Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mijnheer Kennes, we zijn heel blij dat u, weliswaar met een blauw oog, opnieuw in ons midden bent. Het was toch ernstig. (Applaus)
Voorzitter, ik dank u voor uw lieve woorden.
Minister, in het begin van dit jaar hebben we in de commissie en tijdens plenaire vergaderingen heel vaak debatten gevoerd over het al dan niet bestaan van wachtlijsten in de inburgeringssector, over de vraag hoe groot die wachtlijsten dan zouden zijn, over de vraag of bijkomende middelen vereist zijn en over de vraag of er in bepaalde regio’s grotere problemen dan elders zijn.
De discussie is een tijdje stilgevallen omdat we op 27 februari 2018 een interessante ontmoeting met het Agentschap Integratie en Inburgering hebben gehad. We hebben toen heel wat informatie gekregen, maar ik heb ook onthouden dat het agentschap toen heeft toegegeven eigenlijk geen volledig zicht te hebben op de vragen, op het bestaan van wachtlijsten en op de verschillende noden.
Het agentschap heeft toen verklaard aan een tool te werken. Die tool zou, over alle regio’s heen, de vragen in beeld te brengen in verband met de verschillende talen waarin les moet worden gegeven en het bestaande aanbod. We kregen te horen dat er een totale tool zou komen, maar dat we wat geduld moesten hebben, want die tool zou pas in juni 2018 klaar zijn.
Minister, ik heb gewacht tot eind juni om niet te moeten horen dat het nog niet klaar is en dat ik nog wat geduld moet hebben, maar we zijn nu dus begin juli. Voortgaande op de informatie van februari, die zeer eerlijk en daarom interessant was, wil ik u vandaag vragen: hebt u bevestiging gekregen dat de tool beschikbaar en operationeel is, dat we voor alle regio's in Vlaanderen die informatie kunnen oplijsten en dat we op basis van de cijfers die daaruit voortkomen, de discussie over al dan niet wachtlijsten, de noodzaak van extra middelen, de noodzaak van herorganisatie en hergroepering, op een objectieve manier kunnen voeren?
Minister Homans heeft het woord.
Collega Kennes, bij het begin van mijn antwoord wil ik nog eens onderlijnen dat er bij het Agentschap Integratie en Inburgering geen tekort is aan personeel, zodat alle cursussen kunnen worden ingericht. Er zijn ook geen wachtlijsten. Dit debat hebben we al verschillende keren gevoerd in de commissie en in de plenaire vergadering, maar ik begrijp uw vraag, want u hebt een blitzbezoek afgelegd en ik ben ook blij u terug te zien. Als dat u kan verheugen.
Het agentschap heeft tijdens het tweede bezoek gezegd – en ik heb dat nooit ontkend – dat vraag en aanbod beter op elkaar moeten worden afgestemd. Als het over maatschappelijke oriëntatie gaat, is dat een heel moeilijke klus, omdat we er bewust voor hebben gekozen op maat te werken. Bijvoorbeeld, om mensen die overdag werken, een aanbod te kunnen geven in het weekend of 's avonds, om mensen die een zeer zeldzame contacttaal spreken, toch in die contacttaal maatschappelijke oriëntatie te laten volgen.
Er zijn grosso modo twee groepen die wachten om aan een traject te beginnen. De eerste groep is een groep vanwege persoonlijke redenen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat men nog geen kinderopvang heeft, dat men werkt – wat een zeer goede zaak is –, en men vraagt een aanbod 's avonds of in het weekend. Dan is er natuurlijk nog een andere groep van mensen met een zeer zeldzame contacttaal, waar bijvoorbeeld maar één persoon op dat moment vragende partij voor is. Dan is het natuurlijk logisch dat men wacht tot er bijvoorbeeld drie extra vragende partijen zijn voor die zeldzame contacttaal, zodat er een klasje van vier kan worden geïnstalleerd.
Het grote probleem is dat de trajectbegeleiders, die allemaal zeer goed werken, nu allemaal op een andere manier registreren wat een persoonlijke reden is. Dat is natuurlijk noodzakelijk om vraag en aanbod op elkaar te kunnen afstemmen. Als men bijvoorbeeld in het systeem registreert: ‘wachtend wegens persoonlijke redenen’, maar er bijvoorbeeld niet bij zet dat het gaat om iemand die werkt, dan kan men natuurlijk ook geen bijkomend aanbod installeren 's avonds of in het weekend in een bepaalde regio waar er bijvoorbeeld heel veel mensen zijn die werken en om die reden graag op een ander moment een passend aanbod zouden willen hebben.
Dat is de complexe problematiek die het agentschap heeft geduid tijdens het werkbezoek. Het agentschap heeft aangegeven tegen deze zomer hiervoor een analyse klaar te hebben. Collega Kennes, ik kan u meegeven dat die analyse klaar is en dat daaruit vooral is gebleken dat er absoluut nood is aan een uniforme registratie door de trajectbegeleiders. Daarvoor moet de Kruispuntbank Inburgering (KBI) worden aangepast. De richtlijnen zijn momenteel uitgewerkt en er wordt nu gestart met de aanpassingen in die KBI, waar vraag en aanbod veel beter op elkaar kunnen worden afgestemd.
Bij de start van het nieuwe aanbod maatschappelijke oriëntatie in augustus, zullen de inburgeraars automatisch een passend aanbod krijgen. De trajectbegeleiders moeten niet meer zelf op zoek gaan naar een passend aanbod, ze worden wel proactief op de hoogte gebracht en dat is een zeer goede zaak.
Het is maatwerk, en daar wil ik absoluut aan vasthouden. Ik neem aan dat u ook geen voorstander bent om af te wijken van dat maatwerk. Maatwerk is absoluut noodzakelijk. Het agentschap heeft gedaan wat het moet doen. Bij de aanvang van de nieuwe cursus maatschappelijke oriëntatie zal er automatisch een gepast aanbod zijn voor de inburgeraars in kwestie.
Minister, dank u voor de toelichting. Voor een groot deel zijn het natuurlijk zaken die u al vaker hebt gezegd. Maatwerk maakt het inderdaad allemaal wat complexer, en moeilijker om de juiste zaken te matchen. Maar de belofte die ik heb genoteerd, was eind juni, nu dus, en u spreekt over augustus. Maar het is goed dat er een evolutie in zit. Ik hoop dat we een toelichting kunnen krijgen in het begin van het nieuwe parlementaire jaar. Want het is altijd de bedoeling geweest om de juiste cijfers te hebben, zodat we de discussies over al dan niet wachtlijsten enzovoort objectief kunnen voeren, met de bedoeling dat er ofwel geen zijn ofwel dat er kan worden ingezet op de middelen die nodig zouden zijn om ze weg te werken.
Mevrouw Pira heeft het woord.
Minister, ik neem even het woord in de plaats van mijn collega An Moerenhout, die op het einde van haar zwangerschapsrust is. Voor zover ik me heb laten inlichten, minister, is het mij uit uw antwoord niet duidelijk of de vraag die tijdens het bezoek aan het Agentschap Integratie en Inburgering werd gesteld, namelijk dat die Kruispuntbank op punt moet staan, nu in orde is of niet. Want zoals de heer Kennes net zei, was dé centrale vraag van de afgelopen jaren: zijn er nu wachtlijsten of niet? En enkel een kruispuntbank die op punt staat, kan daarop een antwoord geven.
Minister, gezien het werk dat er nu geleverd is, kunt u met zekerheid zeggen of er al dan niet wachtlijsten zijn? Of moet dat later nog worden uitgemaakt?
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Minister, u zegt dat er geen openstaande vacatures zijn, dat er geen nood aan extra personeel is. Maar dat klopt natuurlijk niet. Want in de feiten is er een gigantisch verloop bij het agentschap. In Vlaams-Brabant alleen al zijn er zeven openstaande vacatures die men niet ingevuld krijgt. En waarom? Niet omdat men met de vingers zit te draaien, maar omdat in de afgelopen jaren de instroom van nieuwkomers nog nooit zo groot is geweest.
We stellen nu vast dat er in de computers van het agentschap nog altijd geen klaarheid kan worden gecreëerd. Minister, we moeten rekening houden met de feiten die we wél kennen: de grote instroom van nieuwkomers, gezinshereniging, Europeanen. U weet op basis van uw onderzoek ook dat de vraag naar inburgering gigantisch groot is en dat men zeer tevreden is dat men dat kan doen. We moeten rekening houden met die realiteit en in middelen en mensen voorzien voor het agentschap, zodat ze hun werk naar behoren kunnen doen.
Minister Homans heeft het woord. (Opmerkingen van minister Liesbeth Homans)
De heer Wouters heeft het woord.
En zo ontstaan al die misverstanden, voorzitter. (Gelach)
Het agentschap geeft zelf duidelijk aan dat er eigenlijk geen personeelstekort is. De wachttijden die er volgens sommigen bestaan, en die ik zelfs in twijfel trek, zijn er doordat we met een pakket op maat werken.
Minister, u hebt het zelf al aangehaald: avonduren, lessen in eigen taal, en – heel belangrijk voor de cursisten – lessen niet ver van huis. En net dit maatwerk, collega's, maakt het moeilijk om de vraag en het aanbod naadloos op elkaar af te stemmen.
Om de vraag en het aanbod verder op elkaar af te stemmen, zullen er in de toekomst verdere aanpassingen worden gedaan. Dat hebt u duidelijk gezegd, minister. En dat is ook logisch. Maar dit zal dan vooral organisatorische verschuivingen betreffen en geen extra personeel, aangezien het agentschap zelf eenduidig aangeeft geen tekort te hebben.
Minister Homans heeft het woord.
Mevrouw Kherbache, uw riedeltje over de wachtlijsten kennen we ondertussen. Een tijdje geleden, tijdens de wekelijkse heftige discussies daarover in dit parlement, was u elke week van een ander gedacht. De ene week stonden er vijfhonderd mensen op de wachtlijst, dan zesduizend, dan weer driehonderd: het varieerde altijd.
Vooraleer ik naar hier kwam, heb ik nog contact gehad met de leidend ambtenaar van het agentschap. Ik kan u zeggen dat er momenteel geen wachtlijsten zijn, zoals ik in het verleden ook al heb gezegd.
Ik heb dat ook al verschillende keren uitgelegd. Ik heb hier kort – korter dan vorige keer, omdat ik nu maar twee minuten had – nog even uitgelegd wat de twee groepen zijn. In de commissie is dat ook al uitvoerig uit de doeken gedaan.
Mevrouw Kherbache, u verwijst naar de asielcrisis. (Opmerkingen van Yasmine Kherbache)
U hebt er wél naar verwezen. (Opmerkingen van Yasmine Kherbache)
De instroom. Ja, oké. Dat heeft uiteraard niets te maken met de asielcrisis. Dus: de instroom van mensen die inburgeren, mevrouw Kherbache. Enerzijds is er de basisdotatie van het agentschap, die tussen 2015 en 2018 van 35 naar 45 miljoen euro is gegaan.
10 miljoen extra. Bovendien hebben we al die jaren ook in tijdelijke asielmiddelen voorzien. In 2018 waren er 3,2 miljoen euro extra tijdelijke middelen. Mijn leidend ambtenaar zegt dat alle mensen die zich aanbieden voor het volgen van een inburgeringscursus en die daar ook toe verplicht zijn – want daarnaast zijn er ook nog vrijwillige inburgeraars – aan hun trekken komen en met de cursus kunnen starten.
Collega Pira en collega Kennes stelden een vraag over de tool. De tool houdt juist in dat er een analyse gemaakt moest worden. De analyse is gemaakt. Daaruit is gebleken dat er uniform geregistreerd moest worden door de trajectbegeleiders. De kruispuntbank inburgering wordt nu ook aangepast. Ik heb u gezegd dat iedereen bij de start van de nieuwe cursussen maatschappelijke oriëntatie in augustus 2018 automatisch een gepast aanbod zal krijgen en dat de trajectbegeleider niet meer zelf op zoek moet gaan naar een gepast aanbod. Dat is toch alles wat jullie hier altijd hebben gevraagd. Ik denk dat het agentschap zijn werk heeft gedaan. Dat was ook nodig, mijnheer Kennes, daar geef ik u gelijk in.
De heer Kennes heeft het woord.
Ik denk dat het inderdaad nodig was om die uniforme registratie te kunnen doen om de zaken precies te kunnen weten. Dat er mensen wachten om een aanbod op maat te kunnen ontvangen, dat is niet onlogisch. Het is niet het feit dat je een aantal weken moet wachten, of dat je moet wachten om een taalgroepje te vormen, dat problematisch is. Het is wel problematisch als er geen antwoord komt of als er ergens een strop of een flessenhals ontstaat. Iemand die geregistreerd is en moet wachten tot hij kan starten, met een duidelijk vooruitzicht om te starten, dat lijkt me op zich geen probleem.
Er was inderdaad een gebrek aan transparantie. Ze hebben dat toen ook toegegeven. Ik begrijp dat men nu uniform registreert en dat men daaruit beleidsmaatregelen kan distilleren om het verloop te verbeteren. Ik wacht af hoe het in augustus verloopt. Dan zullen we zien of de aangekondigde tool om het probleem aan te pakken, de juiste zal zijn.
De actuele vraag is afgehandeld.