Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister-president, u weet dat het mijn favoriete thema is. Maar gisteren werd er door Theresa May nog eens een poging gedaan om de brexiteers aan haar kant te krijgen. Het antwoord van Boris Johnson was dat hij er gerust op was dat de marsrepen en het drinkwater nog altijd in de winkelrekken zouden liggen, en daarmee is het duidelijk: het zal volgende week hoogstwaarschijnlijk niet lukken om een akkoord te hebben over die vermaledijde brexit.
Daarmee wordt het meest schadelijke scenario ook stilaan het meest waarschijnlijke scenario: de no-deal, waarbij men uit de Europese Unie treedt zonder regeling. En er zijn heel wat Vlaamse bedrijven voor wie de export naar het Verenigd Koninkrijk nochtans van absoluut levensbelang is. Er zijn een aantal zaken die wij hier niet kunnen oplossen: de komst van importtarieven, zes dagen files in de haven van Dover en dergelijke meer.
Er zijn een aantal dingen die we wel kunnen doen, en waar we ook aan bezig zijn. We kijken hoe we in de haven van Zeebrugge de files kunnen tegengaan, met extra parking en dergelijke meer. Maar in Ierland, de enige regio die nog meer dan Vlaanderen getroffen dreigt te worden, zijn ze bij de Europese Unie aan het onderzoeken of zij geen steun kunnen geven in de vorm van waarborgen en dergelijke meer – een beetje zoals toen gebeurd is met Vlaamse bedrijven ten tijde van de economische crisis in 2008. En mijn vraag aan u is dus: is dergelijke steun ook in Vlaanderen denkbaar?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Dank u voor het werk, collega Van Rompuy. U bent terecht heel bezorgd over de brexit. Ik ben net als u niet optimistisch. Theresa May heeft nog vandaag opnieuw een heel belangrijke stemming verloren in het Lagerhuis.
Het is zo dat de gevolgen van de brexit, in welk scenario ook, erg zijn. Het is berekend door de KU Leuven dat we bij een deal 0,6 procent bruto nationaal product (bnp) verliezen, met een verlies van 6500 jobs. Bij een vrijhandelsakkoord verliezen we 1,8 procent van ons bnp, en bij een no-deal 2,6 procent, met 28.000 jobs die verloren gaan. Dit is een grote calamiteit, en ik vind dus dat in dit geval de Europese solidariteit moet spelen. Europa is er om in dit geval steun en hulp te bieden aan wie getroffen wordt door externe factoren.
U weet dat wij in ons brexitactieplan van meet af aan – ik heb het ook al gezegd in de commissie – opgenomen hebben dat wij ervoor pleiten dat er een brexitgarantiefonds komt. De Ieren nemen dat nu ook over. Ten tweede pleiten wij ervoor dat het Globalisatiefonds, dat al bestaat en dat bedrijven helpt die getroffen zijn door externe schokken en die moeten herstructureren, ook zou worden uitgebreid naar kmo’s. Want dat is nu niet het geval, terwijl Vlaanderen een kmo-land is, een kmo- en exportland. Ten derde vragen wij dat er tijdelijk een gerichte versoepeling zou zijn van de staatssteunmogelijkheden.
U weet dat ik gezegd heb dat het meerjarig financieel kader brexitblind is – ik heb dat niet gezegd op de Europadag aan president Juncker. Tot slot vragen wij dat de inhouding van de 20 procent douanerechten zeker voor die zeer zwaar getroffen Noordzeelanden zou behouden blijven, en niet tot 10 procent zou worden teruggebracht. Dit is voor ons een prioriteit van de hoogste orde. Wij vinden dat heel de Europese Unie daar mee moet achter staan. Het zijn vooral de Noordzeelanden die zwaar getroffen zijn – Ierland het meest, dan Vlaanderen, en dan Nederland. Een verlies van 2,6 procent bnp en 28.000 jobs, dat is een calamiteit. En dus vragen wij inderdaad met aandrang dat de Europese Unie daar solidariteit in zou betonen, en ook een versoepeling zou geven aan ons met betrekking tot de staatssteunregels – tijdelijk, en ook zeer gericht – en ook het globalisatiefonds zou uitbreiden tot de kmo’s.
Minister-president, ik ben heel blij te horen dat u daar voluit voor gaat. Het zijn belangrijke maatregelen, die in de publieke opinie en bij de kmo's op dit ogenblik absoluut niet gekend zijn. Het zijn maatregelen waarvan niet geweten is dat ze mogelijk zijn en dat ze jammer genoeg noodzakelijk zullen zijn. Het is een goede zaak dat u aan de brexitroadshow begonnen bent, om dat overal bekend te maken. Ik hoop dat men ook in de media zal oppikken dat men er al dan niet met waarborgen voor zal zorgen dat die bedrijven die vol getroffen zouden worden door de brexit, alsnog kunnen rekenen op steun om – weliswaar tijdelijk – die periode te kunnen overbruggen. Zo kunnen we vermijden dat we een aantal belangrijke exportbedrijven in Vlaanderen zouden verliezen wegens de brexit.
De heer Daems heeft het woord.
Het mag worden gezegd dat de Vlaamse Regering, en in het bijzonder de minister-president, de inspanningen levert die nodig zijn om de negatieve gevolgen van wat er ook op stapel staat, zo goed mogelijk in te dijken. De elementen die u aanbrengt, zijn belangrijk. Ik denk dat het Vlaams Parlement dat mee kan ondersteunen, op een geijkte wijze, en dat uzelf, binnen de Belgische context, de andere entiteiten zover kunt krijgen om dit mee te ondersteunen.
Verleden week hebben we het ook daarover gehad. En ongetwijfeld zullen we het volgende week opnieuw daarover hebben, want dan is er die stemming.
Minister-president, vorige week hebt u mij aangegeven dat, bij een weigering van de deal door het Britse parlement, artikel 50 tot verlenging kan worden ingeroepen. Hebt u daarover enige verdere informatie? Is dit inderdaad een optie die men in Groot-Brittannië zou kunnen overwegen, los van de vraag of de Europese Unie, die daarvoor een unanimiteit nodig heeft, die ook zou leveren – ik denk alvast van wel?
De heer Diependaele heeft het woord.
Ik denk dat er rond dit dossier weinig meer actualiteit is dan vóór het kerstreces, behalve het feit dat we allemaal met stijgende verbazing kijken naar de manier waarop de Britse samenleving – het gaat verder dan enkel de politiek – in twee wordt gescheurd rond dit thema. De politieke vaudeville is een circus of carrousel aan het worden die ze maar niet opgelost krijgen. Wij zijn daar natuurlijk wel bezorgd over, maar we hebben er geen vat op.
Ik sluit mij aan bij de heer Daems: als Vlaamse overheid doen wij alles om ons voor te bereiden op het ergste. Maar hoe dichter de datum van 29 maart nadert, hoe groter de horrorscenario's. We blijven heen en weer geslingerd worden tussen een paar puntjes van optimisme, maar voornamelijk van pessimisme.
Minister-president, volgende week dinsdag zullen we meer duidelijkheid hebben over de stemming in het Lagerhuis. Net als collega Daems vraag ik mij af: is er nog altijd die optie voor een verlenging na 29 maart?
Collega's, eerst en vooral dank ik u voor de positieve appreciatie. We hebben er belang bij om allemaal samen aan één zeel te trekken. Die belangen zijn zó groot dat het echt noodzakelijk is dat we dit op de agenda van de Europese Unie plaatsen. Ik heb dat ook gedaan, telkens als het moest, met president Juncker, en herhaalde malen met de heer Barnier, die zeer goed op de hoogte is van onze problemen.
Wij zullen onze acties, naast de roadshow, nog intensifiëren. Op 15 januari openen we een 1700-lijn voor de burgers, omdat er uiteraard zeer grote implicaties zijn voor wie gaat studeren in het Verenigd Koninkrijk, voor wie als toerist naar het Verenigd Koninkrijk trekt, voor wie er werkt enzovoort. Er zijn enorm veel implicaties indien het VK puur een derde land wordt, waar plots regelingen van visa, verblijfsvergunningen enzovoort aan de orde zullen zijn. Het is dus ook belangrijk dat we de ‘gewone’ burger daarover informeren.
Ik vind het heel belangrijk dat er, als er een negatieve stemming is – en daarvoor vrees ik echt, net als u allen – onmiddellijk actie ondernomen wordt om die termijn van artikel 50 te verlengen. Artikel 50 voorziet daarin. Ik zie dat die optie ook al genomen is in het Verenigd Koninkrijk, alhoewel men dat daar nog niet open en bloot formuleert. Iedereen kijkt naar die fameuze stemming. Vandaag heeft Theresa May een stemming verloren. Er is een amendement goedgekeurd, waarbij ze, bij een negatieve stemming, verplicht wordt om in 3 dagen tijd met nieuwe voorstellen te komen in plaats van in 21 dagen.
Ja, iedereen weet dat dit quasi uitgesloten is, laat staan dat we tegen het uur nul op 30 maart een nieuw, uitgewerkt voorstel hebben tussen de 27 en het Verenigd Koninkrijk. Ik heb dat al besproken met de federale collega's. Dat moet een zaak zijn van de Europese Unie die daar, heel begrijpelijk, nu nog niet te veel aandacht aan besteedt. Het is logisch dat iedereen zegt: we proberen die deal erdoor te krijgen.
We moeten wel steeds meer en ernstig rekening houden met de mogelijkheid dat het een no-deal wordt. Dan vind ik dat er verantwoordelijkheidszin moet zijn om ten minste die termijn te verlengen. Wat er dan in het VK zal gebeuren, niemand die het weet. Er kunnen nieuwe verkiezingen komen, er kan opnieuw een referendum komen, of we kunnen uit elkaar gaan met een no-deal.
Dat is wat Theresa May de hele tijd blijft zeggen: het is dit of een no-deal. Zelfs als het een no-deal is – wat ik absoluut niet wil –, dan nog zou ik willen dat die later ingang vindt omdat er chaos zal ontstaan aan de grenzen, chaos over douane, chaos over fytosanitaire controles die moeten gebeuren, de effectieven zijn er niet in de landen rond de Noordzee en die zijn er niet in het Verenigd Koninkrijk. Er zal chaos zijn voor de rechten van de mensen die werken op het continent, voor de mensen die werken in het Verenigd Koninkrijk, voor de mensen die daar studeren, voor onderzoekers die daar samenwerken met Britse onderzoekers enzovoort. Daar is geen regeling voor, behalve een aantal bestaande derdelandenregelingen waar heel veel mensen niet van op de hoogte zijn.
Zelfs in dit geval vind ik dat we dan onmiddellijk alles op alles moeten zetten om die termijn te verlengen. Dit is een mogelijkheid. Het staat letterlijk in artikel 50, maar je hebt een akkoord nodig van de 27 en van het Verenigd Koninkrijk.
Maar laat ons met het laatste greintje hoop hopen dat die deal wordt goedgekeurd, maar ik ben er helaas echt niet optimistisch over.
Minister-president, wij kunnen hopen dat men alsnog de brexit zal uitstellen tot na 29 maart, maar zoals u zei zijn het de Britten die daarover zullen beslissen. Zelfs als het wordt uitgesteld, zijn er in mei Europese verkiezingen. Als het uitstel een beetje redelijk is, moeten ze terug deelnemen aan de Europese verkiezingen en dan hebben ze terug europarlementsleden voor de komende vijf jaar. De zaak zit dus muurvast. De Britten zijn gekend om de slogan: keep calm and carry on. Ik denk echter dat het deze keer wordt: keep calm and start to panic.
Dit zou beter niet doorgaan, zeker voor Vlaanderen met zijn kleine economie. Mocht er boven op de brexit over een maand ook nog eens een handelsoorlog komen waar Trump mee dreigt, dan zijn we als kleine, open economie helemaal gezien. Ik hoop dat ons dat dit jaar bespaard blijft.
De actuele vraag is afgehandeld.