekort aan technici of die klagen over het tekort aan chauffeurs. Op 30 januari bijvoorbeeld stonden er 30 van de 137 bussen in Destelbergen stil door defecten. In december moesten er in Oost-Vlaanderen 967 ritten geschrapt worden, heel vaak ook door bijvoorbeeld bussen die langer dan ooit tevoren staan te wachten op wisselstukken.
Minister, ik denk dan ook dat u het beste een initiatief neemt om die klachten van die chauffeurs op een ernstige manier voor te leggen aan de directie, want die blijkt er momenteel doof voor te zijn. Ik vrees zelfs dat er misschien nog extra acties zullen komen, wat natuurlijk geen goede zaak zou zijn voor de reizigers, terwijl die chauffeurs niets liever willen dan wat ze graag doen, met name reizigers op een goede en stipte manier van A naar B brengen.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Ik heb alle begrip voor het niet altijd evidente werk dat veel chauffeurs doen om dag in dag uit iedereen op zijn bestemming te brengen, maar als in sommige streken voor de derde dag op rij 80 procent van het personeel het werk neerlegt, dan stuit me dat tegen de borst. Dan speelt men met de goede naam van ons openbaar vervoer, met de betrouwbaarheid van de dienstverlening en met de afhankelijkheid van veel mensen van dat openbaar vervoer, en dat vind ik geen goede zaak. Minister, ik ben wel zeer tevreden met de gegarandeerde dienstverlening die u in de nieuwe beheersovereenkomst hebt opgenomen.
Voor volgende week worden er opnieuw verregaande acties aangekondigd. Ik wil u vragen om dat zeer goed op te volgen en erop toe te zien dat de gegarandeerde dienstverlening in de rest van Vlaanderen wordt uitgerold zodat we op hoofdassen, voor de meest cruciale vervoersvragen, onze burgers en Vlamingen op hun bestemming kunnen krijgen.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, dergelijke blijkbaar dan nog onaangekondigde stakingsdagen zijn natuurlijk een aanslag op de dagdagelijkse verplaatsing van veel mensen, scholieren die niet op school geraken enzovoort. Dat zorgt voor heel wat onrust.
Wij pleiten hier altijd voor meer en beter openbaar vervoer, ook in de strijd tegen de files, maar het probleem is dat de bussen mee in de file staan. Dat is blijkbaar ook een van de problemen hier: men zegt dat er onvoldoende rekening wordt gehouden met de werkelijke verkeersdrukte waardoor chauffeurs hun pauze niet kunnen nemen.
We moeten stakingen zoveel mogelijk proberen te vermijden. Mijn vraag is dan ook welke doorstromingsmaatregelen u verder zult nemen. In het kader van de begroting hebt u 18 miljoen euro beloofd voor een verbetering van de doorstroming, bijvoorbeeld op de verbinding Hasselt-Maasmechelen. Het zou mij en vooral ook de Limburgse collega’s hier interesseren te weten hoe ver het met dat dossier staat.
Wat de verhouding inzake stakingsbereidheid betreft tussen de pachters en het ambtelijk personeel van De Lijn, zal ik geen grote uitspraken doen gelet op het feit dat we allemaal willen dat er zo snel mogelijk opnieuw bussen rijden. Die zouden ons niet ver vooruit helpen.
Wanneer meer problemen worden gesignaleerd bij de chauffeurs, staan wij daar vanzelfsprekend voor open. De belangrijkste oplossing is in de eerste plaats investeren in nieuw rijdend materiaal. We hebben 860 nieuwe bussen besteld, en volgend jaar investeren we nog eens in de gefaseerde bestelling van 925 nieuwe elektrische bussen. Daarnaast proberen we het tekort aan technici aan te pakken, dat vooral speelt in Vlaams-Brabant en Antwerpen, eerder dan in Limburg, met sollicitatiedagen en het verkorten van de sollicitatieprocedure die moet worden doorlopen. Enkele dagen na de sollicitatie kan men worden aangeworven, vroeger duurde dat enkele weken.
Ik zal hier niet uitvoerig ingaan op de doorstromingsmaatregelen, dat is voor de commissie, maar ook daar hebben wij extra geïnvesteerd.
Wat tot slot de rij- en rusttijden betreft, voorzien we voor eind dit jaar ook nog eens in een investering van 5 miljoen euro. We proberen daar maximaal aan tegemoet te komen.
Voor hetzelfde werk is het personeel tewerkgesteld bij de overheidsmaatschappij De Lijn vijf- tot zesmaal meer stakingsbereid dan de collega's die zijn tewerkgesteld bij de pachters. Dat is gewoon een realiteit en iedereen zwijgt omdat men bang is voor tegenreacties. Ik vind dat eigenlijk een abdicatie.
Minister, we gaan nu van basismobiliteit naar basisbereikbaarheid. Ik vind dat een goede zaak want dat werkt vraaggestuurd. Om dat nu helemaal performant te maken, zouden we moeten komen tot een gegarandeerde dienstverlening naar analogie met de NMBS. Dat is een veel performanter systeem dan de zwakke versie die we vandaag kennen bij De Lijn. En in Limburg wordt daar vandaag, gisteren en eergisteren het bewijs van geleverd.
De actuele vraag is afgehandeld.