Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Segers heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte collega's, we naderen 14 oktober, de dag van de lokale verkiezingen. U kunt er dan gif op innemen dat er wel wat roert in de faciliteitengemeenten.
Enkele weken geleden heeft de gouverneur van Vlaams-Brabant in opdracht van minister Homans Nederlandstalige oproepingsbrieven verstuurd naar alle inwoners van de faciliteitengemeenten. Die opdracht van de minister was louter gebaseerd op de bestaande taalwetgeving, namelijk dat besturen in de faciliteitengemeenten met hun inwoners in het Nederlands moeten communiceren. Het kan op vraag van de inwoner zijn om al dan niet telkens opnieuw een Franstalige vertaling te krijgen. We weten ondertussen dat de besturen in de faciliteitengemeenten spitsvondig omgaan met deze wetgeving.
Ik heb een specifieke vraag over Sint-Genesius-Rode omdat daar in het schepencollege geen consensus werd gevonden om alsnog eigen oproepingsbrieven te versturen. Daartoe heeft men vorige vrijdag bij hoogdringendheid een gemeenteraad bijeengeroepen die beslist heeft om alsnog eigen oproepingsbrieven te versturen. Dat betekent dat in die gemeente opnieuw inwoners twee verschillende oproepingsbrieven krijgen, met alle mogelijke verwarring van dien.
Minister, wat is uw reactie op deze manier van besturen?
Minister Homans heeft het woord.
Collega Segers, dat er opnieuw discussie is over de oproepingsbrieven, toont aan dat er nog zekerheden zijn in het leven, nietwaar? U zei het zelf al in uw inleiding, maar ik wil toch nog even aangeven wat ik precies gedaan heb.
Ik heb aan de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant de opdracht gegeven om de oproepingsbrieven te versturen. Hij heeft dat ook zeer braaf gedaan, volgens de code van het goed bestuur. Tegelijkertijd heeft hij ook aan de faciliteitengemeenten laten weten dat hij het gedaan heeft, zodat ze dat niet opnieuw moesten doen.
Het college van de gemeente Sint-Genesius-Rode nam inderdaad de beslissing om alsnog zelf ook oproepingsbrieven te versturen. Als ik het goed heb, werd de consensus daar doorbroken door mevrouw Sobrie. Daardoor moest er in allerijl nog een gemeenteraad bijeenkomen. Op die gemeenteraad werd beslist om toch nog eens heel ‘stout’ te zijn, de taalwetgeving niet na te leven en toch eigen oproepingsbrieven te versturen. Op die manier werd onduidelijkheid gecreëerd bij de inwoners.
Om te antwoorden op uw concrete vraag: de gemeenteraad heeft die beslissing genomen en ik heb die beslissing vernietigd. Ik heb dat ook laten weten aan de gemeente Sint-Genesius-Rode. Collega Segers, en andere mensen hier die dit thema opvolgen, jullie kennen mijn standpunt en dat van mijn voorgangers in dossiers in verband met faciliteitengemeenten: het gaat over een gemeente op Vlaams grondgebied met voorrang voor het Nederlands. Daar wijk ik geen millimeter van af. (Applaus bij de N-VA)
De heer Segers heeft het woord.
Minister, bedankt voor het antwoord wat betreft uw duidelijk standpunt om, net als uw voorgangers collega Keulen en collega Bourgeois, steeds die lijn aan te houden en te bewaren. Ik vind dat een heel goede zaak. Uiteraard moeten we afwachten wat de toekomst brengt voor deze kwestie. Ik denk dat een aantal aspecten de komende maanden en misschien zelfs jaren ongetwijfeld weer op ons afkomen: het gebruik van ongrondwettelijke taalregisters moet opnieuw in vraag gesteld worden. We kunnen weer in een burgemeesterscarrousel belanden. Op de vooravond van lokale verkiezingen denk ik dat het een mooi politiek signaal zou zijn om duidelijk aan te geven dat we dit soort praktijken niet meer dulden. Iedereen verwacht goed bestuur van lokaal bestuur. Ik denk dat de burgers, en zeker de inwoners van die faciliteitengemeenten, daar stilaan hun buik van vol hebben. Ik denk dat dit het moment is om, vanuit het faciliteitengebeuren, te pleiten voor degelijk lokaal bestuur in die gemeenten.
De heer Doomst heeft het woord.
Minister, je ruikt de verkiezingen. Dit lijkt me bijna posttraumatisch. Ik heb de indruk dat er een medisch aspect aan vasthangt. Dit is gewoon doelloos, omdat de spelregels vastliggen. De opeenvolgende Vlaamse regeringen waren duidelijk: de oproepingsbrieven moeten opgesteld zijn in het Nederlands.
Mijn vraag is of u een idee hebt van de kostprijs voor de gemeenschap van dit slecht theater?
Minister Homans heeft het woord.
Collega Doomst, neen, ik heb geen exacte raming van de kostprijs. Ik vind elke euro gewoon te veel. We hebben aan Lodewijk De Witte, de gouverneur, gevraagd om de oproepingsbrieven te versturen. Hij heeft dat ook gedaan. Hij heeft tegelijkertijd aan de betrokken faciliteitengemeenten laten weten dat zij dat niet meer moesten doen omdat hij het al gedaan had. Elke euro die de gemeenten daar nog aan uitgeven, is een euro te veel, op kosten van de inwoners van die gemeenten. Dat vind ik heel jammer.
Mijnheer Segers, ik ben blij dat u mijn houding steunt. Ik zal niet afwijken van mijn lijn. U kent mij. Er zijn in dit parlement al verschillende vragen gesteld over die faciliteitengemeenten. Het enige wat ik politiek kon en wou doen, is vernietigen. Ik heb in dezen dan ook mijn verantwoordelijkheid genomen en de beslissing van de gemeenteraad van Sint-Genesius-Rode in verband met die oproepingsbrieven onmiddellijk vernietigd.
De heer Segers heeft het woord.
Minister, collega’s, ik denk dat het overduidelijk is dat de communautaire problemen in de Vlaamse Rand nog niet gedoofd zijn, ondanks bepaalde oplossingen, zoals het BHV-verhaal. Ik denk dat dat vooral te wijten is aan de Franstalige politieke besturen in die randgemeenten, die duidelijk aansturen op communautaire conflicten. Het is een verschijnsel dat je in andere gemeenten met faciliteiten niet ziet, maar wel in de Rand.
Wij houden dit verder in het oog. We zijn blij dat de minister dit ook verder in het oog houdt. Wat ons betreft mag er echt paal en perk gesteld worden aan die Franstalige arrogantie in de Rand. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.