Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het on hold zetten van het proefproject diepe geothermie op de Balmatt-site
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Muyters.
De heer Danen heeft het woord.
Collega's, minister, zon, wind en warmte, dat is het gouden drieluik waarop we in Vlaanderen moeten inzetten om de hernieuwbare-energiedoelstellingen te halen. Het zal niet gemakkelijk zijn, maar als we er allemaal in geloven en allemaal het juiste doen, dan zullen we die doelstellingen halen.
Bij energie via wind kunnen we ons iets voorstellen, bij energie via zon ook, maar via warmte is soms wat moeilijker. Tot er in de Mol enkele jaren geleden een geothermische site werd opgestart. Ik was er heel erg verheugd over en het begon ook allemaal erg veelbelovend. De twee eerste boorputten waren zeer succesvol. Er was zelfs sprake van dat we grote delen van Antwerpen en Limburg konden verwarmen via geothermische warmte. U begrijpt dat men in het begin van een project misschien iets te euforisch is, maar het project zag er alleszins heel erg goed uit, maar het was en bleef een proefproject.
Ik was wat ongerust toen mij half oktober berichten bereikten dat men was gestoten op een minder succesvolle toepassing. Men stootte namelijk op een droge toestand op 3 kilometer onder de grond, de zogenaamde ‘droge put’, wat maakte dat bepaalde dingen niet konden doorgaan. Half december was er een nieuwe situatie, toen was er lichte seismische activiteit.
De Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) heeft steeds gezegd dat er weinig aan de hand was. Nu stel ik vast dat VITO zelf zegt, samen met Fluvius, dat ze de activiteit gaan stopzetten. Dat maakt natuurlijk dat het draagvlak een stevige knauw krijgt, want draagvlak is zoals vertrouwen: ‘Het komt te voet en gaat te paard’.
Minister, wat nu? Wat moet er gebeuren om de site opnieuw op te starten en om het project opnieuw kansen te geven die het misschien verdient?
De heer Schiltz heeft het woord.
Voorzitter, minister, mijn voorganger heeft de situatie geschetst. VITO had inderdaad een veelbelovende nota gemaakt over het potentieel van geothermie, interessant om groene warmte te kunnen gebruiken in het energiesysteem. Diepe geothermie, enkele kilometers onder de grond, is er daar een van.
Bij de derde put liep het blijkbaar mis. Het was niet alleen een droge boring, maar omdat men zocht naar alternatieven om de put dan toch nog te valoriseren via waterinjecties, zijn er bevingen ontstaan. Het zijn kleine bevingen. Aanvankelijk waren ze zeer klein en werd er gezegd dat men pas moest ingrijpen bij 1,5 op de schaal van Richter. Voilà, we hebben prijs, het is 1,5 op de schaal van Richter. Het project wordt dus stilgelegd.
Er is veel geld in het project gestoken. Dat is ook logisch want in innovatie moet je durven te investeren, en het is ook iets waar Vlaanderen goed in is. Maar, hebben we het fout ingeschat? Is het goed ingeschat? Wat gaan we er nu mee doen? Hoe gaan we verder onderzoeken wat de mogelijkheden zijn? En vooral, zou het niet wenselijk zijn om ervoor te zorgen dat niet alleen VITO hierover waakt en uitvoert?
VITO is de wetenschappelijke instelling die de prospectie en het onderzoek doet, de overheid adviseert en tegelijk ook de site moet exploiteren en rendabel maken. Hebben ze zichzelf niet een beetje rijk gerekend of overschat? Zou het niet wenselijk zijn om een externe regulator erop te laten toezien dat het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) mee aan boord is en dat aardbevingen in de gaten worden gehouden? Met andere woorden, een objectieve partij die in alle transparantie ons en u en de bevolking kan vertellen wat de stand van zaken is.
Maar wat is nu eigenlijk de vraag? U stelt verschillende vragen. Uw vraag luidt hier: ‘Op welke manier wil de minister ervoor zorgen dat de vastgestelde problemen bij het proefproject op de Balmattsite geremedieerd kunnen worden?’
En ik doe daarbij een suggestie van antwoord.
Minister Muyters heeft het woord.
Voorzitter, eerst en vooral lijkt het me logisch dat ik deze actuele vragen beantwoord. VITO voert onderzoek uit en ik wil nog eens naar voren brengen wat daarnet al is gezegd. Dat onderzoek gaat steeds gepaard met vallen en opstaan en met mogelijkheden en eventuele mislukkingen. Dat is een onderdeel van onderzoek. Net om die reden besteden we daar als overheid zo veel geld aan. Indien het puur om een exploitatie zou gaan, zou minister Peeters hier kunnen antwoorden. Dan zou het antwoord luiden dat het zus of zo gaat met de exploitatie. In dat geval zou het echter niet om onderzoek gaan, wat hier duidelijk wel het geval is.
Ik wil het even over de drie boringen hebben. Tijdens een boring is water gevonden. De tweede boring heeft niet voldoende water opgeleverd, maar kan wel worden gebruikt om het water terug te sturen. De derde boring heeft ook geen water opgeleverd, maar als we dit internationaal benaderen, blijkt dat gemiddeld een op drie boringen succesvol is. Ik zou dan ook kunnen zeggen dat het resultaat aan de verwachtingen beantwoordt. Er is de beschikbare warmte uit de boring waar wel warm water is gevonden. Dat is nu aan het werk.
Het is zo dat VITO een aantal onderzoeksinstellingen in de buurt effectief verwarmt. Dat blijft voor alle duidelijkheid het geval. Het project is niet afgesloten en we gebruiken wat we kunnen gebruiken. Ik vind dat belangrijk.
Dan is er nog het gegeven van de trillingen. Die trillingen zijn het gevolg van de boringen en van het terugleiden van het water. Die boringen zijn vergund en er zijn normen vooropgesteld. De trillingen vallen binnen de verwachtingen. Ik denk dat het vooral belangrijk is hierover goed te communiceren. De trillingen die er zijn geweest, bleven onder de schadegrens en onder de gevarengrens. Indien iedereen zich aan de vergunningsvoorwaarden houdt, wordt niet verwacht dat dit zal veranderen. Voor mij is het heel belangrijk dat de burger goed wordt geïnformeerd en dat de onrust vanuit een wetenschappelijk perspectief kan worden weggenomen.
Tot slot wil ik nog opmerken dat het effectief om onderzoek en niet om exploitatie gaat. Onderzoek houdt altijd voorspelbare, maar ook heel wat onvoorspelbare zaken in. De communicatie ten aanzien van de omgeving is dan fundamenteel. De onderzoekers moeten leren uit wat ze hebben gedaan. Ik ben trouwens nog iets vergeten. Er wordt bij die derde boring onderzocht of het zinvol is een zijboring uit te voeren om na te gaan of op die manier water kan worden gevonden. Ze moeten leren uit wat ze hebben gedaan. Op basis daarvan moeten zij en niet wij de randvoorwaarden bekijken. Ze moeten nagaan waar het nog zinvol of succesvol kan zijn om het onderzoek voort te zetten. Ze moeten er door middel van een sterke communicatie met de omgeving voor zorgen dat ze de bevolking kunnen garanderen dat dit op een veilige wijze zal gebeuren.
Mijnheer Schiltz, op uw laatste vraag heb ik geen antwoord voorbereid. U brengt een extra orgaan naar voren, maar het lijkt me niet juist te doen alsof VITO alles in handen heeft. VITO staat in voor de exploitatie omdat het nog om een onderzoek gaat. Indien het resultaat zou zijn dat het onderzoek kan worden afgerond en tot een exploitatie kan worden overgegaan, ben ik het met u eens dat VITO hier niet voor moet zorgen. We moeten dat nu echter niet opsplitsen.
Volgens mij moet de vergunningverlenende overheid ook voor de inspecties zorgen en de naleving van de vergunningsvoorwaarden controleren. Dat is een andere overheid. Dit valt binnen de Vlaamse overheid, maar VITO voert zelf geen controles uit op de vergunning die VITO heeft gekregen. Ik denk dat ik hiermee zelfs de bijkomende vraag heb beantwoord.
Minister, ik dank u voor het antwoord. Het klopt natuurlijk dat het gegeven van een experiment of een innovatief project een zekere onzekerheid inhoudt. Indien minister Peeters hier zou staan, zou ik vragen welke gevolgen dit heeft voor onze doelstellingen inzake hernieuwbare energie, want dat is natuurlijk heel precair. We rekenen volop op die centrale om hiervoor te zorgen. Ik begrijp dat u daar misschien niet meteen op kunt antwoorden en dus zal ik een andere vraag stellen.
Een aantal wijken en het zwembad rekenden in feite op de warmte van die geothermische centrale. Er zijn voorbereidingen getroffen. Zo zou het zwembad geen stookruimte hebben omdat op de aanvoer van de geothermische centrale werd gerekend. Wat zult u doen om de gedane beloften toch na te komen? De overheid kan niet zeggen dat het niet is gelukt en dat iedereen zijn plan maar moet trekken.
Minister, een proefproject of een onderzoek gaat inderdaad met vallen en opstaan. Dat is ook de reden waarom er subsidies aan verleend worden. Anders zou de markt het zelf wel doen. Mijn bezorgdheid is hier wel dat we straks de vinger aan de pols houden en dat we VITO niet eindeloos laten proefboren, om toch maar koste wat het kost tot resultaat te komen. Wat er nu al gebeurd is, kan ons heel veel leren. Ik denk dat nu het moment is gekomen om te bekijken hoe we met die resultaten verder kunnen gaan, maar het is wel van kapitaal belang om die goede communicatie te lanceren en erover te waken dat het geen goednieuwsshow wordt. Er moet op basis van wetenschappelijke, objectieve informatie gecommuniceerd worden met de bevolking. Op die manier kan het draagvlak voor diepe geothermie of voor andere toepassingen van aardwarmte alleen maar stijgen.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Collega's, ik denk dat de uitdaging die voor ons ligt, enorm is. Duizenden studenten en scholieren komen op straat. Er zijn klimaatdoelstellingen. We hebben als Vlaamse overheid inderdaad voor een stuk mee de ambitie getoond om iets te doen met die warmte. Het moet duidelijk zijn dat elke stap in innovatie ook risico's inhoudt. Zoals de minister zegt, werkt de geothermiecentrale. Ze functioneert. De techniek is dus gekend, ook in het buitenland.
Wat hier het probleem is, is dat velen, ook vanuit lokale overheden, gehoopt hadden dat er een spoedige uitrol tot stand had kunnen komen. En die is ‘on hold’ gezet. Een aantal instanties en waarschijnlijk één woonwijk in Mol zullen wel kunnen worden bediend.
Ik roep op, minister, dat wij alle mogelijke inspanningen blijven leveren om naar die alternatieven te zoeken. Soms zeg ik wel eens plastisch dat het blijkbaar eenvoudiger is om naar Mars te vliegen dan om warmte uit onze bodem te halen. We moeten daarop blijven inzetten, maar ook op de communicatie. Zeker wat die bevingen betreft, kan het niet dat daar alleen via de pers over gecommuniceerd wordt. De instanties moeten worden geïnformeerd, het liefst ook op een objectieve en correcte manier, want anders ondergraven we het draagvlak. En daar is niemand bij gebaat.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik sluit me graag aan bij de woorden van de collega's die aanhaalden dat de uitdagingen immens groot zijn wat betreft energie en klimaat, en dat diepe geothermie daarin wel degelijk ook een rol kan spelen. Ik weet dat er in dezen soms veel gradaties zijn tussen heel euforisch en minder euforisch, maar ik denk dat we het hier allemaal eens zijn dat we de mogelijkheden van diepe geothermie niet mogen loslaten.
Minister, de communicatie naar aanleiding van het feit dat de derde boring minder succesvol was of wat problemen kende – wat inderdaad moet kunnen bij een onderzoek –, zorgde voor wat bezorgdheden op het terrein. Ook ten aanzien van het draagvlak brengt dat extra vragen met zich mee. In die zin wil ik u vragen of u klaarheid kunt brengen over wat er nodig is. De uitrol is ‘on hold’ gezet. Welke stappen zullen worden gezet om de uitrol en de vooruitgang in die diepe geothermie verder te laten plaatsvinden? Ik had immers niet begrepen dat het hele project zou zijn stopgezet.
De heer Tobback heeft het woord.
Ik wou eerst niet tussenkomen, maar ik merk toch dat hier een zekere spanning bestaat rond deze discussie. Ik zou graag enige duidelijkheid hebben van de minister.
Het is inderdaad normaal, minister, dat als er onderzoek wordt gedaan, als er geëxperimenteerd wordt en er gezocht wordt naar oplossingen – en als het over alternatieve energie gaat, moeten we naar alle oplossingen zoeken – er sommige dingen niet goed aflopen of niet rendabel, niet verstandig of niet bruikbaar blijken te zijn. Alleen merk ik hier een zekere spanning tussen de vrij heldere opvatting van u, die ik in dezen steun, en een aantal andere pleidooien, die eigenlijk vooral vragen dat u gaat blijven investeren in dat project. Het is niet zo dat we te veel middelen hebben om te investeren in hernieuwbare energie. Ik zou het wensen, maar het is niet zo. Ik had toch wel graag geweten of er in uwen hoofde en in dat van de Vlaamse Regering een klaar en duidelijk punt is vastgelegd en gecommuniceerd, waarop men zal zeggen: deze technologie op die locatie onder die omstandigheden werkt niet en we gaan onze middelen besteden aan andere vormen van hernieuwbare alternatieven. Op een zeker ogenblik moeten we die keuze wel eens maken. Ik zou toch wel de geruststelling willen hebben van de Vlaamse Regering dat zij weet wanneer ze die keuze gaat maken.
Sommige tussenkomsten verbazen me wat, omdat ze de indruk geven dat het niet werkt. Het werkt wél. Ik heb het nog gezegd. Het gebouw van VITO zelf wordt verwarmd, dat van een aantal andere onderzoeksinstellingen ook. Ik heb ook gezegd dat we nu moeten evalueren, zoals collega Schiltz ook duidelijk zegt. We moeten bekijken wat we hier nu uit leren, welke ervaringen we kunnen meenemen en onder welke randvoorwaarden we verder zouden kunnen experimenteren, want we zitten wel nog altijd in een experimenteerfase. Als u vraagt aan mij of ik zal zeggen wanneer ze verder mogen experimenteren, dan zeg ik ‘neen, laten we de kosten en baten bekijken ter zake, laten we de efficiëntie bekijken’.
Heeft het zin om verder te doen? Is de ervaring die is opgedaan, voldoende? Als dat zo is, dan is het misschien aan een exploitant om daadwerkelijk voort te doen. Is dat niet het geval, wat missen we nog om het in exploitatie te zetten, als daar kans toe is? Die evaluatie, die jullie ook vragen en waarover ik daarstraks ook heb gezegd dat het nu aan de onderzoekers is om die te doen, is nog niet afgerond, die is nog niet gebeurd. Er waren hoge verwachtingen, en misschien was men wel wat te euforisch na de eerste boring, toen vanaf de eerste boring warm water werd gevonden en de tweede boring dan kon worden gebruikt om het water terug te pompen in de grond. Misschien had men op dat moment het gevoel, met het onderzoek dat tot dan toe was gedaan, dat dit een succesverhaal van hier tot ginder was.
Welke verplichtingen heeft VITO op zich genomen? Ik, als vertegenwoordiger van de Vlaamse Regering, heb geen verplichtingen op mij genomen inzake het verwarmen van een zwembad en dergelijke meer. Ik wil dus graag nakijken, en zal dat ook doen, welke verplichtingen VITO op zich heeft genomen, maar het is aan VITO om die verplichtingen op een of andere manier ook na te komen. Wellicht staat die onzekerheid ook wel in die overeenkomst. Ik hoop dat, ik ga daarvan uit, want anders zou dat wel een heel rare communicatie zijn geweest vanuit VITO: als je experimenteert, maar al zeker bent van het resultaat, dan noem ik het geen experiment meer. Voor mij is dat aspect van het experimenteren de reden waarom we dat via een onderzoeksinstelling zoals VITO doen. Op een bepaald moment moet worden beslist dat we genoeg hebben geëxperimenteerd, dat we genoeg weten, of dat het te duur is om verder te experimenteren.
Collega Rombouts, die analyse moeten we nu maken. We moeten ons nu afvragen wat de volgende stappen zijn. De eerste heb ik vermeld. Bij die derde boring zal men een zijboring doen omdat men verwacht dat er dan nog een kans bestaat dat die derde boring niet verloren is geweest.
Ik ben het eens met iedereen hier die zegt dat we moeten oppassen voor een goednieuwsshow, dat we goed moeten communiceren. Collega Van Dijck, ik denk dat dat essentieel is als je een draagvlak wil houden, en neen, niet via de pers, maar een rechtstreekse communicatie. Ik zal dat zeker ook met VITO opnemen.
Collega Danen, ik kom terug op uw eerste vraag, of we de doelstellingen inzake hernieuwbare energie moeten bijschaven of niet. Het is ook wat vroeg om dat te doen. Het resultaat van deze boring is voorlopig dat het een droge boring is, maar als morgen die zijboring succes heeft, gaan we dan allemaal weer zeggen ‘hiep hiep hoera, we hebben geothermie, dat lukt allemaal goed’? Ik wil verder bekijken, met de specialisten, en ik reken mij daar niet bij, op welke manier geothermie iets kan betekenen voor die hernieuwbare energie. Ik denk dat we ter zake het hoe en het wat moeten bekijken.
Collega Rombouts, natuurlijk kan er van een uitrol pas sprake zijn als we genoeg hebben geëxperimenteerd en er iemand wordt gevonden die de exploitatie van die geothermie uitrolt. Het is immers niet VITO dat dat moet doen, want dan is de experimenteerfase afgerond. Ik denk net dat de resultaten die we vandaag hebben, bewijzen dat we daar nog niet aan toe zijn. Het is vandaag dus duidelijk te vroeg voor een uitrol.
Ik ben ervan overtuigd dat deze technologie kansen in zich draagt, maar natuurlijk is het van belang dat we de mensen, zeker deze die in de buurt wonen, goed informeren. Er is al een paar keren naar verwezen. Als er zo artikels in de media komen, dan lijkt het alsof dat zaken zijn die we helemaal niet hadden verwacht en alsof we iets proberen achter te houden, waarbij een journalist daar toevallig op is gestoten. Ik weet dat dat niet zo is, maar daarom moet de communicatie transparant en eenduidig worden gehouden.
Met het draagvlak is het immers zoals met vertrouwen: het komt te voet en het gaat te paard. Dat is niet zomaar een uitspraak. Als er eens een groot incident zou zijn, dan vrees ik dat we de boel kunnen vergeten, en dat zou toch wel echt een gemiste kans zijn voor een technologie die zoveel potentieel in zich draagt.
U merkt het, minister, het is voor één keer een genuanceerd debat met veel voorstanders en een geloof in innovatie, in experimenten en in het potentieel van groene warmte. Voor de collega nog eventjes zeggen dat onze doelstellingen op groene warmte tout court zijn gericht, en niet alleen op geothermie, wat daar slechts een klein onderdeel van is.
Ik denk dat dat nog wel snor zit. Ik wil wel mijn bezorgdheid uiten dat als onze experimenten betrouwbaar willen zijn, we die analyses moeten afwachten en ervoor moeten zorgen dat die gevalideerd raken. Het is dus niet alleen VITO die alle informatie zou achterhouden. Het feit dat iemand op de website van het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) over een 1.5-trilling struikelt, is natuurlijk niet gunstig. We zouden dat zelf proactief in de markt moeten kunnen zetten. We zouden dat zeker hier in het Vlaams Parlement en zeker met de betrokken burgemeester in De Kempen tijdig moeten kunnen bespreken.
We kijken dus uit naar de resultaten en hopen dan ook met u hierover in debat te kunnen gaan.
De actuele vragen zijn afgehandeld.