Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Doomst heeft het woord.
Minister, de bezigheid van politicus of politica is stilaan een knelpuntbezigheid aan het worden. We vinden moeilijk postbodes, truckers of informatici, maar wij blijken ook moeilijker politieke mandatarissen te vinden. Er zijn bevindingen dat één op de acht mandatarissen in de vorige lokale legislaturen hebben afgehaakt. Bij de voorbereiding van de vorige verkiezingen hebben we allemaal gemerkt dat het vinden van nieuwe kandidaten een moeilijker bezigheid is geworden.
Van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) was er een heel interessant initiatief om het Steunpunt Integriteit op te bouwen, om aan jonge mandatarissen te tonen hoe ze in de grijze zone het best met mandaten kunnen omgaan. Nederland heeft dat al drie jaar geleden ingevoerd. Misschien was het idee om dat hier ook wat sneller te doen. Het idee om respect terug te winnen voor lokale mandatarissen, moet een van de doelstellingen van de actie zijn.
Minister, in hoeverre is er vanuit de Vlaamse overheid interesse om dat zinvolle initiatief te ondersteunen, om daar nog meer lokale invulling aan te geven?
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer Doomst, u weet dat aandacht voor integriteit en deontologie geen nieuw gegeven is. In onze organieke regelgeving staan er bijvoorbeeld allerlei bepalingen over onverenigbaarheden en belangenvermenging. Er staat bijvoorbeeld ook in dat een deontologische code verplicht is voor het schepencollege, voor de gemeenteraad, voor het personeel enzovoort.
Collega, ik vind het altijd een beetje moeilijk om over ons eigen beroep te praten. Er zijn andere beroepsgroepen die het ook heel moeilijk hebben, maar ik begrijp de invalshoek van uw actuele vraag. Er bestaat, net zoals voor alle andere beroepsgroepen, ook voor politici zoiets als persoonlijke deontologie. We moeten nog altijd kunnen uitmaken wat kan en wat niet kan. Ik denk dat niemand hier in de zaal aanwezig goedkeurt wat er bijvoorbeeld bij Samusocial is gebeurd. Ik denk ook niet dat wij vanuit de overheid, of dat nu de VVSG of het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) of wie ook is, met een decreet of wat ook dat allemaal in regeltjes moeten gieten. Ik denk niet dat we bijvoorbeeld een decreet moeten opstellen waarin staat: u mag niet overbodig veel zitpenningen vragen voor prestaties die u niet hebt geleverd. Ja, dat spreekt voor zich, dat is een persoonlijke deontologie.
Vorige maandag heeft er een groot evenement plaatsgehad in Antwerpen. Er was heel veel volk, dat was heel succesvol, ik heb er trouwens veel collega's van hier gezien. Ik weet niet of u er was, collega Doomst, maar het was in elk geval heel interessant. De voorzitter van de VVSG heeft daar ook een oproep gedaan en meer respect gevraagd voor de lokale mandatarissen, net zoals we dat moeten hebben voor alle beroepsgroepen. Of je nu verpleger of vuilnisman of opvoeder of politicus bent, iedereen verdient respect in zijn of haar beroep. Het is belangrijk om dit nog eens te benadrukken.
Ik kan natuurlijk niet uit hoofde spreken van de voorzitter van de VVSG, maar hij heeft die oproep ook gedaan omdat we het beeld moeten tegengaan dat alle politici graaiers en zakkenvullers zijn. Dat is wat veel mensen over ons denken. Natuurlijk past het voorstel van het Steunpunt dat vorige maandag werd gelanceerd, daarin omdat er heel veel regels zijn. Onze organieke regelgeving bevat al heel veel zaken, maar er bestaat ook wel zoiets als een grijze zone. Lokale mandatarissen weten ook niet altijd goed of iets nu wel of niet mag. Dat is nu net het doel van dit initiatief en daarom is het heel waardevol.
Ik heb in de commissie Bestuurszaken al gezegd dat wij vanuit onze administratie – en dan heb ik het concreet over het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) – ook altijd bereid zijn om bij te staan. Ik heb dat onder andere gezegd naar aanleiding van een vraag van mijnheer De Meulemeester. Het ging toen over al dan niet vermeende wanpraktijken aan de kust.
Ik kan u ten slotte meedelen dat ik het een waardevol initiatief vind, en dat ABB ook de nodige ondersteuning zal aanbieden aan de VVSG.
De heer Doomst heeft het woord.
– Jan Peumans, voorzitter, treedt als voorzitter op.
Bedankt voor uw antwoord. Ik denk dat het een goede periode is, want u hebt nu toch heel wat nieuwe mandatarissen die in het veld komen. Het is nu een beetje de snuffelperiode waarin zij met de stiel in contact komen. Het is ook een periode waarin zij besnuffeld worden. In die zin is het goed dat dit steunpunt er is. Ik neem aan dat we dat een beetje evalueren, en dat we op het einde van het jaar zien wat het gegeven heeft. Misschien kunnen we daar, indien nodig, nog een extra impuls aan geven.
De heer De Meulemeester heeft het woord.
Minister, collega’s, de VVSG vraagt inderdaad meer waardering voor de lokale mandatarissen, en dat is terecht. De lokale mandatarissen zijn te allen tijde aanspreekbaar, en ze staan zeer dicht bij de bevolking. Er is vanuit de VVSG opgeroepen tot respect en fatsoen. Er wordt ook aan de bevolking gevraagd om weliswaar kritisch te zijn, maar ook constructief te zijn ten opzichte van de mandatarissen.
De VVSG heeft inderdaad een Steunpunt Integriteit opgericht. Ik denk dat dat zeer positief is, en dat we dat allemaal kunnen waarderen.
Mijn concrete vraag – die ook daar al werd gesteld – gaat over dat steunpunt: dit achtenswaardig initiatief van de VVSG geniet ongetwijfeld uw steun. Dat hebt u daarstraks ook gezegd. Maar hoe kunnen we maken dat de mandatarissen toch ergens terechtkunnen, zeker wat betreft die grijze zone? Daar zijn immers nog heel veel vragen, nog los van de deontologische keuze. In welke mate bent u bereid om ook concrete hulp en bijstand te verlenen, eventueel vanuit ABB, om dit initiatief nog meer kracht bij te zetten?
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer De Meulemeester, ik had op het einde van mijn antwoord aan collega Doomst al gezegd dat het Agentschap Binnenlands Bestuur absoluut bereid is om het steunpunt van de VVSG mee te ondersteunen. Het is natuurlijk wel zo dat ABB in het verleden ook al talrijke vragen heeft gekregen. U weet dat er bepaalde steden zijn – al dan niet van grote omvang – die zelf een integriteitsbureau hebben, maar veel steden en gemeenten hebben dat niet. Nu komen al die vragen terecht bij ABB.
Maar ik herhaal dat ik het een zeer waardevol initiatief vind. ABB zal de nodige ondersteuning bieden, en na verloop van tijd moet er een evaluatie gebeuren. We kunnen dat dan zeker eens bespreken in de commissie, in welke samenstelling dan ook.
De heer Doomst heeft het woord.
Ik hoop vooral dat we daarmee onze stiel van politicus of politica wat sexyer kunnen maken: iets minder ‘polit’ en iets meer ‘cus’. En dan kunnen we er komen.
De actuele vraag is afgehandeld.