Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de Europese klimaatstrategie
Actuele vraag over de reactie van de Vlaamse Regering op het negatieve klimaatrapport van het VN-milieuagentschap en de ambitieuze plannen van de Europese Commissie
Actuele vraag over de aangescherpte Europese klimaatambities en de impact daarvan op het energiebeleid
Actuele vraag over het klimaatbeleid in het licht van de hogere Europese klimaatambities
Verslag
De heer Danen heeft het woord.
Ministers, collega’s, extreem weer, zoals droogten en overstromingen, dat is geen ver-van-ons-bedshow – dat zijn geen toekomstige dreigingen, ze zijn hier en nu. Ze zijn niet alleen belangrijk, maar ook hoogdringend. Alle rapporten bevestigen dat er dringend iets aan het klimaat moet worden gedaan: álle rapporten, die van de jongste jaren, die van de jongste maanden, die van de jongste weken, die van de jongste dagen. Ook gisteren nog stelde een rapport van het milieuagentschap van de VN dat we tot vijfmaal meer inspanningen moeten doen als we de opwarming tot anderhalve graad willen beperken.
Minister, elk rapport is telkens weer een wake-upcall, en wat doet u? U duwt op de sluimerknop, om toch maar niet te veel te moeten doen, om het allemaal nog maar eventjes uit te stellen. Telkens weer een alarmerend bericht, en telkens weer duwt u op die sluimerknop.
Gisteren maakten universiteiten hun conclusies kenbaar over het Belgische klimaatbeleid, waaronder ook het Vlaamse. De conclusie is: jullie zijn allemaal gebuisd. Ik moet zeggen dat uw balans inderdaad weinig fraai oogt: geen boskaart, geen betonstop, geen statiegeld, geen klimaatwet. Ons woningpatrimonium blijft energetisch bijzonder slecht, ondanks alle zogenaamde plannen, alle zogenaamde inspanningen. Ook de CO2-uitstoot van ons transport wordt almaar groter.
We zijn dus op de slechte weg. Mijn vraag aan u is heel concreet: steunt u de vraag van de Vlaamse en Belgische universiteiten naar meer coördinatie van het klimaatbeleid, bijvoorbeeld via een versterking van de rol van de nationale Klimaatcoalitie? Steunt u hun vraag naar een echte, bindende klimaatwet, zodat er ook bindende koolstofreductietrajecten worden vastgelegd?
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, in tegenstelling tot de vorige collega wil ik het met u hebben over de Europese klimaatstrategie op lange termijn, die vandaag bekend wordt gemaakt. Europa wil blijkbaar de eerste economie zijn die tegen 2050 klimaatneutraal is. Dat wil zeggen: netto geen uitstoot meer van broeikasgassen, en anders ze opvangen en opslaan. De Europese Commissie wil dat doel bereiken door een aantal strategische wegen te bewandelen, onder andere een drastische verhoging van de energie-efficiëntie, minder fossiele brandstof, een groter aandeel hernieuwbare energie, wijziging in het transport, de luchtvaart moet bijdragen, en er is ook de uitbouw van een trans-Europees energienetwerk.
Over enkele dagen start in Katowice, in Polen, een conferentie over het VN-klimaatpact – al dan niet bindend, zou ik zeggen. De vraag is natuurlijk in hoeverre de Europese lidstaten de aanbevelingen of de nieuwe klimaatstrategie van Europa zullen volgen.
Mijn initiële vraag was wat uw visie is over die klimaatstrategie van Europa. Maar misschien nog veel belangrijker is de vraag of die klimaatstrategie nog realistisch is en wat het maatschappelijke draagvlak daarvoor is.
De heer Tobback heeft het woord.
Consensusfiguur als ik ben, zal ik de twee vragen van de voorgaande collega’s bij elkaar brengen. Ik had mijn vraag over de twee rapporten samen gesteld, omdat ze ook bij elkaar horen.
Ten eerste is er het VN-milieuagentschap, dat duidelijk maakt dat we momenteel, met de vrijwillige engagementen, drie keer te weinig doen om de doelstellingen van Parijs te halen, en dat op termijn de kosten daarvan – de kosten voor milieu, voor biodiversiteit, maar ook voor onze economie, ten gevolge van droogten, bosbranden, productieverlies en noem maar op – gigantisch zijn en dat er meer dan genoeg reden is om er alleen al daarom iets aan te doen.
Ten tweede is er het voorstel van de Europese Commissie, dat eigenlijk hetzelfde zegt, maar dat daarnaast ook veel positiever is en ook klaar en duidelijk wijst op de kansen die er liggen: de letterlijk duizenden miljarden aan potentiële winst en economische groei die er te vinden zijn, als we er drastisch, ondubbelzinnig en duidelijk voor kiezen om te investeren in klimaatneutraliteit en uitstootneutraliteit tegen 2050.
En dus was de vraag op zich nogal voor de hand liggend, minister. We hebben die discussie al meermaals gehad. We weten dat we in Vlaanderen altijd nog een beetje voorzichtig zijn en dat we nog lang niet aan ‘klimaatneutraal in 2050’ zijn. We hebben zelfs nog niet durven te zeggen dat we dat willen zijn. U en minister Tommelein zijn aan het werken aan een klimaat- en energieplan. We weten nog altijd niet wat daarin staat. Als u ziet wat, ook voor een ontwikkelde economie als de Vlaamse, de mogelijkheden en de kansen zijn en de middelen die we kunnen realiseren door drastisch te kiezen voor een zeer vooruitstrevend klimaatbeleid, zijn we dan van plan om dat ook te doen? Wilt u zich daar met deze regering ondubbelzinnig achter scharen, zodat we ook aan degenen die daar inspanningen voor moeten doen, kunnen garanderen dat ze mee de vruchten zullen plukken? Dat is immers de essentie van een rechtvaardige transitie.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ministers, ik ben blij dat u hier samen bent om samen op deze vragen te antwoorden want het klimaat- en energiebeleid zijn natuurlijk onlosmakelijk met elkaar verbonden. Gisteren werd de probleemstelling nog eens heel duidelijk scherpgesteld door de Verenigde Naties. We moeten inderdaad niet één, niet twee, maar drie tandjes bij steken, driemaal zoveel inspanningen leveren om de klimaatdoelstellingen van Parijs te halen.
Daar kwam vandaag onmiddellijk een bijzonder ambitieus en voluntaristisch antwoord op vanuit de Europese Commissie, met een duidelijke doelstelling: Europa klimaatneutraal in 2050. Daarbij moet het de bedoeling zijn om niet alleen over inspanningen te spreken, maar vooral ook over de baten die een dergelijk ambitieus klimaatbeleid met zich meebrengt. Dat gaat over economie, ecologie, gezonder leven: zaken waar we allemaal achter kunnen staan.
De Europese Unie heeft zeven strategische assen gedefinieerd, die voor een groot stuk in het energiebeleid vervat zitten. Denk aan meer energie-efficiëntie en hernieuwbare energie, denk aan ‘carbon capture and storage’ (CCS), aan het omgaan met CO2 in onze lucht, aan bio-economie en biogas.
Daar zitten heel veel uitdagingen en kansen in voor Vlaanderen om ook binnen de Europese Unie een koplopersrol te vervullen.
Ministers, op welke manier zal Vlaanderen reageren op de strategie van Europa? Staat u er achter? Op welke manier zorgen we ervoor dat Vlaanderen binnen Europa koploper is?
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, u hebt het gehoord bij de vorige sprekers: ietwat alarmerende berichten van het Europees Milieuagentschap. We zullen er niet komen als we doen wat we nog maar hebben beloofd. De ambities moeten dus naar omhoog. Aan de andere kant moet ik zeggen dat dit een visie is van de Europese Unie die voor een keertje minder kommer en kwel is en die aantoont wat de mogelijkheden zijn. De tijden dat klimaatbescherming en economische groei diametraal tegenover elkaar stonden, is voorbij. Gelukkig maar.
We hebben tijdens de afgelopen legislatuur regelmatig de degens gekruist. Vanuit het parlement was er af en toe wel onvrede over de discussies tussen de ministers over wat we nu gingen doen. Er is een interparlementaire klimaatconferentie geweest tussen alle parlementen van dit land, die allemaal hetzelfde voorstel van resolutie hebben neergelegd en oproepen om meer ambitie te tonen, om de voorzetten van de Europese Commissie binnen te koppen, om het dus gewoon te doen.
Minister, op welke wijze zal deze Vlaamse Regering voor de laatste zes maanden haar klimaatbeleid aanpassen om tegemoet te komen aan de oproep om meer ambitie te tonen en het gewoon te doen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Uiteraard moeten we er alles aan doen om ervoor te zorgen dat wereldwijd de aarde niet meer dan 1,5 graden Celsius opwarmt. De Vlaamse Regering wil dit ook doen. Dat is ook de reden waarom we recent een klimaat- en energieplan hebben goedgekeurd. Dit wordt momenteel trouwens in de Nationale Klimaatcommissie tot een geïntegreerd plan hervormd. Het gaat over de periode tot 2030. Daarnaast is er een klimaatvisie die richting 2050 gaat.
We doen in Vlaanderen heel veel inspanningen. In totaal zitten we aan 1,5 miljard euro heel concrete maatregelen die we intern in Vlaanderen nemen. Uiteraard wisten wij dat eind november de Europese Commissie met een nieuwe klimaatvisie op lange termijn zou komen. Het is goed dat het rapport er nu is, dat uiteraard zegt dat er veel meer inspanningen moeten gebeuren. Er is nu het voorstel van de Europese Commissie en we zullen daarmee naar de Vlaamse Regering gaan. Ik kan daar als klimaatminister natuurlijk niet alleen over beslissen. We moeten daarover een standpunt innemen. Er zijn heel wat beleidsdomeinen bij betrokken, zoals Transport, Wonen, Landbouw en Energie. Minister Tommelein zal straks ook nog een antwoord formuleren aan de heer Bothuyne.
Wat onze langetermijnvisie 2050 betreft, zullen wij ons uiteraard enten op de grote ambitie vanuit Europa. We zullen ook binnen Europa werk maken van dat ambitieuze klimaatbeleid om er alles aan te doen om niet boven de 1,5 graden Celsius te gaan.
Mijnheer Danen, u gooit het een beetje over een andere boeg en zegt dat er op het proces moet worden gewerkt om ervoor te zorgen dat het beter loopt. Ik schrik daar een beetje van omdat uw partij in 2011 bijzonder enthousiast was over de nieuwe staatshervorming en de manier waarop klimaat was uitgewerkt.
Ik geloof niet in uw voorstel van een federale klimaatwet waarmee dan alles opgelost zou zijn. Ik geloof in de aanpak van vandaag. Als er meer bindende, striktere maatregelen en wetten moeten komen, dan is er maar één niveau waarop dat kan werken en dat is het Europese niveau. Op die manier zullen alle Europese landen even ambitieus moeten zijn en kunnen we die ambitie in Europa waarmaken.
Klimaat is een wereldwijde problematiek waarin we vanuit Europa een grote voortrekkersrol moeten spelen. Om te komen tot meer bindende uitstootdoelstellingen die afdwingbaar zijn, ligt de oplossing volgens mij niet in een of andere federale wet, maar moet daar vooral op Europees niveau werk van worden gemaakt. Op die manier zitten we met een gelijk speelveld waarbij iedereen voor dezelfde doelstelling gaat. Zo zullen we ook veel meer kunnen wegen op de wereldwijde uitstoot en de vermindering van de opwarming van de aarde.
Ik deel de ambitie en ik vind dat we ervoor moeten gaan, maar over de heel recente visie van de Europese Commissie moet nog binnen de Vlaamse Regering het standpunt worden scherpgesteld. We moeten dat samen uitpraten, aangezien het over een pak bevoegdheden gaat die verdeeld zitten over verschillende ministers. (Applaus bij CD&V)
Minister Tommelein heeft het woord.
Voorzitter, ik vond het belangrijk dat ik hier aanwezig was, aangezien het energiebeleid het klimaatbeleid inderdaad versterkt. We zetten alles op alles. Als de vraag is wat ik nog bijkomend zal doen, dan zou ik dat in feite een blamage vinden. Want als ik nu nog een versnelling hoger zou moeten gaan, dan zou dat betekenen dat ik mijn job als energieminister in de voorbije jaren niet goed heb gedaan.
De Europese Commissie schuift vandaag zeven pijlers naar voren, en vier daarvan zijn gericht op energie. Energie-efficiëntie staat altijd al vooraan. We hebben de maatregelen genomen in het Vlaams Energie- en Klimaatplan 2030 rond energie-efficiëntie, uitfaseren van fossiele verwarmingsbronnen, maar ook hernieuwbare energie maximaliseren en meer elektriciteit gebruiken als energiebron. Dat is het tweede wat de Europese Commissie zegt. Wij doen alles – en dat is een understatement – om zo veel mogelijk hernieuwbare energie te realiseren in Vlaanderen: zon, wind, warmte. We halen onze tussentijdse doelstellingen. We staan aan de kop in Europa, zowel qua zon per vierkante kilometer als qua windmolens per vierkante kilometer. Voor mobiliteit hebben we het Clean Power for Transport, het laadpalenplan – ik heb vanmorgen in de commissie collega Diependaele van antwoord gediend – en dan een slimme netwerkinfrastructuur en interconnectiviteit. U weet dat het decreet Digitale Meter normaal gezien nog deze maand, of volgende maand dan toch, in de plenaire en in de commissie moet komen.
Het besluit is dus: we doen er alles aan, we blijven ervoor gaan. Het is niet alleen de minister van Energie maar iedereen die samen die doelstelling moet halen. Ik geloof in innovatie, maar ik geloof ook in het feit dat samenwerking loont, en dat wij de doelstellingen samen kunnen bereiken, collega Schauvliege.
De heer Danen heeft het woord.
Ik had die antwoorden natuurlijk wel een beetje verwacht. U gaat een aantal dingen opsommen die u wel goed hebt lopen. Maar er zijn er nog veel meer die minder goed lopen, en op zich is dat misschien niet het belangrijkste. Het belangrijkste is dat iedereen aangeeft dat er veel meer moet gebeuren dan nu het geval is, en dat er blijkbaar geen intentie is om meer te doen.
Er moet veel meer gebeuren, en ik stel mij echt de vraag wat u gaat antwoorden aan al die tienduizenden die zondag door de straten van Brussel zullen trekken. Want ik wil dat wel van u horen: wat gaat u antwoorden op hun vraag om meer te doen om het klimaatbeleid sterker in te bedden? Want we moeten veel meer doen dan nu het geval is, want we komen er inderdaad niet. Alle rapporten staan op rood; alle alarmen gaan af. U duwt op de sluimerknop, en slaapt gewoon verder.
De heer Sintobin heeft het woord.
Ministers, u weet dat ik, in tegenstelling tot sommige klimaatfanatici en milieuactivisten hier achter mij, niet meedoe aan het doemdenken wat betreft de opwarming van de aarde. En ik vraag mij af waar jullie gebleven zijn de afgelopen dagen. Zowel in Frankrijk als in Wallonië, maar ook in Vlaanderen, komen steeds meer mensen de straat op omdat er geen draagvlak is voor hernieuwbare energie en dergelijke, en de milieutaksen. De gele hesjes – voor een West-Vlaming klinkt dat misschien raar – die op straat komen, protesteren tegen het feit dat er continu milieutaksen gelegd worden op brandstof, op energie, en dergelijke. En nu gaan we nog eens de klimaatdoelstellingen en dergelijke verhogen.
Ik vraag mij dus echt af waar u het draagvlak denkt te halen, en wat de kostprijs gaat zijn – en ik ben blij dat u erbij bent, minister – van nieuwe, bijkomende maatregelen voor de gewone Vlaming. Daar gaat het vandaag over, collega Danen: niet over die tienduizenden mensen die op straat komen voor het klimaat, maar wel die tienduizenden, honderdduizenden mensen die op straat komen voor hun hoge energiefactuur, voor de hoge brandstoffen. Daar moet iets aan gedaan worden. Ik wil er trouwens op wijzen dat in andere landen, zoals Frankijk, mijnheer Macron al terugkomt op bepaalde beslissingen.
De heer Tobback heeft het woord.
Ik wil collega Sintobin er toch even op wijzen dat er ook een tijd geweest is dat mensen bang en ongerust waren en er tegen waren dat we zouden investeren in treinen. Een paar jaar later brachten die treinen duizenden mensen naar hun werk om hun kost te verdienen, en werkten duizenden mensen aan dat spoor, in plaats van aan het produceren van paardenkarren. Dus wie probeert de evolutie tegen te houden, die doet aan niemand een plezier – in de laatste plaats zelfs een plezier aan diegenen die in de toekomst hun kost zullen moeten verdienen in hopelijk een leefbaar land, en hopelijk in een economie die niet die van gisteren of van eergisteren is, maar die van morgen.
Want het is daar, collega Sintobin, dat voor die tienduizenden, honderdduizenden of miljoenen Vlamingen en anderen jobs zullen liggen. Niet in de industrie van gisteren, niet in de ecologie van morgen, maar in het lef om te investeren, om mee te gaan in wat er in de toekomst zal gebeuren. En dus, ministers, wil ik toch nog eens het volgende vragen. Allebei hebt u de realisaties van deze regering opgesomd. Daar gaat het zelfs niet over. De vraag is: bent u bereid om als erfenis van deze Vlaamse Regering nog een engagement aan te gaan om voluit te kiezen voor die toekomst en ten aanzien van de volgende generatie van Vlamingen heel duidelijk te maken dat daar de winst zit, dat daar de jobs zitten, dat daar een rechtvaardige transitie en een positief klimaat zitten te wachten?
De heer Bothuyne heeft het woord.
Dank u wel, ministers, voor de antwoorden. Vandaag geeft Europa een heel belangrijk signaal, namelijk dat het klimaat- en energiebeleid niet alleen ambitieus moet zijn, niet alleen voluntaristisch moet zijn, het moet ook positief zijn. En het is positief. Het is positief voor de ecologie, uiteraard, maar ook voor onze economie en voor onze gezondheid. Die boodschap moeten we mee vertalen in het Vlaamse beleid. In die zin ben ik blij met het klimaat- en energieplan dat nu in de afwerkingsfase zit richting 2030. De klimaatvisie voor 2050 wordt voorbereid door deze regering.
Dat neemt natuurlijk niet weg dat we ook in een aantal heel concrete acties een antwoord moeten kunnen bieden op de ambities van de Europese Commissie. Als ik naar die zeven assen kijk, is er de energie-efficiëntie. We hebben een renovatiepact, mijnheer de minister, maar op dit moment halen we daar de doelstellingen helaas nog niet. We hebben een tandje bij te steken als het gaat over propere mobiliteit. We hebben een CPT-plan (Clean Power for Transport). Ook daar halen we de doelstelling nog niet. Op dat vlak kunnen we zeker nog meer doen en verwachten we van deze regering nog meer acties.
De heer Schiltz heeft het woord.
U hebt het gehoord: voor de ene is wat deze regering doet niet goed genoeg en zijn de maatregelen niet in staat om de doelstellingen te halen en om ambitieus te zijn, en anderen tonen aan waarom we ons nog blindstaren op het conflict. Mijnheer Sintobin, u hebt het mis. Klimaatbeleid is niet een asociaal beleid, is niet een antisociaal beleid, is niet een anti-economisch beleid. Dat is nu net de essentie van de boodschap die Šefcovic, die de Europese Unie gebracht heeft, namelijk dat de transitie naar een emissiearm economisch systeem er een zal zijn waar iedereen in kan meestappen.
Dus, mevrouw de minister, neem die interparlementaire resolutie ter hand. Het staat er allemaal in. Voer bijvoorbeeld een klimaatbegroting in. Toon aan welke maatregelen de regering neemt en wat de impact van die maatregelen, ten goede of ten kwade, op het klimaat zal zijn. Dan hoeven we hier geen ruzie te maken over wie het grootste gelijk heeft, dan zal de discussie zijn of we niet nog sneller kunnen gaan omdat ook de bevolking het zal vragen.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Ministers, ik help u graag om de politieke lessen uit dit debat te trekken.
Ten eerste: er is een grote parlementaire meerderheid om echt ambitieus te zijn. Dat is heel duidelijk. Ik interpreteer het dan ook zo dat er ook steun is voor het voorstel van de Europese Commissie.
Ten tweede: met theorie en vage teksten zijn we niet meer tevreden. Het moet heel concreet worden. Collega Schiltz verwijst heel terecht naar een systeem van klimaatbegrotingen. Het moet allemaal heel concreet zijn, het moet opvolgbaar zijn, het moet een concreet transitiepad zijn met tussentijdse doelstellingen, zodat we weten waar we aan toe zijn en of we onze ambities kunnen halen.
Ten derde: het maatschappelijk draagvlak is immens belangrijk. Dat bereiken we niet door feiten te ontkennen, collega Sintobin, voor alle duidelijkheid. Dat bereiken we ook niet door een afwachtende houding aan te nemen. Maar het klopt dat er nog moet worden gewerkt aan een gevoel van betrokkenheid in de brede samenleving.
De heer Gryffroy heeft het woord
Niemand heeft iets tegen strengere doelstellingen. We moeten wel vaststellen dat in 2017 de uitstoot nog maar eens gestegen is en dat we naar een nieuw record gaan dat waarschijnlijk de komende vijf jaar niet heel consequent zal dalen. De discussie is nu hoe je tot die doelstelling komt. Er zijn hier al een paar zaken aangekaart. We moeten het hebben over tussentijdse doelstellingen en over een klimaatbegroting. Daarover verschillen de visies. We moeten opletten met enkel maar te focussen op een ambitie en ondertussen vergeten dat je een weg moet afleggen. Die weg moet zeer concreet becijferd zijn, met een evidence-based policy. Het moet gaan over zeer concrete voorstellen.
Maar tegelijkertijd moet je er ook voor zorgen dat je het breed maatschappelijk debat meekrijgt. Altijd op de grote industrie schieten, is niet correct. De bedrijven hebben veel gedaan, maar hoe kunnen we nog meer gezinnen en kmo’s bij het verhaal betrekken, ook al is dat in de totaalsom, in de absolute cijfers wat minder. Je moet maken dat je breder gaat. Dus mijn vraag, ministers, is: hoe ga je breder werven en hoe ga je heel concreet bepaalde doelstellingen onderbouwen, want wij zijn er wel voor dat de maatregelen rechtvaardig en betaalbaar moeten zijn, en dat de doelstellingen duurzaam moeten zijn.
Mijnheer Gryffroy, één vraag is voldoende. Dus u hebt gevraagd: hoe ga je het breder trekken?
Kijk het reglement maar na. Een minister kan niet op zeven vragen antwoorden.
Er zijn wel twee ministers: dat is dus voor elke minister één vraag. (Gelach. Applaus)
Minister Schauvliege heeft het woord.
Ik wil nog eens heel uitdrukkelijk herhalen dat ik vind dat we ambitieus moeten zijn en dat we er alles aan moeten doen om ervoor te zorgen dat we niet boven die 1,5 graad Celsius gaan. Dat is heel belangrijk. In die zin zijn de nieuwe inzichten die gisteren zijn uitgebracht, maar ook de visie van de Europese Commissie, voor Vlaanderen heel belangrijk.
Het slechtste wat we kunnen doen, is ruziemaken over het klimaat. Dat is kibbelen over het klimaat. Dat brengt ons geen halve meter vooruit.
Ik zou toch willen zeggen dat de consensus die er inderdaad over de parlementen heen was, ook de resolutie die hier in het Vlaams Parlement is goedgekeurd, een heel belangrijk momentum was. We hebben daarbij het ruziemaken en het kibbelen kunnen overstijgen en we zijn er met z’n allen voor gegaan. Ik zou toch willen oproepen dat we ook die lijn aanhouden.
Wat ook heel slecht is om te doen, is fatalistisch zijn. Dat is zeggen: het is toch allemaal te laat, het is allemaal om zeep, er gebeurt niets. Dat is het niet. We kunnen met concrete maatregelen ook mooie resultaten boeken, en we hebben dat in het verleden met heel concrete maatregelen bewezen.
Als men zegt: je moet een soort klimaatboekhouding aanhouden, dan weet ik wat men bedoelt en waar men naartoe gaat, en we kunnen dat inderdaad ook in de toekomst in de globale begroting van Vlaanderen voorzien. Ik wil er toch op wijzen dat we in Vlaanderen een heel sterke traditie hebben, dat we een eigen Klimaatbeleidsplan hebben, dat daarin heel concrete maatregelen zijn opgesomd, dat daar ook budgetten naast staan. Ik heb daarnet 1,5 miljard euro gezegd. Er komt elk jaar een rapport over de vooruitgang die is geboekt in al die verschillende acties die moeten worden genomen. Dat wordt ook altijd heel uitvoerig besproken in het Vlaams Parlement en dat gaat naar de Vlaamse Regering. Op dat vlak zijn we, denk ik, heel transparant en volgen we de zaken ook goed op.
Uiteraard moeten we bijkomende maatregelen nemen. Als we de rapporten van de VN en van Europa krijgen, en als daarin staat dat er bijkomende maatregelen moeten worden genomen, dan zijn we uiteraard de eersten die zullen kijken welke bijkomende maatregelen we kunnen nemen.
Wat staat er nu in het Klimaatbeleidsplan? Een paar voorbeelden: middelen die naar bijkomende isolatie van gebouwen gaan, middelen die naar een schonere mobiliteit gaan … Zo zijn er tal van heel concrete maatregelen die daarin zijn opgesomd.
We hebben bottom-up gewerkt. We hebben aan alle verschillende beleidsdomeinen gevraagd om in overleg met de verschillende stakeholders maatregelen aan te leveren. Juist om het ruime middenveld te betrekken, hebben we ook de verschillende klimaattoppen in Vlaanderen gehad, mijnheer Gryffroy. We gaan ook heel veel naar scholen, waar we via milieuzorg op school (MOS) die klimaatproblematiek heel actief op de agenda plaatsen en aantonen waar iedereen zijn steentje kan bijdragen om ervoor te zorgen dat er minder CO2-uitstoot is.
Voor mij, en ook voor de Vlaamse Regering, is het heel belangrijk, wanneer we een klimaatbeleid uittekenen, dat het technisch haalbaar is, dat het betaalbaar is – daarin zijn de return en de kosten-batenanalyse heel belangrijk – maar ook dat het maatschappelijk aanvaardbaar is. Het is heel belangrijk dat die drie pijlers in evenwicht zijn en dat we voldoende uitleggen waarover het gaat. Waarom worden er bepaalde maatregelen genomen? Hoe schetsen we vanuit de overheid daaromtrent het juiste kader?
Je kunt altijd proberen om nog sneller te gaan, om heel fors een revolutie te ontketenen. Ik denk niet dat dat de juiste weg is. Ik denk wel dat de manier waarop deze Vlaamse Regering dit in ruim overleg met het volledige middenveld heeft aangepakt, ook de manier is om opnieuw bijkomende maatregelen te nemen bij de aanscherping van de doelstellingen. Dat moeten we bottom-up doen, met heel veel inspraak en samen met alle beleidsdomeinen die daarbij betrokken zijn. Dat zal de enige juiste manier zijn om die doelstellingen te halen en ook om de juiste resultaten te boeken.
Minister Tommelein heeft het woord.
Ik ga mij daarbij aansluiten. Europa moet uiteraard een aantal bakens uitzetten, maar men moet ook beseffen dat dat niet van bovenuit kan worden gedicteerd. Het moet van onderuit komen. De mensen moeten erbij betrokken zijn, de betrokkenheid van de burgers moet groter zijn en wij moeten aan de mensen blijven uitleggen waarom een aantal zaken noodzakelijk zijn. Dat is niet meelopen of meeheulen, maar ervoor zorgen dat iedereen zich ervan bewust is dat een aantal maatregelen moeten worden genomen. Dat betekent ook dat steden en gemeenten – binnen een maand beginnen ze aan een nieuwe legislatuur – volop moeten inzetten op energie-efficiëntie en op hernieuwbare energie. Ik hoop dat de collega’s dat allemaal doen, en ik roep daar ook toe op.
We moeten er ten tweede ook voor zorgen dat de bedrijven mee zijn in het verhaal. En ten derde, minister Schauvliege, moeten we er inderdaad voor zorgen dat het middenveld betrokken is. Maar vooral moeten we als overheid het voorbeeld geven. Dan zullen de burgers, de mensen, de Vlamingen volgen.
De heer Danen heeft het woord.
Eerst en vooral, het klimaatbeleid zal sociaal en rechtvaardig zijn, of niet zijn. Dat is een heel belangrijk uitgangspunt waar we volmondig achter staan. Ecologisme gaat vooral over het goede leven. Als het klimaat onder druk staat, als we op dat vlak weinig maatregelen nemen, dan staat het goede leven ook onder druk.
Minister Schauvliege, minister Tommelein, we zijn bijna door onze tijd heen. Ik wil niet fatalistisch zijn, we hebben nog een heel klein beetje tijd. Maar we zijn niet door onze opties heen. De burgers en de bedrijven doen nu al heel veel voor het klimaat. Ik zou zeggen: laat hen niet in de steek, steek een tandje bij, neem de handschoen op, zodat u een antwoord klaar hebt op de vele tienduizenden die zondag door Brussel zullen stappen. (Applaus bij Groen)
De heer Sintobin heeft het woord.
Ik wil het voor de collega’s toch nog eenmaal stellen: ik ben geen klimaatnegationist, ik ben ook geen fatalist, ik ben een klimaatrealist. Samen met mij zijn heel wat burgers realistisch, en samen met mij zijn heel wat burgers ongerust over de factuur die iedere keer opnieuw wordt doorgeschoven naar de hardwerkende burgers. Daarom sta ik hier vandaag: niet om nogmaals strengere doelstellingen te verdedigen, zoals de collega’s hier achter mij, maar wel om de mensen, de gele hesjes die iedere maand opnieuw moeten vechten om al hun facturen te betalen, al hun milieutaksen te betalen die door jullie en de federale regering worden opgelegd, te verdedigen. Het wordt tijd dat het gedaan is dat de modale burger het gelag betaalt van een dergelijke politiek. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Tobback heeft het woord.
De politiek moet inderdaad luisteren naar wat mensen willen en kunnen doen. Zij moet zoeken naar manieren om dat te realiseren en in de praktijk te brengen, en zij moet maken dat ze de negatieve gevolgen van bepaalde beleidsdaden inderdaad in de mate van het mogelijke beperkt en compenseert en maximaal oog heeft voor sociale gevolgen. Helemaal mee eens! Maar de politiek en het beleid hebben ook de taak en de verantwoordelijkheid om vooruit te kijken, om een visie te verdedigen, om een lijn uit te zetten waarbij iedereen – ook de industrie, ook de investeerders, ook de mensen die daarin willen vooruitgaan – erop kan vertrouwen dat ze gevolgd zal worden, dat ze ambitieus is, dat we erachter staan en dat we het gaan doen.
Sp.a heeft vanuit de oppositie meegewerkt aan de klimaatresolutie in dit parlement omdat we inderdaad geloven dat dat de taak is van het parlement, en dat er goede dingen in staan. We zijn ook bereid om dat in de komende legislatuur – weliswaar vanuit de meerderheid dan – te blijven doen, maar wel in een Vlaamse Regering en een Federale Regering die het voorbeeld van de Europese Commissie volgen en die een duidelijke, ambitieuze, heldere, toekomstgerichte en hoopvolle lijn uitzetten in dit domein. Want dit is geen bedreiging, dit zijn geen inspanningen, dit zijn kansen, mogelijkheden, jobs voor de toekomst en een planeet waarop we allemaal nog kunnen leven. Wie die verantwoordelijkheid niet wil opnemen, laat heel veel liggen. (Applaus bij sp.a)
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik ben blij met de antwoorden van de ministers, die duidelijk positief staan ten opzichte van de ambitieuze Europese agenda richting 2050, richting een klimaatneutraal Europa. Ik ben ook blij dat we hier met vijf stonden, en misschien hadden we hier met zes moeten staan, collega Gryffroy, omdat er een heel breed draagvlak bestaat in dit parlement voor een sterk energie- en klimaatbeleid.
Een energie- en klimaatbeleid brengt geen lasten met zich mee. Dat gaat niet over inspanningen en strenge normen, collega Sintobin, neen, dat gaat over hoe we onze planeet, onze eigen wijk, onze eigen omgeving leefbaar kunnen houden, hoe we de jobs van de toekomst kunnen creëren, hoe we het gezond kunnen maken voor onze kinderen en kleinkinderen om hier te wonen en te leven.
Dat is klimaat- en energiebeleid, dat is waar deze regering voor staat, dat is waar we allemaal samen aan moeten werken. (Applaus bij CD&V)
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, ik dank u dat u het initiatief van het parlement omarmt. De tijd van ruzie maken is al lang voorbij. Er moet visie worden ontwikkeld, en die visie over waar we naartoe gaan is er. Vervolgens, mijnheer Gryffroy, moet het gaan over hoe we daar naartoe gaan. Op dat punt zijn we nu gekomen.
Mijnheer Sintobin, wat wij moeten doen, is aan de mensen uitleggen dat als je iets vuilmaakt, je dat opkuist of ervoor betaalt. Zo simpel is dat, dat is de logica die iedereen aanvaardt. Als mensen het niet kunnen betalen om zuinig en proper te zijn, dan is het een taak van deze en volgende regeringen om ervoor te zorgen dat mensen koopkracht hebben, dat ze in staat zijn om hun omgeving, hun milieu en hun maatschappij op het goede spoor te zetten.
Als we dat doen, dan staan we hier over een paar jaar niet meer te discussiëren over waarom het nu al dan niet kon. Dan zal de vraag om nog meer te doen, om ervoor te zorgen dat het Avondland opnieuw een Ochtendland zal worden, onweerstaanbaar zijn en zal niemand eraan twijfelen. (Applaus bij Open Vld)
De actuele vragen zijn afgehandeld.