Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, collega’s, ook namens mijzelf de beste wensen. Die beste wensen zijn misschien niet voor iedereen zo duidelijk want jaarlijks sterven 13.000 mensen aan de gevolgen van fijn stof. Het verkeer is een van de grootste boosdoeners wanneer het gaat over de uitstoot van fossiele brandstoffen. De Lijn kan als overheidsbedrijf een voorbeeldfunctie vervullen door de aankoop van groenere bussen.
Minister, u hebt een recordaantal van 867 bussen gekocht tijdens deze legislatuur. Dat is gigantisch veel maar daarvan zijn er slechts 13 elektrisch aangedreven. Bij de Septemberverklaring waren we verheugd dat de minister-president aankondigde dat vanaf 2019 alle bussen die zouden worden besteld alternatief zouden worden aangedreven. Het is dan ook jammer dat we hebben moeten vaststellen dat u dit jaar 200 hybride bussen en geen enkele elektrische bus zult bestellen. Niet alleen wij vinden dat jammer, maar ook de directeur van het busbouwbedrijf VDL in Roeselare, dat koploper is in Europa wanneer het gaat over elektrische bussen. Zij leveren bussen in heel Europa behalve in eigen land.
In Nederland rijden momenteel 350 elektrische bussen. VDL zal er daar volgend jaar nog 150 bij leveren. Hoe komt het dat wij zo weinig vooruitgang hebben geboekt tijdens deze legislatuur? Er is een recordaantal nieuwe bussen maar inzake elektrische of emissieloze bussen is er heel weinig vooruitgang geboekt.
Minister Weyts heeft het woord.
De waarheid gebiedt me te zeggen dat wij ons, inzake de busvloot van De Lijn, bij de start van deze legislatuur aan de staart van het Europees peloton bevonden. De vloot bestond uit heel oude, milieuonvriendelijke bussen.
We zijn erin geslaagd om in één regeerperiode te spurten naar de buik van het Europees peloton. We hebben een gigantische hoeveelheid bussen besteld, ongeveer 870, waardoor wij de grootste hybride vloot van de Benelux hebben. We hebben zelfs een voorsprong ten opzichte van Nederland. We hebben nu al meer dan 300 hybride bussen en dit jaar komen er nog 200 bij. Dat zijn er meer dan Nederland als u dan toch zo graag naar het noorden kijkt, maar zij hebben wel een voorsprong ten opzichte van heel Europa, wat de elektrische bussen betreft.
Nederland heeft er 350 maar ook daar zorgen we ervoor dat we de sprong maken naar het koppeloton. We werken momenteel de plannen af voor de bestelling van 925 elektrische bussen waardoor we van de staart van het peloton in 2014 evolueren naar de buik van het peloton om vervolgens te belanden in het koppeloton op het vlak van hoeveelheid bussen maar ook op het vlak van milieubewuste en duurzame bussen. Samen met Nederland worden wij dan koploper.
De prijs van die bussen blijft voorlopig maal bijna twee. Dat is zelfs nog gerekend zonder de laadinfrastructuur. Die bussen kosten dus veel meer. In het verleden heeft men vaak de afweging gemaakt, gelet op het feit dat de markt daar nog niet klaar voor was en gelet op het prijsverschil, of men moest kiezen voor meer elektrische en dus ook voor minder bussen. Dat was de keuze die men moest maken en men koos dan ook de facto voor minder bussen omdat zij meer dan tweemaal zoveel kosten.
We hebben hier gehandeld op basis van een goede planning als een goede milieubewuste huisvader. We hebben de juiste keuzes gemaakt en zijn niet onmiddellijk op de hype gesprongen. We hebben dus niet de eerste nieuwe modellen aangekocht maar we hebben afgewacht of dat werkte in de markt en of de sector daar klaar voor was. Nu is dat het geval waardoor we voluit kunnen bestellen en een koppositie kunnen innemen in Europa op het vlak van heel milieubewuste, groene bussen.
Minister, dat cijfer van 925 bussen kennen we al. Dat heeft de minister-president in september al gezegd. Dat geldt echter voor 2024, voor de loop van de volgende jaren. Wij hadden gedacht dat er bij de bestelling van dit jaar ook al elektrische bussen zouden zitten. U zegt dat ze uiteindelijk nog het dubbel kosten. Maar het verbruik en het onderhoud van die bussen liggen natuurlijk veel lager. Iets wat we altijd vergeten, is de impact, de kost voor onze gezondheid. Ik ben begonnen met te zeggen dat er jaarlijks duizenden doden te betreuren vallen door luchtvervuiling. Die kost wordt nooit meegerekend. We zouden eens een kosten-batenanalyse moeten maken van de ene bus tegen de andere, van een hybride bus tegenover een volledig elektrische bus. Als je dat allemaal inbrengt in de kostenberekening, denk ik dat de kosten zeer dicht bij elkaar komen te liggen. Ik had op dat vlak toch iets meer ambitie verwacht. Nu lijkt het wel de processie van Echternach: vorig jaar hebt u nog zeven elektrische bussen besteld voor Gent en Leuven, en dit jaar opeens geen enkele meer. Dat is jammer. We hadden gedacht dat u dat in stappen zou doen, bijvoorbeeld toch al een vierde van de bestelling elektrisch, en dan volgend jaar de helft, en zo opdrijven. Nu is er gewoon niets.
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, ik denk dat de topics over schone lucht in onze steden en gemeenten, en over duurzaamheid in het algemeen in de hele Vlaamse regio, vandaag leven bij alle lagen van de bevolking. Ze zijn ook aanwezig in het gedachtegoed van alle partijen. Ik denk dat, naast die overweging, ook altijd de kostprijs mee in overweging genomen moet worden. Minister, ik vind het heel belangrijk dat die stap is gezet naar die 925 elektrische bussen.
Voorzitter, tot slot, dat is altijd een heel interessante afweging: doe je mee in een eerste generatie of wacht je op een tweede generatie? Of het nu gaat over ICT of over techniek in het algemeen, bij de tweede generatie zijn over het algemeen de kinderziekten eruit en is de kostprijs relatief wat goedkoper. Ik vind de benadering waarvoor we hier hebben gekozen, waarbij we ultiem gaan voor het elektrisch maken van de bussenvloot, een goede benadering. Maar dat je dat stapsgewijs doet, vind ik ook goed, omdat dan ook gekeken wordt naar de kostprijs en naar het verhaal van de kinderziekten en naar een ultiem performant systeem.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Collega’s, elektrische bussen is al lang geen technologie meer die in haar kinderschoenen staat. Er zijn Vlaamse busbouwers die die bussen met honderden tegelijkertijd verkopen aan bijvoorbeeld Nederland. Dat wij vandaag de grootste hybride vloot hebben, minister, komt doordat men elders al is overgestapt op die technologie van de elektrische bussen. Dat is een punt dat ik toch wel wou maken.
Een tweede punt is: die 925 bussen waarmee u schermt, terecht zegt mevrouw Brouwers dat dat gaat over het jaar 2024, tegen wanneer die geleverd zouden moeten worden. Ik heb echter begrepen, een kleine maand geleden in de commissie, dat daar evenwel nog geen middelen voor uitgetrokken zijn. Dat zit nog niet in het budget van De Lijn, en u was op zoek naar ‘een manier’ om die bussen te financieren. Dus alvorens we zwaaien met de aankoop van 925 bussen, zou ik graag het volgende weten. Hoeveel zullen die dan kosten? Waar zult u die middelen vinden? Op welke manier zult u die financieren? Een maand geleden moest u op dat vlak het antwoord namelijk nog schuldig blijven.
De heer Rzoska heeft het woord.
Mevrouw Brouwers stelt een terecht punt, een punt waar heel wat collega’s hier in dit parlement al naar hebben verwezen. Ik ben het met u eens: toen u begon, moest er een inhaalbeweging gebeuren op het vlak van die vloot. De vorige minister had daar al een stuk van afgelegd. Nu had ik toch wel verwacht dat we mee in die koppositie op het vlak van elektrische mobiliteit zouden staan. In het verleden kon het misschien een argument zijn dat de actieradius van die bussen niet groot genoeg was. Iedereen die de zaak opvolgt en die zelf al eens zo’n bus neemt in het buitenland, weet dat de actieradius absoluut geen probleem meer is.
Wat ik altijd merkwaardig vind: we spreken altijd over de kosten, maar nooit over de maatschappelijke baten. De maatschappelijke baten zijn onbetaalbaar. Dat is de gezondheid van iedereen.
In plaats van te blijven hangen in die middelmatigheid, die hybride vloten, is het nu het moment – eigenlijk hebt u het al een stukje gerateerd, maar u hebt nog tijd – om die doorsteek te maken naar de elektrische mobiliteit en ervoor te zorgen dat die Vlaamse technologie hier vol op de Vlaamse markt uitgerold wordt.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Minister, u hebt het al gezegd: we staan op recordcijfers. Dat mag worden benadrukt, en dat is al benadrukt. We zijn nog nooit zo snel en grondig naar een vernieuwing van de vloot gegaan, waarbij we inderdaad de grootste hybride vloot zullen zijn van Europa. Tot 2024 komen daar nog eens die 925 volledig elektrische bussen bij. Als ik dan hoor dat de prijs nog altijd maal twee is door de batterijcapaciteit en prijzen die nog hoog liggen, dan hoor ik hier een enorme meervraag vanuit CD&V – ik zou dat in uw achterzak steken, minister, ik doe daar zelf geen uitspraken over – voor budgetten Mobiliteit en Openbare Werken. Dat lijkt me iets dat u zeker kunt meenemen richting volgende regering. Inmiddels feliciteer ik u met de doorgedreven inspanningen van de laatste jaren, want dat is eigenlijk de eerste keer dat dat zo gebeurt, zo een snelle vernieuwing, en die pluimen kunt u wel degelijk op uw hoed steken. (Applaus bij de N-VA)
Ik deel het negativisme van sommige tussenkomsten absoluut niet. Ik moet mij ook in generlei mate de les laten spellen door diegenen die in het verleden altijd de mogelijkheid gehad hebben, toen ze zelf aan het stuur zaten van de bevoegdheid in kwestie, om zelf die investeringen te doen. Ik denk dat we in vergelijking met vorige regeerperiodes een veelvoud van de inspanningen doen, en dat mag gezien worden, maar we blijven dat altijd doen op basis van gezonde afwegingen. We gaan niet zomaar blindweg op een hype springen, neen, we wachten eerst tot de markt klaar is, tot de sector klaar is. Ik hoor hier allemaal goedkope verklaringen die worden gelanceerd. Het zal niet zo zijn.
Trouwens, wat de kostprijs betreft, rekenen wij natuurlijk wel op basis van de ‘total cost of ownership’, dat doen wij wel. Dat wil zeggen dat we daar normaal gezien een kantelpunt bereiken vanaf ongeveer 2020: dan zal het interessant zijn, ook vanuit budgettair oogpunt op de lange termijn, om over te gaan naar zulke investeringen in elektrische bussen. Dat doen we dus ook voluit. Dus ik denk dat we dat verstandig doen, net zoals bijvoorbeeld ook mijn voorgangster niet onmiddellijk gesprongen is op de hybride technologie die toen aanwezig was, maar er ook eerst voor gezorgd heeft dat die markt rijp was en vervolgens de bestellingen gestart heeft. Dat lijkt mij een verstandige weg om te nemen.
Als men verwijst naar VDL Groep, die klaagt dat er te weinig elektrische bussen worden besteld: vanzelfsprekend vinden de beenhouwers ook dat er meer vlees gegeten moet worden. Ik vind ook dat dus nogal ‘à côté de la plaque’. Ik denk dat deze regering een gigantische inspanning doet. Als u samen met mij inderdaad in meer middelen wilt voorzien, ben ik daar altijd vragende partij voor. Maar zelfs de bestelling die we nu zullen plaatsen voor 925 elektrische bussen, zal ook gefaseerd gaan. Ze start in 2020, dus vanaf volgend jaar, waarbij we een gemiddelde van 200 bussen per jaar geleverd zullen krijgen. Want het moet ook doenbaar zijn voor de betrokken producent om te zorgen voor de levering. Ik denk dat deze regering met enige fierheid mag zeggen dat ze effectief de shift heeft kunnen bewerkstelligen.
Dank u voor het antwoord, minister. Het geeft toch de indruk dat u ook een beetje een shift doet naar de volgende regering. De 925 elektrische bussen die er gaan moeten bij komen, die gaan kosten wat ze op dat moment nog kosten, ook al is de kost op lange termijn minder. Dat geld gaat daar wel moeten liggen, en die volgende minister gaat dat ook zomaar niet kunnen toveren. Wij hebben u al suggesties gedaan in de commissie, nu hebt u middelen gevonden uit het Klimaatfonds. Maar kijken bij Innovatie, bij de Europese Unie wat er mogelijk is, is dat eigenlijk gebeurd? We moeten samen op zoek naar voldoende middelen om zo snel mogelijk bussen aan te kopen. Ik weet ook wel dat 2020 het kantelmoment is, maar dan is het toch spijtig dat je ook een jaar eerder al niet een extra inspanning doet in die richting. Ik blijf erbij, dit is voor ons een beetje een processie van Echternach: twee stapjes vooruit, eentje achteruit. Dit is wat we nu doen, dat is jammer. Dat is gewoon de ambitie die net niet hoog genoeg ligt. (Opmerkingen bij de N-VA)
Ik denk dat we dat hier toch mogen stellen, zelfs als lid van de meerderheid, het spijt mij. (Applaus bij CD&V, sp.a en Groen)
De actuele vraag is afgehandeld.