Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Diependaele heeft het woord.
Minister-president, ik heb niet kunnen controleren of het onderzoek echt bestaat, maar enkele dagen geleden verwees de Volkskrant naar een onderzoek van de universiteit van York, dat stelde dat het hele brexitdebat te vergelijken is met voetbalsupporters. Blijkbaar is er een limbisch systeem in de hersenen dat zodanig actief wordt dat het niet meer mogelijk is om nog op een realistische wijze een oordeel te vellen. (Opmerkingen van Bruno Tobback)
Ja, mijnheer Tobback, ik ben blij dat u de bekentenis doet. Hier in het parlement gebeurt dat ook wel eens.
Dat is een beetje de manier waarop op dit moment wordt gekeken naar het debat in het Verenigd Koninkrijk. Net na het referendum in 2016 en zeker meteen na de start van de onderhandelingen in 2017 was alles nog heel wazig. Niemand kon duidelijk inschatten welke gevolgen dit zou kunnen hebben. Alleen u en de Vlaamse Regering konden dat. Minister-president, u hebt van in het begin gezien wat de mogelijke gevolgen daarvan zouden kunnen zijn en u hebt een heel duidelijk standpunt ingenomen.
De gevolgen zijn dan ook niet min. Het gaat over ongeveer 28.000 jobs die zouden kunnen verloren gaan in geval van een slechte afloop. Het gaat over onze vierde handelspartner. Ongeveer 10 procent van onze export gaat naar het Verenigd Koninkrijk.
Gisteren kwam er voor eerst in de voorbije jaren wat licht aan het einde van de tunnel, met de mogelijkheid dat we inderdaad naar een besluit komen in het hele brexitdebat, en dan nog mogelijk in positieve zin. Minister-president, u hebt vanmorgen op de radio aangegeven dat u nog in heel voorwaardelijke wijze moet spreken. Ik weet niet of u op dit moment al iets meer weet, maar de vraag is: wat weten we op dit moment al over het akkoord dat mogelijk op tafel ligt? In welke zin zou dat goed of slecht kunnen zijn voor Vlaanderen?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Diependaele, ik denk dat in de gegeven omstandigheden het voorstel-Barnier het meest haalbare en het best mogelijke. Hij stelt voor om een douane-unie te maken waarbij gemeenschappelijke importtarieven gelden, waarbij tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk geen douanetarieven zouden worden gegeven, waarbij er grenzen zijn maar geen harde douanecontroles, en waarschijnlijk wel regelgevingscontroles die toch administratieve lasten zouden veroorzaken. Ook geen achteruitgang, geen regressie, zoals Theresa May zei, inzake standaarden en normen en vooral ook geen harde grens binnen het Ierse eiland, tussen de Republiek Ierland en Noord-Ierland.
Dit betekent niet dat de Britten lid blijven van de interne markt. Dus geen vrij verkeer van personen, diensten en kapitaal. Ik heb in de zeer voorwaardelijke zin gesproken omdat we de teksten nog niet hebben. Die worden nu aan de ambassadeurs van de 27 landen bezorgd. Er zijn nog echt cruciale stappen te zetten. Om te beginnen is er vanmiddag een uiterst cruciale kabinetsmeeting in Downing Street 10, die gevolgd moet worden door een Europese top. Het Britse Lagerhuis moet zich dan, als alles positief verloopt, in december uitspreken. Daarna moet het Europees Parlement zich uitspreken en ten slotte de Raad van de EU.
U verwijst naar het voetbal. Ik hoop op een grote verantwoordelijkheidszin. Als die er niet komt, weet ik echt niet wat er staat te gebeuren. Dan vrees ik dat we naar chaos gaan. De klok tikt. 29 maart komt heel dichtbij. Het Verenigd Koninkrijk wordt een derde land. Als er geen regeling is, kan ik me alleen maar voorstellen hoe erg het allemaal zal worden aan die grenzen inzake normen, inzake vliegtuigverkeer, inzake handelstarieven en dergelijke meer.
Dan moet je stilaan beginnen te hopen dat er ultiem een noodwetgeving komt om artikel 50 te verlengen. Ik zie eigenlijk geen enkele andere optie. Dan moet wellicht ondertussen onderhandeld worden met het oog op een vrijhandelsakkoord, zoals het CETA, naar een douane-unie, die niet de beste optie is. Een interne markt zou veel beter geweest zijn. De douane-unie is twee keer zo goed, heeft de KU Leuven berekend, als een vrijhandelsakkoord. Van de minder goede opties is een douane-unie dus veruit de beste. Als die er komt, kan er natuurlijk onderhandeld worden met het oog op een definitieve regeling.
Ik hoop dan dat er een definitieve, complete, omvattende douane-unie komt. Zo niet, wordt dat in het voorstel-Barnier een beperkte douane-unie, die dan volgens de regels van de Wereldhandelsorganisatie nog altijd moet slaan op minstens 90 procent van de goederen. Voor 10 procent zouden dan eventueel wel tarieven gelden en controles gebeuren.
Als er geen akkoord is, loopt de transitieperiode niet. Als er een akkoord komt, loopt de transitieperiode tot eind 2020. Als er, in de hypothese dat alles positief verloopt, eind 2020 nog geen definitieve regeling zou zijn voor de toekomst, kan de transitie nog altijd eenmalig verlengd worden. Dat zijn de drie mogelijke opties ingeval al die klippen genomen worden: Britse ministerraad, Lagerhuis, Europees Parlement, Europese lidstaten.
Dank u wel, minister-president. In alle eerlijkheid had ik natuurlijk gehoopt dat er al iets meer informatie zou zijn. Maar op dit moment hangt alles nog af van de Britse politiek.
Eerst even terug naar die douane-unie. Ik ben het er helemaal mee eens – en dat is ook conform met de studie van de KU Leuven – dat het op bepaalde momenten zelfs twijfelachtig was of we een douane-unie zouden kunnen binnenhalen. Dat zorgt in elk geval voor een van de grootste problemen, namelijk het gigantische papierwerk dat dat met zich meebrengt en de lange wachtrijen die al voorspeld werden in Dover en Calais. Als we dat kunnen vermijden, is dat in elk geval al zeer goed.
Alles hangt op dit moment af van de Britse politiek. We zitten daar ook met de Noord-Ierse kwestie. Ik denk dat we dat in ons achterhoofd moeten houden: dat dat een trauma is voor dat land dat natuurlijk ook meespeelt, zeker als de DUP daar nog gedoogsteun verleent.
Ik heb nog een bijkomende vraag. Naar schatting zouden ongeveer 16.000 bedrijven in Vlaanderen hierbij betrokken zijn of hierdoor geraakt worden. U hebt al te kennen gegeven dat er heel wat acties gericht zijn op die bedrijven. Kunt u toelichten hoe u die bedrijven precies bereikt?
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister-president, ook in Brugge en Zeebrugge kijken we natuurlijk met argusogen naar de ontwikkelingen, omdat meer dan de helft van de uitvoer van de haven van Zeebrugge gebeurt naar Groot-Brittannië. In welke mate volgt u dit allemaal op voor onze haven, die de motor is voor West-Vlaanderen, opdat er in onze regio geen grote malaise of moeilijkheden veroorzaakt worden? Dat zou toch een zeer grote economische impact hebben.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
De komende uren en dagen beleven we het eindspel in een tragedie die al veel te lang duurt. Er staat bijzonder veel op het spel voor Vlaanderen. Maar liefst 28.000 Vlaamse jobs dreigen verloren te gaan. We kunnen dus elke vorm van politieke instabiliteit wel missen als kiespijn.
Laten we dus hopen dat de volgende dagen de Britse politiek haar verantwoordelijkheidszin terugvindt en dat er akkoord gegaan wordt met het voorstel dat nu op tafel ligt. Laten we dus hopen op het beste. Ondertussen moeten we ons natuurlijk ook voorbereiden op het mogelijk slechte scenario van de no-deal. Ik wil hierbij de regering dus nogmaals oproepen, evenals enkele weken geleden, om een brexitnoodplan te maken. Desnoods moeten we dat doen via een noodwet, om ervoor te zorgen dat we de chaos of de negatieve gevolgen van een wanordelijke brexit zoveel mogelijk kunnen inperken.
De situatie is inderdaad uiterst moeilijk. Ik heb nog niet meer nieuws, omdat onze ambassadeur ook pas nu, tegelijkertijd met de bespreking in het Britse kabinet, de teksten krijgt. Het gaat over honderden pagina’s. We zullen die zo snel mogelijk bestuderen.
We zijn via onze diplomaten natuurlijk van de grote lijnen op de hoogte, en ik heb die ook geschetst. Ik ken ze niet volledig in detail, en ik ken de specifieke regeling voor Noord-Ierland niet, maar ik weet dat daar in een uitzondering wordt voorzien, om daar voor een zo soepel mogelijke overgang te zorgen. Maar we gaan de volledige teksten moeten bestuderen.
Wat nu gevraagd wordt, is een politiek akkoord van de Britse regering, van het Lagerhuis, van het Europees Parlement, en van de Europese Raad. En daarna zullen ook nog heel veel onderhandelingen gevoerd worden. Maar dan is er een principiële beslissing. Dat wordt ook aan het Lagerhuis gevraagd: een principiële ja, een ‘meaningful vote’. Dat dient niet om alles in detail uit te klaren, maar het gaat om het principe om daar in mee te gaan.
In de gegeven omstandigheden had ik – en de meeste mensen hier – veel liever gehad dat de interne markt behouden bleef. Dat was het beste voor iedereen. Maar in de gegeven omstandigheden lijkt een douane-unie de beste terugvalpositie – ik heb er vroeger ook al voor gepleit. De reden is dat men, mevrouw Van Volcem, dan ook voor de havens nauwelijks controles zal hebben. Er zullen geen douanetarieven moeten worden geïnd tussen de 27 landen en het Verenigd Koninkrijk. Er zal waarschijnlijk wel regelgevingscontrole moeten zijn, om te kijken of producten beantwoorden aan bepaalde regelgevingen. Dat zal daarom niet fysiek, ter plaatse moeten gebeuren, maar ik vrees dat er hoe dan ook altijd meer administratieve lasten zullen zijn dan in het huidige systeem. Maar het is te vroeg om daar in detail op in te gaan.
Ik ben, net als u, vanaf dag één bekommerd om onze welvaart. Het gaat inderdaad om 16.000 kmo’s, waarvan een groot aantal geen enkele ervaring heeft met export buiten de Europese Unie. Het zijn vooral de grote bedrijven die wel buiten de Europese Unie exporteren. De Vlaamse uitvoer gaat voor 70 procent binnen de Europese Unie. U weet dat het Verenigd Koninkrijk een grote en belangrijke markt is: om en bij de 28 miljard euro per jaar. Dat is bijna evenveel als de volledige uitvoer van Frankrijk.
Er is dus inderdaad een actieplan nodig. De Europese Commissie heeft vandaag een actieplan gelanceerd – ik heb het nog niet kunnen doornemen – met allerlei acties die daar ondernomen zullen worden. U weet dat we onder meer vragen dat de afhouding van de douanerechten niet gereduceerd zou worden tot 10 procent, maar op 20 procent zou blijven, omdat precies die Noordzeelanden zeer zwaar geconfronteerd zullen worden met de gevolgen van een brexit.
U spreekt van een eventuele noodwetgeving, collega Van Rompuy. Collega Daems heeft dat hier een tijdje geleden ook voorgesteld. Ik denk niet dat het nodig is. Ik heb toen ook gezegd dat wij tot nu toe geen Vlaamse wetgeving gescreend hebben die zou moeten worden aangepast. Dat zal waarschijnlijk moeten gebeuren op federaal niveau, omdat je bijvoorbeeld ook geen vrij verkeer van personen meer hebt. Ik heb toen gevraagd of het parlement weet zou hebben van decreten die wij moeten aanpassen – heel graag. Ik denk niet dat we direct naar volmachtenwetgeving moeten gaan, maar je moet wel een actieplan hebben. We gaan die ondernemingen ondersteunen, we gaan hen leren omgaan met douaneformaliteiten. De meeste van hen hebben daar geen enkele ervaring mee. We gaan een roadshow opzetten, samen met collega Van Overtveldt, en we gaan ondersteuningsprogramma’s voorzien voor de bedrijven die exporteren naar het Verenigd Koninkrijk. We gaan hen ook ondersteunen om andere markten te gaan verkennen. Flanders Investment & Trade (FIT) wordt versterkt, het Departement Buitenlandse Zaken blijft versterkt, en ik kom vrijdag – ik kan niet in detail gaan – met een plan naar de Vlaamse Regering, samen met collega Philippe Muyters.
We blijven ons uiteraard – helaas – voorbereiden op het horrorscenario van een no-deal. Ik weet echt niet wat er zal gebeuren als er geen akkoord is op 29 maart. In mijn ogen zie ik dan alleen de mogelijkheid dat, inderdaad bij noodwet, de Europese kant en de Britten gezamenlijk zeggen dat artikel 50 wordt verlengd. Want dat artikel zegt dat het twee jaar duurt, en die twee jaar zijn afgelopen op 29 maart. Maar als daar niets in de plaats staat, dan wordt dat een ramp.
Ondanks de Democratic Unionist Party (DUP), ondanks Jeremy Corbyn, die liever de val van de regering zou hebben, ondanks de Schotten, die zeggen dat ze het statuut van Noord-Ierland willen hebben, hoop ik dat er aan de Britse kant voldoende verantwoordelijkheidszin bestaat om te zeggen dat ze daarin mee stappen. Want het is in de eerste plaats heel slecht voor de Britten om uit die interne markt te stappen, en dan geen – min of meer – goed alternatief te hebben, maar het is ook slecht voor ons. Het is in het belang van de welvaart van iedereen. En dan heb ik het nog niet over alle andere contacten en relaties die we moeten kunnen blijven onderhouden en waarvan ik hoop dat de Britten eraan participeren; ik denk aan Horizon 2020, de universitaire samenwerking, Erasmusprogramma’s enzovoort.
Minister-president, het is absoluut de verdienste van uw kabinet en uw regering om het gevaar van de brexit op tijd in te schatten. We zijn in Vlaanderen op tijd begonnen met alle mogelijke hypotheses in kaart te brengen en er ons ook op voor te bereiden, ook op het worstcasescenario want we zijn er nog altijd niet. We zullen zien hoe het in de komende uren en dagen verloopt. We kijken er allemaal met een bang hart naar.
Mijnheer Van Rompuy, ik ben het volledig met u eens dat we op dit moment politieke instabiliteit absoluut kunnen missen als kiespijn, maar dat is natuurlijk in handen van de Britse politici. Minister-president, het is een goede zaak dat we voorbereid zijn op wat er op ons afkomt en dat u de roadshow hebt gepland. We kunnen alleen maar hopen dat we het minst erge scenario voorgeschoteld krijgen. Dat zou dan de douane-unie zijn, waarmee we zoveel mogelijk van onze Vlaamse welvaart kunnen vrijwaren. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.