Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over een rijschool enkel voor vrouwen
Verslag
De heer De Gucht heeft het woord.
Na deze verfrissende nieuwe definitie van ‘consensus’... Minister, in april van dit jaar werd er een aanvraag ingediend voor de oprichting van een vrouwenrijschool. U hebt daar ook onmiddellijk negatief op gereageerd, en u hebt daar voorwaarden aan gekoppeld. Die voorwaarden hielden eigenlijk in dat dat een rijschool moest zijn die toegankelijk is voor iedereen. Nu, wat zien we verschijnen in het Staatsblad? Vrouwen Rijschool. Dat betekent mijns inziens dat de voorwaarden werden geschonden. Ik vind dat dit ontoelaatbaar is in een Vlaanderen, in een België, in een Europa van de 21e eeuw, want dit werkt segregatie in de hand. Dit zorgt er eigenlijk voor dat we er impliciet, bijna expliciet aan toegeven dat we in een maatschappij zijn terechtgekomen waar vrouwen niet langer veilig zouden zijn in de buurt van mannen. Dat ligt eigenlijk in dezelfde lijn als de partij Islam, die zegt dat we vrouwen en mannen op de bus moeten scheiden omdat men niet veilig zou zijn, alsof mannen hun driften niet zouden controleren in de buurt van vrouwen.
Ik vind dat de politiek de duidelijke boodschap moet geven dat dit ontoelaatbaar is. Ik vind dat deze autorijschool voor vrouwen er niet mag komen, dat we net de boodschap moeten geven dat wij een regio zijn waar mannen en vrouwen gelijk zijn. We hebben hard en lang gestreden om die gelijkheid in te bedden in onze maatschappij, om die gelijkheid te garanderen. Minister, ik vraag u dan ook op welke manier u op deze evolutie zult reageren, en ik hoop dat u het met mij eens bent dat dit ontoelaatbaar is en dat we er alles aan moeten doen om ervoor te zorgen dat er geen eilandjes worden opgericht binnen onze maatschappij. Integendeel, we moeten ervoor zorgen dat er een verbinding is, dat er een vertrouwen is tussen mensen, ongeacht hun geslacht of afkomst.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, we hebben inderdaad enige tijd geleden al – ik denk dat het in april was – vernomen dat twee dames bezig zijn met een initiatief om een rijschool op te richten in het Antwerpse, enkel voor en door vrouwen. Zij motiveren dat als volgt – ik heb even het citaat erbij genomen: “Uit een enquête voor de Belgische markt bleek dat veel vrouwen zich ongemakkelijk voelen met een mannelijke begeleider. Ze worden dan wat onzeker en verlegen. Met een andere vrouw naast zich presteren ze beter.” Minister, op het moment dat ik dat hoorde of las, heb ik u uiteraard onmiddellijk geïnterpelleerd. Ik was zeer tevreden dat u het toen eens was met mijn analyse, namelijk dat een dergelijk initiatief op zeer gespannen voet staat met onze gelijkheid tussen man en vrouw, met onze non-discriminatie, en dat dat lijkt af te stevenen op een soort segregatie, het maken van eilandjes, van apartheid binnen de inclusieve samenleving die we in Vlaanderen toch proberen te zijn.
U zei toen dat we dat niet willen. Die rijschool zal alleen worden vergund of een erkenning krijgen als ze heel nadrukkelijk niet discrimineert. U hebt toen gezegd dat u dit zult melden aan de initiatiefnemers. Dat zou intussen ook zijn gebeurd. Meer nog: u zou vragen om de naam aan te passen. Rijschool voor Vrouwen of Vrouwen Rijschool kan niet, want dat ademt in alles het tegenovergestelde uit van wat men dan ogenschijnlijk zou willen bedoelen.
Inmiddels zien we dat de oprichtingsakte in het Belgisch Staatsblad is gepubliceerd. Groot was dan ook mijn verbazing, minister, dat daarin gewag wordt gemaakt van de Vrouwen Rijschool. Dat lijkt er toch op te wijzen dat de dames in kwestie niet helemaal mee zijn met uw overigens duidelijke boodschap en dat ze toch volharden.
Welke maatregelen zult u treffen nu de initiatiefneemsters zich weinig lijken aan te trekken van uw oproep om niet te discrimineren bij de oprichting van deze Antwerpse rijschool?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik heb in april heel duidelijk gezegd dat er voor mij geen sprake kan zijn van een rijschool die discrimineert, of dat nu op religieuze of andere gronden is. Als je een rijschool hebt die zegt dat ze alleen instructeurs en klanten van een bepaald geslacht werven, kan dat voor mij niet. Dat is duidelijk. Ik heb dat ook laten weten via de geëigende kanalen aan de initiatiefnemers. Zij hebben me vervolgens schriftelijk laten weten dat ze geen discriminatoire intenties hadden. Ze hebben me ook een aanvraagdossier bezorgd. Ik heb hun met aandrang verzocht om een andere naam te hanteren dan die ze naar voren schoven, namelijk Vrouwen Rijschool of iets gelijkaardigs, om elke zweem van verdenking van discriminatoire intenties te vermijden. Dat wil dus heel duidelijk zeggen dat er geen vergunning komt wanneer ze diezelfde naam behouden.
Iets anders is wat men publiceert in het Belgisch Staatsblad. Dan gaat het over de oprichting van een vennootschap. Men is vrij om zijn vennootschap te noemen zoals men wil. Maar dit gaat over iets anders dan wat ik erken als rijschool. Trouwens: de meeste rijscholen hebben een vennootschap die anders heet dan hun rijschool zelf. Dat is schering en inslag.
Uw gevolgtrekking dat daarmee een vergunning is verleend, is fout. Ik heb geen enkele vergunning verleend en het is heel duidelijk: rijscholen die in woord of daad discrimineren, krijgen geen erkenning, geen vergunning. Ik heb dat in april gezegd en dat blijft ook vandaag zo.
De heer De Gucht heeft het woord.
Het is inderdaad zo dat er verschillende vennootschappen onder allerhande namen naar voren treden. Maar het is een feit dat deze oprichters, gezien de communicatie die u met hen hebt gevoerd, nog altijd uitgaan van een vennootschapsnaam die doet vermoeden dat het oud zeer van bij het begin van hun oprichting blijft bestaan. Men richt namelijk een vrouwenrijschool op vanuit het idee dat vrouwen zich niet veilig zouden kunnen voelen bij mannelijke instructeurs. Dat is een redenering die inderdaad een religieuze achtergrond heeft en bij bepaalde interpretaties binnen bepaalde religies hoort.
Het is gewoon de realiteit dat we hier duidelijk moeten stellen dat dit niet kan. Op welke manier zult u dit controleren? Want dat betekent dat die autorijschool zowel mannelijke als vrouwelijke instructeurs moet hebben en dat men geen keuze in mannelijke of vrouwelijke instructeurs heeft als men zich inschrijft. Zolang we geen controle hebben dat dit ook wordt gegarandeerd, vind ik dat dit ontoelaatbaar is en moet u duidelijk de politieke boodschap brengen dat dit in onze maatschappij geen manier van werken is.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
In tegenstelling tot de heer De Gucht vond ik uw antwoord, minister, heel duidelijk en ik dank u hiervoor. U bevestigt opnieuw dat deze praktijken niet kunnen en nooit zullen kunnen. Ik ga ervan uit dat er ook geen vergunning of erkenning zal worden afgeleverd indien men zich met deze rijschoolnaam aanmeldt.
Ik vind het dan wel een beetje dubbelzinnig dat men daar blijkbaar over liegt in de pers, want men zegt dat men de erkenning heeft gekregen, quod non. Ik noteer dat die nog niet verleend is en dat dat een duidelijke voorwaarde is.
Ik heb nog een bijkomende vraag. Ik neem aan dat u dan de inspectiedienst ook zult instrueren, zoals u dat steeds doet, om controle uit te oefenen. Indien de rijschool zich aanmeldt onder een andere naam en beweert zowel mannen als vrouwen te zullen toelaten, moet dat nadien echt gecontroleerd worden om na te gaan of dat geen schijn is. Op dat vlak sluit ik me namelijk aan bij de collega: de signalen zijn toch niet van die aard om te doen geloven dat men werkelijk van idee verandert en dat men werkelijk niet zal discrimineren bij het uitbouwen van die rijschool.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter. Minister, ik discussieer hier graag, veel en herhaaldelijk met u over verkeersveiligheid. Maar wat mij betreft, zijn we op dit moment hier zelfs al te lang over aan het discussiëren. Er moet hier een heel duidelijk signaal komen dat dit absoluut niet door de beugel kan. Dat beleid moet gewoon grondig worden gehandhaafd. Daarmee is de discussie snel ten einde. Als het gaat over verkeersveiligheid, hebben we nog heel wat andere belangrijke zaken te bediscussiëren, denk ik.
Mevrouw Van dermeersch heeft het woord.
Dank u, voorzitter. Minister, ik wil u ook vragen om absoluut geen vergunning af te leveren. Ik dacht dat ze afgeleverd was. Volgens de pers was dat ook zo, maar blijkbaar toch niet. Doe dat niet, want u wordt hier belogen en bedrogen langs alle kanten. In Merksem, het district van Antwerpen waar ik woon, moet u er gewoon maar eens langsrijden. Op de gevel staat in het groot ‘vrouwenrijschool’. U kunt er niet naast kijken.
Dat heeft in de islamitische maatschappij een naam, namelijk ‘taqiyya van de kafirs’. Dat wil in gewoon Vlaams zeggen dat men u beliegt en bedriegt. Het zijn huichelende moslima’s en er is geen enkele reden om aan te nemen dat ze niet exact hetzelfde van plan zijn als in de Rotterdamse rijschool Salam Aleikum. Die is al enkele jaren actief en men laat er enkel en uitsluitend vrouwen lesgeven en vrouwen les volgen. Dit gebeurt op basis van een sharia die wij absoluut niet kunnen toelaten in onze samenleving. Dus ik vraag u, minister: wees daar heel streng op. Ik wil niet de verdere islamisering van Merksem, noch Antwerpen, noch Vlaanderen. Ik kijk daarop toe.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik zal de raadgevingen met betrekking tot de geloofwaardigheid van mensen uit Merksem ter harte nemen.
Voor alle duidelijkheid en nogmaals: er is geen vergunning, geen erkenning. Er is zelfs nog geen volledig dossier. Ook qua andere aspecten heeft men mijn administratie nog enkele vragen en bemerkingen bezorgd. Dus dat probleem doet zich niet voor.
Ik geef ook even mee dat we, met betrekking tot dit standpunt, ook niet over één nacht ijs gegaan zijn. Soms werd vanuit een bepaalde hoek de vraag gesteld of dat allemaal wel juridisch onderbouwd was. Ja, dat is juridisch onderbouwd. Ik heb ook een advies van de Vlaamse Ombudsdienst, die mijn stelling onderbouwt en onderschrijft.
Dus, we blijven op die lijn doorgaan, zelfs indien er een nieuw dossier wordt ingediend, met een nieuwe naamgeving, die dan wel afwijkt van het discriminatoire. Zelfs in dat geval zullen we ervoor zorgen dat er inspecties zullen plaatsvinden, en die zullen aangekondigd en onaangekondigd gebeuren. Wij laten dit dus absoluut niet los.
De heer De Gucht heeft het woord.
Dus met andere woorden, als ik het goed begrijp, zal er geen vergunning worden verleend aan deze autorijschool. Ten tweede zullen we er inderdaad op toezien dat er geen enkele rijschool, waar dan ook in Vlaanderen, onder het mom van een soort van onveiligheidsgevoel ten aanzien van mannen, of van vrouwen vanuit een achtergrond die een complete absurditeit in zich draagt, wordt toegelaten. We zullen daar inderdaad zwaar op controleren om ervoor te zorgen dat dat waar Vlaanderen voor staat en dat waar België voor staat, inderdaad gerespecteerd wordt, namelijk de gelijkheid van man en vrouw, op elk moment, in elke mogelijke samenstelling van onze maatschappij.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Ik zal als uitsmijter dat citaat van daarnet eventjes anders stellen. Stel u voor dat het als volgt zou luiden: ‘Uit een enquête voor de Belgische markt bleek dat veel blanken zich ongemakkelijk voelen met een niet-blanke begeleider. Ze worden dan wat onzeker en verlegen. Met een andere blanke naast zich, presteren ze beter. De initiatiefnemer in kwestie meent dat van discriminatie naar niet-blanken geen sprake is. We hebben niets tegen niet-blanken. Ze zijn altijd welkom om bij ons informatie op te halen voor een blanke buur, een blanke vriend, een blank familielid’. Het kot zou – terecht – te klein zijn.
Collega's, laat mij besluiten. Het is duidelijk dat de toegang in onze wetgeving tot het aanbod van goederen en diensten die publiekelijk beschikbaar zijn, onverkort gegarandeerd moet worden zonder discriminatie, of het nu is op basis van geslacht, of het nu is op basis van seksuele voorkeur, of het nu is op basis van afkomst. Ik vraag daar opnieuw uw aandacht voor. Wij rekenen op uw doortastendheid om dergelijke initiatieven niet toe te laten en ten stelligste te blijven veroordelen. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vragen zijn afgehandeld.